Vleesch komt pas op de vijfde plaats Concentratie van zieken fondsen is noodig De rechter kijkt ook achter de schermen Ue beperking van den veestapel Brood is het eerste noorlig en daarom het graan met aan het worden opgeofferd vee Wederwaardigheden van enveloppe met inhoud SCHEEPVAART OP DEN IJS EL Honderdjarige te Haarlem Nu en naar eigen inzicht beter dan weldra gedwongen 2e BLAD PAG. 2 AMERSFOORTSCH DAGBLAD DINSDAG 30 JULI 1940 's-GRAVENHAGE, 29 Juli. Omtrent de beperkingen, welke aan onzen veesta pel zullen worden of zijn opgelegd, hebben de veeteeltdeskundige van het rijkscom missariaat de heer Siebers en dc afdee- lingschef van het rijksbureau voedselvoor ziening in oorlogstijd ir. A. H. Boerma. eenige beschouwingen gehouden in een te 's-Gravenhagc gehouden persconferentie De heer Siebera v- telde, dat de Duit- sche deskundigen met de Nederland- sche landbouwinstanties in nauwe sa- tenwerkintr hebben gearbeid. Beg .1 nen is met de opstelling van een soort balans van de voedingsmiddelen, welke in ons land de menschen. en die welke voor den veestapel beschikbaar zullen zijn. De behoeften van den mensch hadden vanzelfsprekend voor rang. Nadat een splitsin~ was gemaakt tusschen hetgeen noodzakelijk ge acht moest worden en hetgeen nut tig ofwel alleen maar aangenaam is, heeft men als grondslag aange nomen, dat het eerst noodige voed sel het Hrnnd is- Daarna komen in afdalende graad van onontbeerlijk heid aardappelen, dan melk. dan en dan pas vleesch. Hieruit volgt dus dat het vleesch wel aan het graan, doch het graan niet aan het vleesch mag worden opgeofferd Van deze beginselen uitgaande hebben degenen, die met de verzorging van de volksvoeding zijn belast, dan ook aller eerst het koren voor de broodverzorging afgezonderd, en daarna ook dat gedeelte van den aardappeloogst, dat voor een mensch benoodigd is. Wat er dan voor het vee overbleef was niet veel. Dit res tant is allereerst bestemd voor de trek dieren. die in den landbouw onontbeer lijk zijn en die bij het uitvallen van mo- tortractie juist in dezen tijd zulk een groote rol spelen. Daarna is overwogen, welke dieren het gemakkelijkst voor de volksvoeding te ontberen ziin. Ons land had een zeer groote productie van eieren, welke in de gewone hoeveelheid slechts voor een klein deel aan de volksvoeding ten goede kwam. De pluimveestapel kon dan ook sterk worden beknot. Zooals men weet, wordt de pluimveestapel tot 30 procent teruggebracht, hetgeen-voldoen de is voor de eierenverzorging in Neder land. De goede legkippen zullen natuur lijk het langst behouden blijven. Deze maatregel zal vóór 1 October ten uitvoer worden gelegd. Het lifft voor de hand dat de een of andere boer zich kan verbeelden meer kippen te kunnen blijven houden, dan hem van bovenaf is toegestaan. Hij moet dan echter goed weten dat de autoritei ten niet van plan zijn toe te staan, dat het graan naar de kippen gaat. Misplaat ste liefde tot de eigen dieren mag geen boer ertoe verleiden het kost'bare graan aan het pluimvee te verknoeien. Daarom zal het inkrimpingsprogram tot een per centage van 30 procent straf worden aan gehouden. De stedelingen, die een hand vol kippen met keukenafval voederen, blijven daar voorloopig buiten. Mocht het echter blijken dat in de stad aan derge lijke „balkonkippen" graan wordt ver knoeid, dan zal ook hier moeten worden ingegrepen. Verder dient op te worden gemerkt, dat de teelt- en vermeerderingsbedrijven met wat meer égards zullen worden behan deld. De