De Laatste Bus
Naar een harmonische en
volwaardige voeding
I*
MYRA, HET ELFJE EN DE BOOZE KABOUTER ZWARTVOE
We zijn geen
Alle aandacht voor bruin brood, aardappels,
Iruit, groenten, melk, visch en kaas!
Een program van
actie
Duitsch oordeel
over positie van
Ned.-Indië
KINDERHOEK
De gouwleider der Ober Donau:
Nederlandsche kinderen houden vacantie
in geboorteland van den Führer
Oostenrijksche
dank
Cecil Freeman Cregg
2e BLAD PAG. 2
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
DINSDAG 23 JULI 194
(Van onzen specialen verslaggever)
F' 's-GRAVENHAGE. 21 Juli.
ry 00 ooit, dan heeft in dezen tijd het streven naar een harmonische en vol-
waardige voeding ieders belangstelling. Het gaat hierbij niet alleen om de
groote bouwstoffen, waarmede wij sinds lang zijn vertrouwd, maar ook om
stoffen, die slechts in zeer geringe hoeveelheden in ons lichaam worden opge
nomen. Niet alleen dus om de koolhydraten, de eiwitten en de vetten, maar ook
om de vitamines, de voedingszouten en mineralen. Inzonderheid de vitamines
voeren ons op een terrein, dat van mysterie vervuld is. Wie langen tijd achter
een één of meer vitamines ontbeert, wordt ernstig ziek. Dat een tekort aan vi
tamine B. de gevreesde beri beri veroorzaakt, die in Indië zoovelen ten grave
heeft gesleept, is thans oen feit van algcmeene bekendheid, evenzeer als de
omstandigheid, dat een gebrek aan vitamine C. tot scheurbuik kan leiden.
Intusschen ligt er een wijde klove tusschen het optreden van zulk een defi-
cientieziekte en een op een harmonische, volwaardige voeding berustend alge
meen welbevinden. Bovendien is ons lichaam er op vernuftige wijze op inge
steld om onevenwichtigheden in onzen voedingstoevoer op te heffen. De goede
natuur helpt ons heel wat buitensporigheden van onze onnatuur te boven ko
men. Toch is hel verstandig daarop niet al te zeer te 6peculeeren. Want dit
staat in elk geval vast, dat fouten in onze voedingswijze slechts ten koste van
groote innerlijke lichamelijke inspanning kunnen worden hersteld. Die inspan
ning is zelfs dermate groot, dat van een directe verkorting van onzen levens
duur kan worden gesproken. Bij een onharmonische, onvolwaardige voeding
die in de practijk helaas zeer veelvuldig voorkomt ontstaan bij den mensch
allerlei vage klachten, die. merkwaardigerwijs, bij onderscheidene voedingste
korten soortgelijk zijn. Het zijn klachten over vermoeidheid, gevoelens van ge
deprimeerd zijn. die zich paren aan symptomen van geringeren weerstand te
gen ziekten, zoowel als van verminderden geestelijken weerstand.
in stamppot tot zich nemen; ook karne
melk verdient in dit verband de volle
Het. was Dr. E. G. van 't Hoog,
secretaris van de commissie voor de
voorlichting uit den Voedingsraad,
die ons dezer dagen, aan de hand
van bovenstaande, algemeene richt
lijnen. een inzicht gaf in het werk
der commissie, waarin vertegen
woordigd zijn het nijverheidsonder
wijs voor meisjes, en de stichtingen
inzake huishoudelijke voorlichting,
huishoudelijke voorlichting ten plat-
telande en wetenschappelijke voor
lichting op voedingsgpbied.
Gelijk het een goede commissie be
taamt, heeft zij haar program van ac
tie. dat niet minder dan tien punten om
vat, punten, welke van essentieele be-
teekenis zijn voor de voeding van het
Nederlandsche volk. Zij luiden:
1. In den regel is het gebruik van
bruin brood ver te verkiezen boven dat
van het wittebrood.
