Gebrs. DIJKMAN (De Spin Sociale bijslag voor Nederl. arbeidskrachten in Duitschland Commissaris Woudenberg over de gebeurtenissen bij het N.V.V. Speciaal voor hen, wier grondloon minder bedraagt dan 50 R.M. per week VOOR DEN DUUR VAN 26 WEKEN Uw Loodgieter Uw Electro Techn. Inst. Publiek toone meer begrip! De nieuwe bepalingen voor het verzekeringsbedrijf Engelsche bommen uitgeworpen VAN 300 HOOFD BESTUURDERS ZIJN 28 ONTSLAGEN Ie BLAD PAG. 3 AMERSFOORTSCH DAGBLAD MAANDAG 9 SEPTEMBER 1940 's-GRAVENHAGE. 8 September. Het hoofd van de afdeeling Sociale Za ken van het Rijkscommissariaat deelt mede: De opneming van Nederlandsche arbeidskrachten in Duitsche bedrijven heeft gelukkige gevolgen gehad. Vele duizenden mannen en vrouwen hebben den roep tot het opnemen van arbeid aan de zijde van de hun stamverwante Duitsche arbeiders gevolgd. Hun loon- inkomsten zijn goed. zoodat zij thans na jarenlange werkloosheid kunnen be ginnen hun economische en sociale aangelegenheden weder op gezonden grondslag in te richten. De werkloosheid, haar gevolgen en begeleidende verschijnselen, zijn in Duitscheland uit den tijd van 1918 tot 1933 voldoende bekend. In het bijzon der is bekend het geleidelijke afzakken tengevolge van de werkloosheid, naar slechte omstandigheden, die dikwijls ge leid hebben tot den ondergang van ge zinnen. Op grond van deze ervaringen, die ook voor Nederland eelden, wordt voortaan, op bevel van de afdeeling sociale zaken, gegarandeerd, dat aan de in Duitschland geplaatste en nog te plaatsen arbeidskrachten een sociale bijslag gegeven wordt, die in het bijzon der tot doel heeft, aan de gezinnen der arbeidskrachten, die in Duitschland aan den slag zijn gegaan, de mogelijkheid te bieden den overgang naar geregelde economische en sociale verhoudingen te vergemakkelijken. Bij de invoering van den socialen bijslag is als grondslag voor de hoogte van den bijslag de groot te van het gezin aangenomen. De kin derrijke gezinnen brengen voor de ge meenschap da grootste offers en moeten daarom ook meer ontvangen. Het is vereischt. den socialen bijslag hun te doen toekomen, die niet in staat zijn zich zelf te helpen. Wie irt aanmerking komi Met ingang van 9 September 1940 ontvangen alle personen den socialen bijslag, die 1. sinds 15 Mei 1940 in Duitschland aan het werk zijn gegaan of nog zul len gaan en 2. daardoor van hun gezin geschei den moeten leven, en 3. wier grondloon minder bedraagt dan 50 R.M. per week of 225 R.M. per maand. Met. deze beperking van den kring van hen, die recht hebben op den so cialen bijslag, wordt gegarandeerd. dat alle mannen en vrouwen, die vrijwillig werk in Duitschland hebben ter hand genomen en nog zullen ter hand nemen, in het genot van den socialen bijslag zullen worden gesteld. Het spreekt van zelf, dat deze sociale bijslag slechts aan hen ggeeven wordt, wier inkomen bin nen zekere grenzen ligt. De vaststel ling van het grondloon op 50 R.M. per week of 225 R.M. per maand geeft den waarborg, dat alle minder welgestelde kringen omvat worden. Juist die ar beidskrachten. die een gering inkomen hebben, moeten geholpen worden. Bij de berekening van het grondloon gaat men uit van den normalen ar beidstijd en het. uurloon zonder meer. Bij de berekening van het grondloon mogen niet in aanmerking worden ge nomen: kinder- en vrouwenbijslag, schadeloosstelling voor de scheiding, bijslagen, die fe voren zijn overeenge komen. alsmede andere geldelijke uit- keeringen. Over welken tijd wordt de bijslag uitgekeerd? Zooals reeds gezegd, is de sociale bij slag een eitra uilkeering, opdat de gezinnen der Nederlanders, die in Duitschland werken, de mogelijkheid hebben, terug te keeren tot gezonde eco nomische en financieele verhoudingen. Het verleenen van een socialen bijslag i3 voor den duur van 26 weken vastgesteld. Daarbij is natuurlijk voorwaarde, dat hij die den socialen bijslag