DE SLIKKEN
(ös. Spin
BIJ PIETERBUREN
OPA BOL VAN DEN IJZEREN KNOL
GROOT WERK IS IN ALLE STILTE
TER HAND GENOMEN
EEN OUDE STRIJD
Betalingsverkeer met
Zweden
Radio-Programma's
>e BLAD PAG 2
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
WOENSDAG PS SEPTEMBER 1940
EEN NIEUW STUK NEDERLAND
(Van een bijzonderen medewerker)
3T"i EN kwelder is in Groningen, wat ze in Holland een gors noemen
J-s en in Zeeland een schor. Een kwelder is een aangeslibd stuk land
buiten den zeedijk, dat een behoorlijke hap voedzaam kweldergras
oplevert voor schapen en paardenmaar dat heel wat meer waard
zou zijn, als het afdoende beschermd werd tegen het zilte nat, dat
er bij stormvloed overheen bruist. De Groningsche boeren uit de
kuststreek weten dat natuurlijk drommels goed en het is bovendien
hun bijzondere liefhebberij, kwelders te ontfutselen aan onzen erf
vijand, de zee". In geijkte termen heet z'ooiets een vreedzame verove
ring in den geest onzer vaderen. Dat hun strijd tegen de Waddenzee
altijd even vreedzaam geweest is, zouden wij echter niet durven
beweren. Of liever, die strijd zelf was vreedzaam genoeg en werd
gevoerd volgens de beste tradities van ons stoere ras, maar er ging
soms een eindeloos geharrewar aan vooraf over aanslibbings- en
inpolderingsrechten.
bleef, zoodat het slib rustig bezinken
kon. En van den aangeslihden grond
uitstekend bouwland te maken.
Werkverschaffing
'"POCH zou dat tegenwoordig voor
particulieren niet loonend zijn.
Het nieuwe land zou voorloopig
niet meer waard zijn dan 1000 per
ha, terwijl het land achter den Ka
pitalen Zeedijk ongeveer driemaal
zooveel doet. Alleen als de kosten
van inpoldering minder dan 1000
per ha, waren, zou het, voor hen
dus rendabel zijn. De Staat rede
neert echter heel anders. Die houdt
ook rekening'met de sociaal-econo
mische en ideëele kansen, die hier
door de natuur geboden worden.
Zoo'n kwelder is namelijk een schit
terend object voor werkverschaffing.
Het inpolderen hiervan is geen zoet-
houderij met werk, dat eigenlijk niet
opweegt tegen volwaardigen arbeid,
het is integendeel een onderneming, d'ie
op den duur rijke vruchten afwerpt, al
zijn de aanvankelijke lasten te zwaar
voor particulieren. Het is dan ook niet
te verwonderen, dat. de rijksinspecteur
voor de werkverruiming het oog liet
vallen op do Groninger slikken en het
ligt voor de hand. dat de rijpe kwelder
bij Pieterburen zijn bijzondere aan
dacht genoot. In overleg met den cul-
tuurconsulcnt. voor Groningen van den
Cultuurtcchnischen Dienst, ir. D. R-
Mansholt, werd dan ook een inpolde
ringsplan ontworpen en op 7 December
103,S werd tot inpoldering besloten.
Dezer dagen hebben wij het Pieterbu-
rensch polderwerk. dat zijn voltooiing
nadert, bezichtigd onder de deskundige
leiding van ir. Mansholt. In een half
jaar tijds is daar de zware dijk gelegd,
die fle vierhonderd hectaren nieuw Ne
derland beschermen moet. Hoe om
vangrijk dit karwei was, kunt. u na
gaan, als wij vertellen, dat er ongeveer
20 km. smalspoor is gelegd en dat er
Ifi motorlocomoticven noodig waren om
de zandtreinen te trekken.
Dit beteekende dus werk voor een
flink aantal monteurs en smeden. Bo
vendien waren er natuurlijk tientallen
kruiwagens noodig, die in eigen werk
plaatsen gemaakt konden worden; zoo
dot er ook emplooi was voor timmerlui.