2. de aardappel vooral gekookt in
de schil is een voedingsmiddel van
buitengewone waarde, dat in alle krin
gen dagelijks behoort te worden genut
tigd en heeft dan tot op zekere hoogte,
wat vitamine C betreft, eenzelfde betee-
kenis voor onze voeding als fruit;
3. vooral in de eerste maanden van
het jaar is het gebruik van vcrsch fruit
geen luxe; zoo dit niet mogelijk is kun
nen radijs, rammenas en rauwe wortel
fruit gedeeltelijk vervangen;
4. een dagelijksch gebruik van
ons groente is voor een volwassene ge-
wenscht;
5. men koope voornamelijk die
groente, die het seizoen oplevert en ge-
bruike bij voorkeur een gedeelte van de
groente rauw;
6. aardappelen en groente behooren
zoo kort mogelijk te worden gekookt en
met zóó weinig water, dat vrijwel niets
behoeft te worden afgegoten;
7. melk is niet alleen belangrijk be
standdeel van dc kindervoeding. Het is
allerminst kinderachtig, wanneer een
volwassene dagelijks melk of karnemelk
bij den broodmaaltijd gebruikt. Een hoe.
veelheid van 1 3 bekers per dag is,
ook voor den volwassene, uit een voe
dingsoogpunt allerminst een luxe;
8. uiteraard kan men de melk ook
in koffie, in pap. in toespijs, in soep of
aandacht:
9. kaas en eieren doen aan volledig
heid van samenstelling nauwelijks voor
melk onder. Het dagelijksch gebruik
hiervan kan daardoor in vele gevallen
een belangrijke voedingsverbetering be-
teekenen;
10. vleesch wissele men af met visch-
en kaasgerechten.
Deze 10 punten kan men als de
grondwet beschouwen van een ver
antwoorde voedingswijze. Als alle
goede grondvoorschriften zien zij er
eenvoudig uit. Bij (hun practische
toepassing bedenke men, dat onze
voeding t e belangrijk is om bij an
dere behoeften te worden achterge
steld. De 10 punten beteekenen
voor het meerendeel in wezen een
terugkeer naar eenvoudige, van
ouds vertrouwde vroegere voedings
gewoonten. De huisvrouw lette
thans vooral op een goed gebruik
van onze bodemproducten in een-
voudigen vorm. Bovendien mag nim
mer uit het oog worden verloren,
dat goed eten ook altijd smakelijk
eten beteekent.
Eten, met smaak genuttigd immers,
wordt beter en gemakkelijker verteerd
dan spijzen, die wij met tegenzin of on
verschilligheid tot ons nemen. Ook het
betrachten van de noodigc variatie in
de samenstelling der maaltijden blijft
een factor van groot gewicht. Menige
vacantie dankt haar nuttig effect in
even sterke mate aan de verandering
van spijs, die het verblijf elders met zich
bracht, als aan de verandering van om
geving, de wandeling of de fietstochten.
Iedere poging tot verbetering van de
voedingsgewoonten van ons volk zal
moeten uitgaan van de vooropstelling,
dat aanvaarding van de aan de voe
dingsleer ontleende voorschriften een in
alle opzichten verbeterde keuken tot ge
volg heeft. Tegelijk dient in het oog te
worden gehouden, dat iedere overmati
ge ijver op dit gebied moet worden ver
meden. Gewoonten, die op zichzelf weil
voor verbetering vatbaar zouden zijn,
maar toch niet rechtstreeks schadelijk
kunnen heeten, late men liever in tact,
want, ook bij een beperkten opzet van
onze actie valt er geweldig veel te doen,
terwijl bovendien het conservatisme
van het publiek juist op dit gebied bij
zonder groot is, zoodat menigmaal taaie
weerstanden zullen moeten worden
overwonnen, aldus Dr. van 't Hoog.
