Vleesch komt pas op de
vijfde plaats
Concentratie van zieken
fondsen is noodig
De rechter kijkt ook achter
de schermen
Ue beperking van den veestapel
Brood is het eerste noorlig en daarom
het graan met aan het
worden opgeofferd
vee
Wederwaardigheden van
enveloppe met
inhoud
SCHEEPVAART OP
DEN IJS EL
Honderdjarige te
Haarlem
Nu en naar eigen inzicht beter dan
weldra gedwongen
2e BLAD PAG. 2
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
DINSDAG 30 JULI 1940
's-GRAVENHAGE, 29 Juli. Omtrent
de beperkingen, welke aan onzen veesta
pel zullen worden of zijn opgelegd, hebben
de veeteeltdeskundige van het rijkscom
missariaat de heer Siebers en dc afdee-
lingschef van het rijksbureau voedselvoor
ziening in oorlogstijd ir. A. H. Boerma.
eenige beschouwingen gehouden in een te
's-Gravenhagc gehouden persconferentie
De heer Siebera v- telde, dat de Duit-
sche deskundigen met de Nederland-
sche landbouwinstanties in nauwe sa-
tenwerkintr hebben gearbeid. Beg .1
nen is met de opstelling van een soort
balans van de voedingsmiddelen, welke
in ons land de menschen. en die
welke voor den veestapel beschikbaar
zullen zijn. De behoeften van den
mensch hadden vanzelfsprekend voor
rang.
Nadat een splitsin~ was gemaakt
tusschen hetgeen noodzakelijk ge
acht moest worden en hetgeen nut
tig ofwel alleen maar aangenaam
is, heeft men als grondslag aange
nomen, dat het eerst noodige voed
sel het Hrnnd is- Daarna komen in
afdalende graad van onontbeerlijk
heid aardappelen, dan melk. dan
en dan pas vleesch. Hieruit
volgt dus dat het vleesch wel aan
het graan, doch het graan niet aan
het vleesch mag worden opgeofferd
Van deze beginselen uitgaande hebben
degenen, die met de verzorging van de
volksvoeding zijn belast, dan ook aller
eerst het koren voor de broodverzorging
afgezonderd, en daarna ook dat gedeelte
van den aardappeloogst, dat voor een
mensch benoodigd is. Wat er dan voor
het vee overbleef was niet veel. Dit res
tant is allereerst bestemd voor de trek
dieren. die in den landbouw onontbeer
lijk zijn en die bij het uitvallen van mo-
tortractie juist in dezen tijd zulk een
groote rol spelen. Daarna is overwogen,
welke dieren het gemakkelijkst voor de
volksvoeding te ontberen ziin. Ons land
had een zeer groote productie van eieren,
welke in de gewone hoeveelheid slechts
voor een klein deel aan de volksvoeding
ten goede kwam. De pluimveestapel kon
dan ook sterk worden beknot. Zooals men
weet, wordt de pluimveestapel tot 30
procent teruggebracht, hetgeen-voldoen
de is voor de eierenverzorging in Neder
land. De goede legkippen zullen natuur
lijk het langst behouden blijven. Deze
maatregel zal vóór 1 October ten uitvoer
worden gelegd.
Het lifft voor de hand dat de een of
andere boer zich kan verbeelden meer
kippen te kunnen blijven houden, dan
hem van bovenaf is toegestaan. Hij moet
dan echter goed weten dat de autoritei
ten niet van plan zijn toe te staan, dat
het graan naar de kippen gaat. Misplaat
ste liefde tot de eigen dieren mag geen
boer ertoe verleiden het kost'bare graan
aan het pluimvee te verknoeien. Daarom
zal het inkrimpingsprogram tot een per
centage van 30 procent straf worden aan
gehouden. De stedelingen, die een hand
vol kippen met keukenafval voederen,
blijven daar voorloopig buiten. Mocht het
echter blijken dat in de stad aan derge
lijke „balkonkippen" graan wordt ver
knoeid, dan zal ook hier moeten worden
ingegrepen.
Verder dient op te worden gemerkt, dat
de teelt- en vermeerderingsbedrijven met
wat meer égards zullen worden behan
deld.
