DE SLIKKEN (ös. Spin BIJ PIETERBUREN OPA BOL VAN DEN IJZEREN KNOL GROOT WERK IS IN ALLE STILTE TER HAND GENOMEN EEN OUDE STRIJD Betalingsverkeer met Zweden Radio-Programma's >e BLAD PAG 2 AMERSFOORTSCH DAGBLAD WOENSDAG PS SEPTEMBER 1940 EEN NIEUW STUK NEDERLAND (Van een bijzonderen medewerker) 3T"i EN kwelder is in Groningen, wat ze in Holland een gors noemen J-s en in Zeeland een schor. Een kwelder is een aangeslibd stuk land buiten den zeedijk, dat een behoorlijke hap voedzaam kweldergras oplevert voor schapen en paardenmaar dat heel wat meer waard zou zijn, als het afdoende beschermd werd tegen het zilte nat, dat er bij stormvloed overheen bruist. De Groningsche boeren uit de kuststreek weten dat natuurlijk drommels goed en het is bovendien hun bijzondere liefhebberij, kwelders te ontfutselen aan onzen erf vijand, de zee". In geijkte termen heet z'ooiets een vreedzame verove ring in den geest onzer vaderen. Dat hun strijd tegen de Waddenzee altijd even vreedzaam geweest is, zouden wij echter niet durven beweren. Of liever, die strijd zelf was vreedzaam genoeg en werd gevoerd volgens de beste tradities van ons stoere ras, maar er ging soms een eindeloos geharrewar aan vooraf over aanslibbings- en inpolderingsrechten. bleef, zoodat het slib rustig bezinken kon. En van den aangeslihden grond uitstekend bouwland te maken. Werkverschaffing '"POCH zou dat tegenwoordig voor particulieren niet loonend zijn. Het nieuwe land zou voorloopig niet meer waard zijn dan 1000 per ha, terwijl het land achter den Ka pitalen Zeedijk ongeveer driemaal zooveel doet. Alleen als de kosten van inpoldering minder dan 1000 per ha, waren, zou het, voor hen dus rendabel zijn. De Staat rede neert echter heel anders. Die houdt ook rekening'met de sociaal-econo mische en ideëele kansen, die hier door de natuur geboden worden. Zoo'n kwelder is namelijk een schit terend object voor werkverschaffing. Het inpolderen hiervan is geen zoet- houderij met werk, dat eigenlijk niet opweegt tegen volwaardigen arbeid, het is integendeel een onderneming, d'ie op den duur rijke vruchten afwerpt, al zijn de aanvankelijke lasten te zwaar voor particulieren. Het is dan ook niet te verwonderen, dat. de rijksinspecteur voor de werkverruiming het oog liet vallen op do Groninger slikken en het ligt voor de hand. dat de rijpe kwelder bij Pieterburen zijn bijzondere aan dacht genoot. In overleg met den cul- tuurconsulcnt. voor Groningen van den Cultuurtcchnischen Dienst, ir. D. R- Mansholt, werd dan ook een inpolde ringsplan ontworpen en op 7 December 103,S werd tot inpoldering besloten. Dezer dagen hebben wij het Pieterbu- rensch polderwerk. dat zijn voltooiing nadert, bezichtigd onder de deskundige leiding van ir. Mansholt. In een half jaar tijds is daar de zware dijk gelegd, die fle vierhonderd hectaren nieuw Ne derland beschermen moet. Hoe om vangrijk dit karwei was, kunt. u na gaan, als wij vertellen, dat er ongeveer 20 km. smalspoor is gelegd en dat er Ifi motorlocomoticven noodig waren om de zandtreinen te trekken. Dit beteekende dus werk voor een flink aantal monteurs en smeden. Bo vendien waren er natuurlijk tientallen kruiwagens noodig, die in eigen werk plaatsen gemaakt konden worden; zoo dot er ook emplooi was voor timmerlui. Voort* moesten er keeten en loodsen ge bouwd worden, er moesten pompen wor den geplaatst, wegen verbeterd en zoo al meer. Er waren dus al bergen werk verzet, voor met de eigenlijke uitvoering van het inpolderingsplan begonnen werd. Nieuwe ideeën pviT plan was in méér dan één opzicht interessant, omdat er verschillende nieuwe ideeën in uit \j IET dat de boeren elkaar in de haren