Fusie in de voetbalsport
een feit geworden
De Laatste Bus
U.P.V.B. voor de laatste maal
in jaarvergadering bijeen
Z.U.T. bracht achthonderd
wandelaars bijeen
Vele bezwaren
overwonnen
Alle voetbalbonden samengesmolten tot
één Ned. Voetbalbond
In het vervolg „district Utrecht van
den N.V.B."
Vele moeilijkheden moesten overwonnen
worden
d o<
Cecil Freeman Cregg
2e BLAD PAG. 2
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
MAANDAG 5 AUGUSTUS 1940
ATU volgens een officieeie mededeeiing van de nationale stichting
-1- N ter bevordering van de lichamelijke opvoeding de fusie bij de
voetbalsport een feit is geworden, hebben zeer velen zich afgevraagd,
wat de gevolgen zijn van een dergelijk ingrijpend besluit in ons
nationale sportleven, in het bijzonder voor wat betreft de tak voetbal
In verband hiermede heeft een redacteur van het A.N.P. een onder
houd gehad met den burgemeester van Veenendaal, mr. J. J. P. C. van
Kuyk, den voorzitter van de stichting ter bevordering van de lichame
lijke opvoeding, die op instignatie van den secretaris-generaal van het
departement van onderwijs, kunsten en wetenschappen, prof. dr. G.
A van Poelje, en aangewezen door het rijkscollege voor de lichame
lijke opvoeding, opnieuw het initiatief heeft genomen orrV te komen
tot de gewenschte concentratie der verschillende bij de voetbalsport
betrokken bonden en federaties
DE bezwaren, welke eertijds
tegen een fusie bestonden,
kwamen nu natuurlijk terstond
opnieuw naar voren, aldus de
heer van Kuyk. Vele besprekingen
zijn er noodig geweest om tenslot
te tot de inmiddels bereikte op
lossing te komen. Zeer belangrijk
was wel de noodzakelijkheid, dat
wij o.a. ten aanzien van de R.K.
Federatie voorop dienden te stel
len, dat aan het karakter van de
bonden en de vereenigingen niet
getornd kon worden. Uitgaande
van dit eenige gezonde standpunt,
moesten wij dus onder alle om
standigheden rekening houden
met het karakter van de bij deze
fusie betrokken bonden en ver
eenigingen.
Daarom hebben wij begrijpelijk lang
stil gestaan bij de oplossing van dit
probleem voor de R. K. federatie, waar-
bil rekening gehouden moest worden
met tal \an wenschen van R. K. zijde.
Het is ons evenwel toch nog spoedig
gelukt tot een uitstekende oplossing
van dé moeilijkheden te komen, waar
door het mogelijk is gebleken tot een
fusie te komen, zonder dat ook maar
in een klein onderdeel afbreuk behoef
de te worden gedaan aan bet karakter
der bonden en vereenigingen, dus
waarbij men zich hoofdzakelijk heeft
bepaald tot een fusie ten aanzien van
de beoefening van de sport (wedstrijd
wezen).
Hieruit volgt dus, dat het niet in de
bedoeling heeft gelegen en dat het
ook niet de bedoeling kan zijn in
de toekomst, dat de bonden, even
tueel de vereenigingen, op zichzelf
ophouden te bestaan. Er bestaat in
de toekomst geen enkel bezwaar
tegen het voortbestaan van deze
bonden en vereenigingen, vooral
als men rekening houdt met de
omstandigheid, dat voor wat be
treft de lagere elftallen men auto
matisch terecht komt op het terrein
van de jeugdorganisaties.
Ten aanzien van het jeugdvraagstuk
hebben wij geen enkele bemoeienis.
Deze materie resorteert bij den cen-
tralen jeugdraad. Men kan dus veilig
aannemen, dat voorloopig althans voor
de lagere elftallen de toestand blijft
zooals deze tot op den dag van heden
was. Bovendien is de tijd te kort om
ook voor de lagere regionen nog dus
danige maatregelen te treffen om tij
dig gereed te zijn voor het nieuwe sei
zoen. Ten aanzien van de R.K. federa
tie, en hetzelfde geldt ook voor de an
dere bonden, doch dan naar omstan
digheden eenigszins gewijzigd, kan dus
de thans tot stand gekomen fusie als
volgt worden samengevat.