Voort* moesten er keeten en loodsen ge
bouwd worden, er moesten pompen wor
den geplaatst, wegen verbeterd en zoo
al meer. Er waren dus al bergen werk
verzet, voor met de eigenlijke uitvoering
van het inpolderingsplan begonnen
werd.
Nieuwe ideeën
pviT plan was in méér dan één
opzicht interessant, omdat er
verschillende nieuwe ideeën in uit
\j IET dat de boeren elkaar in de
haren vlogen. Blijkens de na
men. die „de nije aangewassen lan
den" kregen, waren zij meestal nog
al eensgezind. Onder de wadpolder*
vinden wij tenminste een Zesboe-
ren-, een Zevenboeren- en een Ne
gen boeren polder. De boeren lagen
evenwel eendrachtig overhoop met
Vadertje Staat, die zich beriep op
allerlei wetsbepalingen, waar zij
het hoe en waarom niet van snap
ten.
Eigenlijk is de narigheid eerst goed
begonnen, toen de Zevenboercnpolder
en de Zesbocren dito al gereed waren,
want die zijn respectievelijk van 1S01 en
1806 en de oorzaak .schuilt in een kei
zerlijk decreet van Napoleon „contenant
Reglement sur 1' Administration et 1 En-
tretien des Polders". Meer speciaal in
het eerste hoofdstuk: „Titre I. Des
Schorres". Hierin stond te lezen, dat
alle lais et relais de la mer dat is dus
alle aanwassen der zee, voorlaan staa's-
eigendom zouden zijn.
Acht jaar later werd voor deze gron
den echter een uitzondering gemaakt,
maar toen viel het begeeri» wetgevers
oog op de „oevers der bevaar- en vlot-
hare stroomen"
Nu zou men zoo zeggen, dat, de Gro
ninger Wadden daar niet onder vielen.
Niet alzoo de spitsvondige lieeren van
het Hof van Groningen. Die beslisten,
dat de kwelders niet aan zee lagen,
maar aan Dollard en Eem, en dat de
Wadden tot het gebied der kust rivieren
behoorden. In 1870 erkende eindelijk de
staat, dat de kwelders aan do nevereige-
naren behoorden en werden weer con
cessies verleend. Maar na 1910 ontbrand
de de strijd opnieuw.
Lange onderhandelingen om tot een
dading te komen, hadden tenslotte tot
resultaat, dat de Staat op zich nam in
het rauwe slik land te gaan winnen. De
oevereigenaren konden dan een con
tract teekenen, waarbij alles, wat bui
ten een strook ter breedte van 800 m
lag, aan den Staat verviel. Als tegen
prestatie nam deze dan het risico op
zich van de inpoldering en kocht als
het ware de medewerking van de boe
ren.
Nu lag ten noorden van Pieterburen,
een paar uur beoosten de Lauwerszee,
nog al'.'jd een stuk van den oud-m ka
pitalen zeedijk, dat nog niet tot „sla
per" was gedegradeerd. De oude dijk
dateert van 1718 en was niet al te
best meer. In elk geval niet goed ge
noeg om als enkele waterkeering te
fungeeren. Tegen dat bewuste stuk
was- bovendien al een flinke kwelder
ontstaan. De boeren langs den oever
hadden daar het hunne toe bijgedra
gen. door het graven van greppels,
waar bij eb het vloedwater in achter-
gewerkt waren. Zoo had men bij
voorbeeld de hoofdafwatering ge
projecteerd langs den ouden dijk,
terwijl deze vroeger langs den nieu
wen dijk kwam te liggen.
Pe oude methode was aanmerkelijk
goedkooper, omdat men uitgegraven
grond voor het nieuwe dijklichaam ge
bruikte, maar had tot bezwaar, dat de
dijk vaak te zandig werd. Ditmaal ging
men dijkputten maken in het rauwe
slik buiten de kwelder, in het wad.
Door bodemkundig onderzoek werd uit
gemaakt, waar men den grond voor het
dijklichaam het beste weg kon halen.