ontvangt, ook den geheelen tijd 26 weken in Duitschland werkzaam is. De bijslag kan dus niet uitgekeerd worden aan hen, die hun arbeidsveld in Duitschland verlaten hebben. Tot welk bedrag? De Nederlander, die in het Duitsche Rijk gaat werken, ontvangt, onverschil lig of hij werkloos is of niet. gedurende do eerste twee weken, dat hij in Duitsch land werkzaam is, dc volle ondersteu ning. welke hem ook gedurende zijn werkloosheid werd uitgekeerd of die hem. indien hij werkloos zou worden, uitgekeerd zou moeten worden. Na af loop van deze twee weken, treedt de regeling ten aanzien van een socialen hijslag in werking. Binnen den totalen duur van den socialen bijslag worden wekelijks de vol gende bijslagen uitgekeerd: gehuwden in de eerste in de tweede 13 weken 13 weken tot 1 kind 3.gulden 1,50 gulden met 2 kinderen 3,50 gulden 2,gulden met 3 kinderen 4,—gulden 2,50 gulden met 4 kinderen 4,50 gulden 3.— gulden met 5 kinderen 5,— gulden 3,50 gulden met 6 en meer k. 6,— gulden 4,— gulden De kostwinners van van hen finan cieel afhankelijke familieleden zijn in deze regeling eveneens opgenomen. Fun- iamenteel worden alle kinderen beneden 14 jaar voor het vaststellen van den socialen bijslag in aanmerking genomen. Hetzelfde geldt ook voor kinderen van 14 tot 21 jaar, voorzoover zij op school gaan of een vakopleiding krijgen. Boven dien worden ook die kinderen in aan merking genomen, onverschillig hoe oud zij zijn, die volgens een medisch attest wegens lichamelijke of geestelijke afwij kingen niet in eigen onderhoud kunnen voorzien en onderhouden moeten wor den. Voorschotten voor het aanschaffen van werk kleeding. Aan Nederlanders, die in Duitschland gaan werken, worden behalve den socia len bijslag, op verzoek ook voorschotten verleend voor het aanschaffen van werk en onderkléeding, schoenen enz. De hoogte van dit voorschot bedraagt voor iederen arbeider 20 gulden. Het wordt in korten termijn terugbetaald en kan later onder bepaalde omstandigheden worden gestaakt. Voor het aanschaffen van klee ding worden door de distributiekantoren bijzondere punten of kleerenkaarten ver leend. Als bijzonder verteergeld gedurende de reis naar het arbeidsveld in Duitschland ontvangt, ieder arbeider vier gulden. Zij, dia niet in het bezit van eenig geld zijn, hebben dus de middelen om voor de reis mondvoorraad te koopen. Het verleenen van een socialen bijslag is alleen ingesteld met het doel de min der bedeelde kringen der bevolking te helpen. De werkende menschen, die in het genot van dezen bijslag komen, ver plichten zich daarmede tot arbeidslust cn werkzaamheid. Arbeid en socialisme behooren bij el kaar en vormen een onscheidbare een heid. v.h. Pa. KRAAYENEST 1LOEMENDALSCHESTR 9 TEL. 5571 FEUILLETON door Johnston Mc. Culley i) HOOFDSTUK I. Het gouden taschje Bij het uitgaan van den schouwburg aan een der boulevards van New-York, kreeg John Warwik opeens weer dat eigenaardige gevoel, dat iemand hem iets trachtte mee te deden en daarom op hem lette. Hij haalde de schouders op, als om het van zich af te zetten en grinnikte inwendig. Bang was hij immers niet? Was. hij, rle man van wien zijn vrienden verklaarden, dat hij nergens bevreesd voor was. hang? Of was dit een nieuwe en tot nog toe ongekende gewaarwording? Ondanks zijn r.houdcrophalen. bleef het gevoel -voortduren en voelde hij lichte rillingen over zijn rug. Hoe kwam hij aan dat gevoel te midden van de vroolijke, uitgaande menigte om hem heen? Waarom moest hij midden in dat schitterende licht tusschen de opgewek te schouwburgbezoekers, die na nfloop hun auto's of taxi's, hun tram of onder- grondsohe opzochten, op een der best verlichte hoeken van een der hest ver lichte straten ter wereld, het gevoel krij gen, dat iemand op een ongewone ma nier zijn aandacht zocht te trekken? Was het werkelijk een nieuwe sensa tie, dan was hij er dankbaar voor. Hij meende alle mogelijke