Alle landelijke voetbalbonden
zijn tot één Nederlandschen voet
balbond samengesmolten. Daaruit
volgt, dat de R.K. Federatie van
voetbalbonden (R.K.F.) en de in
terdiocesane competitie voetbal
bond (I.V.C.B.) hun competitie
spelen in nationaal verband, dus
in den Nederlandschen voetbal
bond.
Zij behouden dus dezelfde rechten en
plichten als in het verleden. Waar het
hoogere voetbal is ingedeeld in de lan
delijke competitie van den nieuwen
Nederlandschen voetbalbond, is daar
entegen voor het lagere voetbal (dat
tot nog toe uitkwam in de desbetref
fende diocesane bonden) de mogelijk
heid blij\en bestaan om kringsgewijze,
zooals voorheen, te blijven spelen een
competitie tusschen katholieke ver
eenigingen bij den kring aangesloten
en onder .katholieke leiding, dus geheel
overeenkomstig den ouden toestand.
Het kan dus voorkomen, dat het eerste
elftal van een katholieke vereeniging
dat vroeger uitkwam in de eerste klas
se van den I.V.C.B. in het komende
seizoen uitkomt in de competitie van
den Nederlandschen voethalbond, ter
wijl een lager elftal van dezelfde ver
eeniging van de thans tot stand geko
men fusie niets bemerkt, omdat het
zooals voorheen wederom normaal uit
komt in de competitie van het diocees
waaronder de vereeniging ressorteert,
dus geheel in Katholiek verhand.
Het zal in de praktijk hierop
neerkomen, dat alleen oudere, dus
rijpere spelers, geschikt om te spe
len in een sterk elftal, dat uitkomt
in de competitie van den N.V.B. in
neutraal verhand zal spelen. De
Katholieke kringen zijn evenwel in
de toekomst wel aangesloten bij het
nationale verband.
Hieruit volgt dus, dat wij de bestaan
de bonden en vereenigingen zoo min
mogelijk hebben aangetast voor wat het
karakter betreft. Vereenigingen die be
halve voetbal ook nog andere takken
van sport beoefenen, zullen wat betreft
voetbal rekening hebben te houden met
den N.V.B.doch verder volkomen on-
afhankelnk voort kunnen werken aan
datgene wat met zulk een voortvarend
heid werd opgebouwd en met zulke
groote financieele offers tot stand is ge
komen. Het zou hoogst onrechtvaardig
geweest zijn, indien wij ons ten dien
aanzien rechten hadden aangematigd,
welke geheel buiten onze competentie
liggen. Bovendien zouden de moeilijk
heden, welke nu vrij spoedig konden
worden overwonnen, dan absoluut niet
te overbruggen zijn geweest en de voor
gestelde fusie nooit tot stand zijn geko
men. Ongestraft kan men het karakter
van een vereeniging nu eenmaal niet
aantasten.
Tenslotte moet men er wel rekening
mede houden, dat wat nu ten aanzien
van de voetbal tot stand is gekomen,
niet als richtlijn kan worden gebruikt
ten aanzien van de fusie van de andere
sporten. Iedere tak van sport heeft bij
zondere kenmerkende moeilijkheden,
zoodat voor iedere tak van sport een
zelfde procedure met langdurige bespre
kingen en zeer taktische onderhande
lingen zal moeten worden gevoerd
Nauwkeurig moet worden nagegaan,
welkp oorzaken hebben geleid tot de
versnippering, welke thans teniet ge
daad diene te worden. Evenals hij de
voetbalsport blijken de afgevaardigden
van de andere takken van sport met
denrelfden goeden geest bezield te zijn
Het kan ook niet anders, want
bij de voorbesprekingen stellen
wij de volgende richtlijnen op den
voorgrond:
1. Van het clubleven dient te
worden afgebleven.