Voor bekleeding werd de zware klei ge
bruikt. die bij het graven van den afwa-
teringstocht vrij kwam.
Dat deze tocht bij den ouden dijk
kwam, was ook juister in verband met
de drainage, omdat de kwelder naar
dien kant afloopt. Voor dat draineeren
ging men vroeger volgens de intuïtieve
methode te werk, waarbij men meende
af te gaan op practische ervaring. Zoo
genaamde ervaring is echter vaak zeei
bedriegclii.k, zooals ook hier bij weten
schappelijk onderzoek bleek.
Ir. Mansholt heeft daarom een drai
nage-systeem ontworpen, waarbij de
slooten verder uiteen kwamen dan men
vroeger toelaatbaar achtte en waarbij,
in tegenstelling met de gebruikelijke
methode, in de breedte werd gedrai
neerd. zoodat de landen in één kavel
achter de boerderijen kwam te liggen.
Voorts stelde hij de gewenschte drai
nagediepte vast met behulp van de zgn.
boorgatenmethode van dr. Hooghoud,
waarbij rekening werd gehouden met
tal van factoren, zooals de doorlatend-
heid van den grond en het grondprofiel
tot een diepte van 2 m; met gegevens
door diepteboring verkregen, met de
terreinwaterpas^ng in verband met de
afvloeiing van het oppervlaktewater en
met den maximumafvoer door de drains
(buizen) in verschillende grondtypen.
Tenslotte werd zorgvuldig nagegaan
welke grondwaterstanden in de vel
schillende jaargetijden toelaatbaar wa
ren. Een veelomvattend werk dus, dat
echter van groot belang was, omdat een
economisch drainagesvsteem zeer veel
onkosten en teleurstelling kan voor
komen.
Het is niet onaardig te vermel
den, dat er ongeveer 300 km. drai-
neerbuis in den grond is gegaan. U
krijgt dan even een idee van de in
directe werkverschaffing, die aan
de uitvoering gepaard ging.
Dit draineeren is feitelijk werk voor
geschoolde landarbeiders. Inpoldering
maakt het dus tevens mogelijk de sei
zoenwerkloosheid onder cle landarbei
ders tegen te gaan, waardoor voor
komen wordt, dat deze de streek verla
ten.
Volgens cultuurtechnici behoeft deze
seizoenwerkloosheid in het geheel niet
te bestaan, omdat er in een agrarisch
gebied altijd werlcobjecten te over zijn.
Daarom is het zoo verheugend, dat er
een nieuw project klaar is voor de in
poldering van nog 1000 ha kwelder-
grond. Als u weet, dat bij Pieterburen
soms wel. 1200 man aan het werk wa
ren. begrijpt u wat daar in zit. „Op
bouwwerk" op groote schaal, dat ons
aller belangstelling verdient.
AUTO TEGEN EEN BOOM GEREDEN
EDE, 25 Sept. In den afgeloopen
nacht omstreeks twaalf uur is de heer
S. uit Ede door onbekende oorzaak met
zijn auto in de bocht van den weg nabij
Wekerom tegen een boom gereden. In
hoogst zorgwekkenden toestand is de
man naar het ziekenhuis te Arnhem
vervoerd. De auto werd aan de voor
zijde geheel vernield.
KINDERHOEKJE
33- Den volgenden dag zei Opa Bol: „Kom mee. jongens,
dan gaan ive een eind het bosch in. daar zal ik jullie een
verhaal vertellen, om van te watertanden. Het gaat over
een jongetje, dat Kobus heette. Dat jongetje werd honderd
en tien jaar geleden geboren."
34. „Lekker." zei Tippie, „ik weet. wie dat Kobusje is. Hij
heet Bol van zijn achternaam. Hij heeft een hooge-
zijden op en is bij ons op bezoek." „Je bent een knappe jon
gen." zei Opa Bol, „je lijkt op je grootvader." Toen begon
Opa Bol het verhaal van zijn leven.
De gymnastiekleeraar: „Als ge mij
de lessen niet spoedig wilt betalen,
laat ik u in deze houding zitten!"