inkrimping van den pluimveesta pel is inderdaad zeer radicaal, doch men bedenke, dat het zwaarste het zwaarste moet wegen. Bovendien is de pluimvee stapel, als het moet, binnen zeer korten tijd weer op het normale peil te brengen. Het laatste is ook ecnigszins. ofschoon in niet zoo sterke mate, het geval met den varkensstapel. Ook deze is betrekke lijk snel weder op te bouwen. Van het varken geldt, dat het in zekeren zin de vijand van den mensch is, het eet n.l. voor een deel hetzelfde voedsel. Dit is de reden dat men reeds van 1 September 1939 af hier te lande tot een aanzienlijke vermindering van den varkensstapel is overgegaan. Sinds genoemden datum is de varkensstapel met 30 procent terugge- loopen. De vermindering van den varkenssta pel zal dan het meest rationeel geschie den indien de groote veelvraten en de minst productieve dieren worden wegge nomen. Daarom wordt een prijspolitiek gevolgd, die het slachten van de zwaar ste varkens bevordert. Tot 1 October zul len de varkens met meer dan 130 kilo gram slachtgewicht betere prijzen ma ken, hetgeen de boeren er toe zal bren gen dat hoopt men althans om hun zwaarste dieren van de hand te doen. Na 1 October zal de prijspolitiek juist in om gekeerde richting gaan en dit is een prik kel te meer. De aldus ontstane crootere voorraad van geslacht varkensvleesch zal voor een deel worden geëxporteerd naar Duitsch- land. en voor een ander deel in de volks- provisiekast worden opgeborgen. Voor zoover koelhuisruimte aanwezig is zal het worden ingevroren en overi gens ingeblikt, zoodat het vleeschver- bruik in het \oorjaar van 1941 daarmee voor een groot deel zal kunnen worden bedekt. Ondanks al deze voorzorgsmaatregelen blijft er voor het onderhoud van het rundvee toch nog slechts 'n fractie over van hetgeen als veevoeder benoodigd is. Daarom zal de rundveestapel aanzienlijk moeten worden ingekrompen. Dit heeft natuurlijk ook zijn weerslag op de melk productie doch. naar men ons verzeker de, ook niet zooveel, dat de volksvoorzie ning daardoor gevaar loopt. Het is zeer moeilijk te zeggen in welke mate de rundveestapel moet worden ingekrom pen. Een percentage aan te geven, is niet doenliik. mede door het feit. dat het rund vee ander voedsel gebruikt dan de hier boven behandelde diersoorten en voor de ruwe voeding voor een gedeelte door het eigen bedrijf kan worden verzorgd. Daar om kan iedere boer slechts voor zichzelf uitmaken, hoeveel koeien hij weg moet doen. Globaal genomen zal er dus uit den rundveestapel zooveel moeten worden uitgehaald, als de voedselsituatie noo dig maakt. Dit alles zal een interne structuur verandering in den veeteelt en in den landbouw meebrengen. liet beginsel zal meer moeten gaan gelden, dat de veevoeders in den regel uit het eigen bedrijf moeten kunnen worden betrok ken D.vv.z. dat de varkensteelt daar moet bloeien, waar het varkensvoer het goedkoopst wordt verbouwd en dat de koeien moeten kunnen leven van. den hooiopbrengst van het land waar op zij leven. Ir. A. H. Boerma deelde nog mede dat de kalvertoevvijzing met wat daarbij behoort, zooals de kal ver- schetsen, kan worden afgeschaft. De grond daarvan is, dat men alle mo gelijkheden thans open wil houden voor het wederopbouwer van den veestapel. Nu de vrees der overproductie van vleesch en van v eehouderij producten is weggevallen was de regeling niet meer noodig. Alleen voor stierkalveren zal een beperkende regeling behouden blijven, er zullen n.l. kvvaliteitseischen aan