en denkbare sen saties reeds in zijn leven ondervonden te hebben en dacht dat er nu verder niets meer dan verveling te beleven was. Zoodra hij dan ook op straat was, bleef hij stilstaan, haalde een cigaret uit zijn koker en dwong zich, die rustig op te steken. Hij bemerkte, daf zijn hand niet beefde. Hij was heelemaal niet ze nuwachtig, En toch bleef dat gevoel. Hij hief zijn hoofd op en keek als toe vallig rond, schijnbaar zonder te bemer ken. hoeveel aandacht hij door zijn eigen persoonlijkheid trok. John War wik was groot, breedgeschouderd, knap, vijf en dertig jaar oud en zijn haren aan de slapen begonnen even te grijzen. Hij was een athleet, gezocht man in ge zelschap. Zijn portret had ontelbare ma len in de kranten gestaan en dus was het niets ongewoons, dat zeer veel men schen hem herkenden. In het begin ag hij niet anders dan de goedgekleede menigte van lachende heeron en dames, die vroolijk afscheid namen om ieder zijn eigen weg te gaan Hij zag krantenjongens met de nieuwste edities tusschen de menschen doorkrui pen. Hii zag een politieagent zich traag een weg door de menigte banen met een verveeld gezicht. Daar zat niets onge woons in. niets wat iemand een rilling of het gevoel, dat iemand zijn aandacht wilde trekken, kon bezorgen. Maar het gevoel wilde niet wijken en nogmaals keek Warwik om zich heen. Hef, was hem. of hij stekende blikken in zijn rug voelde, dwingende blikkenblikken. die om antwoord vroegen. En toen opeens zag hij het meisje! Het was hetzelfde meisje, dat hem in een loge opgevallen was, dacht hij bij Distributie voor restaurants AMSTERDAM. 8 Sept. De Horecaf- persdienst verzoekt ons het volgende mede te deelen: HET Nederlandsche publiek is ver wend, dat weten de restaurateurs uit ondervinding. Het publiek wil in hun inrichtingen goed eten. liefst nog een tikje overdadig en in elk geval be ter dan thuis. Het restaurant is voor hen een „uitje", waarbij de kwaliteit en hoeveelheid van het gebodene het hun ne moeten bijdragen om de stemming te veihoogen. In de restaurants heeft het Nederland sche publiek tot op heden van distribu tie nog niet veel gemerkt. Het kon vrij wel nog bestellen wat het wilde, en van een rompslomp met bonnen was boven dien geen sprake. Integendeel, sommige slimmerds hadden reeds gemerkt, dat zij zich in het huishouden wel eens een bonnetje konden uitsparen door in een restaurant te eten. Gelden de distributiemaatregelen dan niet voor hotels? Vraag het den restau rateurs en ge zult zien hoe hun gezicht betrekt. Ook zij zijn voor hun inrichting onderworpen aan dezelfde restricties als het publiek, alleen volgens een ander systeem. Maar vraag hun niet hoeveel kopzorgen het hun' kost om het publiek er zoo weinig mogelijk van te laten merken. Zij zien zich n.l. maandelijks van de waren, welke aan distributie on derhevig zijn. een percentage toegewe zen van de hoeveelheden, welke zij ver leden jaar in dezelfde maand gebruik ten. Daarmede moeten zij rondkomen, hetgeen wil zeggen, dat zij de porties voor het publiek van de gedistribueerde goederen in evenredige mate moeten inkrimpen. Deze werkwijze brengt voor hen vele moeilijkheden mee, doch deze wegen ruimschoots op tegen de soepel heid van het systeem, dat hen niet noodzaakt voor elke bestelling bonnen van de gasten te vragen. Zij zullen u zeggen, dat zij de overheidsinstanties hoogst dankbaar zijn voor de getroffen regeling, welke tevens het bewijs vormt voor het gewicht, dat de overheid aan het restaurantbedrijf als economische factor in onze volkshuishouding toe kent. Deze regeling beteekent een groote gunst, daarom verwacht de overheid, dat de restaurateur blijk geeft van zijn waar deering door de uiterste zuinigheid met de hem toegewezen levensmiddelen in acht te nemen. Soberheid en eenvoudigheid zul len daarom hun stempel drukken, niet alleen op de menu- en dag kaarten, doch ook op de