Wie Nederland blij ve niet staan op den rand van de wereldgeschiedenis Rijkscommissaris houdt een belan grijke rede Dnitschland laat geen aanspraak op Indië gelden, evenmin als het opheffing van zelfstandig Nederland op het oog heeft GEEN MILITAIRE POSTVRIJDüM MEER 2e BLAD PAG. 3 AMERSFOORTSCh DAGBLAD ZATERDAG 27 JULI 1940 's-GRAVENHAGE, 26 Juli. In een vanavond hier ter etede in de groote zaal van den Dierentuin gehouden bijeen komst, welke was georganiseerd door de afdeeling Nederland van de buitenlandsche organisatie der N.S.D.A.P., heeft de Rijkscommissaris voor de bezette Nederlandsche gebieden. Rijksminister Seyss-Inquart een rede gehouden, waarin hij o.m. breedvoerige beschouwingen heeft gehouden met betrekking tot de huidige positie van Nederland onder de Duitsche bezetting. Dr. Seyss-Inquart betoogde in dat deel van zijn rede het vol gende. Ten aanzien van dit land wil ik nog eens vaststellen, dat naar onzen wil en wensch het Nederlandsche volk in den strijd van dezen tijd zijn land en zijn vrijheid voor de toekomst ge heel zal weten te verzekeren en mannen uit het Nederlandsche volk, die zich van hun verantwoordelijkheid bewust zijn en zich geven willen, het lot van dit land mogen besturen, gedragen door het vertrouwen van het gansche Nederlandsche volk. De politieke wilsvorming in dit land is de zaak der Nederlanders. Vi ij behouden ons slechts voor onze positie daartegenover te bepalen. TA E Nederlanders geloofden, althans beweerden, neutraal geweest te zijn. Maar wat is neutraal? Als groote naties een strijd op leven en dood aangaan, kan de neutraliteit niet als een formeel begrip wor den behandeld. Wij Duitschers in elk geval kunnen niet een neutrali teit erkennen, waarbij een land verzamelplaats van alle emigranten en vijanden van het eigen volk wordt; wanneer een land duldt, dat in zijn pers dagelijksch vuil op alles wordt geworpen, wat ons heilig en dier baar is, als het verdedigingssysteem van een land uitsluitend tegen het Rijk gericht is en wel als voortzetting van de Fransche en Belgi sche verdedigingslinies; als tenslotte op den bodem van dit land zelfs een samenzwering tegen het leven van den Führer mogelijk is. Al deze dingen hebben in onze oogen Nederland reeds lang niet meer als neu traal land doen voorkomen en wanneer thans gezegd wordt, dat een tot de gepubliceerde documenten behoorende, in de maand Maart van dit jaar opgestelde brief van den Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht, welke een gemeenschappelijk militair optreden met het Belgische, Fransche en Engelsche leger regelt, slechts voor geval van werkelijken oorlog in een gesloten enveloppe ter zijde was gelegd, dan wil ik gelooven, dat deze plannen ook in deze gesloten enveloppe waren. Maar dit gepubliceerde schrijven bevat een menigte van bij zonderheden omtrent den vijandelijken opmarsch, zoodat zich de vraag opwerpt, waar vandaan deze wetenschap stamde. Wij zijn niet zoo naief aan te nemen, dat al deze in bijzonderheden tredende détails van den opmarsch onzer vijanden aan een werkelijk neutraal land werden medegedeeld zonder gemeenschappelijke afspraak. \V/<it nt-iQ door de zoo «eprezen dragers der civili- »Vcll UII5 VUI1V IC satie wordt uitgevoerd, die door zoo me- nig Nederlander als bondgenooten zijn U ppff begroet en wellicht ook thans nog gaar- LlLrCll 11CCJL L ne begroet zouden worden. En wat bele ven wij hier, ofschoon toch onze volks- genooten in kerkers zijn geworpen, of schoon thans nog duizenden van onze volksgenooten in Nederlandsch-Indië. die aan den economischen opbouw me degewerkt hebben, onder de onwaardig ste en ongezondste tropische omstandig heden vastgehouden, ja zelfs volgens binnengekomen berichten mishandeld worden? Waar is ooit de weerga gevon den van een land, dat militair veroverd werd. ja dat in den strijd met Engeland door de Engclschen voortdurend tot on middellijk aanvalsgebicd gemaakt wordt, zijn eigen bestuur heeft met ver regaande