De inkrimping van den pluimveesta
pel is inderdaad zeer radicaal, doch men
bedenke, dat het zwaarste het zwaarste
moet wegen. Bovendien is de pluimvee
stapel, als het moet, binnen zeer korten
tijd weer op het normale peil te brengen.
Het laatste is ook ecnigszins. ofschoon
in niet zoo sterke mate, het geval met
den varkensstapel. Ook deze is betrekke
lijk snel weder op te bouwen. Van het
varken geldt, dat het in zekeren zin de
vijand van den mensch is, het eet n.l.
voor een deel hetzelfde voedsel. Dit is de
reden dat men reeds van 1 September
1939 af hier te lande tot een aanzienlijke
vermindering van den varkensstapel is
overgegaan. Sinds genoemden datum is
de varkensstapel met 30 procent terugge-
loopen.
De vermindering van den varkenssta
pel zal dan het meest rationeel geschie
den indien de groote veelvraten en de
minst productieve dieren worden wegge
nomen. Daarom wordt een prijspolitiek
gevolgd, die het slachten van de zwaar
ste varkens bevordert. Tot 1 October zul
len de varkens met meer dan 130 kilo
gram slachtgewicht betere prijzen ma
ken, hetgeen de boeren er toe zal bren
gen dat hoopt men althans om hun
zwaarste dieren van de hand te doen. Na
1 October zal de prijspolitiek juist in om
gekeerde richting gaan en dit is een prik
kel te meer.
De aldus ontstane crootere voorraad
van geslacht varkensvleesch zal voor een
deel worden geëxporteerd naar Duitsch-
land. en voor een ander deel in de volks-
provisiekast worden opgeborgen.
Voor zoover koelhuisruimte aanwezig
is zal het worden ingevroren en overi
gens ingeblikt, zoodat het vleeschver-
bruik in het \oorjaar van 1941 daarmee
voor een groot deel zal kunnen worden
bedekt.
Ondanks al deze voorzorgsmaatregelen
blijft er voor het onderhoud van het
rundvee toch nog slechts 'n fractie over
van hetgeen als veevoeder benoodigd is.
Daarom zal de rundveestapel aanzienlijk
moeten worden ingekrompen. Dit heeft
natuurlijk ook zijn weerslag op de melk
productie doch. naar men ons verzeker
de, ook niet zooveel, dat de volksvoorzie
ning daardoor gevaar loopt. Het is zeer
moeilijk te zeggen in welke mate de
rundveestapel moet worden ingekrom
pen. Een percentage aan te geven, is niet
doenliik. mede door het feit. dat het rund
vee ander voedsel gebruikt dan de hier
boven behandelde diersoorten en voor de
ruwe voeding voor een gedeelte door het
eigen bedrijf kan worden verzorgd. Daar
om kan iedere boer slechts voor zichzelf
uitmaken, hoeveel koeien hij weg moet
doen.
Globaal genomen zal er dus uit den
rundveestapel zooveel moeten worden
uitgehaald, als de voedselsituatie noo
dig maakt.
Dit alles zal een interne structuur
verandering in den veeteelt en in den
landbouw meebrengen. liet beginsel
zal meer moeten gaan gelden, dat de
veevoeders in den regel uit het eigen
bedrijf moeten kunnen worden betrok
ken D.vv.z. dat de varkensteelt daar
moet bloeien, waar het varkensvoer
het goedkoopst wordt verbouwd en dat
de koeien moeten kunnen leven van.
den hooiopbrengst van het land waar
op zij leven.
Ir. A. H. Boerma deelde nog mede
dat de kalvertoevvijzing met wat
daarbij behoort, zooals de kal ver-
schetsen, kan worden afgeschaft.
De grond daarvan is, dat men alle mo
gelijkheden thans open wil houden voor
het wederopbouwer van den veestapel.
Nu de vrees der overproductie van
vleesch en van v eehouderij producten is
weggevallen was de regeling niet meer
noodig. Alleen voor stierkalveren zal een
beperkende regeling behouden blijven,
er zullen n.l. kvvaliteitseischen aan deze
dieren worden gesteld. Dit is dus geen
steunmaatregel of crisismaatregel, maar
een middel tot teeltverbetering.