En toch is het noodzakelijk, dat dit
geschiedt, want van een verbetering der
voedingsgewoonten hangt het welzijn
van het thans levende geslacht en van
de komende generatie af. Het voedings-
vraagstuk is geen aangelegenheid van
theoretisch-wetenschappelijke waarde,
het dient te worden beschouwd als een
practisch en nationaal belang van de
eerste orde.
Gij huismoeders, hebt ge geregeld
rabarber op het menue staan?
Maakt ge uw lunchtafel gezellig met
komkommer, met radijsjes, met to
maten, die ge, het is maar een tip,
allersmakelijkst kunt vullen met
roerei en groene kruiden? Ge maakt
geen jam meer, omdat de suiker u
ontbreekt? Vervang dan de 6uiker
door glucosestroop, en ge krijgt vrij
wel hetzelfde resultaat Ge komt met
de boter niet toe? Dan weet ge zeker
niet, dat ge van een half pond een
heel pond kunt maken, door de boter
met melk aan te lengen en vervol
gens weer stijf te kloppen?
Er kan op het gebied van de voe
ding ontzaglijk veel gedaan wor
den, mits men niet de neiging
heeft, bij het oude te blijven neer
zitten. Nieuwe banen, ook op dit
terrein! En uit de publicaties, die
van tijd tot tijd in de couranten
zullen verschijnen vanwege de
commissie van voorlichting, zullen
de huisvrouwen heel wat wetens
waardigs kunnen opdiepen!
'"PUSSCHEN Nederland en de Indien
■*- zijn de economische en financieels
betrekkingen voorloopig verbroken.
Oost-Indië bevindt zich daarbij tot dus
verre in een zelfstandiger positie dan
West-Indië, waar de Geallieerden met
name op Curaqao troepen hebben ge
land. Oost-Indië geniet thans het voor
deel van zijn positie tusschen groot
machten in den Stillen Oceaan, die
elkander den overheerschenden invloed
op Insulinde niet gunnen. Dit beteekent
een zekere veiligheidsfactor voor het
Oost-Indische gebied.
Aldus een beschouwing in het week
blad „Das Reich", waarbij aan het bo
venstaande terstond wordt toegevoegd,
dat Oost-Indië waarschijnlijk nauwelijks
in staat zou zijn zich met succes te ver
zetten tegen een poging van een der
groote mogendheden om zich van dit rij
ke gebied meester te maken. Van het
kwar.t millioen Europeanen in Oost-In
dië waaronder 6S00 Duitschers zijn
ruim 200.000 Nederlanders. Daaruit zou
een militie van 40.000 man te putten
zijn. Voegt men daarbij een zeker aan
tal bruikbare en betrouwbare inheem-
6chen en het staande leger, dan komt
men tot een beperkt aantal manschap
pen, dat wegens gebrek aan wapens in
geval van nood waarschijnlijk niet meer
uit te breiden zou zijn.
Weliswaar is de defensie van Oost-
Indië de laatste jaren aanzienlijk ver
sterkt en zijn luchtvloot en marine uit
gebreid. Maar, zoo merkt „Das Reich"
op, Nederland is weer te laat
begonnen met een krachti
ge versterking van zijn oor
logsmarine. Toen besloten werd tot.
den bouw van 3 slagkruisers van 27000
ton was het reeds te laat.
Moet men thans sceptisch staan ten
aanzien van de beteekenis der defensie
van Oost-Indië, de financiën van
het koloniale gebied zijn er toch zeer
zwaar door belast. Volgens de jongsto
berichten uit Indië staat het bestuur
voor ernstige financieele problemen. Dit
te meer omdat de economische verhou
dingen zich ongunstig hebben ontwik
keld.
Wat bijvoorbeeld moet er gebeuren
met de Indische producten, die tot
dusver naar het Moederland werden
iniTimnnripnrinnnfïi
223. De vader van het meisje heeft een bloemenwinkel
Hij zet Myra in een kistje in de uitstalkast tusschen de bloe
men. Zoo moet de arme Myra den heelen dag daar zit
ten. Ze moet steeds aan Peter denken, die hongerig onder
de brug zit.