vrijheid voor politieke verga deringen £ii vrijheid voor zijn pers. Deze toestand is eigenlijk volkomen onbegrij pelijk en slechts daardoor te verklaren, dat wij hier in het bewustzijn van onze kracht handelen en in het verantwoor delijkheidsgevoel. dat wij in ieder geval voor dit land. in de eerste plaats echter voor zijn volk hebben. HET GEDRAG DER NEDER LANDERS WAT nu het gedrag der Nederlanders aangaat, willen wij vaststellen, dat wij zeker niet onderworpenheid of onop rechte beminnelijkheid verwachten. Wat wij echter wel verwachten is een behoor lijke en beheerschte houding. Ook in dit opzicht zijn wij grootmoedig. Dat wij tegen een werkelijk Neder- landsch nationaal gevoel niets hebben, bewijst het beste het feit. dat wij geen bezwaar hebben tegen de Nederlandsche nationale vlag. en dat wij aan de toe komst van Nederland denken, toont de zorg aan. die wij voor de Nederlandsche jeugd hebben, want de jeugd is de toe komst van het volk. Zekere verschijnselen zijn even wel zorgwekkend, 'niet voor ons, doch voor de Nederlanders zelf. Hiertoe behoort bijvoorbeeld de houding der Nederlanders tegen over onze Rijks-Duitsche volksge nooten. Waartoe moet het bij voorbeeld leiden, wanneer klaar blijkelijk diegenen onder ons, die jarenlang hier loyaal medegear beid hebben, op sommige plaatsen nu geboycot worden? De taak van Nederland bij den opbouw van het nieuwe Europa V\7lJ nationaal socialisten kunnen ons in een oogenblik, waarop het lot van het Duitsche volk voor alle tijden in onze hand gegeven is. niet houden aan slechts met de lippen beleden stand punten, doch wij zien in de harten en moeten ons gedrag naar do werkelijke mentaliteit van de anderen richten. Wij weten thans, dat de Fransche generale staf op 9 April 1910 lot den invaMn Bel gië besloten heeft met het duidelijke doel van een stoot tegen liet Roergebied en deze stoot zou natuurlijk ook over Ne derland heen zijn uitgevoerd. Iloe kun nen wij aan een werkelijken tegenstand in dit land legen zulk een plan gelooven. wanneer alles militair tegen ons was voorbereid en de deur voor de vijande lijke ophitsing tegen ons wijd open ge steld werd? Ons recht ligt gefundeerd in de verantwoording voor 80 millioen menschcn van Duitschen bloede en in onze bekendheid met het gruwelijke dic taat van Versailles, dat beoogde mil- liocnen Duitsche menschcn te laten ver kommeren en te vernietigen. Aan deze verantwoordelijkheid hebben wij beant woord. Dat konden wij met des te meer grond, nu het voor ons zooals wij be nadrukken om een verdedigingsmaat regel ging, en niet om den opzet een land te veroveren en een volk van zijn vrijheid tc heroovcn. Zoo staan wij thans hier als overwinnaar en bezetten de macht. Het wekt menigmaal den indruk, als of wii te weinig als bezettende macht zijn opgeireden. alsof de Nederlanders niet duidelijk bespffen. wat een bezet tende macht kan boteekenen. Wat dat inhoudt, hebben wij beleefd toen in 1918 de Franschcn bet Rijnland binnenrukten. Dezen ifebben terstond eene exclusiof-Fransche militaire heer schappij gevestigd, op alle hoeken van straten stonden mitrailleurs, door schie ten in blinde woede op een menigte wer dén arbeiders van de Kruppfabrieken tc Esspii vprmonrd, hot vrije verkeer in bet land was volkomen lam gelegd, de bur gers werden door Fransche officieren met hondenzwoepen van bet trottoir ge jaagd. zij werden uit hun woningen ge worpen om plaats te verschaffen enz. Deze ervaring toont aan, wat een be zetting beteekenen kan. wanneer zij Waarom wordt een deel van. het Ne derlandsche volk door onverantwoorde lijke», die aan de touwtjes trekken, de zen weg opgedrongen, dien het eens, nog afgezien van de schadevergoeding, weder geheel terug moet gaan? En na drukkelijk wil ik waarschuwen tegen iedere beleediging \an het Duitsche volk en het Duitsche Rijk, van onze symbolen en vlaggen, boven alles ech ter tegen iedere beleediging van onzen Führer. die onze hoogste eer is. Ik zeg zeer