2. Particuliere vereenigingen en
instellingen hebben het recht zelf
aan te wijzen, wie zii als leden
wenschen toe te laten en hoe haar
eigen financiën te beheeren Over
heidsbemoeiing in deze is abso
luut overbodig. Iedere club be
houdt zijn eigen samenstelling en
richt zijn eigen spel in.
Na voetbalde wandelsport
Nu het bestuur van den Nederl.
Voetbal Bond is geconstitueerd heb
ik mij volkomen teruggetrokken ten
aanzien van deze tak van sport,
daar mijn taak hier thans gereed
is. Op Vrijdag a s. vindt een bespre
king plaats ten aanzien van de wan
delsport, waarbij ik verwacht, dat
wij reeds spoedig tot de gewenschte
overeenstemming zullen komen.
Hierbij komt ook nog de kwestie van
de Nijmeegsche Vierdaagsche op de
proppen. Ten aanzien van de verhou
ding van de N. B. v. L. O., welke nog
steeds deze Vierdaagsche organiseert en
de wandelsport in het algemeen, kan ik
u slechts mijn persoonlijke opvatting
mededeelen, gebaseerd op een bespre
king, welke ik onlangs had met majoor
Breunese.
Majoor Breunese juicht het streven
om naar een gewenschte oplossing te
komen ten zeerste toe en was evenals
ik de meening toegedaan, dat zeer spoe
dig een zoodanige oplossing zal kunnen
worden gevonden, waarbij aan de
nieuw te stichten wandelorganisatie in
samenwerking met de N. B. v. L. O. de
organisatie van de Vierdaagsche zal
kunnen worden overgedragen Hoe de
fusie in deze tak van sport tot stand
zal komen is van te voren moeilijk te
zeggen, want de oplossing is daarvoor te
veel afhankelijk van verschillende fac
toren.
Doch de eventueele bezwaren,
welke van zekere zijde naar voren
kunnen komen, zullen hij lange na
niet opwegen bij die, welke wij bij
de besprekingen van de voetbal
spart hadden te overbruggen. Wij
hebben hier reeds voor heetere vu
ren gestaan. Toch zullen zij, die om
persoonlijke redenen bepaalde
groepsbelangetjes kennelijk wen
schen op te dringen, goed doen deze
persoonlijke affecties thans te laten
wijken voor het nationale belang,
waarbij het groepsbelang onderge
schikt dient te blijven.
Wie dat niet kan, begrijpt het teeken
van dezen tijd niet en kan niet geschikt
worden geacht om mede te werken aan
den wederopbouw van ons nationale
bestel. De Vierdaagsche is op zichzelf
ook van ondergeschikt belang en komt
dus pas op de tweede plaats aan de
orde, nadat eerst de fusie is verkregen.
Het werk van majoor Breunese is his
torisch gegroeid tot een waardevolle
traditie, waarnaar jaarlpks duizenden
met belangstelling uitzien. Dit hoogte-
Zaterdagmiddag kwam de Utr
Prov. Voetbalbond voor de laatste
maal m de oude samenstelling in
jaarvergadering hijeen. De diner
zaal van het Jaarbeursrestaurant
was vrijwel geheel bezet, toen voor
zitter M. Welle tot de opening over
zing. Deze constateerde allereerst
dat de afgeloopen nood-competitie
weinig bevrediging had' geschonken.
Eerst onttrok de mobilisatie vele
voetballers aan het spel. vervolgens
de regenperiode en tenslotte de
lange vorstperiode, die de afwer
king van de competitie geheel en al
verstoorde. De oorlog kwam en
daarmede tevens het einde van de
voetballerij. Spreker eerde de U. P.
V. B.-ers, die streden voor hun
vaderland en herdacht hen die hun
leven daarbij hebben gelaten.
Dat er van de competitie toch nog
iets is terecht gekomen, danken we aan
de medewerking van clubs en officials
De toekomst zal veel van ons vragen,
van de vele hokjes die ons gescheiden
hebben moeten de schotjes worden
weggenomen. Een voorbeeld hiervan is
reeds de oprichting van den Neder
landschen Voetbalbond, waardoor ook
wij voor de laatste maal als U.P.V.B.
bijeen zijn. Onze U.P V.B. wordt, of is
het eigenlijk reeds een onderafdeeling
Utrecht van den N.V.B., waarin worden
opgenomen met ons de Katholieke,
Christelijke en Arb. Sportbond vereeni
gingen. Men den wensch dat ook deze
bijeenkomst zou bijdragen tót bloei van
het lagere voetbal, verklaarde de prae-
ses de jaarvergadering voor geopend.