opgediende schotels. Geen keuze meer uit een dagkaart van eenige bladzijden, im mers uitgebreide dagkaarten nood zaken tot het aanhouden van groote verscheidenheid van voorraden en tevoren klaargemaakte spijzen en daaruit voortvloeiende evenredige stijging van bederf. Geen zoodanige hoeveelheid van jus meer op scho tels of ln kannen, dat het publiek een gedeelte Iaat staan, dat in de gootsteen verdwijnt. Geen brood meer bij de soep en geen mooi op gemaakte schotels, waarbij extra grondstoffen moeten worden ver werkt. Kleine geschenken als toegif ten bij de thee en de borrel zullen eveneens verdwijnen al naar mate de distributie voortgang vindt. Het publiek profiteert in hooge mate van deze gunstige distributieregeling voor het restaurantbedrijf mee, al moet men ook met minder tevreden zijn dan voorheen. De menu- en dagkaarten blij ven „voor elck wat wils" bieden en de koks doen extra hun best om het be stelde zoo smakelijk mogelijk op te die nen. Op deze wijze wordt het publiek gedistribueerd, zonder dat het zulks merkt. Het blijft daarom aanlokkelijk om eens in een restaurant te eten. Wilt gij, dat die toestand gehandhaafd blijft? Dan rust ook op u, bezoeker van onze restaurants, de plicht om den res taurateur fe steunen bij zijn streven naar zuinigheid met grondstoffen. Toon begrip voor de moeilijkheden, welke daaraan verbonden zijn en toon dank baarheid door uw eischen niet te hoog te stellen. Vraag geen extra's welke niet op de kaarten vermeld staan. Verwacht geen toegiften of kleine attenties, be staande in extra hapjes. De restaurateur die niet de uiterste soberheid betracht, brengt de mooie distributieregeling in gevaar cn het publick, dat hem daarin niet steunt, toont weinig begrip van den tegenwoordlgen toestand. Naar aanleiding van circulaire no. 5 van de commissie voor het verzekerings bedrijf wordt door de contact-commissie te Amsterdam en het bestuur der Veree- niging van assuradeuren te Rotterdam,, die over deze zaken overleg .hebben ge pleegd. medegedeeld, dat de hieronder volgende regeling is ontworpen met be trekking tot de verzekeringen bil Brit- sche en Fransche brand- en transport verzekering-maatschappijen. Daarbij is uitgegaan van de gedachte, dat als algemeene regel onverplichte be talingen uit het saldo dier maatschap pijen niet in het belang is van verzeker den en niet in overeenstemming met de door de maatschappijen gegeven in structies, terwijl voorts aan de nako ming van contractueele verplichtingen, behoudens de navolgende afwijkingen, moet worden vastgehouden. De regeling luidt als volgt: 1. Voor verzekeringen, ingegaan vóór 10 Mei 1940, waarbij vooruitbetaling van premie voor den vollen duur der verze kering was overeengekomen, is de pre- mie volledig verschuldigd, onverschillig voor welken termijn de verzekering was gesloten. 2. Verzekeringen, ingegaan vóór 10 Mei 1940 en gesloten voor langer dan twaalf maanden met jaarlijksche pre miebetaling, mogen per den eerstvolgen- den premievervaldag na den datum van deze kennisgeving geannuleerd worden. 3. Verzekeringen, ingegaan vóór 10 Mei 1940 en gesloten met stilzwijgende continuatie, mogen per den eerstvolgen- den premievervaldag na den datum de zer kennisgeving onafhankelijk van den opzeggingstermijn worden geannuleerd. 4. Verzekeringen, ingegaan na 10 Mei 1940 doch vóór den datum dezer kennis geving, en gesloten' voor langer dan twaalf maanden mogen, onafhankelijk van den opzeggingstermijn, worden om gezet in verzekeringen voor twaalf maanden. 5. Verzekeringen, gesloten vóór 10 Mei 1940, doch ingaande na den datum dezer kennisgeving, mogen geannuleerd worden. ROSMALEN, S Sept. Vannacht heb ben Engelsche bommenwerpers in de omgeving van 's-Hertogenbosch een drietal bommen neergeworpen. De pro jectielen kwamen terecht in een polder te Orthen nabij Den Bosch. Een door dezen polder loopende kabel van het P. E. N. werd getroffen, tengevolge waar van de kabel niet meer functionneerde. Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor. De materieele schade is gering. Voorts zijn vanmorgen twee bommen gevallen in het land van den landbou wer H. Stuyt aan de Jan Glijnisweg en den Huygendijk. De projectielen kwamen 300 meter achter de boerderij neer en troffen daar vijf schapen. Twee van deze waren ter stond dood, twee anderen moesten wor den afgemaakt. Van de boerderijen van d elandbouwers Schilder Sr. en Schil der Jr. gingen ruiten aan scherven. DE VERORDENING INZAKE RONDTREKKENDE ONDERNEMINGEN Zooals reeds eerder gemeld, verbiedt een verordening van den secretaris generaal van het ministerie van Bin- nenlandsche Zaken van den secretaris generaal van het ministerie van Justitie en van dien van Handel, Nijverheid én Scheepvaart met ingang van 9 Sept. voor de Waddeneilanden en voor hel reeds eerder omschreven kustgebied de uitoefening van hun beroep aan van plaats tot plaats trekkende kooplieden en andere ondernemers (rondtrekkende ondernemingen). Onder rondtrekkende ondernemers worden diegenen verstaan, die buiten het gemeentegebied van hun woon plaats zonder vaste vestiging en zonder voorafgaande bestelling, in eigen per soon: L waren te koop aanbieden. 2. warenbestellingen opzoeken, of waren bij andere personen dan bij kooplieden of in andere plaatsen dan op open verkoopplaatsen tot wederver koop opkoopen. 3. zelfgemaakte producten aanbieden 4. muziekuitvoeringen, tooneelspel, theatervoorstellingen of andere open luchtvoorstellingen geven zonder dat het hier een hooger belang vfen de kuns* of de wetenschap betreft. legde tenslotte het taschje op zijn knie- en om het te openen. Eerst vond hij niet anders dan wat hij verwacht had te vinden een poe derdoosje, een beursje met klein geld, en kele staaltje® japonstof. Onderin vond hij eenige kaartjes met alleen een naam Silvia Rodney. Doch daarop vond hij een stukje papier, van een theaterpro gramma afgescheurd. Verkreukeld en onder al het andere in een hoekje van het taschje weggestopt. Warwik streek het papiertje glad en zag, dat er iets od was gekrast, vermoedelijk met een speld. Hij hield het tegen het licht, en kon er toen de woorden op onderschei den: 4763 American Boulevard. Help! Help! John Warwik stopte het papiertje weer in het taschje, stak dit In zijn zak. leunde achterover in zijn stoel, greep naar zijn glas en grinnikte. Ze spelen nog steeds het oude spelle tje, dacht hij. Zeker geen vernuft genoeg om iets nieuws t© verzinnen. Een maagd in nood roept om hulp... Een dappere held enelt naar haar toe... verwikkelingen.... en zoo meer! En hoe loopt het af? Hij grinnikte nogmaals en dronk. Niets nieuwe op de wereld! iedere sensatie is oud, redeneerde hij verder. Landschappen, gebouwen, steden, man nen en vrouwen... van alles heb ik gezien... Avonturen, Intrigues, ontdek kingstochten allemaal meegemaakt! Altijd hopen op iet® nieuws... en nu dit! 't Is me wat! Hij dronk zijn glas leeg en bestelde er nog een. Hij had nog geen zin naar zijn kamers te gaan. Hij dacht weer aan het stukje papier in het taschje. Wat is de bedoeling, vroeg hij zich af. Waarom koos ze juist mij uit? Ik hen niet getrouwd, heb geen aristocrati sche relaties, en laat me niet chantce- ren, omdat het me niet kan schelen, wat de menochen van me denken. Beroo- ving? Dat zou me 'n grap zijn! Dat meisje. Hij dacht weer aan het meisje en trachtte zich haar voor te stellen. Ver draaid. Misschien^iad hij het tóch mis! Dat meisje was geen avonturierster... dat had hij op slag gezien. En toch had ze haar uiterste best gedaan, zijn aan dacht te trekken en opgepast, dat haar begeleider het niet zien zou. En zo scheen... verdraaid ja, dat was het.., ze scheen angstig te zijn geweest! Ik geloof, dat Ik een dwaas ben, maar ik moet er toch meer van weten, zei Warwik in zichzelf. Ik heb wel een