(Week-end. Brussel)
Nadere mededeelingen van
het Ned. Clearinginsti-
tuut
's-GRAVEXHAGE, 24 Sept. In aan
sluiting op de publicatie van 12 Augus
tus jl. maakt het Nederlandsch Clearing
instituut het volgende bekend:
Wederzijdsche betalingsverplichtingen
voortspruitende uit levering van goede
ren, ingevoerd in Nederland, respectie
velijk in Zweden, vóór 15 Augustus 1940
zullen worden afgerekend tussclien het
Nederlandsch Clearinginstituut en de
Clearingnaemden te Stockholm. Hetzelf
de gekit voor vooruitbetalingen voor
goederen verricht voor 15 Augustus 1940,
welke, doordat de levering niet kan
plaats vinden, worden gerestitueerd.
Voorts zullen op vorenbedoelde wijze
worden verrekend betalingen wegens de
hieronder opgesomde verplichtingen, al
le voor zoover zij voor 15 Augustus 1940
zijn vervallen.
Stortingen hier te lande op grond van
deze oude verplichtingen dienen ook
verder, overeenkomstig de publicatie
van 12 Augustus jl. te geschieden op
postrekening no. 2048 (Nederlandsch
Clearinginstituut „bijzondere rekening")
of op de „bijzondere rekening" vèn het
Nederlandsch Clearinginstituut bij de
Nederlandsch Bank N.V. te Amsterdam.
Voor deze stortingen is dus geen ver
gunning van het deviezeninstituut ver-
eischt. Voor zoover reeds' stortingen te
gen vorenbedoelde oude schulden heb
ben plaats gevonden, zal door het Ne-
derlandsche clearinginstituut voor door
zending van advies van storting aan de
Clearingnaemden te Stockholm worden
zorggedragen.
Nieuwe wederzijdsche verplichtingen
wegens:
invoer van Nederlandsche goede
ren in Zweden en van Zweedsche goe
deren in Nederland na 14 Aug. 1940;
b. nevenkosten van het Nederlandsch-
Zweedsche goederenverkeer, zooals in
voerrechten, zee- en spoorwegvrachten,
provisies;
c. toezicht- en montagekosten en
daarmede verhand houdende loonen, sa
larissen en voorschotten;
d. patentkosten, alsmede, onder voor
behoud van speciaal onderzoek in af
zonderlijke gevallen, licenties en soort
gelijke, ideeële prestaties (bijv. auteurs
rechten, filmhuren etc.);
e. saldi, ontstaan uit verrekeningen
der wederzijdsche administraties van
het Nederlandseh-Zweedsche post-, 'tele
graaf- en spoorwegverkeer,
rullen voortaan worden afgewikkeld
binnen het kader der Npderlandseh-
Duitsche en Duitsch-Zweedsche clea
ring.
Voor zoover Nederlandsche im
porteurs onder de 12 Augustus j.l.
gepubliceerde regeling reeds van
het deviezeninstituut een vergun
ning dan wel een bindende toezeg
ging, hebben ontvangen om voor
nieuwen goedereninvoer uit Zweden
tot storting op de „bijzondere reke
ning" van het Nederlandsch Clea
ringinstituut over te gaan, zullen
deze importeurs nader bericht ont
vangen van het Clearinginstituut,
of de reeds plaatsgevonden dan wel
toegestane storting, krachtens voren
bedoelde regeling voor verrekening
over de Nederlandsch-Duitsche en
Duitsch-Zweedsche clearing in aan
merking komt.
Nieuwe aanvragen om vergunningen
of bindende toezeggingen om op voren
bedoelde wijze tot storting in de Neder
landsch-Duitsche, Duitsch-Zweedsche
clearing te mogen overgaan, dienen als
tot dusverre te worden gericht tot het
deviezen instituut te 's-Gravenhage,
door middel van formulier b/i„ met ver
melding bovenaan het formulier „Zwe
den". Het deviezeninstituut zal deze
aanvragen behandelen aan de hand
van de voor den invoer van Zweedsche
goederen voorziene mogelijkheden.