vlogen. Blijkens de na men. die „de nije aangewassen lan den" kregen, waren zij meestal nog al eensgezind. Onder de wadpolder* vinden wij tenminste een Zesboe- ren-, een Zevenboeren- en een Ne gen boeren polder. De boeren lagen evenwel eendrachtig overhoop met Vadertje Staat, die zich beriep op allerlei wetsbepalingen, waar zij het hoe en waarom niet van snap ten. Eigenlijk is de narigheid eerst goed begonnen, toen de Zevenboercnpolder en de Zesbocren dito al gereed waren, want die zijn respectievelijk van 1S01 en 1806 en de oorzaak .schuilt in een kei zerlijk decreet van Napoleon „contenant Reglement sur 1' Administration et 1 En- tretien des Polders". Meer speciaal in het eerste hoofdstuk: „Titre I. Des Schorres". Hierin stond te lezen, dat alle lais et relais de la mer dat is dus alle aanwassen der zee, voorlaan staa's- eigendom zouden zijn. Acht jaar later werd voor deze gron den echter een uitzondering gemaakt, maar toen viel het begeeri» wetgevers oog op de „oevers der bevaar- en vlot- hare stroomen" Nu zou men zoo zeggen, dat, de Gro ninger Wadden daar niet onder vielen. Niet alzoo de spitsvondige lieeren van het Hof van Groningen. Die beslisten, dat de kwelders niet aan zee lagen, maar aan Dollard en Eem, en dat de Wadden tot het gebied der kust rivieren behoorden. In 1870 erkende eindelijk de staat, dat de kwelders aan do nevereige- naren behoorden en werden weer con cessies verleend. Maar na 1910 ontbrand de de strijd opnieuw. Lange onderhandelingen om tot een dading te komen, hadden tenslotte tot resultaat, dat de Staat op zich nam in het rauwe slik land te gaan winnen. De oevereigenaren konden dan een con tract teekenen, waarbij alles, wat bui ten een strook ter breedte van 800 m lag, aan den Staat verviel. Als tegen prestatie nam deze dan het risico op zich van de inpoldering en kocht als het ware de medewerking van de boe ren. Nu lag ten noorden van Pieterburen, een paar uur beoosten de Lauwerszee, nog al'.'jd een stuk van den oud-m ka pitalen zeedijk, dat nog niet tot „sla per" was gedegradeerd. De oude dijk dateert van 1718 en was niet al te best meer. In elk geval niet goed ge noeg om als enkele waterkeering te fungeeren. Tegen dat bewuste stuk was- bovendien al een flinke kwelder ontstaan. De boeren langs den oever hadden daar het hunne toe bijgedra gen. door het graven van greppels, waar bij eb het vloedwater in achter- gewerkt waren. Zoo had men bij voorbeeld de hoofdafwatering ge projecteerd langs den ouden dijk, terwijl deze vroeger langs den nieu wen dijk kwam te liggen. Pe oude methode was aanmerkelijk goedkooper, omdat men uitgegraven grond voor het nieuwe dijklichaam ge bruikte, maar had tot bezwaar, dat de dijk vaak te zandig werd. Ditmaal ging men dijkputten maken in het rauwe slik buiten de kwelder, in het wad. Door bodemkundig onderzoek werd uit gemaakt, waar men den grond voor het dijklichaam het beste weg kon halen. Voor bekleeding werd de zware klei ge bruikt. die bij het graven van den afwa- teringstocht vrij kwam. Dat deze tocht bij den ouden dijk kwam, was ook juister in verband met de drainage, omdat de kwelder naar dien kant afloopt. Voor dat draineeren ging men vroeger volgens de intuïtieve methode te werk, waarbij men meende af te gaan op practische ervaring. Zoo genaamde ervaring is echter vaak zeei bedriegclii.k, zooals ook hier bij weten schappelijk onderzoek bleek. Ir. Mansholt heeft daarom een drai nage-systeem ontworpen, waarbij de slooten verder uiteen kwamen dan men vroeger toelaatbaar achtte en waarbij, in tegenstelling met de gebruikelijke methode, in de breedte werd gedrai neerd. zoodat de landen in één kavel achter de