helder en duidelijk, dat een zoo danige beleediging de zwaarste belee diging is. die een oogenblikkclijke en onverbiddelijke reactie van ieder van ons, boven alles van icderen wapendra ger, tengevolge zal hebben. Ik wil ook echter al diegenen waarschuwen, die in troebel water willen visschen en mce- ncn, dat zij achter den rug der Duitsche weermacht hun dapperheid kunnen be wijzen. Zonder uitzondering gelden voor allen de verordeningen voor de hand having van orde en veiligheid en iedere poging tot verstoring zal zonder aan zien des persoons gestraft worden, van waar ook deze komen moge. Voor recht matige bezwaren zal ik steeds een open oor hebben. DE VROEGERE REGEERING LI ET schijnt mij ook noodzakelijk, de iJ- verhouding gelijk die thans voor ons geldt ten aanzien van de naar het bui tenland gegane vroegere politici der Ne derlanden te verduidelijken. Met de vroegere regeering heb ik mij des te minder bezig gehouden, daar het toch ook volgons de grondwet van dit land aan de regeenng verboden is, den zetel naar buiten Nederland te verleggen en derhalve deze stap onwettig is en daar mee alle verdere ondernomen maatre gelen dezer mannen eveneens onwettig geworden zijn, geheel afgezien daarvan, dat krachtens het bezettingsrecht de Führer van het Groot-Duitsche Rijk voor den duur der bezetting de uitoefening en toepassing van de regeeringsmacht duidelijk geregeld heeft. Wat nu de positiekeuze ten aan zien der Koningin betreft, moet het volgende vastgesteld worden: De Koningin heeft den oorlogstoe stand tegen het Duitsche rijk uit geroepen, althans door haar auto riteit gedekt en is als vijandin van het Groot-Duitsche Rijk naar En geland gegaan. Bovendien vol hardt zij bij dezen toestand, te meer waar ons niet bekend is, dat zij op eenigerlei wijze protest te gen de van Engeland uit tegen Nc derland ondernomen bomaanval len op niet-militaire doelen, waar aan voorts nog in de eerste plaats Nederlanders ten offer vallen, in dient. Zonder de vraag van den staatsvorm in de Nederlanden aan te raken, zon der de verhouding van het Nederland sche volk tot het Huis van Oranje op eenigerlei wijze tc willen beïnvloeden, want dit zijn dingen, waarover het Ne derlandsche volk zelf in vrij besluit zal oordeelcn, staat vast, dat een bezettings macht het zich niet kan laten welgeval len, dat voor een persoonlijkheid, zelfs als die de Koningin van een land is, die zich in de rijen der vijanden bevindt, bctoogingen van welken aard ook wor den gehouden. "Evenzoo spreekt het van zelf, dat iedere bemoeienis met het be zette land voor den duur dezer bezetting uitgeschakeld wordt. Ik onderstreep deze verklaring met nadruk met het oog op toe komstige gedenkdagen, maar ook met het oog daarop, dat vermel dingen in politieke vergaderingen of programma's door de bezet tingsmacht niet kunnen worden ter kennis genomen. Alles, wat ik hier van de Koningin zeide, geldt in de gegeven omstandigheden ook voor het Huis van Oranje. Dit standpunt heeft met onze hou ding ten aanzien van de politieke wilsvorming van het Nederland sche volk niets van doen. POLITIEKE WILSVORMING 1V/AT nu deze politieke wilsvorming betreft, zoo herhaal ik nog eens, dat wij niet in dit land gekomen zijn, om het Nederlandsche volkskarakter tc onderdrukken of het onze wereldbe schouwingen op te dringen. Integen deel, van het standpunt der bezettings macht ware het natuurlijk veel eenvou diger, iedere politieke meeningsuiting, van welken aard ook, in woord en schrift, te onderdrukken. Dit is niet het geval. Als niet zware vergrijpen tegen dn beslist in aanmerking te ne men belangen der bezettingsmacht voor komen, kunnen nu en steeds alle bla den verschijnen, en zijn ook in hun in houd slechts in hun eigen belang en in het belang van het Nederlandsche volk zoo ver slechts beperkt, als dit ten aan zien van de noodzakelijkheden der be zettingsmacht noodig blijkt. Indien dientengevolge de pers zich zekere beperkingen oplegt, dan zal wel