De Laatste Bus Naar een harmonische en volwaardige voeding I* MYRA, HET ELFJE EN DE BOOZE KABOUTER ZWARTVOE We zijn geen Alle aandacht voor bruin brood, aardappels, Iruit, groenten, melk, visch en kaas! Een program van actie Duitsch oordeel over positie van Ned.-Indië KINDERHOEK De gouwleider der Ober Donau: Nederlandsche kinderen houden vacantie in geboorteland van den Führer Oostenrijksche dank Cecil Freeman Cregg 2e BLAD PAG. 2 AMERSFOORTSCH DAGBLAD DINSDAG 23 JULI 194 (Van onzen specialen verslaggever) F' 's-GRAVENHAGE. 21 Juli. ry 00 ooit, dan heeft in dezen tijd het streven naar een harmonische en vol- waardige voeding ieders belangstelling. Het gaat hierbij niet alleen om de groote bouwstoffen, waarmede wij sinds lang zijn vertrouwd, maar ook om stoffen, die slechts in zeer geringe hoeveelheden in ons lichaam worden opge nomen. Niet alleen dus om de koolhydraten, de eiwitten en de vetten, maar ook om de vitamines, de voedingszouten en mineralen. Inzonderheid de vitamines voeren ons op een terrein, dat van mysterie vervuld is. Wie langen tijd achter een één of meer vitamines ontbeert, wordt ernstig ziek. Dat een tekort aan vi tamine B. de gevreesde beri beri veroorzaakt, die in Indië zoovelen ten grave heeft gesleept, is thans oen feit van algcmeene bekendheid, evenzeer als de omstandigheid, dat een gebrek aan vitamine C. tot scheurbuik kan leiden. Intusschen ligt er een wijde klove tusschen het optreden van zulk een defi- cientieziekte en een op een harmonische, volwaardige voeding berustend alge meen welbevinden. Bovendien is ons lichaam er op vernuftige wijze op inge steld om onevenwichtigheden in onzen voedingstoevoer op te heffen. De goede natuur helpt ons heel wat buitensporigheden van onze onnatuur te boven ko men. Toch is hel verstandig daarop niet al te zeer te 6peculeeren. Want dit staat in elk geval vast, dat fouten in onze voedingswijze slechts ten koste van groote innerlijke lichamelijke inspanning kunnen worden hersteld. Die inspan ning is zelfs dermate groot, dat van een directe verkorting van onzen levens duur kan worden gesproken. Bij een onharmonische, onvolwaardige voeding die in de practijk helaas zeer veelvuldig voorkomt ontstaan bij den mensch allerlei vage klachten, die. merkwaardigerwijs, bij onderscheidene voedingste korten soortgelijk zijn. Het zijn klachten over vermoeidheid, gevoelens van ge deprimeerd zijn. die zich paren aan symptomen van geringeren weerstand te gen ziekten, zoowel als van verminderden geestelijken weerstand. in stamppot tot zich nemen; ook karne melk verdient in dit verband de volle Het. was Dr. E. G. van 't Hoog, secretaris van de commissie voor de voorlichting uit den Voedingsraad, die ons dezer dagen, aan de hand van bovenstaande, algemeene richt lijnen. een inzicht gaf in het werk der commissie, waarin vertegen woordigd zijn het nijverheidsonder wijs voor meisjes, en de stichtingen inzake huishoudelijke voorlichting, huishoudelijke voorlichting ten plat- telande en wetenschappelijke voor lichting op voedingsgpbied. Gelijk het een goede commissie be taamt, heeft zij haar program van ac tie. dat niet minder dan tien punten om vat, punten, welke van essentieele be- teekenis zijn voor de voeding van het Nederlandsche volk. Zij luiden: 1. In den regel is het gebruik van bruin brood ver te verkiezen boven dat van het wittebrood. 