De biggenmerken daarentegen zul
len worden gehandhaafd. Er bestaat
immers gevaar dat de varkens in te
groote getale zullen worden aange
houden en dan te veel graan eischen.
Bovendien is het gevvenscht een regel
matig aanbod op de varkensmarkt te ver
krijgen. De biggentoevvijzing nu zal in
staat zijn plotselinge marktschommelin-
gen te voorkomen.
Landwirtsehaftsrat dr. Schoenbeck zeide
ter nadere toelichting van de mededeclin-
gen van de hoeren Siebers en Boerma, dat
dc ten opzichte van den veestapel genomen
maatregelen daarom zoo ingrijpend zijn,
omdat dc overheid Zich dekken wil op het
ongunstigste geval van een langen duur van
den oorlog. Maar dat niet alleen, niemand
weet hoe na den oorlog de wereldhandel
zich zal ontwikkelen of ook dan niet eeni-
gen tijd noodregelingen noodig zullen zijn.
Men kan in deze zaken beter in iets te lan
gere periode denken dan iets te korte.
Vijftienhonderd Mark Reichs-
kassenscheine verdwenen
's-GRAVENHAGE, 30 Juli. Bij de
politie is aangifte gedaan van verduis
tering of diefstal van vijftienhonderd
Mark aan Reichskassenscheine. Een te
Den Haag wonende heer had aan een
chauffeur, die naar België vertrok een
enveloppe medegegeven waarin twee
duizend mark. Deze zou door den chauf
feur worden afgegeven aan een hotel
te Brussel, waar de schoonmoeder van
den opdrachtgever verblijf hield. Uit de
correspondentie is echter gebleken, dat
de inhoud van de enveloppe bij afle
vering slechts bestond uit vijfhonderd
mark.
De politie spoorde den chauffeur op,
die tijdelijk in bewaring is gesteld. Hij
verklaarde, dat hij tijdens zijn reis door
België verschillende verblijfplaatsen
heeft gehad, meermalen in schuilkel
ders vertoefde en soms zijn jas met de
enveloppe in.de cabine van zijn auto
moest achterlaten. Het is dus zeer wel
mogelijk, dat een derde persoon het
gelrl uit de enveloppe heeft ontvreemd
Thans wordt een onderzoek ingesteld
naar deze moeilijke kwestie.
's-GRAVENHAGE, 30 Juli. De
hoofdingenieur-directeur van den
Rijkswaterstaat in de Directie ~Alge-
meene Dienst deelt mede, dat in ver
band met de in den IJsel by Brons-
bergen, kmr. 885, aanwezige versper
ring van gezonken vaartuigen, de
scheepvaart langs deze versperring
alleen langs den rechter- of ooste
lijken oever mag geschieden.
Scheepvaart ter plaatse is alleen van
een half uur vóór zonsopgang tot een
half uur na zonsondergang toegestaan.
In en nabij de doorvaarten is passee-
ren en oploopen verboden.
NEDERLANDSCHE UNIE
's-GRAVENHAGE, 30 Juli. Naar
ons ter oore komt, worden anonieme
brieven en circulaires rondgezonden,
welke den indruk wekken van de Ne-
derlandsche Unie uit te gaan.
De Nederlandsclie Unie deelt ons me
de. dat soortgelijke anonieme stuk
ken zonder eenige voorkennis worden
rondgezonden, zoodat de Nederlandsclie
Unie uiteraard geen enkele verantwoor
delijkheid voor den inhoud op zich kan
nemen.
Zij geniet nog een goede
gezondheid
HAARLEM, 30 Juli. Gisteren was
het feest in het Evangelisch-Luthersche
Wees- en Oudeliedenhuis te Haarlem,
waar mejuffrouw S. C. Gcverding Jiaar
honderden verjaardag vierde.