licht de een of ander datgene missen, dat hij tot nu toe interessant vond. op den langen duur zal doze zelfbeheer- sching slechts nuttig blijken te zijn en alle verstandige menschcn zullen een maal betreuren, dat de Nederlandsche pers niet reeds vroeger tijdens haar zoo genaamde neutraliteit zulk een zelfbe- heersching aan den dag heeft gelegd. In dit verband kom ik te spreken over maatregelen, die ten opzichte van de vrijo vakvereenigingen en van de marxistische organisaties noodig waren. Als iemand zich mocht verwonderen, dat zulke maatregelen zijn uitgevaar digd, kan ik zeggen, dat het op zijn hoogst verwonderlijk is, dat zij niet reeds veel eerder, n I. op den eersten dag der bezetting, getroffen zijn. Daar ik van moening hen, dat deze organisaties voor haar leden, die immers in hoofd zaak tot den kring der arbeiders en be ambten behooren, nuttige resultaten tot stand kunnen brengen en dat voor alles de leden van deze organisaties niet van dn vruchten van hun reeds gedane prestaties mogen worden beroofd, heb ik nagelaten deze organisaties eenvoudig op te heffen; doch heb ik het besluit ge nomen uitsluitend door een nieuwe lei ding mij waarborgen te verschaffen, dat die invloeden en gevaren zijn uitgescha keld, die in een nationaal socialistisch bewind niet de vrije hand kan worden gelaten. Bij de vraag aan wié ik het beheer over deze organisaties moest geven, was duidelijk, dat niet in aanmerking kon don komen al die mannen, die langs den weg van parlementairdemocratische compromissen met deze z^fde organisa ties reeds eenmaal in verbinding heb ben gestaan. Na deze beperking voerde de beschouwing van de persoonlijke eigenschappen en de ervaring op het be trokken gebied mij tot de gevallen keuze. Zonder tegenover dc binnen- landsch-polilieke houding van rleze mannen en van den kring, waaruit zij stammen, positie te kiezen, kon ik even wel vaststellen, dat deze kring in dc buitenlandsche politiek een houding heeft aangenomen, welke zonder prijs gave van welk recht of aanspraak van vrije Nederlanders dan ook. die buiten- landsch-politieke koers heeft gehouden, welke, zooals de feiten uitwijzen, de juiste was en welke, indierj door de verantwoordelijke instanties in Neder land te rechter tijd gehouden, aan het hccle Nederlandsche volk ten voordeel zou hebben gestrekt. DE CONCENTRATIE TK zie velerlei pogingen tot verzame- A len, zoogenaamde concentratie. Ik merk op, dat ik al deze pogingen met welwillende belangstelling bezie en haar geen moeilijkheden in den weg zal leggen, tenzij het alleen maar gaat om zulke pogingen, welke heoogen in eenigerlei vorm dien geest te laten voortleven, die ten slotte het Nederland sche volk naar den lOcn Mei lOiO heeft gevoerd. De conserveering van dien geest kan ik van het standpunt der be zettende macht, maar ook in het belang van het Nederlandsche volk, zoolang deze bezetting duurt, niet met open oog dulden, want er mag tusschen het Duit sche en het Nederlandsche volk nooit weder een tiende Mei zijn. Een ding zou ik evenwel willen zeggen: een binnenlandsch-poli- tieke beweging en wilsvorming kan haar sanctie nooit van mij als vertegenwoordiger der bezettende macht verwachten, doch moet deze uitsluitend daardoor verkrij gen, dat zij het Nederlandsche volk van de juistheid van haar richting overtuigt. Als ik hierbij nog iets zeg, dan is dat geen verordening, zelfs niet een wensch, maar ten hoogste een raad, gegeven op grond van de ervaring, welke wij in langen politieken strijd hebben opge daan en welke niet blindelings moet worden geïmiteerd, maar waaruit toch wel naar analogie nuttige gevolgtrek' kingen kunnen worden gemaakt. De eenwording van de krachten in een volk kan nooit het resultaat zijn van de concentratie van verschillende pro gramma's, waarhij de beginselen zoover mogelijk worden uitgebreid en daar door onduidelijk worden, ten einde al len daarin op een of andere manier een plaats te laten vinden. De concentratie van krachten van een volk. dat in een zoo bijzonderen toestand verkeert als die waarin thans Nederland zich be vindt, zal slechts bereikt worden, in dien Een duidelijk inzicht over dezen toe stand is verkregen, terwijl dit inzicht ver worven is met het volledig geloof aan de juistheid van deze ontwikkeling. 