2. de aardappel vooral gekookt in de schil is een voedingsmiddel van buitengewone waarde, dat in alle krin gen dagelijks behoort te worden genut tigd en heeft dan tot op zekere hoogte, wat vitamine C betreft, eenzelfde betee- kenis voor onze voeding als fruit; 3. vooral in de eerste maanden van het jaar is het gebruik van vcrsch fruit geen luxe; zoo dit niet mogelijk is kun nen radijs, rammenas en rauwe wortel fruit gedeeltelijk vervangen; 4. een dagelijksch gebruik van ons groente is voor een volwassene ge- wenscht; 5. men koope voornamelijk die groente, die het seizoen oplevert en ge- bruike bij voorkeur een gedeelte van de groente rauw; 6. aardappelen en groente behooren zoo kort mogelijk te worden gekookt en met zóó weinig water, dat vrijwel niets behoeft te worden afgegoten; 7. melk is niet alleen belangrijk be standdeel van dc kindervoeding. Het is allerminst kinderachtig, wanneer een volwassene dagelijks melk of karnemelk bij den broodmaaltijd gebruikt. Een hoe. veelheid van 1 3 bekers per dag is, ook voor den volwassene, uit een voe dingsoogpunt allerminst een luxe; 8. uiteraard kan men de melk ook in koffie, in pap. in toespijs, in soep of aandacht: 9. kaas en eieren doen aan volledig heid van samenstelling nauwelijks voor melk onder. Het dagelijksch gebruik hiervan kan daardoor in vele gevallen een belangrijke voedingsverbetering be- teekenen; 10. vleesch wissele men af met visch- en kaasgerechten. Deze 10 punten kan men als de grondwet beschouwen van een ver antwoorde voedingswijze. Als alle goede grondvoorschriften zien zij er eenvoudig uit. Bij (hun practische toepassing bedenke men, dat onze voeding t e belangrijk is om bij an dere behoeften te worden achterge steld. De 10 punten beteekenen voor het meerendeel in wezen een terugkeer naar eenvoudige, van ouds vertrouwde vroegere voedings gewoonten. De huisvrouw lette thans vooral op een goed gebruik van onze bodemproducten in een- voudigen vorm. Bovendien mag nim mer uit het oog worden verloren, dat goed eten ook altijd smakelijk eten beteekent. Eten, met smaak genuttigd immers, wordt beter en gemakkelijker verteerd dan spijzen, die wij met tegenzin of on verschilligheid tot ons nemen. Ook het betrachten van de noodigc variatie in de samenstelling der maaltijden blijft een factor van groot gewicht. Menige vacantie dankt haar nuttig effect in even sterke mate aan de verandering van spijs, die het verblijf elders met zich bracht, als aan de verandering van om geving, de wandeling of de fietstochten. Iedere poging tot verbetering van de voedingsgewoonten van ons volk zal moeten uitgaan van de vooropstelling, dat aanvaarding van de aan de voe dingsleer ontleende voorschriften een in alle opzichten verbeterde keuken tot ge volg heeft. Tegelijk dient in het oog te worden gehouden, dat iedere overmati ge ijver op dit gebied moet worden ver meden. Gewoonten, die op zichzelf weil voor verbetering vatbaar zouden zijn, maar toch niet rechtstreeks schadelijk kunnen heeten, late men liever in tact, want, ook bij een beperkten opzet van onze actie valt er geweldig veel te doen, terwijl bovendien het conservatisme van het publiek juist op dit gebied bij zonder groot is, zoodat menigmaal taaie weerstanden zullen moeten worden overwonnen, aldus Dr. van 't Hoog. En toch is het noodzakelijk, dat dit geschiedt, want van een verbetering der voedingsgewoonten hangt het welzijn van het thans levende geslacht en van de komende generatie af. Het voedings- vraagstuk is geen aangelegenheid van theoretisch-wetenschappelijke waarde, het dient te worden beschouwd als een practisch en nationaal belang van de eerste orde. Gij huismoeders, hebt ge geregeld rabarber op het menue staan? Maakt ge uw lunchtafel gezellig met komkommer, met radijsjes, met to maten, die ge, het is maar een tip, allersmakelijkst kunt vullen met roerei en groene kruiden? Ge maakt geen jam meer, omdat de suiker u ontbreekt? Vervang dan de 6uiker door glucosestroop, en ge krijgt vrij wel hetzelfde resultaat Ge komt met de boter niet toe? Dan weet ge zeker niet, dat ge van een half pond een heel pond kunt