deze dieren worden gesteld. Dit is dus geen steunmaatregel of crisismaatregel, maar een middel tot teeltverbetering. De biggenmerken daarentegen zul len worden gehandhaafd. Er bestaat immers gevaar dat de varkens in te groote getale zullen worden aange houden en dan te veel graan eischen. Bovendien is het gevvenscht een regel matig aanbod op de varkensmarkt te ver krijgen. De biggentoevvijzing nu zal in staat zijn plotselinge marktschommelin- gen te voorkomen. Landwirtsehaftsrat dr. Schoenbeck zeide ter nadere toelichting van de mededeclin- gen van de hoeren Siebers en Boerma, dat dc ten opzichte van den veestapel genomen maatregelen daarom zoo ingrijpend zijn, omdat dc overheid Zich dekken wil op het ongunstigste geval van een langen duur van den oorlog. Maar dat niet alleen, niemand weet hoe na den oorlog de wereldhandel zich zal ontwikkelen of ook dan niet eeni- gen tijd noodregelingen noodig zullen zijn. Men kan in deze zaken beter in iets te lan gere periode denken dan iets te korte. Vijftienhonderd Mark Reichs- kassenscheine verdwenen 's-GRAVENHAGE, 30 Juli. Bij de politie is aangifte gedaan van verduis tering of diefstal van vijftienhonderd Mark aan Reichskassenscheine. Een te Den Haag wonende heer had aan een chauffeur, die naar België vertrok een enveloppe medegegeven waarin twee duizend mark. Deze zou door den chauf feur worden afgegeven aan een hotel te Brussel, waar de schoonmoeder van den opdrachtgever verblijf hield. Uit de correspondentie is echter gebleken, dat de inhoud van de enveloppe bij afle vering slechts bestond uit vijfhonderd mark. De politie spoorde den chauffeur op, die tijdelijk in bewaring is gesteld. Hij verklaarde, dat hij tijdens zijn reis door België verschillende verblijfplaatsen heeft gehad, meermalen in schuilkel ders vertoefde en soms zijn jas met de enveloppe in.de cabine van zijn auto moest achterlaten. Het is dus zeer wel mogelijk, dat een derde persoon het gelrl uit de enveloppe heeft ontvreemd Thans wordt een onderzoek ingesteld naar deze moeilijke kwestie. 's-GRAVENHAGE, 30 Juli. De hoofdingenieur-directeur van den Rijkswaterstaat in de Directie ~Alge- meene Dienst deelt mede, dat in ver band met de in den IJsel by Brons- bergen, kmr. 885, aanwezige versper ring van gezonken vaartuigen, de scheepvaart langs deze versperring alleen langs den rechter- of ooste lijken oever mag geschieden. Scheepvaart ter plaatse is alleen van een half uur vóór zonsopgang tot een half uur na zonsondergang toegestaan. In en nabij de doorvaarten is passee- ren en oploopen verboden. NEDERLANDSCHE UNIE 's-GRAVENHAGE, 30 Juli. Naar ons ter oore komt, worden anonieme brieven en circulaires rondgezonden, welke den indruk wekken van de Ne- derlandsche Unie uit te gaan. De Nederlandsclie Unie deelt ons me de. dat soortgelijke anonieme stuk ken zonder eenige voorkennis worden rondgezonden, zoodat de Nederlandsclie Unie uiteraard geen enkele verantwoor delijkheid voor den inhoud op zich kan nemen. Zij geniet nog een goede gezondheid HAARLEM, 30 Juli. Gisteren was het feest in het Evangelisch-Luthersche Wees- en Oudeliedenhuis te Haarlem, waar mejuffrouw S. C. Gcverding Jiaar honderden verjaardag vierde. Onder de velen die haar met dit bij zondere feit geluk kwamen wenschen, behoorde de burgemeester van Haarlem, dr. J. E. baron de Vos van Steenwijk, die namens het gemeentebestuur een fraaie mand met bloemen aanbood. De honderdjarige geniet nog een goede ge zondheid. Zij leest nog graag en