224. Ineens hoort ze tegen de ruiten tikken. Myra springt oi
van haar zitplaats en ziet Peter staan. Z'n broek is ge
scheurd en hij ziet er slecht uit. „Ze willen mij verkooper,
redt mij", roept Myra angstig.
99
's-GRAVENHAGE. 22 Juli. In
een persconferentie heeft de rijks-
stadhouder en gouwleider van de
gouw Ober-Donau beschouwingen
gehouden naar aanleiding van de
reis van meer dan 6000 Nederland-
sche kinderen naar dit gebied.
De streek waarin uw kinderen thans
eenige vacantie gaan genieten, aldus de
heer Eigruber, ligt in de uitloopers van
de Alpen aan den bovenloop van do
Donau. De Gouw Ober-Donau, vroeger
Ober-Oesterreich, ligt tusschen het Bo
hemerwoud en de Alpen. Het is een
oud cultuurland van Duitschcn stempel
en heeft Zuid-Duitsch karakter. Gij kent
Anton Bruckner, den grooten componist,
die uit deze streek geboortig is. Het is
bovendien de gouw, waarin de Führet
is geboren en opgegroeid. Het landschap
en de menschcn zijn er Duitsch. In het
verleden moge dan al door een mislei
dende propaganda buiten het Duitsche
Rijk de meening verbreid zijn, dat de
Oostenrijkers na den Anschluss ontevre
den zouden zijn met hun lot en heim-.
wee hadden naar een keizerhuis, waar
van de Oostmarkers allen e>en zeer on
uitgevoerd? Zal daar tijdig een andere
goede markt voor gevonden kunnen
worden? Zal de Indische geldmarkt
zijn zelfstandigheid behouden of zich
op het pond sterling oriënteeren? Maar
zelfs wanneer men zich in Indië over
den export niet te veel zorg zou be
hoeven te maken, dan blijft nog het
haast onoplosbare probleem van de
verzorging uit het buitenland met on
ontbeerlijke productiemiddelen. Vele
daarvan kunnen door Engeland niet
geleverd worden. Waarschijnlijk be
staat hier een groote kans voor Japan
en de Ver. Staten, voorzoover die be
reid zijn tot goederenruil.
Wij hebben slechts enkele pro
blemen kunnen aanduiden, aldus
besluit „Das Reich". Het is wel
duidelijk dat het Nederlandsche
koloniale rijk zich in een periode
bevindt, waarin alles aankomt op de
hechtheid van hetgeen de Nederlan
ders daar geschapen hebben. Voor
al gaat het er om of, nu Oost-Indië
op eigen voeten staat, de politiek
der laatste decennia tegenover de
Inheemschen goede vruchten zal
dragen in den vorm eener loyale
houding en hulp tot overwinning
der onvermijdelijk komende moei
lijkheden.
gunstige herinnering met zich dragen,
er is thans geen Oostmarker, die er aan
denkt Oostenrijk weder zelfstandig te
maken. Dat de emigranten, vooral de
150.000 Joden ontevreden zijn en dat zij
het keizerrijk terug willen, spreekt wel
vanzelf. Maar de millioen Duitsche
Oostmarkers willen niet terug. Zij zijn
leden van hetzelfde volk en zijn gepakt
door dezelfde idee als de andere Duit
schers. Hun trouw aan hun landsman
Adolf Hitler is zoo mogelijk nog groo
te r.
De vroegere nood
Sinds St. Germain heeft Oostenrijk
zoo ontzettend veel ellende en nood
meegemaakt. Nederland kent dien nood,
door de opneming van zoovele Oosten
rijksche kinderen in dit mooie land. De
blokkade van toen trof in de eerste
plaats de Oostenrijkers. Daarna heeft
het land langen tijd voortgeleefd zonder
initiatief en zonder den wil eigen lof
in handen te nemen. 600.000 werkloozen
waren het resultaat van de regeeringen
Dollfuss en Schuschnigg.