maken, door de boter met melk aan te lengen en vervol gens weer stijf te kloppen? Er kan op het gebied van de voe ding ontzaglijk veel gedaan wor den, mits men niet de neiging heeft, bij het oude te blijven neer zitten. Nieuwe banen, ook op dit terrein! En uit de publicaties, die van tijd tot tijd in de couranten zullen verschijnen vanwege de commissie van voorlichting, zullen de huisvrouwen heel wat wetens waardigs kunnen opdiepen! '"PUSSCHEN Nederland en de Indien ■*- zijn de economische en financieels betrekkingen voorloopig verbroken. Oost-Indië bevindt zich daarbij tot dus verre in een zelfstandiger positie dan West-Indië, waar de Geallieerden met name op Curaqao troepen hebben ge land. Oost-Indië geniet thans het voor deel van zijn positie tusschen groot machten in den Stillen Oceaan, die elkander den overheerschenden invloed op Insulinde niet gunnen. Dit beteekent een zekere veiligheidsfactor voor het Oost-Indische gebied. Aldus een beschouwing in het week blad „Das Reich", waarbij aan het bo venstaande terstond wordt toegevoegd, dat Oost-Indië waarschijnlijk nauwelijks in staat zou zijn zich met succes te ver zetten tegen een poging van een der groote mogendheden om zich van dit rij ke gebied meester te maken. Van het kwar.t millioen Europeanen in Oost-In dië waaronder 6S00 Duitschers zijn ruim 200.000 Nederlanders. Daaruit zou een militie van 40.000 man te putten zijn. Voegt men daarbij een zeker aan tal bruikbare en betrouwbare inheem- 6chen en het staande leger, dan komt men tot een beperkt aantal manschap pen, dat wegens gebrek aan wapens in geval van nood waarschijnlijk niet meer uit te breiden zou zijn. Weliswaar is de defensie van Oost- Indië de laatste jaren aanzienlijk ver sterkt en zijn luchtvloot en marine uit gebreid. Maar, zoo merkt „Das Reich" op, Nederland is weer te laat begonnen met een krachti ge versterking van zijn oor logsmarine. Toen besloten werd tot. den bouw van 3 slagkruisers van 27000 ton was het reeds te laat. Moet men thans sceptisch staan ten aanzien van de beteekenis der defensie van Oost-Indië, de financiën van het koloniale gebied zijn er toch zeer zwaar door belast. Volgens de jongsto berichten uit Indië staat het bestuur voor ernstige financieele problemen. Dit te meer omdat de economische verhou dingen zich ongunstig hebben ontwik keld. Wat bijvoorbeeld moet er gebeuren met de Indische producten, die tot dusver naar het Moederland werden iniTimnnripnrinnnfïi 223. De vader van het meisje heeft een bloemenwinkel Hij zet Myra in een kistje in de uitstalkast tusschen de bloe men. Zoo moet de arme Myra den heelen dag daar zit ten. Ze moet steeds aan Peter denken, die hongerig onder de brug zit. 224. Ineens hoort ze tegen de ruiten tikken. Myra springt oi van haar zitplaats en ziet Peter staan. Z'n broek is ge scheurd en hij ziet er slecht uit. „Ze willen mij verkooper, redt mij", roept Myra angstig. 99 's-GRAVENHAGE. 22 Juli. In een persconferentie heeft de rijks- stadhouder en gouwleider van de gouw Ober-Donau beschouwingen gehouden naar aanleiding van de reis van meer dan 6000 Nederland- sche kinderen naar dit gebied. De streek waarin uw kinderen thans eenige vacantie gaan genieten, aldus de heer Eigruber, ligt in de uitloopers van de Alpen aan den bovenloop van do Donau. De Gouw Ober-Donau, vroeger Ober-Oesterreich, ligt tusschen het Bo hemerwoud en de Alpen. Het is een oud cultuurland van Duitschcn stempel en heeft Zuid-Duitsch karakter. Gij kent Anton Bruckner, den grooten componist, die uit deze streek geboortig is. Het is bovendien de gouw, waarin de Führet is geboren en opgegroeid. Het landschap en de menschcn zijn er Duitsch. In het verleden moge dan al door een mislei dende propaganda buiten het Duitsche