De notulen en ingekomen stukken
ga\en geen reden tot discussie.
Het jaarverslag van secretaris A. J.
Bouwens werd zonder een enkele op
merking goedgekeurd. Onder instem
ming van de vergadering bracht de
heer Welle aan den heer Bouwens en
zijn assistenten* dank voor het uitmijji-
tende werk in het afgeloqpen jaar ver
richt.' De verslagen van de verschil
lende commissies werden eveneens
goedgekeurd.
Het financieel verslag van penning
meester J. C. Verthoren. sluitende niét
een totaal bedrag aan inkomsten en
uilgaven van 8674.16 en een nadeelig
saldo groot 845.95, is vervolgens zon
der opmerkingen goedgekeurd.
Op voorstel van de Kascpmmissie
werd den heer Verthoren décharge ver
leend voor zijn uitstekende beheer van
de Bondsgelden en heeft de voorzitter
onder applaus den penningmeester
dank gebracht voor zijn werk.
De begrooting voor het komende
boekjaar werd vastgesteld op 8350, de
persoonlijke contributie van gewone
leden 50 cent. adspiranten 20 cent. Het
inleggeld 10 per elftal deelnemende
aan de gewone competities en 3 per
elftal deelnemende aan de jeugdcompe-
tities. De kosten voor de spelerskaarten
werden evenals vorige jaren vastge
steld op 10 cent per kaart.
De bestuursverkiezing gaf geen moei
lijkheden, bij enkele candidaatstelling
werden de aftredende heeren J. W. Re-
pelius, J. C. Verthoren en A. Mosterd
herkozen. In de vacature P. Mackaay
punt van onze nationale wandelsport is
natuurlijk een aangelegenheid, welke de
nieuwe wandelsportorganisatie ook ter
harte zal gaan. Alleen daarom reeds
kan men verwachten, dat een juiste
wijze om tot samenwerking te komen
met de N. B. v. L O. te verwachten is.
Na de wandelsport zal de gym
nastiek aan de beurt komen, mo
gelijk gevolgd door de athletiek.
Dan zijn er nog verschillende an
dere takken van sport, waarvan
op een of andere wijze het verzoek
is binnengekomen om ook hierin
regelend op te treden, zooals wiel
rennen, zwemmen, krachtsport,
tafeltennis en handboogschieten.
werd in verband met de reorganisatie
op voetbalgebied niet voorzien.
De Kascommissie werd als volgt sa
mengesteld- W. van Buuren, F. N van
Dijk Jr. en J. van Doesburgh.
De Commissie van Beroep werd als
volgt herkozen: P. A. de Haan. mr. R.
W. Pik. B. Spanjersherg en plv. lid mr.
A. Murman.
Bij de rondvraag heeft de afge
vaardigde van F.A.K. er op gewe
zen, dat in het belang van de voet
balsport zoo eenigszins mogelijk
een gewone competitie moet wor
den vastgesteld. De heer Welle was
het hiermede eens, doch kon op dit
oogenhlik geen bepaalde toezegging
doen, dit hangt van de omstandig
heden af.
Arts J. Jongh te Utrecht hield ver
volgens een korte causerie over Medi
sche Sportk -"-ing. Op duidelijke wijz»
werd het nut hiervan, doch ook de v
plichting daartoe uiteengezet. Er is no?
te weinig medewerking van de clubs.
Keuring voor deelname aan vedstrij.
den is noodig. zij die afwijkingen heb
ben moeten niet spelen.
Verschillende afgevaardigden steun
den het betoom van den heer Jongh
hoopten op een verplichtend stellen
van deze keuring in de toekomst. Na
dat de heer Tamme ('t GooD den he*:
Welle dank had gebracht voc. zijn lel-
ding. sloot deze met enkele opwekken
de woorden de in rccordtüd afgewerk
te jharvergadering van den U.P.V.B.