Thans is alles veranderd. Reeds vóór
den oorlog waren er geen werkloozen
meer, integendeel, meer dan 40.000
vreemde arbeidskrachten vinden thans
in de gouw Ober-Donau werk.
Weergalooze vooruitgang
Het onderscheid met voorheen is
weergaloos. Waar voor vier jaar slechts
braakliggend land te zien was, zijn
thans nederzettingen en fabrieken ver
rezen. Het Amerikaansche tempo is in
dezen streek verre geslagen. In één jaar
tijd is aan een der meren de grootste
kunstzijdefabriek der wereld gebouwd,
waarin 140.000 ton kunstzijde per dag
wordt afgeleverd. Voorts zijn er o.a. fa
brieken van de Hermann Goeringwerke
met 12 hoogovens gesticht. Ook voor de
boeren is ontzettend veel gedaan. Nie
mand wenscht den tijd terug, dat fami
lies van drie gulden per weck moesten
leven.
Gelooft u nu niet, zeide de heer
Eigruber dat er dwang heerscht. Wij
hebben in onze rijksgouw een autonoom
bestuur, dat rechtstreeksch onder Ber
lijn staat. Het zou toch te dwaas zijn
om te gelooven, dat de Oostenrijkers on
der dwang leven. Dan zouden de Oos
tenrijksche troepen in Narvik niet zul
ke bewonderenswaardige prestaties heb
ben geleverd. Zij zijn er heusch niet
door de Gestapo tot hun heldenmoed
gedwongen. Neen, he is de geest der
Duitschers, die nieuw leven mogelijk
mankt. Ook in den oorlog in West-
Europa hebben de Oostenrijkers zich on
derscheiden. De eerste divisies, welke
Parijs binnenrukten waren uit de Oost
mark.
Wij zijn thans zeer gelukkig en
trotsch een bestanddeel van het Gr»
Duitsche rijk te zijn en den Fuehrer
kunnen dienen.
Overeenkomst met
land
Gisteren heb ik, zoo vertelde de h
Eigruber voor de eerste maal Nederla
gezien, en ik heb in gezelschap van d
rijkscommissaris Rotterdam, Utree'
het nationale park op de Veluwe I
zichtigd en de zeekust bewonderd.
Er is in landschap een geweldig c
derscheid tusschen de hooge bergen
mijn geboortestreek, waar zomer
winter de sneeuw te zien is, en de la*
vlakte aan de zee. Het is een eigenas
dig gevoel voor het eerst een zonso
dergang boven zee te aanschouwen,
weet niet wat schooner is, het alpi
gloeien of zulk een zonsondergang s
de zeekust.
De helderheid en de vriendelijke
van het landschap en van de steden
dorpen vallen dengene, die uw land vo
het eerst bezoekt, het meeste op.
menschen lijken mij naar uiterlijk
naar gemoed eigenaardig verwant m
de Zuid-Duitschèrs en de Oostmarke
Men vindt hier hetzelfde type, dezell
oogen en dezelfde menschen. Ik ben
van overtuigd, dat uw kinderen zich
mijn geboorteland geheel thuis zul!
voelen.
Ik verzeker u, wij bedoelen geen p
paganda-actie met deze kinderuitzj
ding. Wij achten dit niet noodig.
bedoelen in de eerste plaats dank
brengen aan Nederland voor zijn hul
vaardigheid in de jaren 1920 en 192
In de tweede plaats is het een gevo
dat het in de Oostmark en hier tensli
dezelfde menschen zijn en dat no
wraak noch vijandschap ons ooit g
scheiden hebben, het gevoel dus
een nauwe verbondenheid. Gij kunt ai
de ouders der uitgezonden kinderen ze
gen, dat de kinderen goed zijn ondi
gebracht en verzorgd.