2. Uit dit duidelijke inzicht de onont koombare gevolgtrekkingen worden ge maakt volgens welke als hoogste te be schermen goed het volk, dat wil dus zeg gen het Nederlandsche volk en zijn wel zijn, worden beschouwd. 3. Dit inzicht door een onverschrokken persoonlijke overgave wordt verdedigd ook dan indien dat dc breuk met zoo vele gewoonten en gehruiken bcteekent. Wan neer deze voorwaarden ziin vervuld, zal het volk bespeuren, waar het om gaat en zal geloovig den werkelijk geloovige vol gen en ook de bezettende mocht zal deze mannen niet slechts haar achting niet ont houden, maar aan hun argumenten ook het gewicht niet ontzeggen. NIET AAN DEN RAND DER WERELDGESCHIEDENIS 7 EKER is Nederland thans gesteld voor het noodlotsproblccm. We zijn ons volkomen bewust, dat zelden een volk in zoo korten tijd uit zijn doen is gerukt en voor nieuwe feiten is gesteld welke een nieuwe, koene, zelfs op som rnige. punten revolutionnaire geestes houding eischen. De zaak ligt echter zoo: Neder- land kan op het oogenblik, dat grootmachten dezer wereld tot den strijd staan aangetreden, een oogenblik, waarin hecle wereld- deelcn in economisch en politiek opzicht gereconstrueerd worden niet aan den rand der wereldge schiedenis blijven staan, dat is on mogelijk. Wellicht hebben de Ne derlanders over het hoofd gezien dat deze beslissende strijd moest komen, wellicht hebben zij zich te zeer vastgelegd in den gedachten gang van de eene partij in dezen strijd. erstopping, overmatig vei wil doen ver dwijnen en de schadelijke gevolgen: aam beien, rheumatiek, zenuwachtigheid wil voorkomen, die zuivere bloed en inge wanden met Dt Schieffer's Stotwisselingzoul Het resultaat is verrassend I Men bespeurt terstond den grooten dienst aan de ge zondheid; men gevoelt zich vrijer en beter. Flacon f 1.05. Dubbele tlacon f 1.75 bi| apothekers en vakdrogisten. Thans is het Nederlandsche volk en het kernland van liet Nederlandsche Rijk meegesleept in deze Nederlandsche crisis. De reconstructie van liet conti neut kan niet voor de grenzen van Ne derland halt houden. De gevolgen van deze gebeurtenissen zullen door iedereen kunnen worden be speurd en door iedereen kunnen wor den gedragen. De naaste toekomst zal moeilijk en vol ontberingen zijn. Do levenswijze der Nederlanders, voor zoo ver zij werk hadden of op andere ma nier over een inkomen beschikten, zal zeker door verhooging van dc kosten van levensonderhoud, verhooging van belastingen en tarieven, beperkingen ondergaan. Want ik twijfel er niet aan dat dc Nederlanders zich zullen inspan nen om hun persoonlijke zoowel als hun staatshuishouding in orde te hou den. Dit moet als een onontkoombare noodzakelijkheid onder oogen worden gezien, doch niet zonder hoop en met verzet tegen het noodlot, doch in den vasten wil, terstond aan het werk to gaan. Boven de nationale staatsgedach te uit. zal de idee van een nieuwe ge meenschappelijke orde ons in staat stel len de ons door onze geschiedenis gc geven gemeenschappelijke ruimte tot een nieuw geestelijk rijk te herschep pen. Terwijl aan het einde van den we reldoorlog overwinnaars, overwonnenen en neutralen door een golf van pessi mismc en negatie worden meegesleept kunnen de overwinnaars van dezen oor log voor Europa een hoopvol perspec tief ontwerpen. Het nieuwe Europa van de solidaire samenwerking van allen liet Europa zonder werkloosheid zonder economische cn monetaire crisis, het Europa van de planmatige productie van arbeidsverdeling, dat over de mo dernste technische productiemiddelen on over een gemeenschappelijk over heel Europa ten uitvoer gelegd ver keerssysteem de beschikking heeft, zal na opheffing van