Onder de velen die haar met dit bij
zondere feit geluk kwamen wenschen,
behoorde de burgemeester van Haarlem,
dr. J. E. baron de Vos van Steenwijk,
die namens het gemeentebestuur een
fraaie mand met bloemen aanbood. De
honderdjarige geniet nog een goede ge
zondheid. Zij leest nog graag en dikwijls
verdrijft zij den tijd met een handwerk
je, maar dat de thee gerantsoeneerd is,
daar moet zij nog aan wennen.
Mej. Geverding vierde Maan
dag te Haarlem haar 100-sten
verjaardag. De jubilaresse in
de bloemen
BESTRIJDING VAN UITWASSEN IN HET
RECHTSLEVEN
Mr. S. R. Perrin schrijft ons:
fpEN enkele maal ontmoet men in de
L-s rechtspractijk menschen die zich mec-
ncn te kunnen beroemen op een bijzonder
groote handigheid in zaken doen en daar
bij zoo overtuigd zijn van de rechtsgeldig
heid hunner handelingen, ook al zit daar
aan een kwalijk riekend luchtje, dat zij blijk
baar verwachten, dat een rechter hun ma
nipulaties. als deze formeel maar in orde
zijn. zal moeten acceptecrcn. Daarbij wordt
uit het oog verloren, dat er verschillende
wettelijke bepalingen bestaan die dc prach
tigste op gezegeld papier gestelde verkla
ringen krachteloos kunnen maken en een
oogcnschijnlijk geheel volgens de regels op
gezette manoeuvre nutteloos. Met enkele
voorbeelden zullen wij dit nader toelichten.
In 1921 ging de heer X. failliet. Op de
MAATSCHAPPIJ „ARTI ET
AMICITIAE"
Zaterdag a.s., des middags te half
drie zal in de kunstzalen der maat
schappij „Arti et Amicitiae" een zomer-
tentoonstelling van studies en schetsen,
in elk materiaal en beelhouwwerk, \er-
vaardigd door leden der maatschappy,
worden geopend.
T N het jongste nummer van de „Genees-
A kundige Gids" komt een belangwek
kend artikel voor over de concentratie
van ziekenfondsen, waarin o.m. het vol
gende wordt gezegd:
„In de tegenwoordige omstandigheden
moeten wij tot concentratie komen op
elk gebied en ter wille van ons hoogste
goed. een volk te blijven, hoe ook de
staatkundige positie worde, zullen wij
met overbrugging van verschil in over
tuiging en niet offering van particuliere
belangen tot eenheid moeten komen op
elk gebied. Allereerst op dat van het
practische leven moeten wij kleine ge
meenschappen samenvoegen tot groote.
ook in het economisch belang van allen.
Dat zal, juist wegens den sterk indivi-
dualistischen geest van ons volk. voor
velen moeilijk zijn. Doch het is noodig
en zal moeten gebeuren, omdat het ons
anders zal worden opgelegd, van de
eene zijde of van een andere. Laten
wij het dan toch zelf doen. uit eigen,
vrijen wil en op grond van eigen des
kundigheid.
Wat is er ten deze te doen op het ge
bied \an de bevordering der volksge
zondheid? Veel. Op dit oogenblik bepa
len wij ons tot één punt: de ziekenfond
sen, een zeer verdeeld, versnipperd ge
bied, een bron van tegenstellingen, deels
langs principieele lijnen, deels door uit-
eenloopcnde belangen. Ook hier moeten
wij kleinere gemeenschappen samenvoe
gen tot groote. waardoor niet slechts
onze eenheid bevorderd wordt, maar ook
de zekerheid van allen verhoogd wordt.
Wij hebben op ander gebied reeds de
ervaring, dat. zoodra dc noodzakelijk
heid betoogd wordt van eenheid door
samenvoeging \an kleine gemeenschap
pen met hetzelfde doel, men in eiken
kring en dan nog maar schroomvallig
zich „in beginsel bereid" wil verklaren,
maar in één adem twijfel uitspreekt over
de mogelijkheid van practische uitvoe
ring. Dat verwachten wij ook bij de be
weging, die wij hierbij inzetten, om te
komen tot plaatselijke of regionale sa
menvoeging van ziekenfondsen. Daarom
stellen wij hierbij een voorbeeld van re
gionale samenvoeging van ziekenfond
sen, die in een verloop van tien jaren,
de practische uitvoerbaarheid, ten bate
van alle betrokkenen, bewezen heeft.