NDANKS zeer veel tegenslagen
zijn de een- en tweedaagsche
wandelmarschen. welke Z.U.T. het
laatste weekend georganiseerd heeft
tot een sportief succes geworden.
Gisteren verschenen er ruim vijf
honderd deelneemsters en -nemers
aan den start, zoodat de tweedaag
sche betrekking heeft gehad op on
geveer achthonderd tippelaars.
Veelal waren het Utrechtsche ver
eenigingen. De Amersfoortsche lie
ten. met uitzondering van St. Hu-
bertus en Volharding, verstek gaan.
Terloops mag wel even worden op
gemerkt, dat deze geringe Amers
foortsche deelname ons verbaasde
en een teleurstelling genoemd mag
worden.
Op het laatste moment kwam er
een technische storing in het me
chanisme van de organisatie: er
werd bericht ontvangen, dat de vijf
korpsen van den opbouwdienst en
een groep treinpersoneel niet moch
ten starten daar ook reeds de
groep E.H.B.O.-ers uit Utrecht door
allerlei oorzaken niet kon verschij
nen, beteekende dit, dat alle korp
sen onttrokken waren. De jhr. v. d.
Goes-beker is dus niet in het ge
ding geweest!
Zaterdagmiddag omstreeks vijf uur
bood de groote zaal van De Valk den
gezelligen aanblik, die er altijd is waar
eenige honderden wandelaars samen
zijn. In de vroolijk met sportieve em
blemen versierde zaal heeft de secreta
ris, de heer ter Wolbeek, een welkomst
woord gesproken. Terecht noemde hij
het uitvallen van de korpsen een des
illusie maar bij het opmaken van de
balans bleek toch, dat er nog ruim 300
overbleven. Hij kon ook niet nalaten, er
zijn spijt over uit te drukken, dat zoo
weinig plaatselijke vereenigingen had
den ingeschreven... Tenslotte wijdde
hij enkele woorden aan de aanwezig
heid van den heer W. Vogt, directeur
van de AVRO.
De heer Vogt wilde niet nalaten hier
op te antwoorden. Hij sprak over het
prachtige parcours van bosch en hei,
waardoor deze wandeltocht niet slechts
het lichaam trainde, rnaar ook de be
langstelling voor natuurschoon deed
ontw aken.
In dezen tijd, zoo zei hij, zal zeer ze
ker de sport zich breeder en dieppr
kunnen ontwikkelen dan vroeger. Dit
zal zeer ten goede komen aan het wan
delen, de sport, die misschien de beste
toekomst voor zich heeft. Onderweg
had de heer Vogt al die zingende wan
delaars met veerkrachtigen tred aan
zich voorhij zien gaan. Hij dacht toen:
F.en land, dat over een dergelijke jeugd
beschikt, hoeft voor zoo'n toekomst niet
beangst te zijn.
De uitslagen van den Zaterdagm
dag luidden: Eerste prijs Volharding,
tweede prijs Drakenburg, Baarn. Extri
prijs grootste schoolgroep: school
Wijersstraat.
Gistermiddag zijn er dus ongeveei
vijfhonderd aan den start verschenen
Precies om twaalf uur werd het ver
treksignaal gegeven. Waarschijnlijk
tengevolge van het ietwat ongewom
uur, was de belangstelling van derdei
niet zoo heel groot.
De voorzitter, de heer J. W. van El:
heeft na den finish een paar woordei
gesproken. Hij begroette jhr. F. J.
Calkoen, voorzitter van „Harmonisch!
Lichaamsontwikkeling" en de lede:
van de commissie van aanhevelin.
Voorts bracht hij dank aan allen, di
aan het welslagen van dezen marsc!
een of meer steentjes hadden bijgedra
gen.