dikwijls verdrijft zij den tijd met een handwerk je, maar dat de thee gerantsoeneerd is, daar moet zij nog aan wennen. Mej. Geverding vierde Maan dag te Haarlem haar 100-sten verjaardag. De jubilaresse in de bloemen BESTRIJDING VAN UITWASSEN IN HET RECHTSLEVEN Mr. S. R. Perrin schrijft ons: fpEN enkele maal ontmoet men in de L-s rechtspractijk menschen die zich mec- ncn te kunnen beroemen op een bijzonder groote handigheid in zaken doen en daar bij zoo overtuigd zijn van de rechtsgeldig heid hunner handelingen, ook al zit daar aan een kwalijk riekend luchtje, dat zij blijk baar verwachten, dat een rechter hun ma nipulaties. als deze formeel maar in orde zijn. zal moeten acceptecrcn. Daarbij wordt uit het oog verloren, dat er verschillende wettelijke bepalingen bestaan die dc prach tigste op gezegeld papier gestelde verkla ringen krachteloos kunnen maken en een oogcnschijnlijk geheel volgens de regels op gezette manoeuvre nutteloos. Met enkele voorbeelden zullen wij dit nader toelichten. In 1921 ging de heer X. failliet. Op de MAATSCHAPPIJ „ARTI ET AMICITIAE" Zaterdag a.s., des middags te half drie zal in de kunstzalen der maat schappij „Arti et Amicitiae" een zomer- tentoonstelling van studies en schetsen, in elk materiaal en beelhouwwerk, \er- vaardigd door leden der maatschappy, worden geopend. T N het jongste nummer van de „Genees- A kundige Gids" komt een belangwek kend artikel voor over de concentratie van ziekenfondsen, waarin o.m. het vol gende wordt gezegd: „In de tegenwoordige omstandigheden moeten wij tot concentratie komen op elk gebied en ter wille van ons hoogste goed. een volk te blijven, hoe ook de staatkundige positie worde, zullen wij met overbrugging van verschil in over tuiging en niet offering van particuliere belangen tot eenheid moeten komen op elk gebied. Allereerst op dat van het practische leven moeten wij kleine ge meenschappen samenvoegen tot groote. ook in het economisch belang van allen. Dat zal, juist wegens den sterk indivi- dualistischen geest van ons volk. voor velen moeilijk zijn. Doch het is noodig en zal moeten gebeuren, omdat het ons anders zal worden opgelegd, van de eene zijde of van een andere. Laten wij het dan toch zelf doen. uit eigen, vrijen wil en op grond van eigen des kundigheid. Wat is er ten deze te doen op het ge bied \an de bevordering der volksge zondheid? Veel. Op dit oogenblik bepa len wij ons tot één punt: de ziekenfond sen, een zeer verdeeld, versnipperd ge bied, een bron van tegenstellingen, deels langs principieele lijnen, deels door uit- eenloopcnde belangen. Ook hier moeten wij kleinere gemeenschappen samenvoe gen tot groote. waardoor niet slechts onze eenheid bevorderd wordt, maar ook de zekerheid van allen verhoogd wordt. Wij hebben op ander gebied reeds de ervaring, dat. zoodra dc noodzakelijk heid betoogd wordt van eenheid door samenvoeging \an kleine gemeenschap pen met hetzelfde doel, men in eiken kring en dan nog maar schroomvallig zich „in beginsel bereid" wil verklaren, maar in één adem twijfel uitspreekt over de mogelijkheid van practische uitvoe ring. Dat verwachten wij ook bij de be weging, die wij hierbij inzetten, om te komen tot plaatselijke of regionale sa menvoeging van ziekenfondsen. Daarom stellen wij hierbij een voorbeeld van re gionale samenvoeging van ziekenfond sen, die in een verloop van tien jaren, de practische uitvoerbaarheid, ten bate van alle betrokkenen, bewezen heeft. Wij bedoelen het Maatschaopii-Zieken. fonds „Alphen