avontuurtje noodig. Hoop is er wel niet. Ik weet van te voren, dat het niets nieuws zal opleveren. Hij dacht er nog eens over na. Het adres was een heel eind weg en het liep tegen middernacht. Hij kende de wijk.... een heel deftige. Niet een wijk om er 's nachts rond te scharrelen zon. der behoorlijk doel... Maar hij had toch een doel... dat gouden taschje terug brengen? Doch zou het niet dwaas 2ijn, dat zoo laat in den nacht t« doen? Kon hii het ding niet laten brengen? Natuurlijk. Maar het kon *een kwaad, eens poolshoogte te nemen. Hii had toch nog geen slaan en dus geen reden om naar huis te gaan. Heldere maan. Mooi weer voor een rit je. De frissche wind zou hem goeddoen. „Roep even een taxi voor mc," zei hij tegen den bediende. (Wordt vervolgd). AMSTERDAM, 8 Sept. In een heden te Amsterdam gehouden bijeenkomst van het Nederlandsch Verbond van Vakvereenigingen, waartoe alle hoofdbesturen van aangesloten,, vakvereenigingen waren opgeroepen, heeft commissaris Woudenberg een uiteenzetting gegeven van de gebeurtenissen bij het Ned. Verbond van Vakvereenigingen over de oorzaken, welke dit ingrijpen noodzakelijk maakten en de gevolgen, welke uit dit ingrijpen zijn voortgevloeid. Daarnaast zette commissaris Woudenberg uivoerig uit een, langs welke wegen gewandeld zal moeten worden om tot een nieuwe sociale orde te komen, welke de hereeniging der Nederlandsche arbeiders verzekert. De commissaris zette uiteen, dat de genomen maatregelen noodzakelijk waren ten einde de nieuw te scheppen vormen in de organisatie te kunnen consolideeren. Spreker heeft de hem opgedragen taak aanvaard in het welbegrepen belang der Nederlandsche arbeiders en wil met alle krachten medewerken aan nieuwe welvaart, aan de verhef fing van de werkers in de nieuwe Europeesche orde, met werkelijkheidszin en inacht neming van de gewijzigde verhoudingen, gedreven door zijn liefde voor het volk en gedragen door de socialistische idealen Voor een ieder, die bereid ls op deze basis méde te werken, dient in de eer ste plaats echter duidelijk te zijn, dat op 10 Mei een periode beslissend is af gesloten en wie ook in de vakbeweging wil medewerken moet zooveel werkelijk heidszin hebben, dat hij inziet, dat de wapensuccessen van Duitschland of liever de nederlaag van de plutocratiën de oude orde hebben omvergeworpen en dat ook ons economisch en sociale leven in nieuwe banen wordt geleid Het is echter logisch en het ligt in de natuur der dingen, dat diegenen, die ook voor den oorlog het juiste inzicht en geloof hadden in de ontwikkeling der historisch aan de orde zijnde krachten, de leidende en betrouwbaarste figuren zullen zijn in den opbouw op alle fron ten van de nieuwe werkgemeenschap, waarin ook de vakbeweging zijn juiste plaats moet hebben. Op grond van het feit, dat wij een oorlog hebben verloren en een bezet ge bied zijn geworden, hebben wij als Ne derlanders de keuze tusschen loyaliteit, medewerking, samenwerking of bewus te tegenwerking en ondermijning. Er is maar n juist standpunt, dat door alle Nederlandsche instanties en ook de vak beweging is ingenomen de loyale mede werking en samenwerking niet alleen met de bezetting, maar verder strekkend tusschen Nederland en Duitschland, tus schen het Nederlandsche en het Duit sche volk. Daarom vraagt de nieuw ge boren toestand de sociale en economi sche oriënteering naar en op Duitsch land, dat reeds thans het vasteland van Europa beheerscht. Het heeft geen zin om thans nog te jam meren om terugkeer tot het. oude, want een 10e Mei mag en zal nooit terugkee- ren. Hoe het lot zich ook wenden en keeren mag. een oorlog tusschen onze broêdervolkeren moet voorgoed tot het verleden behooren. Dat is de wensch van den rijkscommissaris, dat is de wensch van Duitschland. dat Is de Wensch van het Duitsche volk! Het voorkomen van een dergelijke herhaling kan op verschillende manie ren bereikt worden. Het