Nederlandsche crediteuren moeten
hun vorderingen, na ontvangst van het
bericht van storting van het clearingin
stituut indienen door middel van het in
de Duitsche clearing gebruikelijke for
mulier b, in te zenden aan de afdeeling
„Zweden" van het Nederlandsch Clea
ringinstituut.
Voor den export na 14 Aug. is een ver-
effenings certificaat vereischt. Voor den
export naar Zweden vervalt de export-
deviezenverklaring.
Formulieren zijn verkrijgbaar bij de
Kamers van Koophandel, de Banken en
het Clearinginstituut.
Het crisis uitvoer bureau maakt in
aansluiting aan het bovenstaande be
kend:
Het vereffeningscertificaat kan bij
het crisis uitvoer bureau worden
aangevraagd op de voor Duitschland
gebruikelijke wijze, d.i. door middel
van het gele aanvraagformulier, het
welk bij den economischen voorlich-..
tingsdienst en de Kamers van Koop
handel en Fabrieken verkrijgbaar
is. Bij deze instellingen zal binnen
enkele dagen een handleiding voor
de invulling van het genoemde aan
vraagformulier beschikbaar zijn.
Voor producten, welke onder een uit-
voermonopolie uit hoofde van de land
bouw crisiswet vallen, is de afgifte van
het vereffeningscertificaat door het cri
sis uitvoer bureau gedelegeerd aan de
desbetreffende centrale-monopoliehoud
sters. Bovenstaande regeling brengt
geen wijziging in de verplichting tot het
W. K. VAN ROSSUM
3 KORTE BERGSTRAAT
Damesconfectie
Kleeding naar maat
Kubler Kleeding
Wielrijders,
een bocht naar lisiks dient
groot te zijn,
een bocht naar rechts zij
immer klein.
Vereeniging voor
Veilig Verkeer
DONDERDAG 26 SEPTEMBER
JAARSVELD. 414,4 M. N.C.R.V.-Uitaen-
dirtg.
8.00 Nieuwsberichten ANP. 8.10 Schriftle
zing en meditatie. 8.25 Gewijde muziek (gr.
pl.). 8.35 Gram.muziek. 9.15 Pianovoordracht
en gram.muziek. 10.00 Gewijde muziek (gr,
pi.). 10.30 Morgendienst. 11.00 Zang met Or
gelbegeleiding (gr.pl.) 11.15 Spaarneaextet.
12.00 Berichten. 12.15 Spaarne-sextet. 12.45
Nieuws- en economische berichten ANP. 1.00
Orgelspel. 1.45 Gram.muziek. 2.15 Zang met
pianobegeleiding en gram.muziek. 3.00 Vrou
wenhalfuurtje. 3.30 Gram.muziek. 4.00 Bij
bellezing. 4.30 Molto "Cantabile. 5.15 Nieuws-
en economische berichten ANP. 5.30
Stichtsch Salonorkest en gram.muziek. 6.30
VPRO: Cyclus „Lezen in den Bijbel". 6.45
Berichten. 7.00 Vragen van den dag (ANP).
7.15 Reportage of muziek .7.35 Arnhomsche
orkestvereeniging (opn.). 8.00 Nieuwsbe
richten ANP; Toespraak „Wat is het belang
rijkste?" (opn.). 8.15 Vervolg concert, (opn.)
8.30 Causerie „Natuur en genade". 8.50
Schriftlezing. 8.559.00 Nieuwsberichten
ANP, sluiting.
KOOTWIJK, 1875 M. VARA-Uitzending.
7.00 Berichten (Duitsclh).' 7.15 Berichten
(Engelsch). 7.30 Gram.muziek. 8.00 Nieuws
berichten ANP, gram.muziek. 10.40 Orgelspel.