Hierna werd het wyoord gegeven aa:
den secretaris van den S.G.W.B., de:
heer v. Eijk, die gisteren als afgevaar
digde (Zaterdag werd ook de A.B
L.Ö. vertegenwoordigd door den hee
Oosterman) en gisteren als deelneme
op het appèl verscheen. Hij had er gee:
spijt van te hebben meegeloopen. H'
parcours was fraai, sportief en interei
sant. Het had hem verheugd, zoovee
Utrechtsche vereenigingen te zien star
teneen volgend maal hoopte hij
minstens even veel Amersfoortsche
ganisaties te mogen rekenen
De voorzitter van De Vierdaag
sche, uit Haarlem, kwam vervol
gens op het podium. Onder dave
rend applaus overhandigde hij den
heer ter Wolkbeek een lauwerkran
die Z.U.T. nog fé goed had, daar
het korten tijd geleden aan mar
schen rond Haarlem had deelgeno
men als verst komende vereeniging
Tot slot had de prijsuitreiking plaat
De uitslagen van Zondag luidden:
Vereeningigen. 1. DVA, Utrecht;
WIK, Utrecht; 3. Op Stap, Vreeland
Zoek de zon op, Utrecht.
Verstkomende groep: De Vierdaag
sche, Haarlem.
Grootste vereeniging: Zoek de zon
Jeugdgroepen: 1. St. Hubertus,
Zoek de zon op (tevens' grootste jeugrf
groep).
Groepsprijzen, boven 25 personen
Volharding, Zoek de zon op. met jeug
groep.
Groepsprijzen. boven 15 personen
W.I.K., Wandellust, Utrecht; Op Stap
Vreeland; Steeds Voorwaarts, Utrech'
St. Hubertus, DWS, Tiet; De Stet
Utrecht; St. Hubertus, jeugdgroep.
Volharding behaalde gisteren 70 pur
ten en kreeg daarmee de tweede ma?
V.V.V.'s wisselbeker in voorloopige
waring. DVA behaalde Zondag 65'A pn
FEUILLETON
30)
Hij snelde echter naar het politiebu
reau aan het andere einde van de stad,
sprong van den bok, en een minuut la
ter overviel hij den dienstdoende bri
gadier met een zenuwachtig verhaal.
Was hij niet zoo opgewonden geweest,
dan zou hij mogelijk niet geloofd zijn
Zooals de zaak nu was
Voordat inspecteur Hiegins er erg in
had wat er gebeurde, zaten ze boven
op hem. Een overval bij verrassing, uit
gevoerd door een brigadier, drie agen
ten en een opgewonden postbeambte,
die zich veilig op den achtergrond hield,
werd met volledig succes bekroond
fliggins' eerste waarschuwing was een
opgewonden kreet van:
„Dat is ie!"
Het volgende oogenhlik. voor hij ook
maar behoorlijk tijd had om zijn pijp
uit den mond te nemen, was hij vol
elagpn omringd Het eerste oogenhlik
dacht hij aan de bende van „de stem",
maar het zien van de postbeambte stel
de hem gerust, maar deed hem ook be
grijpen, wat er gebeurd was.
„Jou moet ik hebben." Het was de
brigadier, die sprak. Hiecins deed geen
moeite om te antwoorden, maar zocht
slechts naar ziin kaart, welke hij den
goeden man overhandigde. Hij scheen
dien dag niets anders te doen dan iden
titeitskaarten te overhandigen. De bri
gadier was behoorlijk onder den in
druk, maar keek den weinig presenta
belen inspecteur ontsteld aan. Dan zei
hij:
„Vermomd, meneer?
Higgins lachte. „Niet precies. Het
spijt me, dat je een vergeefsche reis
gemaakt hebt, maar.... a propos, van
wien is dat huis, hier een eindje ver
der langs den weg?"
„Weet ik niet, inspecteur Van wrien
het ook is. Hij vraagt te veel en kan
het daardoor niet kwijtraken."
„Toch is er iemand in."
„Heusch waar?" klonk de gespan
nen vraag „Dan is onze reis toch niet
heelemaal vergeefs geweest. Kom mee,
jongens."
„De man daarbinnen 'kan wel ge
vaarlijk zijn."
De brigadier keek den inspecteur
eens aan en Higgins schaamde zich
naar hehooren.