Het kind is de toekomst voor een v<
Door den Fuehrer is Oostenrijk we
kinderrijk geworden. Voor weinige
ren had Weencn het grootste sterftec
fer en het geringste geboortecijfer
wereld. Thans is het geboortecijfer w
der hoog. Zooiets kan men niet organ
seeren. Hieraan ligt ten grondslag v
trouwen in den Fuehrer en in de
meenschap. Vroeger hadden wij
vertrouwen niet, thans hebben wij hl
volkomen.
Uw kinderen zullen het goed hebbe
en zullen heusch geen honger lijden. Z
zullen geen grootere porties krijgen da
ieder ander, doch als zii thuiskomt
zal hun gezondheid bewijzen, dat
geen nood is aan de Ober-Donau.
Als de diepste zin van oru
actie voor de'uitzending van Ni
derlandsche kinderen naar d
Oostmark moet u zien het verlan
gen om te bewijzen, dat wij gee
vijanden zijn, doch vrienden, di
elkaar gevonden hebben in he
streven eenmaal in vrede arbeii
en brood voor onze volken te vin
den.
b
k
FEUILLETON
door
191
„O. o,!" zuchtte Higgins inwendig,
terwijl hij zijn wenschen aan het adres
van hoofdinspecteur Dryan verdub
belde.
„Kijk eens, mijnheer. Hier hebben wij
een man, van wien uw politiedokter
verklaart, dat hij gestorven is aan gas-
verstikking, en dit is een ab
solute onmogelijkheid!" Hij legde
grooten nadruk op ieder woord. „Een
muntmeter, mijnheer, een stuiver in de
gleuf en er is niet aan geknoeid."
„Mijn beste mijnheer Collet," zei Hig
gins vermoeid, „over welk onderzoek
hebt u het nu eigenlijk?"
„Dat naar den dood van Henry Ham
per
„Wat?" schreeuwde de inspecteur, die
terstond alle apathie verloren had. ter
wijl de ander rustig zijn zin afmaakte;
dat pas gehouden is."
„En?"
J£e> meier is eergisteren geleegd."
verder? Toe dan, man!"
„sn er zat maar één stuiver in."
HOOFDSTUK XIII
Waarin de inspecteur van leer trekt.
Inspecteur Higgins was sprakeloos.
Dit woord geeft eigenlijk nog maar
flauwtjes zijn verbazing weer. Hij was
er zich volkomen van bewust, dat het
dokter Pape was geweest, die publieke
lijk verklaard had, dat Henry Hamper
aan de gevolgen van gasvergiftiging
was overleden. Indien het een andere
dokter dan Pape was, zou Higgins heb
ben kunnen denken, dat het een geval
was van een verkeerd gestelde diag
nose, maar zijn vertrouwen in de be
kwaamheid van den politiedokter was
onbegrensd. Dokter Pape was er de
man niet naar om op gissingen af te
gaan. Indien hij verklaarde, dat de
man aan gasvergiftiging gestorven was,
dan was de man zonder eenigen twijfel
daaraan gestorven, maar toch ah!
„En geeft één stuiver niet genoeg gas
om iemands leven in gevaar te bren
gen?"
„Het is misschien net mogelijk, mijn
heer. maar hoogst onwaarschijnlijk. De
meter wae geleegd vóór de man die ka
mer betrok om dezen tijd van het
jaar wordt het vroeg donker, zoodat u
zoudt moeten aannemen, dat de man
die geheele drie weken zijn gas nooit
gebruikt heeft en al dien tijd in donker
heeft gezeten."
„H'm. Nu, mijnheer Collett, ik ben u
zeer verplicht, dat u ons van dit feit in
kennis hebt gesteld. Ik behoef u zeker
nauwelijks te vertellen, dat wij alle
krachten zullen inspannen om eh
ook maar de geringste blaam, welke er
op uw maatschappij geworpen kan zijn
eh weg te nemen, daar wij volko
men overtuigd zijn van de hoogstaan
de eh
Hij sloot de deur achter den buigen
den gas-inspecteur en veegde zijn hoofd
af van de opwinding, die deze nieuwe
ontdekking hem veroorzaakte. Dan
drukte hij op het bel-knopje op zijn bu
re au.