11.15 Berichten (Engelsch). 11.30 Gram.mu
ziek. 12.00 VARA-orke3t. 12.45 Nieuws- en
economische berichten ANP. 1.00 VAR A-or
kest. 2.00 Berichten (Duitsch). 2.15 Gram.-
Tnuziek. 2.45 Esmeralda. 3.30 Berichten (En
gelsch). 3.45 Gram.muziek. 3.50 Causerie
„Kinderkleeding". 4.2Ó Gram.muziek. 4.25
Keukenpraatje. 4.55 Gram.muziek. 5.00 Be
richten (Duitsch). 5.15 Nieuws- en economi
sche berichten ANP. 5.30 Esmeralda en so
list. 6.15 Berichten (Engelsch). 6.30 VARA-
orkest. 7.00 Vragen van den dag (ANP). 7.15
Orgelspel. 7.30 Reportage. 7.50 Orgelspel.
8.00 Berichten (Duitsch) 8,15 Nieuwsberich
ten ANP. 8,25 Gramofoonmuziek. 8,30 Be
richten (Engelsch). 8.45 Gram.muziek. 8,55
9,00 Nieuwsberichten ANP, sluiting.
indienen van een verzoek om dispensa
tie, resp. uitvoermachtiging ingevolge
de uitvoerverbodenwet en het crisis
landbouw uitvoermonopoliehesluit.
ONVOORZICHTIG OVERGESTOKEN
's-GRAVENHAGE. 25 Sept. Door
onvoorzichtig de trambaan over té ste
ken is gisteravond ongeveer 10 uur de
42-jarige J. H„ wonende in de Staten-
laan, in de Regentesselaan door een
motorwagen van lijn 12 gegrepen. De
heer H.. die per rijwiel reed,, werd tegen
den grond gesmakt, tengevolge waar
van hij een schedelbasisfractuur kreeg.
Tijdens het vervoer naar het gemeente
ziekenhuis aan de Zuidwal is hij aan
de gevolgen overleden.
FEUILLETON
door
Johnston Mc. Culley
15)
„Togo weet veel dingen, waarover hij
niet spreken", antwoordde de huis
knecht.
„Zijn meester hem vertrouwen kan".
„Uitstekend. Maar wat doen we nu
met dien James Brown?"
„Togo zou voorstellen, u hem ont
vangt. mijnheer".
„Hm!"
„En dat u een pistool bij de hand zult
hebben, mijnheer, tijdens de bezoek".
„Verdraaid! Is die kerel dan een ban
diet?" vroeg Warwik verbaasd.
„Ik niet zeker weet mijnheer, maar ik
hoh opgemerkt, dat pistool soms kal
meerenden invloed heeft".
„Jouw opmerkingsgave is bewonde
renswaardig". zei Warwik. „Laat dien
James Brown maar over drie minuten
binnen entob maar niet over een
pistool Ik heb een browning in mijn
jaszak zitten en daarmee heb ik je al
onder schot van het oogenhlik af, dat
je hier de kamer binnenkwam".
„Maar mijnheer?"
„Niet dat ik je niet vertrouw. Togo.
het was maar hij wijze van oefening,
snap je? Binnen drie minuten dus".
Met een buiging verwijderde Togo zich
vlug. Warwik keek de kamer rond en
liep tenslotte naar een venster, waarvan
hij een der gordijnen zoo hoog mogelijk
optrok. Het avondlicht stroomde het
vertrek binnen en er vormde zich een
lichtbaan van het venster naar de deur,
waardoor de vreemde zoo dadelijk bin
nen zou komen. James Brown zou ge
noodzaakt zijn, eenige oogenhlikkén in
het volle licht te staan, zoodat Warwik
hem goed kon opnemen. Togo diende
hem aan. De bezoeker was een man van
middelharen leeftijd, stoer gebouwd, met
een norsch gezicht en het uiterlijk van
een boef, die tot welstand was geraakt.
Warwik nam hem onder het opsteken
van een rigarct nauwkeurig op.
„MijnheerehJames Brown?"
vroeg Warwik.
...Ta. U bent dus mijnheer John War
wik?"
„Juist mijnheer. Mag ik u vragen, wat
er van uw dienst is? Vertelt u het mo
alstublieft een beetje vlug, want ik moet
dadelijk weg."
Brown keek naar Togo.
„Ik zou u liever alleen spreken, mijn
heer Warwik zei hij.