boerderijen kwam te liggen. Voorts stelde hij de gewenschte drai nagediepte vast met behulp van de zgn. boorgatenmethode van dr. Hooghoud, waarbij rekening werd gehouden met tal van factoren, zooals de doorlatend- heid van den grond en het grondprofiel tot een diepte van 2 m; met gegevens door diepteboring verkregen, met de terreinwaterpas^ng in verband met de afvloeiing van het oppervlaktewater en met den maximumafvoer door de drains (buizen) in verschillende grondtypen. Tenslotte werd zorgvuldig nagegaan welke grondwaterstanden in de vel schillende jaargetijden toelaatbaar wa ren. Een veelomvattend werk dus, dat echter van groot belang was, omdat een economisch drainagesvsteem zeer veel onkosten en teleurstelling kan voor komen. Het is niet onaardig te vermel den, dat er ongeveer 300 km. drai- neerbuis in den grond is gegaan. U krijgt dan even een idee van de in directe werkverschaffing, die aan de uitvoering gepaard ging. Dit draineeren is feitelijk werk voor geschoolde landarbeiders. Inpoldering maakt het dus tevens mogelijk de sei zoenwerkloosheid onder cle landarbei ders tegen te gaan, waardoor voor komen wordt, dat deze de streek verla ten. Volgens cultuurtechnici behoeft deze seizoenwerkloosheid in het geheel niet te bestaan, omdat er in een agrarisch gebied altijd werlcobjecten te over zijn. Daarom is het zoo verheugend, dat er een nieuw project klaar is voor de in poldering van nog 1000 ha kwelder- grond. Als u weet, dat bij Pieterburen soms wel. 1200 man aan het werk wa ren. begrijpt u wat daar in zit. „Op bouwwerk" op groote schaal, dat ons aller belangstelling verdient. AUTO TEGEN EEN BOOM GEREDEN EDE, 25 Sept. In den afgeloopen nacht omstreeks twaalf uur is de heer S. uit Ede door onbekende oorzaak met zijn auto in de bocht van den weg nabij Wekerom tegen een boom gereden. In hoogst zorgwekkenden toestand is de man naar het ziekenhuis te Arnhem vervoerd. De auto werd aan de voor zijde geheel vernield. KINDERHOEKJE 33- Den volgenden dag zei Opa Bol: „Kom mee. jongens, dan gaan ive een eind het bosch in. daar zal ik jullie een verhaal vertellen, om van te watertanden. Het gaat over een jongetje, dat Kobus heette. Dat jongetje werd honderd en tien jaar geleden geboren." 34. „Lekker." zei Tippie, „ik weet. wie dat Kobusje is. Hij heet Bol van zijn achternaam. Hij heeft een hooge- zijden op en is bij ons op bezoek." „Je bent een knappe jon gen." zei Opa Bol, „je lijkt op je grootvader." Toen begon Opa Bol het verhaal van zijn leven. De gymnastiekleeraar: „Als ge mij de lessen niet spoedig wilt betalen, laat ik u in deze houding zitten!" (Week-end. Brussel) Nadere mededeelingen van het Ned. Clearinginsti- tuut 's-GRAVEXHAGE, 24 Sept. In aan sluiting op de publicatie van 12 Augus tus jl. maakt het Nederlandsch Clearing instituut het volgende bekend: Wederzijdsche betalingsverplichtingen voortspruitende uit levering van goede ren, ingevoerd in Nederland, respectie velijk in Zweden, vóór 15 Augustus 1940 zullen worden afgerekend tussclien het Nederlandsch Clearinginstituut en de Clearingnaemden te Stockholm. Hetzelf de gekit voor vooruitbetalingen voor goederen verricht voor 15 Augustus 1940, welke, doordat de levering niet kan plaats vinden, worden gerestitueerd. Voorts zullen op vorenbedoelde wijze worden verrekend betalingen wegens de hieronder opgesomde verplichtingen, al le voor zoover zij voor 15 Augustus 1940 zijn vervallen. Stortingen hier te lande op grond van deze oude verplichtingen dienen ook verder, overeenkomstig de publicatie van 12 Augustus jl. te geschieden op postrekening no. 2048 (Nederlandsch Clearinginstituut „bijzondere rekening") of op de „bijzondere rekening" vèn het Nederlandsch Clearinginstituut bij de Nederlandsch Bank N.V. te Amsterdam. Voor deze stortingen is dus geen ver gunning van het deviezeninstituut ver- eischt. Voor zoover reeds' stortingen te gen vorenbedoelde oude schulden heb ben plaats gevonden, zal door het Ne- derlandsche clearinginstituut voor door zending van advies van storting aan de Clearingnaemden te Stockholm worden zorggedragen. Nieuwe wederzijdsche verplichtingen wegens: invoer van Nederlandsche goede ren in Zweden en van Zweedsche goe deren in Nederland na 14 Aug. 1940; b. nevenkosten van het Nederlandsch- Zweedsche goederenverkeer, zooals in voerrechten, zee- en spoorwegvrachten, provisies; c. toezicht- en montagekosten en daarmede verhand houdende loonen, sa larissen en voorschotten; d. patentkosten, alsmede, onder voor behoud van speciaal onderzoek in af zonderlijke gevallen, licenties en soort gelijke, ideeële prestaties (bijv. auteurs rechten, filmhuren etc.); e. saldi, ontstaan uit verrekeningen der wederzijdsche administraties van het Nederlandseh-Zweedsche post-, 'tele graaf- en spoorwegverkeer, rullen voortaan worden afgewikkeld binnen het kader der Npderlandseh- Duitsche en Duitsch-Zweedsche clea ring. Voor zoover Nederlandsche im porteurs onder de 12 Augustus j.l. gepubliceerde regeling reeds van het deviezeninstituut een vergun ning dan wel een bindende toezeg ging, hebben ontvangen om voor nieuwen goedereninvoer uit Zweden tot storting op de „bijzondere reke ning" van het Nederlandsch Clea ringinstituut over te gaan, zullen deze importeurs nader bericht ont vangen van het Clearinginstituut, of de reeds plaatsgevonden dan wel toegestane storting, krachtens voren bedoelde regeling voor verrekening over de Nederlandsch-Duitsche en Duitsch-Zweedsche clearing in aan merking komt. Nieuwe aanvragen om vergunningen of bindende toezeggingen om op voren bedoelde wijze tot storting in de Neder landsch-Duitsche, Duitsch-Zweedsche clearing te mogen overgaan, dienen als tot dusverre te worden gericht tot het deviezen instituut te 's-Gravenhage, door middel van formulier b/i„ met ver melding bovenaan het formulier „Zwe den". Het deviezeninstituut zal deze aanvragen behandelen aan de hand van de voor den invoer van Zweedsche goederen voorziene mogelijkheden. Nederlandsche crediteuren moeten hun vorderingen, na ontvangst van het bericht van storting van het clearingin stituut indienen door middel van het in de Duitsche clearing gebruikelijke for mulier b, in te zenden aan de afdeeling „Zweden" van het Nederlandsch Clea ringinstituut. Voor den export na 14 Aug. is een ver- effenings certificaat vereischt. Voor den export naar Zweden vervalt de export- deviezenverklaring. Formulieren zijn verkrijgbaar bij de Kamers van Koophandel, de Banken en het Clearinginstituut. Het crisis uitvoer bureau maakt in aansluiting aan het bovenstaande be kend: Het vereffeningscertificaat kan bij het crisis uitvoer bureau worden aangevraagd op de voor Duitschland gebruikelijke wijze, d.i. door middel van het gele aanvraagformulier, het welk bij den economischen voorlich-.. tingsdienst en de Kamers van Koop handel en Fabrieken verkrijgbaar is. Bij deze instellingen zal binnen enkele dagen een handleiding voor de invulling van het genoemde aan vraagformulier beschikbaar zijn. Voor producten, welke onder een uit- voermonopolie uit hoofde van de land bouw crisiswet vallen, is de afgifte van het vereffeningscertificaat door het cri sis uitvoer bureau gedelegeerd aan de desbetreffende centrale-monopoliehoud sters. Bovenstaande regeling brengt geen wijziging in de verplichting tot het W. K. VAN ROSSUM 3 KORTE BERGSTRAAT Damesconfectie Kleeding naar maat Kubler Kleeding Wielrijders, een bocht naar lisiks dient groot te zijn, een bocht naar rechts zij immer klein. Vereeniging voor Veilig Verkeer DONDERDAG 26 SEPTEMBER JAARSVELD. 