en Omstreken" dat 1 Juli 19.40 tien jaar bestond en ter gelegen heid daarvan zijn geschiedenis heeft ge publiceerd onder den titel „10 jaar zie- kenfondsarbeid in het centrum van Zuid- Holland". Dit boekje komt od een zeer goed oogenblik. Het laat duidelijk uitko men. dat het niet slechts mogelijk is verschillende kleine fondsen te vereeni- gen tot een groot, maar tevens, dat daar door alle samenwerkende groepen ge baat zijn. Enkele getallen: Het aantal verzeker den bedraagt 36.725, dat is ruim 50% van de inwoners van het ziekenfondsdistrict. De inkomsten overschreden in 1939 het kwart millioen gulden waarvan ruim 8% noodig waren om alle onkosten te bestrijden en dus bijna 92% voor de ver zorging der verzekerden kon worden be steed, waarvan 77% aan huisartsen, apo thekers en sjiecialisten ten goede kwa men; de verstrekkingen stegen van 8,9 cent tot 80 cent per verzekerde per jaar. Wij vatten dit \erslag aan om te wij zen oji de mogelijkheid en dus de nood zakelijkheid om tot samenvoeging te ko men. juist in dezen tijd, nu het opeens rnogeliik blijkt over jarenlang bestaande vermeende redenen van verwijdering en afscheiding heen te stappen, juist in dezen tijd, nu elke uitgegeven gulden Rotterdam heeft weer een concertzaal. Nu de Doelen en de Groote Schouwburg in de Maasstad verloren zijn gegaan, is de Koninginnekerk beschikbaar gesteld voor concerten en lezingen. Het Rotterdamsch Philharmonisch Orkest tijdens het proefconcert zijn volle rendement moet hebben en nu nieuwe nooden kunnen opkomen. Dit voorbeeld zal thans gevolgd moe ten worden, uit eigen vrijen wil en aan de hand van eigen ervaring en deskun digheid. vóór het opgelegd wordt en de uitvoering wellicht aan minder ervare- nen en minder deskundigen op dit ge bied opgedragen wordt." ONZE ziekenfondsen zijn vrij wel alle plaatselijke instel lingen. Daarom is het wenschelijk ze in de groote steden ook plaatselijk samen te voegen. In kleine steden en op het platteland zal echter regio nale concentratie noodig zijn om voldoend sterke fondsen te verkrij gen. Dit zal, met bekwamen spoed, over het geheele land moeten ge schieden. Wij bepalen ons kortheids halve tot één voorbeeld: Den Haag. In Den Haag bestaan 17 ziekenfond sen, verecnigd in één Bond en daarnaast nog de Volharding, het Spoorfonds en misschien nog andere. Zeg een twintig tal. Is daar reden voor? Niet in het minst. Want de verzekerden bii die 17 eerstgenoemde fondsen kunnen allen de zelfde doktoren, apothekers en specia listen kiezen en dat is de hoofdzaak. Zij hebben wel eenige verschillen wat ver strekkingen betreft, waarbij als regel kan worden opgemerkt, dat hoe grooter fonds, hoe ruimer en heter verstrekking. Er zijn geen redenen dan van persoon- liiken aard van de zijde der bestuurde- ren en administrateurs om deze dwaze en dure toestand te doen voortduren. In één straat moeten nu 17 verschillende boden het geld komen ophalen, 17 ad ministratie-gebouwen ziin er. des te duurder in exploitatie naarmate ze klei ner zijn. Het A.A.Z. heeft pa6 een zeer goed gebouw betrokken; St. Johannes de Deo laat op de Varkensmarkt een nieuw gebouw zetten, groot genoeg om de ad ministratie van alle Haagsche Fondsen in onder te brengen. Bij de administratie der 17 ziekenfond sen wordt een te groot gedeelte van het geld, dat de verzekerden in den vorm van geneeskundige hulp en verstrekkin gen moesten ontvangen, aan andere dingen besteed. En dat wordt evenzoo den medici en apothekers onthouden. Hier