Rijk de meening verbreid zijn, dat de Oostenrijkers na den Anschluss ontevre den zouden zijn met hun lot en heim-. wee hadden naar een keizerhuis, waar van de Oostmarkers allen e>en zeer on uitgevoerd? Zal daar tijdig een andere goede markt voor gevonden kunnen worden? Zal de Indische geldmarkt zijn zelfstandigheid behouden of zich op het pond sterling oriënteeren? Maar zelfs wanneer men zich in Indië over den export niet te veel zorg zou be hoeven te maken, dan blijft nog het haast onoplosbare probleem van de verzorging uit het buitenland met on ontbeerlijke productiemiddelen. Vele daarvan kunnen door Engeland niet geleverd worden. Waarschijnlijk be staat hier een groote kans voor Japan en de Ver. Staten, voorzoover die be reid zijn tot goederenruil. Wij hebben slechts enkele pro blemen kunnen aanduiden, aldus besluit „Das Reich". Het is wel duidelijk dat het Nederlandsche koloniale rijk zich in een periode bevindt, waarin alles aankomt op de hechtheid van hetgeen de Nederlan ders daar geschapen hebben. Voor al gaat het er om of, nu Oost-Indië op eigen voeten staat, de politiek der laatste decennia tegenover de Inheemschen goede vruchten zal dragen in den vorm eener loyale houding en hulp tot overwinning der onvermijdelijk komende moei lijkheden. gunstige herinnering met zich dragen, er is thans geen Oostmarker, die er aan denkt Oostenrijk weder zelfstandig te maken. Dat de emigranten, vooral de 150.000 Joden ontevreden zijn en dat zij het keizerrijk terug willen, spreekt wel vanzelf. Maar de millioen Duitsche Oostmarkers willen niet terug. Zij zijn leden van hetzelfde volk en zijn gepakt door dezelfde idee als de andere Duit schers. Hun trouw aan hun landsman Adolf Hitler is zoo mogelijk nog groo te r. De vroegere nood Sinds St. Germain heeft Oostenrijk zoo ontzettend veel ellende en nood meegemaakt. Nederland kent dien nood, door de opneming van zoovele Oosten rijksche kinderen in dit mooie land. De blokkade van toen trof in de eerste plaats de Oostenrijkers. Daarna heeft het land langen tijd voortgeleefd zonder initiatief en zonder den wil eigen lof in handen te nemen. 600.000 werkloozen waren het resultaat van de regeeringen Dollfuss en Schuschnigg. Thans is alles veranderd. Reeds vóór den oorlog waren er geen werkloozen meer, integendeel, meer dan 40.000 vreemde arbeidskrachten vinden thans in de gouw Ober-Donau werk. Weergalooze vooruitgang Het onderscheid met voorheen is weergaloos. Waar voor vier jaar slechts braakliggend land te zien was, zijn thans nederzettingen en fabrieken ver rezen. Het Amerikaansche tempo is in dezen streek verre geslagen. In één jaar tijd is aan een der meren de grootste kunstzijdefabriek der wereld gebouwd, waarin 140.000 ton kunstzijde per dag wordt afgeleverd. Voorts zijn er o.a. fa brieken van de Hermann Goeringwerke met 12 hoogovens gesticht. Ook voor de boeren is ontzettend veel gedaan. Nie mand wenscht den tijd terug, dat fami lies van drie gulden per weck moesten leven. Gelooft u nu niet, zeide de heer Eigruber dat er dwang heerscht. Wij hebben in onze rijksgouw een autonoom bestuur, dat rechtstreeksch onder Ber lijn staat. Het zou toch te dwaas zijn om te gelooven, dat de Oostenrijkers on der dwang leven. Dan zouden de Oos tenrijksche troepen in Narvik niet zul ke bewonderenswaardige prestaties heb ben geleverd. Zij zijn er heusch niet door de Gestapo tot hun heldenmoed gedwongen. Neen, he is de geest der Duitschers, die nieuw leven mogelijk mankt. Ook in den oorlog in West- Europa hebben de Oostenrijkers zich on derscheiden. De eerste divisies, welke Parijs binnenrukten waren uit de Oost mark. Wij zijn thans zeer gelukkig en trotsch een bestanddeel van het Gr» Duitsche rijk te zijn en den Fuehrer kunnen