414,4 M. N.C.R.V.-Uitaen- dirtg. 8.00 Nieuwsberichten ANP. 8.10 Schriftle zing en meditatie. 8.25 Gewijde muziek (gr. pl.). 8.35 Gram.muziek. 9.15 Pianovoordracht en gram.muziek. 10.00 Gewijde muziek (gr, pi.). 10.30 Morgendienst. 11.00 Zang met Or gelbegeleiding (gr.pl.) 11.15 Spaarneaextet. 12.00 Berichten. 12.15 Spaarne-sextet. 12.45 Nieuws- en economische berichten ANP. 1.00 Orgelspel. 1.45 Gram.muziek. 2.15 Zang met pianobegeleiding en gram.muziek. 3.00 Vrou wenhalfuurtje. 3.30 Gram.muziek. 4.00 Bij bellezing. 4.30 Molto "Cantabile. 5.15 Nieuws- en economische berichten ANP. 5.30 Stichtsch Salonorkest en gram.muziek. 6.30 VPRO: Cyclus „Lezen in den Bijbel". 6.45 Berichten. 7.00 Vragen van den dag (ANP). 7.15 Reportage of muziek .7.35 Arnhomsche orkestvereeniging (opn.). 8.00 Nieuwsbe richten ANP; Toespraak „Wat is het belang rijkste?" (opn.). 8.15 Vervolg concert, (opn.) 8.30 Causerie „Natuur en genade". 8.50 Schriftlezing. 8.559.00 Nieuwsberichten ANP, sluiting. KOOTWIJK, 1875 M. VARA-Uitzending. 7.00 Berichten (Duitsclh).' 7.15 Berichten (Engelsch). 7.30 Gram.muziek. 8.00 Nieuws berichten ANP, gram.muziek. 10.40 Orgelspel. 11.15 Berichten (Engelsch). 11.30 Gram.mu ziek. 12.00 VARA-orke3t. 12.45 Nieuws- en economische berichten ANP. 1.00 VAR A-or kest. 2.00 Berichten (Duitsch). 2.15 Gram.- Tnuziek. 2.45 Esmeralda. 3.30 Berichten (En gelsch). 3.45 Gram.muziek. 3.50 Causerie „Kinderkleeding". 4.2Ó Gram.muziek. 4.25 Keukenpraatje. 4.55 Gram.muziek. 5.00 Be richten (Duitsch). 5.15 Nieuws- en economi sche berichten ANP. 5.30 Esmeralda en so list. 6.15 Berichten (Engelsch). 6.30 VARA- orkest. 7.00 Vragen van den dag (ANP). 7.15 Orgelspel. 7.30 Reportage. 7.50 Orgelspel. 8.00 Berichten (Duitsch) 8,15 Nieuwsberich ten ANP. 8,25 Gramofoonmuziek. 8,30 Be richten (Engelsch). 8.45 Gram.muziek. 8,55 9,00 Nieuwsberichten ANP, sluiting. indienen van een verzoek om dispensa tie, resp. uitvoermachtiging ingevolge de uitvoerverbodenwet en het crisis landbouw uitvoermonopoliehesluit. ONVOORZICHTIG OVERGESTOKEN 's-GRAVENHAGE. 25 Sept. Door onvoorzichtig de trambaan over té ste ken is gisteravond ongeveer 10 uur de 42-jarige J. H„ wonende in de Staten- laan, in de Regentesselaan door een motorwagen van lijn 12 gegrepen. De heer H.. die per rijwiel reed,, werd tegen den grond gesmakt, tengevolge waar van hij een schedelbasisfractuur kreeg. Tijdens het vervoer naar het gemeente ziekenhuis aan de Zuidwal is hij aan de gevolgen overleden. FEUILLETON door Johnston Mc. Culley 15) „Togo weet veel dingen, waarover hij niet spreken", antwoordde de huis knecht. „Zijn meester hem vertrouwen kan". „Uitstekend. Maar wat doen we nu met dien James Brown?" „Togo zou voorstellen, u hem ont vangt. mijnheer". „Hm!" „En dat u een pistool bij de hand zult hebben, mijnheer, tijdens de bezoek". „Verdraaid! Is die kerel dan een ban diet?" vroeg Warwik verbaasd. „Ik niet zeker weet mijnheer, maar ik hoh opgemerkt, dat pistool soms kal meerenden invloed heeft". „Jouw opmerkingsgave is bewonde renswaardig". zei Warwik. „Laat dien James Brown maar over drie minuten binnen entob maar niet over een pistool Ik heb een browning in mijn jaszak zitten en daarmee heb ik je al onder schot van het oogenhlik af, dat je hier de kamer binnenkwam". „Maar mijnheer?" „Niet dat ik je niet vertrouw. Togo. het was maar hij wijze van oefening, snap je? Binnen drie minuten dus". Met een buiging verwijderde