„Stuur direct Summers bij me", riep
hij tot den binnenkomende bode, „en
vraag brigadier Mercier mij Summers'
rapport over de zaak te brengen."
Hij zat juist het rapport te lezen, toen
Summers binnenkwam, en zonder van
zijn lectuur op te zien wenkte hij den
ander, dat hij zou gaan zitten.
Na het rapport geheel gelezen te heb
ben, draaide hij het weer om, waarna
hij opnieuw begon. Ditmaal maakte hij
verschillende aanteekeningen in dc
marge van het rapport, terwijl hij an
dere passages onderstreepte. Eindelijk
keek hij op. waarna hij den wachten
den agent, die op het uiterste puntje
van zijn stoel gezeten was, vragend
aankeek. Deze leek zeer verward en
weinig op zijn gemak.
„Nu dan, Summers. De zaak Hamper.
Ik heb je rapport gelezen en wilde je
daarover een paar vragen stellen."
„Juist, mijnheer." Nu hij de reden
van dit onderhoud wist, voelde de agent
zich op vaster grond en verdween zijn
verwarring gedeeltelijk.
„Om te beginnen verklaar je hier",
Higgins tikte nadrukkelijk met zijn
potlood op het rapport „dat de ka
mer, toen je er binnentrad, vol gas was."
„Juist, mijnheer."
„Daar ben je absoluut zeker van, ver
moed ik."
„Zeker, mijnheer. Ik riskeerde na
tuurlijk niets. Ik snelde de kamer bin
nen met een zakdoek voor mijn mond
en neus draaide de gaskraan dicht
snelde weer naar huiten en sloot
de deur achter me. Wij wachtten vijf
minuten om de lucht wat zuiverder te
laten worden."
„Heel verstandige voorzorgen, Sum
mers."
„Het was op voorstel van dokter
Pape, mijnheer," antwoordde de man,
die eerlijk genoeg was om onverdiende
hurde af te wijzen.
„Juist." Higgins dacht even zwijgend
na en vroeg dan: „Gezien het feit, dat
je van het oogenblik af, dat je de ka
mer voor het eerst betrad, tot aan het
moment, dat je de deur weer sloot,
voortdurend je zakdoek voor je gezicht
gehad hebt, is het dus feitelijk ook
heel goed mogelijk, dat er geen greintje
gas in de kamer geweest is."
Agent Summers staarde den inspec
teur niet-begrijpend aan, maar toen de
beteekeni6 van diens woorden lang
zaam tot hem doordrong, erkende hij
met eenige aarzeling die mogelijkheid.
Inspecteur Higgins greep cle telefoon
en vroeg, verbonden te worden met dok
ter Pape. Na enkele oogenblikken klonk
de stem van den politiedokter aan hel
andere einde van de lijn.
„Zeg eens, dokter, herinner je je nog,
dat je naar de kamer van dien Hamper
bent gegaan dien gas-man, weet je
wel met Summers van de Yard?" De
agent, die zich voor het eerst zoo hoor
de betitelen, groeide zichtbaar en ging
wat rechter op zijn stoel zitten. „Juist,
dien bedoel ik. Nu, wat heb je gedaan,
toen je de eerste maal de kamer bin
nenging om het raam open te gooien?"
Prompt volgde terstond het ant
woord: „Wel, mijn adem ingehouden
natuurlijk, idioot! Op mijn leeftijd kan
ik niets meer riskeeren. Wat is er aan
de hand?"
„Je hebt geen gaslucht geroken, wel?"
„Heb het niet geprobeerd. Was er een
gaslucht?"
Zonder te antwoorden belde Higgins
af en wendde zich opnieuw tol den
agent.
De deur was dus afgesloten. Heb je
den sleutel onderzocht?"