dienen. Overeenkomst met land Gisteren heb ik, zoo vertelde de h Eigruber voor de eerste maal Nederla gezien, en ik heb in gezelschap van d rijkscommissaris Rotterdam, Utree' het nationale park op de Veluwe I zichtigd en de zeekust bewonderd. Er is in landschap een geweldig c derscheid tusschen de hooge bergen mijn geboortestreek, waar zomer winter de sneeuw te zien is, en de la* vlakte aan de zee. Het is een eigenas dig gevoel voor het eerst een zonso dergang boven zee te aanschouwen, weet niet wat schooner is, het alpi gloeien of zulk een zonsondergang s de zeekust. De helderheid en de vriendelijke van het landschap en van de steden dorpen vallen dengene, die uw land vo het eerst bezoekt, het meeste op. menschen lijken mij naar uiterlijk naar gemoed eigenaardig verwant m de Zuid-Duitschèrs en de Oostmarke Men vindt hier hetzelfde type, dezell oogen en dezelfde menschen. Ik ben van overtuigd, dat uw kinderen zich mijn geboorteland geheel thuis zul! voelen. Ik verzeker u, wij bedoelen geen p paganda-actie met deze kinderuitzj ding. Wij achten dit niet noodig. bedoelen in de eerste plaats dank brengen aan Nederland voor zijn hul vaardigheid in de jaren 1920 en 192 In de tweede plaats is het een gevo dat het in de Oostmark en hier tensli dezelfde menschen zijn en dat no wraak noch vijandschap ons ooit g scheiden hebben, het gevoel dus een nauwe verbondenheid. Gij kunt ai de ouders der uitgezonden kinderen ze gen, dat de kinderen goed zijn ondi gebracht en verzorgd. Het kind is de toekomst voor een v< Door den Fuehrer is Oostenrijk we kinderrijk geworden. Voor weinige ren had Weencn het grootste sterftec fer en het geringste geboortecijfer wereld. Thans is het geboortecijfer w der hoog. Zooiets kan men niet organ seeren. Hieraan ligt ten grondslag v trouwen in den Fuehrer en in de meenschap. Vroeger hadden wij vertrouwen niet, thans hebben wij hl volkomen. Uw kinderen zullen het goed hebbe en zullen heusch geen honger lijden. Z zullen geen grootere porties krijgen da ieder ander, doch als zii thuiskomt zal hun gezondheid bewijzen, dat geen nood is aan de Ober-Donau. Als de diepste zin van oru actie voor de'uitzending van Ni derlandsche kinderen naar d Oostmark moet u zien het verlan gen om te bewijzen, dat wij gee vijanden zijn, doch vrienden, di elkaar gevonden hebben in he streven eenmaal in vrede arbeii en brood voor onze volken te vin den. b k FEUILLETON door 191 „O. o,!" zuchtte Higgins inwendig, terwijl hij zijn wenschen aan het adres van hoofdinspecteur Dryan verdub belde. „Kijk eens, mijnheer. Hier hebben wij een man, van wien uw politiedokter verklaart, dat hij gestorven is aan gas- verstikking, en dit is een ab solute onmogelijkheid!" Hij legde grooten nadruk op ieder woord. „Een muntmeter, mijnheer, een stuiver in de gleuf en er is niet aan geknoeid." „Mijn beste mijnheer Collet," zei Hig gins vermoeid, „over welk onderzoek hebt u het nu eigenlijk?" „Dat naar den dood van Henry Ham per „Wat?" schreeuwde de inspecteur, die terstond alle apathie verloren had. ter wijl de ander rustig zijn zin afmaakte; dat pas gehouden is." „En?" J£e> meier is eergisteren geleegd." verder? Toe dan, man!" „sn er zat maar één stuiver in." HOOFDSTUK XIII Waarin de inspecteur van leer trekt. Inspecteur Higgins was sprakeloos. Dit woord geeft eigenlijk nog maar flauwtjes zijn verbazing weer. Hij was er zich volkomen van bewust, dat het dokter Pape was geweest, die publieke lijk verklaard had, dat Henry Hamper aan de gevolgen van gasvergiftiging was overleden. Indien het een andere dokter dan Pape was, zou Higgins heb ben kunnen denken, dat het een geval was van een verkeerd gestelde diag nose, maar zijn vertrouwen in de be kwaamheid van den politiedokter was