„O. maar Togo is te beleefd om te
luisteren. Enfin... je mag wel gaan
Togo."
„Maar mijnheer!" Het was bijna een
protest.
„Ga nu!" beval Wanvik. „Mijnheer
Brown wenscht me onder vier oogen
te. spreken. Togo."
Togo trok zich huigend terug en
sloot de deur achter zich. Brown ging
op den door Wanvik aangewezen stoel
zitten en deze nam zelf aan de andere
zijde \an de tafel plaats.
„En. mijnheer Brown?"
„U heht immers mijn brief gistermid
dag ontvangen, die
„Twee zelfs, mijnheer Brown," viel
Warwik hem in de rede.
„Ik bedoel niet den brief van de
Spin," zei Brown.
„De Spin?"
„Och, mijnheer Warwik, u moet goed
begrijpen, dat. ik alles van uw zaken
afweet. Uw geheim is echter veilig bij
me. Ik woon in een glazen huisje en
laat dus wel na, steenen naar een an
der te gooien."
„Zoo, zoo!"
„Laten we dus op de zaak terugko
men. aangezien u zegt, dat u weg moet.
Ik ben u alleen komen bezoeken, om
u nogmaals op het hart te drukken, de
door u ontvangen orders niet uit te
voeren. We waren bang. dat de bripf
geen indruk genoeg op u maken zou."
„We?" vroeg Warwik.
„Ik en de menschen. die mijn mede
helpers zijn, mijnheer Warwik. Ik wil
er u met nadruk op wijzen, dat u uzell
in ernstig gevaar hegeeft. door niet te
doen, wat wij u zeggen."
„Enwat is dat?"
„U moet wel naar dat diner toegaan,
maar uit het huis van Berklan niets
meenemen, wat u niet is aangeboden.
U begrijpt me vermoedelijk wel."
„Afgezien \an de vraag, of ik u be
grijp of niet, heeft het er niet veel van
weg. dat u uzelf vrijheden veroorlooft
die wel wat ver gaan. door me hier op
mijn eigen kamer ie komen vertellen,
wat ik doen en laten moet?"
„Dat besef ik volkomen. Maar in dit
geval moeten we nu eenmaal van het
gewone afwijken. Ik kan u ook mee-
deelen. dat wij bereid zijn. iets op gel-,
flelijk gebied voor u te doen, indien u
die orders niet opvolgt,"
„Werkelijk?"
„Vermoedelijk niet zooveel, als u krij
gen zoudt, wanneer u die orders wel
opvolgt, maar toch nog de moeite
waard. Ik kan u ook mededeelen, dat.
wanneer u er wel mee doorgaat; wij
niets zullen nalaten, om u dat te ver
hinderen. U bent een man van eer,
mijnheer Warwik en ik heb dus niet
anders noodig. dan uw woord, dat u
geen poging zult doen, een zekere en
veloppe uit he^ huis van Berklan weg
te nemen".
„U vraagt werkelijk tè veel van me",
antwoordde Warwik.
„Sta me toe, nog eens aan te drin
gen op voldoening van onze wenschen.
En dan zou ik u willen vragen, om uw
antwoord terstond te geven. Wilt u
doen, wat wij verlangen?"
„Neen!" schreeuwde Warwik, zich
over tafel buigend om James Brown
recht in de oogen te zien.
„Ik neem geen bevelen van u aan,
wie u dan ook zijn moogt!" vervolgde
hij. „En u hebt het. glad mis. als u
denkt, mij bang te kunnen maken met
dergelijke zotte praatjes".
„Het zijn geen zotte praatjes, mijn
heer Warwik. Wij zijn erop voorbereid,
uw plannen te verhinderen. Begrijpt u
dat? We nemen alle mogelijke midde
len daartoe te baat".
„Hebt u ooit van me hooren zeggen,
dat ik zonder te vechten terugwijk?"
„Maar ditmaal vecht u tegen mach
ten, die niet overwinnen kunt".
„Dat. blijft te bezien, waarde heer",
antwoordde Warwik glimlachend.