kan door de instelling van een gouvernement als Polen, een protectoraat als Slowakije, of eenige andere vorm, waarop onze zelf standigheid een einde neemt, doch wij mogen ons gelukkig prijzen, dat de rijkscommissaris een anderen weg kiest, den weg van vriendschap en rede. Daar op hebben wij recht, omdat wij geen Po- len zijn en ook geen Slowaken. maar een cultuurvolk, een volk, dat zijn toe komstige plaats in het nieuwe door Duitschland geleide Europa zal willen innemen, dat door dezelfde belangen aan dat nieuwe Europa zal zijn gehecht, en vooral ook omdat dit Duitsche volk ons in den bloede zoo na staat. Neder land kan en mag nimmer meer de springplank worden voor Engelang, d.w.z. het wereldkapitalisme. De iaak van de vak- organisaties Komende tot de taak van de vak organisaties, zeide spreker, dat de medewerking van de vakorganisa tie loyaal moet zijn, actief bezield met den strijdbaren wil naar een betere toekomst voor den arbeider en positief in de richting van het nieuwe groeiende Europa, In het besef en de erkenning, dat daarin het belang der Nederlandsche ar beiders ligt In het algemeen is tot een dergelijke loyale samenwerking bereidheid bij de meeste hoofdbestuurders gevonden: er waren er echter onder de bestuurders, die krachtens hun belast verleden of om andere redenen, die waarborg niet konden geven. Als b.v. de voorzitter van het N.V.V. op een internationaal con gres te Parijs nog niet lang geleden (reeds in den oorlog) verklaarde, dat de Nederlandsche arbeiders aan de zijde stonden der Westersche plutocratieën, dan schaarde hij de Nederlandsche ar beiders dus in slagorde tegen Duitsch land. Het is begrijpelijk, dat aan een dergelijk optreden, dat oorlogvoering beteekent, bij een nederlaag consequen ties vastzitten. Deze voorzitter, die zelfs nu nog zijn salaris ontvangt, kan hoog stens de edelmoedigheid van de Duit sche bezetting prijzen. De weinig fraaie wijze waarop vijf millioen naar Enge land is gebracht van het vermogen der vakbonden, toont intusschen de stem ming en de gezindheid, die weinig waarborg biedt voor de toekomstige loyale, actieve, positieve samenwerking in vriendschap met Duitschland. Het was daarom noodzakelijk, dat enkele personen zich uit de vakbe weging moesten terugtrekken, ten einde de vakorganisatie zelf te kun nen handhaven en haar doel nader te kunnen bereiken. Men kan niet zeggen, dat gezien het aantal personen, in de hoofdbesturen wil lekeurig is ingegrepen. Een aantal van 28 op de ruim 300 2egt vol doende. Het ligt niet in de bedoe ling, zoolang ieder inderdaad loyaal actief en positief medewerkt, nog verder maatregelen te nemen of nog een van de thans zitting hebbende hoofdbestuurders van hun ambt te ontheffen: met de thans gegeven ontslagen zijn glle noodzakelijke ontheffingen geschied. De noodzaak van eenheid De eenheid, .waarnaar door allen is gestreefd, is noodzaikelijk in de vakbe weging om de juiste plaats voor den arbeider in de maatschappij te berei ken. In verband met deze noodzakelijke eenheid is het toe te juichen, dat be reids fusie tusschen N.V.V. en N.V.C. tot stand kwam terwijl anderzijds door maatregelen, regelende de verhoudingen tusschen koporganisaties en aangesloten bonden, en interne maatregelen een meer productief werken zoowel naar binnen als naar buiten, mogelijk is ge worden. Juist dit sterker maken van het N.V.V. is het grondbeginsel van alle tot op heden getroffen maatregelen. Spr. was er van overtuigd, dat de tijd niet meer ver is, dat de welwillende en weldenkende arbeider en vakbondsbe stuurder dankbaar zullen zijn, dat door het vertrouwen, dat de rijkscommissa ris hem heeft geschonken,, de mogelijk heid voor het N.V.V. is geboden, niet alleen om voort te bestaan, maar om te komen tot groot en bloei, waardoor oude reeds gedoofde verlangens in ons weer gaan leven en tot werkelijkheid zullen worden. De commissaris richtte