economische cn na tionalistische remmende factoren zijn vaste fundament en een snel stijgende welvaart vinden. In de groote ruimten bestaat gelegenheid ook voor een klein volk, en voor de leden van dat volk, om hun cultureele» economische en mcnschelijkc talenten volledig te ont plooien. Volkeren en mcnschen ontwik kelen zich tenslotte slechts daar tot de grootste hoogte, waar zij actief aan een groote. lotstremeenschap deel hebben, Deze mogelijkheden zullen voorhanden zijn. zonder dat zij hun waardigheid en eigen aard behoeven op te geven. Dat Nederland echter aan den nieuwen opbouw zal medewerken en wel als gelijkgerechtigde part ner, is de wensch van het Duitsche volk. Het is duidelijk dat bij deze reconstructie alle Nederlanders betrokken zijn. De toekomst zal eens deze intrede van de Nederlanders in den vollen stroom der geschiedenis begroeten, want deze zal de Nederlanders wegvoeren van hun non-activiteit, die niet beslist op aller gebied meer oplevert, dan datgene, wat oen nonactiviteit, welke licht tot stag natie wordt, kan bieden. Ik geloof ech. ter, dat deze nieuwe ophouw aan de meerderheid van het Nederlandsche volk. vooral aan de arbeiders en aan de plattelandsbevolking, maar ook aan den Nederlandschen koopman en zee man, zeer veel bieden zal. nl. de mede werking aan de constructie van een groote F.uropeesche ruimte, die door do afmetingen en het evenwicht van haar doelen waarborg biedt tegen crises van welken aard ook. DE ECONOMIE MAAR niet de materieele dingen moeten thans op den voorgrond gesteld worden, zooals bijv. het feit dat de knapste koppen op economisch gebied zich inspannen een plan uit te werken, op welke wijze en binnen wel ken tijd de Nederlandsche economie op de nieuwe economische organisatie van Europa kan worden ingesteld cn waar in kan worden ingepast, opdat zooveel mogelijk krachten en waarden behou den en nieuwe kunnen worden verkre gen Het voornaamste is de juiste poli tieke idee, want deze geeft ook betrouw bare leiding in economische dingen. Het is voor een nationaal-socialist eigenlijk ontzettend het groote aantal werkloozen in dit land te zien. Niet zoo zeer daarom, omdat deze werkloozen niet over een vol arbeidsloon beschik ken. De rijkdom, die toch geen onver gankelijke waarde hez.it, maakte, het mogelijk den werkloozen altijd nog den nooddruftigsten levensstandaard te ver zekeren. maar dat zoo'n ongelooflijk groot gedeelte der volksgenooten niet werkt maar ondersteund wordt, en dat daardoor de arbeid vernederd wordt tot een zuiver materieel goed. waartegen geld alleen kan opwegen, dat is ont zettend. Daaruit vloeit te makkelijk een gedragslijn voort, welke sociale politiek wordt genoemd, doch in werkelijkheid slechts een kalmecringsmiddel der be zitters tegenover de nie.t-bezittenden is op een politicken achtergrond. bikomen echter gaat het bewustzijn verloren, dat de arbeider een volksge noot met geluke rechten maar ook met gelijke plichten is als ieder ander, dat primair het recht op arbeid tegelijk als een plicht tot arbeid bestaat en niet hel recht op ondersteuning. Kort gezegd dat het begrip van de oer cn waardig heid van den arbeid verloren gaat. En wat den landbouw aangaat, zoo meen ik te kunnen zeggen, dat een boer. die minder van de opbrengst van de door hem^ehouwden grond dan van de aanvullende premies van den staat af hankelijk is, niet het gevoel van den vrijen hoer op het vrije land kan heb ben. ook dan als hii in een formeel de mocratisch land leeft. NEDERLAND5CH-INDIE VAN deze beschouwing leidt slechts een kleine stap naar dat deel \an liet Nederlandsche Kijk. dat buiten Europa is gelegen, vooral Noderlandsch- Indie. De leiding van het Groot-Duit sche Rijk laat met de militaire be zetting van Nederland evenmin een aanspraak gelden op een of ander deel van het Nederlandsche Rijk buiten Europa als zij een op heffing van de zelfstandige Ne derlanden op het oog heeft. Ik kan. u veeleer dc verzekering geven, dat Nederland