„U zit hier op uw eigen kamer, mijn
heer Wanvik, uw huisknecht is dicht
bij, ii zit aan uw eigen tafel tegenover
me. Uw handen liggen voor u op tafel.
Verroer u niet!... Kijk. ik heb u onder
schot!"
Dat was zoo. Warwik had er razend
spijt van. dat hij zijn rechterhand uit
zijn zak, waarin zijn automatisch pis
tool zat, had weggehaald. Hij lachte ze
nuwachtig en keek den ander aan
dachtig aan.
„Nee... maar... dat is me ook wat!"
zei hij.
„Daar u niet doen wilt, wat wij u zeg
gen, ben ik wel genoodzaakt ervoor te
zorgen, dat u vanavond niet naar het
huis van Berklan kunt gaan", zei Ja
mes Brown. „Blijf stil zitten, mijnheer
Warwik! Ik moet de leiding wel in
handen nemen".
XIII
Een ander neemt de leiding.
Ze keken rikaar eenige oogenblikken
zwijgend aan en geen van beider ge
laat verried, wat er in hem omging.
„Nou", zei Warwik eindelijk inet een
zucht. „Hoe luidt het programma ver
der? Dit is belachelijk, niet waar he
slist belachelijk! Iemand op zijn eigen
kamers met een revolver in bedwang
houden en hem vertellen, dat hij niet
hij zijn eigen vrienden kan gaan dinee-
ren! Het heeft veel weg van 'n tooneei-
draak. wat?"
„Mocht uw bediende aan de deur ko
men, roep hem dan toe, dat u bezig
bent en niet gestoord wilt worden".
„Vast en zeker! Als die arme, kleine
Togo dien revolver van u zag, zou hij
vermoedelijk doodsbang worden en bij
me vandaan gaan en die kerel is een
juweel in zijn werk en zoo zorgzaam.
Het zal wel een vervelende situatie
wordenis het zoo niet?"
„U moest me toch wat slimmer ver
onderstellen, mijnheer Warwik. Ik be
sef heel goed, dat u tijdens dit gebabbel
druk bezig bent met nadenken over uw
toestand. Toch kunt u niets beter ."ïoen,
dan toegeven. Ik hen erop voorbereid,
wanhoopsmaatregelen te nemen, als
dat. noodig mocht
„Nog iet-s wanhopigere dan iemand
een revolver onder zijn neus te hou
den?"
„En u zult er ook niet in slagen, mijn
waakzaamheid te doen verslappen, of
ai te leiden".
„Moeten we hier als een paar stom
me idioten Jan den heclen avond blij
ven zitten, zonder eten of drinken? Dat
is onzin! Als ik nu eens bedaard uit
mijn stoel opstond en met mijn bezig
heden doorging? Zoudt u me dan met
dat ding neerschieten?"
„Ik raad u aan, geen bewoging te ma
ken, zonder mijn verlof".
„Maar zeg toch eens, wat gaan we
dan doen? Hier elkaar als twee gekken
den heelen avond aanstaren?"
„Mogelijk, dat u een ander voorstel
weet", grinnikte James Brown. „Ik wil
u alleen vanavond hier op deze kamer
houden, zoodat u niet naar Berklan
kunt gaan. Mocht u een spelletje
kaart
„Nee, ik heb een hekel aan kaarten
zeker aan een spelletje met z'n
tweeën! F,n ik moet toch gaan dineeren,
ziet u?"
„Tegen middernacht, zal ik even van
uw telefoon gebruik maken, mijnheer.
Hoor ik dan, dat. er een zeker feit is
voorgevallen, wel, dan neem ik «ogen
blikkelijk afscheid van u. U kunt u
daarna nog wel verkleedcn en in uw
club gaan eten. U zult. er niet dood van
gaan, dat u een paar uur later dan an
ders eet. U hebt veel gereisd, u heht
grof wild gejaagd en bent. dus meerma
len urenlang zonder eten cn .drinken
gebleven."
„Ik begin er zenuwachtig onder te
worden, dat wil ik u wel zeggen!"
(Wordt vervolgd.)