HOOFDSTUK XX.
Waarin de hoofdagent in gebreke blijft.
De geuniformde brigadier bezag de
voetsporen met een deskundig oog. Nu
de schemering reeds was aangebroken,
waren ze ook veel duidelijker te zien.
„Dronken!" mompelde hij teleurge
steld. Inderdaad scheen zijn oordeel
omtrent den indringer in het verlaten
huis waarheid te bevatten, want de
voetafdrukken (ongeveer veertien in
getal) toonden een slordige onregel
matigheid. Zij liepen weliswaar in de-
zplfde richting, maar de onderlinge af
stand tusschen ieder°n afdruk was
/eer verschillend.
Plechtig wandelde de brigadier naar
de voordpur. waarop hij luid begon te
kloppen. Eén van de agenten liep in
middels naar de achterdeur, terVvijl de
heide anderen inmiddels door de voor
ruit naar binnen tuurden. Op het klop
pen werd niet geantwoord, terwijl bin
nen ook geen enkel geluid vernomen
werd. Inspecteur Higgins sloeg van den
weg af het geval met belangstelling
gade. Na noe eens vergeefs geklopt te
hebben, haalde de brigadier een groot
mes te voorschijn, hetwelk hij tusschen
het kozijn en een van de ramen stak,
zoodat hij dit omhoog kon schuiven.
Daarna vroeg hij een van zijn onder-
hoorigen hem een „zetje" te geven
Drie minuten later verscheen hij in de
voordeur, met een teleurgestelde uit
drukking op het gelaat.
„Leeg!" riep hij op dramatischen
toon tegen Higgins.
Hij had gelijk.
Het huis was heelemaal leeg, zelfs
ongemeubileerd behalve dan een keu
kentafel, waarop een kreukelige enve
loppe lag, en een gebroken stoel. Hig
gins nam de enveloppe op. Op de voor
zijde stond gedrukt: „Briefpapier, \ier
vel en vier enveloppen. Een penny.
Waarde! Waarde! Waarde" Naar de
drie overgebleven velletjes postpapier
en enveloppen te oordeelen, was de in
houd ongeveer een halve stuiver waard
geweest. Om onbegrijpelijke redenen
had de uitgever ^rzuimd op de enve
loppe te drukken, dat er ook nog een
stukje vloeipapier in zat
Higgins hield het vloeipapier tegen
het licht en las de volgende boodschap-
„Wacht mij morgenavond hier in het
leece huis."
Meer niet. Voor de enveloppe was het
vlnej blijkbaar niet gebruikt
Verbaasd doorzocht de brigadier in-
tusschen de verschillende kamers. Het
spoor "Nan zijn modderlaarzen van het
raam af. waardoor hij naar binnen was
gekomen, tot aan de voordeur was nog
duidelijk zichtbaar. Inspecteur Higgins
riep den man bij zich en vroeg:
„Waren er ook zulke sporen te zien.
toen je hier binnen kwam?"
„Neen, meneer, nu u het zegt, die wa
ren er niet."
„En waarom niet?"
„Moet u mij niPt vragen, meneer."
„Dan zal ik het je zeggen. De man.
wie hij ook was, betrad het huis voor
dat het sneeuwde. Toen hij wilde ver
trekken, zag hij, dat er buiten c-enige
centimeters sneeuw lag, zoodat hij een
voudig achteruitloopend het huis ver
liet."
„Drommel, inspecteur. dat was
knap!"
„Ja, maar ik had het direct moeten
hegrijpen aan de onregelmatige voet
stappen. Dat is weer een lesje."
„Maar waarom deed hij dat, mijn
heer?"
„Omdat hij zijn kans direct bleek te
hegrijpen. Wij hebben hem in de kaart
gespeeld."
„Hoe dat zoo?"
„Door een onderzoek in te stellen in
het huis. Een voetspoor in de sneeuw
kwam hem uitstekend van pas."
„Maar hij kon op die sneeuw niet re
kenen."