onbegrensd. Dokter Pape was er de man niet naar om op gissingen af te gaan. Indien hij verklaarde, dat de man aan gasvergiftiging gestorven was, dan was de man zonder eenigen twijfel daaraan gestorven, maar toch ah! „En geeft één stuiver niet genoeg gas om iemands leven in gevaar te bren gen?" „Het is misschien net mogelijk, mijn heer. maar hoogst onwaarschijnlijk. De meter wae geleegd vóór de man die ka mer betrok om dezen tijd van het jaar wordt het vroeg donker, zoodat u zoudt moeten aannemen, dat de man die geheele drie weken zijn gas nooit gebruikt heeft en al dien tijd in donker heeft gezeten." „H'm. Nu, mijnheer Collett, ik ben u zeer verplicht, dat u ons van dit feit in kennis hebt gesteld. Ik behoef u zeker nauwelijks te vertellen, dat wij alle krachten zullen inspannen om eh ook maar de geringste blaam, welke er op uw maatschappij geworpen kan zijn eh weg te nemen, daar wij volko men overtuigd zijn van de hoogstaan de eh Hij sloot de deur achter den buigen den gas-inspecteur en veegde zijn hoofd af van de opwinding, die deze nieuwe ontdekking hem veroorzaakte. Dan drukte hij op het bel-knopje op zijn bu re au. „Stuur direct Summers bij me", riep hij tot den binnenkomende bode, „en vraag brigadier Mercier mij Summers' rapport over de zaak te brengen." Hij zat juist het rapport te lezen, toen Summers binnenkwam, en zonder van zijn lectuur op te zien wenkte hij den ander, dat hij zou gaan zitten. Na het rapport geheel gelezen te heb ben, draaide hij het weer om, waarna hij opnieuw begon. Ditmaal maakte hij verschillende aanteekeningen in dc marge van het rapport, terwijl hij an dere passages onderstreepte. Eindelijk keek hij op. waarna hij den wachten den agent, die op het uiterste puntje van zijn stoel gezeten was, vragend aankeek. Deze leek zeer verward en weinig op zijn gemak. „Nu dan, Summers. De zaak Hamper. Ik heb je rapport gelezen en wilde je daarover een paar vragen stellen." „Juist, mijnheer." Nu hij de reden van dit onderhoud wist, voelde de agent zich op vaster grond en verdween zijn verwarring gedeeltelijk. „Om te beginnen verklaar je hier", Higgins tikte nadrukkelijk met zijn potlood op het rapport „dat de ka mer, toen je er binnentrad, vol gas was." „Juist, mijnheer." „Daar ben je absoluut zeker van, ver moed ik." „Zeker, mijnheer. Ik riskeerde na tuurlijk niets. Ik snelde de kamer bin nen met een zakdoek voor mijn mond en neus draaide de gaskraan dicht snelde weer naar huiten en sloot de deur achter me. Wij wachtten vijf minuten om de lucht wat zuiverder te laten worden." „Heel verstandige voorzorgen, Sum mers." „Het was op voorstel van dokter Pape, mijnheer," antwoordde de man, die eerlijk genoeg was om onverdiende hurde af te wijzen. „Juist." Higgins dacht even zwijgend na en vroeg dan: „Gezien het feit, dat je van het oogenblik af, dat je de ka mer voor het eerst betrad, tot aan het moment, dat je de deur weer sloot, voortdurend je zakdoek voor je gezicht gehad hebt, is het dus feitelijk ook heel goed mogelijk, dat er geen greintje gas in de kamer geweest is." Agent Summers staarde den inspec teur niet-begrijpend aan, maar toen de beteekeni6 van diens woorden lang zaam tot hem doordrong, erkende hij met eenige aarzeling die mogelijkheid. Inspecteur Higgins greep cle telefoon en vroeg, verbonden te worden met dok ter Pape. Na enkele oogenblikken klonk de stem van den politiedokter aan hel andere einde van de lijn. „Zeg eens, dokter, herinner je je nog, dat je naar de kamer van dien Hamper bent gegaan dien gas-man, weet je wel met Summers van de Yard?" De agent, die zich voor het eerst zoo hoor de betitelen, groeide zichtbaar en ging wat rechter op zijn stoel zitten. „Juist, dien bedoel ik. Nu, wat heb je gedaan, toen je de