Togo zich vlug. Warwik keek de kamer rond en liep tenslotte naar een venster, waarvan hij een der gordijnen zoo hoog mogelijk optrok. Het avondlicht stroomde het vertrek binnen en er vormde zich een lichtbaan van het venster naar de deur, waardoor de vreemde zoo dadelijk bin nen zou komen. James Brown zou ge noodzaakt zijn, eenige oogenhlikkén in het volle licht te staan, zoodat Warwik hem goed kon opnemen. Togo diende hem aan. De bezoeker was een man van middelharen leeftijd, stoer gebouwd, met een norsch gezicht en het uiterlijk van een boef, die tot welstand was geraakt. Warwik nam hem onder het opsteken van een rigarct nauwkeurig op. „MijnheerehJames Brown?" vroeg Warwik. ...Ta. U bent dus mijnheer John War wik?" „Juist mijnheer. Mag ik u vragen, wat er van uw dienst is? Vertelt u het mo alstublieft een beetje vlug, want ik moet dadelijk weg." Brown keek naar Togo. „Ik zou u liever alleen spreken, mijn heer Warwik zei hij. „O. maar Togo is te beleefd om te luisteren. Enfin... je mag wel gaan Togo." „Maar mijnheer!" Het was bijna een protest. „Ga nu!" beval Wanvik. „Mijnheer Brown wenscht me onder vier oogen te. spreken. Togo." Togo trok zich huigend terug en sloot de deur achter zich. Brown ging op den door Wanvik aangewezen stoel zitten en deze nam zelf aan de andere zijde \an de tafel plaats. „En. mijnheer Brown?" „U heht immers mijn brief gistermid dag ontvangen, die „Twee zelfs, mijnheer Brown," viel Warwik hem in de rede. „Ik bedoel niet den brief van de Spin," zei Brown. „De Spin?" „Och, mijnheer Warwik, u moet goed begrijpen, dat. ik alles van uw zaken afweet. Uw geheim is echter veilig bij me. Ik woon in een glazen huisje en laat dus wel na, steenen naar een an der te gooien." „Zoo, zoo!" „Laten we dus op de zaak terugko men. aangezien u zegt, dat u weg moet. Ik ben u alleen komen bezoeken, om u nogmaals op het hart te drukken, de door u ontvangen orders niet uit te voeren. We waren bang. dat de bripf geen indruk genoeg op u maken zou." „We?" vroeg Warwik. „Ik en de menschen. die mijn mede helpers zijn, mijnheer Warwik. Ik wil er u met nadruk op wijzen, dat u uzell in ernstig gevaar hegeeft. door niet te doen, wat wij u zeggen." „Enwat is dat?" „U moet wel naar dat diner toegaan, maar uit het huis van Berklan niets meenemen, wat u niet is aangeboden. U begrijpt me vermoedelijk wel." „Afgezien \an de vraag, of ik u be grijp of niet, heeft het er niet veel van weg. dat u uzelf vrijheden veroorlooft die wel wat ver gaan. door me hier op mijn eigen kamer ie komen vertellen, wat ik doen en laten moet?" „Dat besef ik volkomen. Maar in dit geval moeten we nu eenmaal van het gewone afwijken. Ik kan u ook mee- deelen. dat wij bereid zijn. iets op gel-, flelijk gebied voor u te doen, indien u die orders niet opvolgt," „Werkelijk?" „Vermoedelijk niet zooveel, als u krij gen zoudt, wanneer u die orders wel opvolgt, maar toch nog de moeite waard. Ik kan u ook mededeelen, dat. wanneer u er wel mee doorgaat; wij niets zullen nalaten, om u dat te ver hinderen. U bent een man van eer, mijnheer Warwik en ik heb dus niet anders noodig. dan uw woord, dat u geen poging zult doen, een zekere en veloppe uit he^ huis van Berklan weg te nemen". „U vraagt werkelijk tè veel van me", antwoordde Warwik. „Sta me toe, nog eens aan te drin gen op voldoening van onze wenschen. En dan zou ik u willen vragen, om uw antwoord terstond te geven. Wilt u doen, wat wij verlangen?" „Neen!" schreeuwde Warwik, zich over tafel buigend om James Brown recht in de oogen te zien. „Ik neem geen bevelen van u aan, wie u dan ook zijn moogt!" vervolgde hij. „En u hebt het. glad mis. als u denkt, mij