Wij bedoelen het Maatschaopii-Zieken.
fonds „Alphen en Omstreken" dat 1 Juli
19.40 tien jaar bestond en ter gelegen
heid daarvan zijn geschiedenis heeft ge
publiceerd onder den titel „10 jaar zie-
kenfondsarbeid in het centrum van Zuid-
Holland". Dit boekje komt od een zeer
goed oogenblik. Het laat duidelijk uitko
men. dat het niet slechts mogelijk is
verschillende kleine fondsen te vereeni-
gen tot een groot, maar tevens, dat daar
door alle samenwerkende groepen ge
baat zijn.
Enkele getallen: Het aantal verzeker
den bedraagt 36.725, dat is ruim 50% van
de inwoners van het ziekenfondsdistrict.
De inkomsten overschreden in 1939 het
kwart millioen gulden waarvan ruim
8% noodig waren om alle onkosten te
bestrijden en dus bijna 92% voor de ver
zorging der verzekerden kon worden be
steed, waarvan 77% aan huisartsen, apo
thekers en sjiecialisten ten goede kwa
men; de verstrekkingen stegen van 8,9
cent tot 80 cent per verzekerde per jaar.
Wij vatten dit \erslag aan om te wij
zen oji de mogelijkheid en dus de nood
zakelijkheid om tot samenvoeging te ko
men. juist in dezen tijd, nu het opeens
rnogeliik blijkt over jarenlang bestaande
vermeende redenen van verwijdering en
afscheiding heen te stappen, juist in
dezen tijd, nu elke uitgegeven gulden
Rotterdam heeft weer een concertzaal. Nu de Doelen en de Groote Schouwburg in de Maasstad verloren zijn gegaan,
is de Koninginnekerk beschikbaar gesteld voor concerten en lezingen. Het Rotterdamsch Philharmonisch Orkest tijdens
het proefconcert
zijn volle rendement moet hebben en
nu nieuwe nooden kunnen opkomen.
Dit voorbeeld zal thans gevolgd moe
ten worden, uit eigen vrijen wil en aan
de hand van eigen ervaring en deskun
digheid. vóór het opgelegd wordt en de
uitvoering wellicht aan minder ervare-
nen en minder deskundigen op dit ge
bied opgedragen wordt."
ONZE ziekenfondsen zijn vrij
wel alle plaatselijke instel
lingen. Daarom is het wenschelijk ze
in de groote steden ook plaatselijk
samen te voegen. In kleine steden en
op het platteland zal echter regio
nale concentratie noodig zijn om
voldoend sterke fondsen te verkrij
gen. Dit zal, met bekwamen spoed,
over het geheele land moeten ge
schieden. Wij bepalen ons kortheids
halve tot één voorbeeld: Den Haag.
In Den Haag bestaan 17 ziekenfond
sen, verecnigd in één Bond en daarnaast
nog de Volharding, het Spoorfonds en
misschien nog andere. Zeg een twintig
tal. Is daar reden voor? Niet in het
minst. Want de verzekerden bii die 17
eerstgenoemde fondsen kunnen allen de
zelfde doktoren, apothekers en specia
listen kiezen en dat is de hoofdzaak. Zij
hebben wel eenige verschillen wat ver
strekkingen betreft, waarbij als regel
kan worden opgemerkt, dat hoe grooter
fonds, hoe ruimer en heter verstrekking.
Er zijn geen redenen dan van persoon-
liiken aard van de zijde der bestuurde-
ren en administrateurs om deze dwaze
en dure toestand te doen voortduren. In
één straat moeten nu 17 verschillende
boden het geld komen ophalen, 17 ad
ministratie-gebouwen ziin er. des te
duurder in exploitatie naarmate ze klei
ner zijn. Het A.A.Z. heeft pa6 een zeer
goed gebouw betrokken; St. Johannes de
Deo laat op de Varkensmarkt een nieuw
gebouw zetten, groot genoeg om de ad
ministratie van alle Haagsche Fondsen
in onder te brengen.