„Neen. Ik zou er dan ook wat om dur
ven verwedden, dat je in den loop van
den dag een of andere mededeeiing zult
ontvangen, welke er op gericht is een
onderzoek in dit huis uit te lokken. Als
dat zoo is, zou ik den berichtgever maar
vasthouden
„Maar wat is hier te vinden?"
„Dit". Inspecteur Higgins hield hem
een stukje vloeipapier voor. „Een mau,
die slim genoeg is om direct gebruik
te maken van de pas gevallen sneeuw,
is niet zoo dom om zoo'n elementaire
fout te maken als het achterlaten van j
een stukje vloei, dat hij juist voor een
brief of boodschap gebruikt heeft. Het
was de bedoeling, dat wij dit zouden
vinden En morgenavond moet de po
litie hier zijn; wij kunnen er niets aan
doen. Het komt mij voor een valstrik Qf
een verraderlijke streek te zijn. Ik wil
er wat onder verwedden dat degene die
hier morgenavond binnenkomt, voor de
verrassing van zijn leven komt te
staan."
„Maar wij kunnen niets doen, indien
er werkelijk iemand komt."
„Volkomen met je eens. Daarom zeg
ik ook. dat wij nog niet alles gevonden
hphben, wat wij hier moeten vinden."
„Bij voorbeeld
„Daar heb ik geen flauw idee van."
Inspecteur Higgins deed de ontdek
king, welke hem niet al te zeer verrast-
te, want in den schoorsteen vond hij de
uniform van den pseudo-politieagent en
de inspecteur scheen den laatsten tijd
nu eenmaal een zwak voor schoorstee-
nen te hebben. Geen compleet uniform
was het, maar een helm en tuniek. In
den borstzak van de tuniek stak het
zakboekje, waarin geschreven stond
XX 57936. Dit was de uniform, die de
man gisteravond gedragpn had Heel
handig. Indien Higgins.om het boekje
gevraagd had, stond het er netjes in.
En dat deed hem denken aan,., het
was tvpisch dat hij het. vergeten had...
dat dit nummer terstond rondgezonden
moest worden met instructies om den
wagen aan te houdenHij riep den
brigadier en gaf de noodige instructies
De man kepk hem zonderling aan
moet dit hoek houden vingerafdruk
ken en de vernielde auto om den
hoek., had die heelemaal vergeten..
Inspecteur Higgins viel bewusteloos
op den grond en bleef daar onbeweeglijk
liggen.
„Die man heeft de constitutie van een
rhinoceros!heel lichte hersenschud
ding... een dag rust en hij is waar
sehijnlijk weer heelemaal in orde."
Higgins opende zijn oogen en zag eet
vriendelijken ouden heer over hem heer.
gebogen staan. Vlak naast hem zat d
brigadier op een stoel, met een uiterf
onbehaaglijke uitdrukking op het ge
laat, terwijl hij zijn helm steeds maai
tusschen de toppen van zijn vanger
heen en weer draaide. Aan den andere:
kant van het bed een verpleegster. E:
iets koels en verzachtends op zijn hoofd
Eerst dacht hij. j-omantisch, dat het d
hand van de zuster was. maar weldn
ontdekte hij. dat het een ïjszak was.
Hij glimlachte. Dat scheen aansteke
lijk te werken, want de dokter en d
zuster en dan, een beetje schaapachtig
ook de brigadier volgden zijn voorbeeld
„In orde. brigadier. Wij zullen heni n!
aan uw teedere zorgen overlaten", ver
volgde de dokter tegen de zuster. Beide'
trokken zich terug en de brigadie
\vierp zoo'n verwijtenden blik op Hk
gins, dat deze de wenkbrauwen fronst-?
„U had mij wel eens kunnen zegge
hoe slecht u er aan toe was, inspee
leur!"
De frons verdween en de glimlad
nam zijn plaats weer ln
„Ik wist het zelf niet. anders had i'
het zeker gedaan. Hartelijk dank, dat J'
me hier gebracht hebt. Nu, brigadier, il
heb een paar dingen, die je eens netje
voor me moet opknappen
„Tot uw dienst, meneer."
„Merci. Laat eens kijken Dat nuru
merhet autonummer, weet j'
wel
(Wordt vervolgJ