„Neen, mijnheer. Maar ik moest den
sleutel uit het slot in de kamer duwen
voor ik het duplicaat, dat de vrouw-
voor me gehaald had. kon gebruiken."
„H'm. Wel, Summers, jij en ik gaan
deze heele zaak nog eens doornemen.
Ik \vil niet, dat jij er eenige actieve rol
in speelt! Je moet alleen maar eens
zien, hoe ik een onderzoek instel. Om
mijn eh methoden te bestudee-
ren."
Hij brak plotseling af, als om zijn
opkomenden blos te verbergen, want. hij
was gevaarlijk dicht genaderd bij het
steken van zijn eigen loftrompet en
voelde zich tamelijk dwaas, toen hij
zich liet verwaande in zijn eigen woor
den realiseerde, terwijl hij het toch
vriendelijk bedoeld had, want Sum
mers was een nieuweling en zou er
heel wat nuttigs van kunnen opsteken,
wal hem later te pas zou komen, indien
hij het onderzoek zou mogen volgen
van een inspecteur, dje op een jaren
lange routine kon bogen.
„We zullen terstond gaan, Summers.
Wacht mij over vijf minuten aan de
poort."
Binnen korten tijd waren zij ter
plaatse.
„Hier is het dus, hè?"
Inspecteur Higgins en Summers
stonden op het trottoir voor de stpenen
stoep, die toegang tot het huis gaf -
het voorwerp van veel nieuwsgierige
blikken. De eenige indruk, welken de
inspecteur van het gebouw kreeg, was
dat hij er in het geheel geen indruk
van kreeg. Zij betraden het portaal cn
klommen langzaam de steenen trap op
naar de eerste verdieping, waar zij
weldra voor de deur stonden, welke
juffouw Hick's naam en beroep ver
meldde. Er werd op hun bellen nu
vlugger geantwoord dan de vorige
maal en juffrouw Hick opende de deur.
„Zoo, ben je daar weer!" begroette zij
den agent, maar toen zij den rusMgen
blik van den inspecteur op zich geves
tigd zag, trad zij een beetje ou/.eker
achteruit, hen verzoekend binnen te
komen.
„Ik zou gaarne de kamer van wijli
Henry Hamper zien".
„Heel goed, mijnheer. Kan gebeurec
mijnheer. Ik heb er niets aangeraakt
maar zijn zoon is er (binnen geweest
heeft alles nagezocht. U zei me, dat H
de kamer niet weer mocht verhuren
en dat heb ik gedaan." Deze laatste op
merking was gericht aan het adres v:
Summers en deze voelde zich verheugd
dat hij zulke verstandige instructs
gegeven had.
Inspecteur Higgins trad de kamel
(binnen en keek om zich heen. „Heef
die zoon iets meegenomen?" vroeg hij
„Niets dat de moeite waard is be
halve dan den sleutel. Hij zei me. Ja
hij de kamer misschien zou gebruiken
daar zijn ouwe heer de huur toch be
taald had ik kon er niets aan doen"
„U hebt tooh ook nog een tweeden
sleutel dien, waarmee u ons nu net
binnenliet
„Ja zeker, mijnheer. Hij nam de!
sleutel, die in de deur stak en ik raapte
dien op. die op den vloer lag dief
welke deze heer uit het sleutelgat ee
peuterd heeft."
Dat is dus de sleutel, waarmee wijlen
Hamper zich in de kamer opsloot?"
„Zoo is het. mijnheer."
„H'm". Higgins haalde den sleuta'
uit het slot en bezag hem nauwkeurig
Het was een ouderwetsche sleutpl
aan het uiterste puntje waren verschil
lende krassen te onderscheiden en dez<
krassen waren nieuw. Higgins knik
te grimmig en klemde zijn lippen of
elkaar. Daarop stak hij dpn sleutel op
nieuw In het slot, maar ditmaal
den binnenkant, waarna hit de deill
sloot, terwijl hij zelf In de gang bleef
staan.
(Wordt vervolgd),