vervolgens een meer persoonlijk woord tot alle aanwe zige hoofdbestuurders en verklaarde, dat hij in goede harmonie samenwer king wil bereiken en zich met. kracht zou verzetten tegen iederen aanval van andere 2ijde. De organisatie zoowel als de bestuurders, zullen niet vogelvrij zijn en ongepaste aanvallen, van welken kant ook, zullen worden afgeweerd. zich zelf. Een klein ding, niet meer dan twintig naar zijn meening. met een on schuldig gezicht. Ze droeg geen avond toilet, maar een eenvoudig wit japonne tje met hier en daar een kleurtje erin. Ze had geen poeder of rouge op haar gezicht en dit vertoonde geen trekken yan wereldwijsheid of verveling. Ze was jong, frisch en hoorde niet heelemaal in die menigte thuis. Ze scheen niet op haar plaats in die zelfvoldane, eeuwig glimlachende drom van menschen. Een oogenblik ontmoette Warwik's blik den hare en hij was ervan over tuigd dat ze hem reeds geruimen tijd en zeer aandachtig had bekeken. Ze passeerde hem op nog geen meter af-' stand op het trottoir en heel eventjes kwam er 'n bijna onmerkbaar rimpeltje tusschen haar oogen, als wilde ze hem een belangrijke boodschap overbrengen. Ze was in gezelschap van een man, doch deze was blijkbaar niet haar echt genoot. Hij was groot en had een waar dig voorkomen en naar Warwik's mee- ning moest hij minstens vijftig zijn. Hij droeg zijn hoofd rechtop, alsof de me nigte hem hinderde en hij blij was, cr tusschen uit te zijn. Hij scheen nauwe lijks te letten op hel jonge meisje, dal aan zijn arm hing. üe man overhandigde een kaartje aan den portier, die het nummer dat erop stond, luid afriep. Het meisje keerde zich een oogenblik om en keek nog eens naar Warwik en weer verscheen het rimpeltje op haar voorhoofd. Daar na keek ze schielijk op, om te zien of haar begeleider op haar lette. Toch wel eigenaardig, vond Warwik. Hij bleef op zijn plaats staan, speelde met zijn handschoenen, trok aan zijn cigaret cn wachtte af. De menigte had zich verspreid en de lichten in den schouwburg werden reeds uitgedraaid. Een groote limousine reed voor met een chauffeur in bruine livrei en de por tier deed haastig het portier open en tikte tegen zijn pet. De heer deed een stap vooruit om iets tegen den chauf feur te zeggen. Een oogenhlikje 6tond het meisje alleen bij het portier van de auto. Ze keerde het hoofd om, keek Warwik weer strak aan en richtte haar blik op een taschje uit gouddraad, dat ze in de hand hield. Ze hief het tasch je zelfs een weinig in de hoogte en schudde het even. als om Warwik's aandacht erop te vestigen. Onwillekeu rig knikte Warwik. De heer deed een stap terug, nam haar arm en hielp haar in den wagen. De portier 6tond met zijn rug naar het meisje toe. Ze keek War wik nogmaals aan en liet, terwijl ze in den wagen stapte, het gouden taschje bedachtzaam in de straatgoot glijden langs haar rok heen, terwijl ze Warwik bleef aankijken. Vreemd spelletje, dacht Warwik. Wat heeft ze ermee voor? De auto draaide de straat op en ver dween om een hoek. Warwik slenterde naar den trottoirband, keek naar het gouden taschje, aarzelde een moment, bukte zich snel en raapte het taschje op. Toen hij weer rechtop stond, zat het taschje al onder zijn jas. Hij was ervan overtuigd, dat niemand zijn daad ge zien had. Maar hij voelde zich toch iet wat dwaas. Het was niets voor John Warwik, het oogenspel van een meisje te beantwoorden en gouden taschjes uit de goot op te rapen. Hij was orer het punt heen, waarop de blik van een meisje hem ontroerde. Hij weet het aan het eigenaardige gevoel, door hem on dervonden, maar nu verdwenen en dat hij toeschreef aan iets, dat hem niet goed bekomen was aan zijn diner. Warwik liep vlug de straat door en begaf zich naar een club. Hij zocht een tafeltje in een stillen hoek op, be: stelde iets, dronk er een teugje van en

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1940 | | pagina 3