Bij de administratie der 17 ziekenfond
sen wordt een te groot gedeelte van het
geld, dat de verzekerden in den vorm
van geneeskundige hulp en verstrekkin
gen moesten ontvangen, aan andere
dingen besteed. En dat wordt evenzoo
den medici en apothekers onthouden.
Hier moet verandering komen. En
het is voor alle partijen veel aange
namer zoo deze verandering door de
Fondsen zelve vrijwillig wordt aan
gebracht. dan wanneer zii straks,
van hoogerhand zou worden bevo
len. En dat een dergelijk bevel bin
nen niet al te langen tijd zal komen,
daarvan zijn wij overtuigd.
Van wie moet deze eerste stap uit
gaan? Gaat deze uit van één der 17 of 20.
dan vreezen wij. dat de anderen al dade
lijk kopschuw worden. Gaat hij uit van
de medici, dan vreezen wij evenzeer
moeilijkheden. De Geneeskundige Gids
kan vooralsnog slechts propaganda ma
ken voor de noodzakelijkheid van sa
menvoeging der fondsen. Om tot resul
taten te komen, zullen ook anderen zich
hier voor moeten spannen, anderen, die
in de tegenwoordige omstandigheden
nog bevoegdheid en macht hebben om in
het algemeen belang dwingend te kun
nen optreden.
Het voorbeeld ten deze is reeds gege
ven. Prof. dr. A. van Poelje, secretaris
generaal en als zoodanig waarnemend
hoofd van het Departement van Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen, heeft
hPt initiatief genomen tot samenvoeging
van organisaties op de gebieden, welke
onder zijn departement ressorteeren.
Ten aanzien van de ziekenfondsen
concurrentievorderingen kon slechts on
geveer 15 pet. worden uitgekeerd, zoodat
een belangrijk bedrag ook na het faillis
sement nog te betalen overbleef. De heer
X. bleef echter niet hij de pakken neerzit
ten, doch trachtte zich weer opnieuw een
bestaan te verschaffen en opende naar
mate hij hierin slaagde onderhandelin
gen met zijn vroegere crediteuren over de
definitieve afdoening van hun vorderin
gen. Het gelukte hem met onderscheide
ne schuldeischers een regeling te tref
fen, waarbij hij tegen betaling van ver
schillende bedragen finale kwijting ver
kreeg. Daar het aantal schuldeischers
groot en de bedragen hunner vorderin
gen hoog waren vorderde het treffen van
een accoord langen tijd. Inmiddels maan
de een van de crediteuren genaamd Y.,
steeds dringender om betaling. Het was
hem bekend, dat dc heer X. er langza
merhand weer 'bovenop gekomen was en
dat hij er prijs op zou stellen niet nog
eens failliet te gaan. Ten einde zijn aan
maning meer kracht bij te zetten, vroeg
hij derhalve het faillissement van X. aan,
waarmee deze crediteur succes had, want
met dezen stok achter de deur ontving
hij 60 pet. van het restant zijner vorde
ring, wetende dat hij daarmede veel meer
ontving dan de andere crediteuren, die
met 10 a 15 pet. genoegen hadden geno
men. Eenige jaren later ontwaarde X. tot
zijn sohrik dat dezelfde crediteur Y. het
er nog niet bij had laten zitten, maar
thans ook nog de schuldvorderingen had
opgekocht van enkele andere oude
schuldeischers. Voor ongeveer 157 had
Y. namelijk een drietal vorderingen ge
kocht, die nominaal 4400 waard waren.
Bij dit opkoopen had de bewuste Y. voor
gegeven, dat die oude vorderingen op X.
geen waarde meer hadden, dat hij zelf
immers ook niets ontvangen had en dat
het slechts in zijn bedoeling lag X. nog
eens flink er tusschen te nemen. Dat X.
alle moeite deed om geleidelijk met zijn
oude schuldeischers af te werken, werd
wijselijk verzwegen.