in het herhaalde lijk genoemde verantwoordelijk heidsgevoel en in ons bewustzijn van een gemeenschappelijk lot dien steun zal kunnen vinden, welke er toe leidt en welke op een of andere wijze ertoe kan bijdragen, dat het Nederland sche Rijk in zijn geheel onver- kleind blijft. Mcnschen met inzicht zullen thans reeds erkennen, dat het niet het gewicht van de bezettende macht is. dat hier het gevaar van een breuk aantrekt. •Engeland heeft den Führer van het Groot-Duitsche Rijk niet begrepen of niet willen .hegrijpen. Na de glorierijk ste overwinning, welke de wereldge schiedenis kent, heeft de Führer in het volle besef van de verantwoordelijkheid voor dit continent Engeland de vredes- hand toegestoken en niets anders ver langd dan de erkenning van de levens rechten van het Duitsche volk en zijn werèldbeteekcnis. Deze hand is niet aan genomen. Hieruit mag worden afgeleid, dat dc Engclschen zich heelcmaal niet kunnen voorstellen, dat iemand in de zen toestand een zoo grootsch voorstel doen kan, dat een dergelijk aanbod vol gens hun eigen gedachten slechts ge daan kan worden in een toestand van zwakte of ten slolte toch de uiteindelij ke vernietiging althans uitschakeling van den tegenstander bedoelt, gelijk im mers de Engclschen dat in hun geschie denis en hij het hijeenrbóven van hun wereldrijk steeds bedoelden. Juist het lot van Nederland is een bewijs voor de denkwijze en de houding van Engeland. Het is waarschijnlijk goed, dat het tot dezen strijd komt, want de Engelschen moeten klaarblijkelijk door zeer drasti sche middelen en ervaringen lecren. dat zij niet meer onaantastbaar en onbereik baar zijn. Zij moeten juist door deze drastische maatregelen tot een gemeen schappelijk verantwoordeliikheidsbe- wustzijn worden terug gebracht. DE TOEKOMST VAN ONS VOLK LJ ET is zonder twijfel voor de toekom- AAstige beteekenis en positie van Ne derland in de nieuw opgebouwde Euro- peesche ruimte van beteekenis op welke wijze de Nederlanders in dezen de eeuw heheerschenden strijd positie kiezen cn hoe zij zich verhouden. Er zijn zeker thans vele Nederlanders, die het betreu ren, dat de Nederlanders in dezen strijd niet als strijdgenooten en als kamera den aan de ziido van Groot Dnitschland staan om in het oogenblik der hoogste beslissingen die kameraadschap te be- toonen, welke dan geslachten en eeuwen door den band van onoplosbare en on zelfzuchtige vriendschap vormt, welke het nat. soc. Duitschland met het fascis tische Italië voor altijd zal verbinden. Dit verzuim komt op het konto der voor heen in dit land verantwoordelijke man nen. In dit oogenblik is de meest nauwgezette opvolging van de be velen van den opperbevelhebber der weermacht een vanzelfspre kend gebod. Elke, ook maar ge ringste ondersteuning van den vij and, wordt met den dood bestraft. Meer echter zal het Duitsche volk nu nauwkeurig in oogenschouw nemen welke houding het Neder landsche volk thans aanneemt. Hiervan zal het wezenlijk afhan gen, welke plaats en welke betee kenis het lot in de toekomst aan Nederland inruimen zal. Dit schijnen mij toe de heden noodza kelijke verduidelijkingen te zijn op het moment waar het om de laatste beslis singen gaat. Dit zijn ook de richtlijnen, volgens welke de Rijks-Duitschers hier in voortdurende en steeds gereede ovér- gave hun deel aan het groote opbouw werk van den Führer zullen kunnen ge ven. 's-GRAVENHAGE. 26 Juli. Aan gezien er thans hier te lande geen militaire formaties meer bestaan de opbouwdienst kan hiertoe niet worden gerekend, noch de, thans onder het departement van justitie ressorteerende marechaussee Is hiermede het recht op gratis ver zenden van briefkaarten en cou ranten door en aan militairen bene den rang van officier automatisch vervallen. Alle correspondentie, ver zonden door of gericht aan bij den opbouwdienst of de marechaussee dienenden, moet derhalve normaal worden gefrankeerd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1940 | | pagina 7