bang te kunnen maken met dergelijke zotte praatjes". „Het zijn geen zotte praatjes, mijn heer Warwik. Wij zijn erop voorbereid, uw plannen te verhinderen. Begrijpt u dat? We nemen alle mogelijke midde len daartoe te baat". „Hebt u ooit van me hooren zeggen, dat ik zonder te vechten terugwijk?" „Maar ditmaal vecht u tegen mach ten, die niet overwinnen kunt". „Dat. blijft te bezien, waarde heer", antwoordde Warwik glimlachend. „U zit hier op uw eigen kamer, mijn heer Wanvik, uw huisknecht is dicht bij, ii zit aan uw eigen tafel tegenover me. Uw handen liggen voor u op tafel. Verroer u niet!... Kijk. ik heb u onder schot!" Dat was zoo. Warwik had er razend spijt van. dat hij zijn rechterhand uit zijn zak, waarin zijn automatisch pis tool zat, had weggehaald. Hij lachte ze nuwachtig en keek den ander aan dachtig aan. „Nee... maar... dat is me ook wat!" zei hij. „Daar u niet doen wilt, wat wij u zeg gen, ben ik wel genoodzaakt ervoor te zorgen, dat u vanavond niet naar het huis van Berklan kunt gaan", zei Ja mes Brown. „Blijf stil zitten, mijnheer Warwik! Ik moet de leiding wel in handen nemen". XIII Een ander neemt de leiding. Ze keken rikaar eenige oogenblikken zwijgend aan en geen van beider ge laat verried, wat er in hem omging. „Nou", zei Warwik eindelijk inet een zucht. „Hoe luidt het programma ver der? Dit is belachelijk, niet waar he slist belachelijk! Iemand op zijn eigen kamers met een revolver in bedwang houden en hem vertellen, dat hij niet hij zijn eigen vrienden kan gaan dinee- ren! Het heeft veel weg van 'n tooneei- draak. wat?" „Mocht uw bediende aan de deur ko men, roep hem dan toe, dat u bezig bent en niet gestoord wilt worden". „Vast en zeker! Als die arme, kleine Togo dien revolver van u zag, zou hij vermoedelijk doodsbang worden en bij me vandaan gaan en die kerel is een juweel in zijn werk en zoo zorgzaam. Het zal wel een vervelende situatie wordenis het zoo niet?" „U moest me toch wat slimmer ver onderstellen, mijnheer Warwik. Ik be sef heel goed, dat u tijdens dit gebabbel druk bezig bent met nadenken over uw toestand. Toch kunt u niets beter ."ïoen, dan toegeven. Ik hen erop voorbereid, wanhoopsmaatregelen te nemen, als dat. noodig mocht „Nog iet-s wanhopigere dan iemand een revolver onder zijn neus te hou den?" „En u zult er ook niet in slagen, mijn waakzaamheid te doen verslappen, of ai te leiden". „Moeten we hier als een paar stom me idioten Jan den heclen avond blij ven zitten, zonder eten of drinken? Dat is onzin! Als ik nu eens bedaard uit mijn stoel opstond en met mijn bezig heden doorging? Zoudt u me dan met dat ding neerschieten?" „Ik raad u aan, geen bewoging te ma ken, zonder mijn verlof". „Maar zeg toch eens, wat gaan we dan doen? Hier elkaar als twee gekken den heelen avond aanstaren?" „Mogelijk, dat u een ander voorstel weet", grinnikte James Brown. „Ik wil u alleen vanavond hier op deze kamer houden, zoodat u niet naar Berklan kunt gaan. Mocht u een spelletje kaart „Nee, ik heb een hekel aan kaarten zeker aan een spelletje met z'n tweeën! F,n ik moet toch gaan dineeren, ziet u?" „Tegen middernacht, zal ik even van uw telefoon gebruik maken, mijnheer. Hoor ik dan, dat. er een zeker feit is voorgevallen, wel, dan neem ik «ogen blikkelijk afscheid van u. U kunt u daarna nog wel verkleedcn en in uw club gaan eten. U zult. er niet dood van gaan, dat u een paar uur later dan an ders eet. U hebt veel gereisd, u heht grof wild gejaagd en bent. dus meerma len urenlang zonder eten cn .drinken gebleven." „Ik begin er zenuwachtig onder te worden, dat wil ik u wel zeggen!" (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1940 | | pagina 6