moet verandering komen. En het is voor alle partijen veel aange namer zoo deze verandering door de Fondsen zelve vrijwillig wordt aan gebracht. dan wanneer zii straks, van hoogerhand zou worden bevo len. En dat een dergelijk bevel bin nen niet al te langen tijd zal komen, daarvan zijn wij overtuigd. Van wie moet deze eerste stap uit gaan? Gaat deze uit van één der 17 of 20. dan vreezen wij. dat de anderen al dade lijk kopschuw worden. Gaat hij uit van de medici, dan vreezen wij evenzeer moeilijkheden. De Geneeskundige Gids kan vooralsnog slechts propaganda ma ken voor de noodzakelijkheid van sa menvoeging der fondsen. Om tot resul taten te komen, zullen ook anderen zich hier voor moeten spannen, anderen, die in de tegenwoordige omstandigheden nog bevoegdheid en macht hebben om in het algemeen belang dwingend te kun nen optreden. Het voorbeeld ten deze is reeds gege ven. Prof. dr. A. van Poelje, secretaris generaal en als zoodanig waarnemend hoofd van het Departement van Onder wijs, Kunsten en Wetenschappen, heeft hPt initiatief genomen tot samenvoeging van organisaties op de gebieden, welke onder zijn departement ressorteeren. Ten aanzien van de ziekenfondsen concurrentievorderingen kon slechts on geveer 15 pet. worden uitgekeerd, zoodat een belangrijk bedrag ook na het faillis sement nog te betalen overbleef. De heer X. bleef echter niet hij de pakken neerzit ten, doch trachtte zich weer opnieuw een bestaan te verschaffen en opende naar mate hij hierin slaagde onderhandelin gen met zijn vroegere crediteuren over de definitieve afdoening van hun vorderin gen. Het gelukte hem met onderscheide ne schuldeischers een regeling te tref fen, waarbij hij tegen betaling van ver schillende bedragen finale kwijting ver kreeg. Daar het aantal schuldeischers groot en de bedragen hunner vorderin gen hoog waren vorderde het treffen van een accoord langen tijd. Inmiddels maan de een van de crediteuren genaamd Y., steeds dringender om betaling. Het was hem bekend, dat dc heer X. er langza merhand weer 'bovenop gekomen was en dat hij er prijs op zou stellen niet nog eens failliet te gaan. Ten einde zijn aan maning meer kracht bij te zetten, vroeg hij derhalve het faillissement van X. aan, waarmee deze crediteur succes had, want met dezen stok achter de deur ontving hij 60 pet. van het restant zijner vorde ring, wetende dat hij daarmede veel meer ontving dan de andere crediteuren, die met 10 a 15 pet. genoegen hadden geno men. Eenige jaren later ontwaarde X. tot zijn sohrik dat dezelfde crediteur Y. het er nog niet bij had laten zitten, maar thans ook nog de schuldvorderingen had opgekocht van enkele andere oude schuldeischers. Voor ongeveer 157 had Y. namelijk een drietal vorderingen ge kocht, die nominaal 4400 waard waren. Bij dit opkoopen had de bewuste Y. voor gegeven, dat die oude vorderingen op X. geen waarde meer hadden, dat hij zelf immers ook niets ontvangen had en dat het slechts in zijn bedoeling lag X. nog eens flink er tusschen te nemen. Dat X. alle moeite deed om geleidelijk met zijn oude schuldeischers af te werken, werd wijselijk verzwegen. Dc overdracht van evenbedoelde schuldvorderingen werd aan X. betce- kend, waarop loonbeslag volgde, hetgeen naar het schijnt ontslag van X. uit dien6 betrekking met zich bracht. Daarna pro beerde onze crediteur het nog eens met een faillissementsaanvrage, die evenwel werd afgewezen. Toen was X. het, die tot het uiterste geprikkeld, zijn credi teur Y. een proces aandeed