eerste maal de kamer bin nenging om het raam open te gooien?" Prompt volgde terstond het ant woord: „Wel, mijn adem ingehouden natuurlijk, idioot! Op mijn leeftijd kan ik niets meer riskeeren. Wat is er aan de hand?" „Je hebt geen gaslucht geroken, wel?" „Heb het niet geprobeerd. Was er een gaslucht?" Zonder te antwoorden belde Higgins af en wendde zich opnieuw tol den agent. De deur was dus afgesloten. Heb je den sleutel onderzocht?" „Neen, mijnheer. Maar ik moest den sleutel uit het slot in de kamer duwen voor ik het duplicaat, dat de vrouw- voor me gehaald had. kon gebruiken." „H'm. Wel, Summers, jij en ik gaan deze heele zaak nog eens doornemen. Ik \vil niet, dat jij er eenige actieve rol in speelt! Je moet alleen maar eens zien, hoe ik een onderzoek instel. Om mijn eh methoden te bestudee- ren." Hij brak plotseling af, als om zijn opkomenden blos te verbergen, want. hij was gevaarlijk dicht genaderd bij het steken van zijn eigen loftrompet en voelde zich tamelijk dwaas, toen hij zich liet verwaande in zijn eigen woor den realiseerde, terwijl hij het toch vriendelijk bedoeld had, want Sum mers was een nieuweling en zou er heel wat nuttigs van kunnen opsteken, wal hem later te pas zou komen, indien hij het onderzoek zou mogen volgen van een inspecteur, dje op een jaren lange routine kon bogen. „We zullen terstond gaan, Summers. Wacht mij over vijf minuten aan de poort." Binnen korten tijd waren zij ter plaatse. „Hier is het dus, hè?" Inspecteur Higgins en Summers stonden op het trottoir voor de stpenen stoep, die toegang tot het huis gaf - het voorwerp van veel nieuwsgierige blikken. De eenige indruk, welken de inspecteur van het gebouw kreeg, was dat hij er in het geheel geen indruk van kreeg. Zij betraden het portaal cn klommen langzaam de steenen trap op naar de eerste verdieping, waar zij weldra voor de deur stonden, welke juffouw Hick's naam en beroep ver meldde. Er werd op hun bellen nu vlugger geantwoord dan de vorige maal en juffrouw Hick opende de deur. „Zoo, ben je daar weer!" begroette zij den agent, maar toen zij den rusMgen blik van den inspecteur op zich geves tigd zag, trad zij een beetje ou/.eker achteruit, hen verzoekend binnen te komen. „Ik zou gaarne de kamer van wijli Henry Hamper zien". „Heel goed, mijnheer. Kan gebeurec mijnheer. Ik heb er niets aangeraakt maar zijn zoon is er (binnen geweest heeft alles nagezocht. U zei me, dat H de kamer niet weer mocht verhuren en dat heb ik gedaan." Deze laatste op merking was gericht aan het adres v: Summers en deze voelde zich verheugd dat hij zulke verstandige instructs gegeven had. Inspecteur Higgins trad de kamel (binnen en keek om zich heen. „Heef die zoon iets meegenomen?" vroeg hij „Niets dat de moeite waard is be halve dan den sleutel. Hij zei me. Ja hij de kamer misschien zou gebruiken daar zijn ouwe heer de huur toch be taald had ik kon er niets aan doen" „U hebt tooh ook nog een tweeden sleutel dien, waarmee u ons nu net binnenliet „Ja zeker, mijnheer. Hij nam de! sleutel, die in de deur stak en ik raapte dien op. die op den vloer lag dief welke deze heer uit het sleutelgat ee peuterd heeft." Dat is dus de sleutel, waarmee wijlen Hamper zich in de kamer opsloot?" „Zoo is het. mijnheer." „H'm". Higgins haalde den sleuta' uit het slot en bezag hem nauwkeurig Het was een ouderwetsche sleutpl aan het uiterste puntje waren verschil lende krassen te onderscheiden en dez< krassen waren nieuw. Higgins knik te grimmig en klemde zijn lippen of elkaar. Daarop stak hij dpn sleutel op nieuw In het slot, maar ditmaal den binnenkant, waarna hit de deill sloot, terwijl hij zelf In de gang bleef staan. (Wordt vervolgd),

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1940 | | pagina 6