Dc overdracht van evenbedoelde
schuldvorderingen werd aan X. betce-
kend, waarop loonbeslag volgde, hetgeen
naar het schijnt ontslag van X. uit dien6
betrekking met zich bracht. Daarna pro
beerde onze crediteur het nog eens met
een faillissementsaanvrage, die evenwel
werd afgewezen. Toen was X. het, die
tot het uiterste geprikkeld, zijn credi
teur Y. een proces aandeed ter zake van
onrechtmatige daad, waarbij hij veroor
deeling vorderde van Y. van een bedrag
van ruim 4.000, zijnde het nominale
bedrag der vorderingen verminderd met
den daarvoor betaalden koopprijs van
157.
De Rechtbank erkende in haar vonnis,
dat de crediteur inderdaad door het opkoo
pen der vorderingen een onrechtmatige
daad had gepleegd jegens X.. maar kon de
vordering toch ook niet toewijzen omdat
X. in werkelijkheid nog geen schade ge
leden had, daar hij nog niets betaald had
Het vonnis was echter wel zoo duidelijk,
dat den slimmen crediteur wel alle lust ver
gaan zal zijn om nog eens Xeen strik te
spannen.
IIP EN ander geval, dat zich op het
eerste gezicht als volkomen regel
matig aandiende betrof de vordering van
een boekhouder op zijn voormaligen
werkgever tot betaling door dezen van
een inaandelijksche uitkeering van 250
Tot staving van deze vordering legde
de boekhouder een schriftelijke schuld
bekentenis over waarin o.m. werd ver
meld, dat deze uitkeeringen zonder on
derbreking zouden voortduren tenzij de
boekhouder de mondelinge afspraak
zou schenden welke aan deze verbinte
nis ten grondslag lag. Naderhand kwam
uit, dat de boekhouder was ontslagen
wegens strafbare feiten ten opzichte van
zijn werkgever maar dat deze practisch
was gedwongen geworden tot het teeke
nen van dit stuk omdat de ontslagene
had gedreigd met een aangifte bij den
officier van justitie wegens door zijn
werkgever gepleegde belastingontdui
king. De boekhouder beloofde de aan
klacht niet in te dienen als hem even-
genoemde schuldbekentenis werd ter
hand gesteld; dit was de „mondelinge
afspraak" waarvan de acte sprak. Toen
aan deze werkgever bleek, dat de klacht
toch was ingediend staakte hij dc beta
ling van dc maandelijksche uitkeering.
Hierop sprak de boekhouder zijn vroege-
ren werkgever aan tot betaling en vorderde
in kort geding een voorschot op het in to
taal verschuldigde, maar werd in het onge-
liik gesteld omdat de rechter de overeen
komst tusschen eischer en gedaagde van
dien aard achtte, dat hij alle redenen aan
wezig achtte om aan te nemen, dat deze
overeenkomst wegens het gemis aan ge
oorloofde oorzaak nietig zou worden ver
klaard. Inderdaad verklaart de wet een
overeenkomst zonder oorzaak, of uit een
valsche of ongeoorloofde oorzaak, krach
teloos.
Zoo ziel men dus, dat datgene, wat
op het eerste gezicht volkomen in orde
lijkt, ten sloite door den rechter zal wor
den afgewezen, wanneer hem blijkt, dat
de achtergrond van het geval zedelijk
afkeurenswaardig is.
komt er nog een ander zeer gewichtig
motief bij: het belang van de leden der
fondsen, van de medici en van de apo
thekers.
Gelijk het waarnemend hoofd van het
Departement van Onderw ijs. Kunsten en
Wetenschappen zijn gezag heeft doen
gelden om de onder dat departement
ressorteerende organisaties op hetzelfde
gebied en met hetzelfde doel tot elkaar
te brengen, zoo kan het waarnemend
hoofd van het departement van sociale
zaken dit doen op zijn gebied, ten deze
gesteund door den directeur-generaal
voor de Volksgezondheid.
Ordening in het gezamenlijk belang is
noodzakeliik. Het kan nu nog geschie
den door do betrokkenen onder leiding
van de bevoegde Nederlandsclie autori
teiten Geschiedt dit niet zeer spoedig,
dan is te verwachten: Ordening bii U.
over U. zonder U". Wij doen daarom
een ernstig beroep op de genoemde auto
riteiten om tor zake onverwijld het noo
dige initiatief te nemen."