ter zake van onrechtmatige daad, waarbij hij veroor deeling vorderde van Y. van een bedrag van ruim 4.000, zijnde het nominale bedrag der vorderingen verminderd met den daarvoor betaalden koopprijs van 157. De Rechtbank erkende in haar vonnis, dat de crediteur inderdaad door het opkoo pen der vorderingen een onrechtmatige daad had gepleegd jegens X.. maar kon de vordering toch ook niet toewijzen omdat X. in werkelijkheid nog geen schade ge leden had, daar hij nog niets betaald had Het vonnis was echter wel zoo duidelijk, dat den slimmen crediteur wel alle lust ver gaan zal zijn om nog eens Xeen strik te spannen. IIP EN ander geval, dat zich op het eerste gezicht als volkomen regel matig aandiende betrof de vordering van een boekhouder op zijn voormaligen werkgever tot betaling door dezen van een inaandelijksche uitkeering van 250 Tot staving van deze vordering legde de boekhouder een schriftelijke schuld bekentenis over waarin o.m. werd ver meld, dat deze uitkeeringen zonder on derbreking zouden voortduren tenzij de boekhouder de mondelinge afspraak zou schenden welke aan deze verbinte nis ten grondslag lag. Naderhand kwam uit, dat de boekhouder was ontslagen wegens strafbare feiten ten opzichte van zijn werkgever maar dat deze practisch was gedwongen geworden tot het teeke nen van dit stuk omdat de ontslagene had gedreigd met een aangifte bij den officier van justitie wegens door zijn werkgever gepleegde belastingontdui king. De boekhouder beloofde de aan klacht niet in te dienen als hem even- genoemde schuldbekentenis werd ter hand gesteld; dit was de „mondelinge afspraak" waarvan de acte sprak. Toen aan deze werkgever bleek, dat de klacht toch was ingediend staakte hij dc beta ling van dc maandelijksche uitkeering. Hierop sprak de boekhouder zijn vroege- ren werkgever aan tot betaling en vorderde in kort geding een voorschot op het in to taal verschuldigde, maar werd in het onge- liik gesteld omdat de rechter de overeen komst tusschen eischer en gedaagde van dien aard achtte, dat hij alle redenen aan wezig achtte om aan te nemen, dat deze overeenkomst wegens het gemis aan ge oorloofde oorzaak nietig zou worden ver klaard. Inderdaad verklaart de wet een overeenkomst zonder oorzaak, of uit een valsche of ongeoorloofde oorzaak, krach teloos. Zoo ziel men dus, dat datgene, wat op het eerste gezicht volkomen in orde lijkt, ten sloite door den rechter zal wor den afgewezen, wanneer hem blijkt, dat de achtergrond van het geval zedelijk afkeurenswaardig is. komt er nog een ander zeer gewichtig motief bij: het belang van de leden der fondsen, van de medici en van de apo thekers. Gelijk het waarnemend hoofd van het Departement van Onderw ijs. Kunsten en Wetenschappen zijn gezag heeft doen gelden om de onder dat departement ressorteerende organisaties op hetzelfde gebied en met hetzelfde doel tot elkaar te brengen, zoo kan het waarnemend hoofd van het departement van sociale zaken dit doen op zijn gebied, ten deze gesteund door den directeur-generaal voor de Volksgezondheid. Ordening in het gezamenlijk belang is noodzakeliik. Het kan nu nog geschie den door do betrokkenen onder leiding van de bevoegde Nederlandsclie autori teiten Geschiedt dit niet zeer spoedig, dan is te verwachten: Ordening bii U. over U. zonder U". Wij doen daarom een ernstig beroep op de genoemde auto riteiten om tor zake onverwijld het noo dige initiatief te nemen."

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1940 | | pagina 6