VOOR HET KIND Devegetariersende vleeschdistributie BETALING ABONNEMENT HET AVONTUUR IN DE HOUTSCHUUR RUBRIEK VAN OOM BOB TOEPASSING DER loonverordening Eikels en kastanjes voor hertenkampen 5 VOOR DE VROUW AMERSFOORTSCH DAGBLAD Zonderlinge figuurtjes r ,MA „UIT EIGEN PEN" BRIEFWISSELING Wandelende bladeren 2e BLAD PAG. 3 AMERSFOORTSCH DAGBLAD VRIJDAG 27 SEPTEMBER 1940 Inschakeling der vertrou- wensinstanties In het uitvoeringsbesluit van den wnd. secretaris-generaal van het departement van Sociale Zaken, ingevolge de verorde ning van den Rijkscommissaris voor het bezette Nedèrlandsche gebied, betreffen de het verbod van verlaging van loon en 'en salarissen, wordt o.m. bepaald, dat. alvorens tot verlaging van bij collectie ve arbeidsovereenkomst geregelde loo- nen wordt overgegaan, betrokken par tijen gelegenheid krijgen tegenover de Rijksbemiddclaars hun standpunt uiteen te zetten. Er zijn echter tal van loonverhoudin- gen. welke niet bij collectieve arbeids overeenkomst zijn geregeld. Teneinde ook voor toepassing van ver laging voor die loonverhoudingen een re delijke. en objectieve medezeggenschap van de arbeiders te verkrijgen, heeft het N.V.V. zich tot het college van Rijkshe middelaars gewend met het verzoek, om aan de uit werkgevers en werknemers bestaande vertrouwens-instanties, welke van advies dienen voor de „ontslagveror dening" gelegenheid te geven, hun stand punt ten aanzien van de voorgenomen verlaging kenbaar te maken, voor zoover in bepaalde gevallen de betreffende ar beider niet zelf gehoord wordt. Het college van Rijksbemiddelaars heeft medegedeeld in den geest van het Verzoek te zullen handelen. Actie in de Geldersche hoofdstad ARNHEM, 27 Sept. Voor de herten en reeën in de hertenkampen en op sommige deelen van de Veluwe breekt een moeilijke tijd aan. Voor het voeren en eventueel, bijvoeren van deze dieren is geen krachtvoeder meer beschikbaar en het is lang niet denkbeeldig, dat tal van herten zullen moeten worden opge ruimd. Om dit te voorkomen is in de Geldersche hoofdstad een sympathieke actie begonnen, die zeker overal waar noodig navolging verdient. De directeur van de gemeenteplant soenen. de heer S. H. Frederiks, heeft n.l. ten behoeve van de herten in het park Sonsbeek en op Alteveer een be roep gedaan op de inwoners van Arnhem, om eikels en kastanjes aan zijn dienst ter beschikking te stellen. Deze vormen voor herten een zeer goed voedsel en door de kinderen te laten zoeken, kan iedereen zonder kosten meehelpen om de herten te behouden. Eikels en kastanjes liggen in dezen tijd overal voor het grijpen. Indien deze mogelijkheid van voed selvoorziening der herten op andere plaatsen wordt overgenomen, zullen de hertenkampen dezen winter niet ont volkt behoeven te worden. („Tel.") TE LAAT OP STRAAT De eerste straffen ROTTERDAM. 26 Sept Het kan tongerecht te Rotterdam heeft he denmorgen verschillende zaken be handeld tegen personen, die artikel 1 van de verordening van den rijks commissaris in het bezette gebied betreffende de verkeersbeperkingen hadden overtreden. Dit artikel ver biedt, zooals men weet, dat zij, die de rijksduitsche nationaliteit niet bezitten en in een bepaald deel van het land verblijven, zich tussch.en 22 en 4 uur buitenshuis bevinden. De kantonrechter mr. R. Rensma, legde hun allen een geldboete van 15.subs 5 dagen hechtenis op alsmede een voonvaardelijke hech- tenisstraf van drie dagen met een proeftijd van een jaar. De eisch. die de ambtenaar van het o.m. mr. R. H. F. H. M. Grasso stelde, was in op een na alle gevallen een geld boete van dertig gulden te vervangen door twintig dagen hechtenis en een voorwaardelijke hechtenisstraf van ze ven dagen met een jaar proeftijd. Niet minder dan 28 bewoners van Ridderkerk en acht van Rotterdam had den ziclr te verantwoorden. Ëen deel was echter niet verschenen. In enkele gevallen, waarbij de verdach ten mededeelden niet op tijd thuis te hebben kunnen zijn, omdat zij dekking hadden moeten zoeken vanwege het vu ren van het luchtafweergeschut, werd de behandeling van de zaak acht dagen aangehouden. De redenen, die de overige verdachten aanvoerden, waren o.a. slechte weersge steldheid, bandenpech, het achtërloo- pen van de klok enz. UTR. STRAAT 14 TEL. 5294 'Geachte mevrouw Pétillon. ■M ET veel waardeering las ik uw stuk over de moeilijkheden van de vegetariërs bij de distributieWaardeering van de be doeling en de gezindheid vooral met de conclusie kan ik het echter, als vege tariër. niet geheel eens zijn; sta mij toe, mijn opvatting hier weer te geven. De vegetariërs hadden inderdaad ge hoopt., dat hun verzoek aan de bevoeg de instanties, om boter- of slaoliebons in plaats van vleeschbons te mogen ontvangen, zou worden ingewilligd; we hebben echter gezien, dat deze pogin gen niet zijn geslaagd, omdat „de om standigheden zulk een distributierege ling niet toelaten." Zij zullen het dus ook verder zonder de, in normalen tijd door hen veel gebruikte slaolie, moeten doen: dat is zeker een teleurstelling. Nu heb ik zelf ook gehoord van vege tariërs, die gaarne van een hun gebo den gelegenheid gebruik maakten, om bij vrienden vleeschbons in te wisselen tegen boterbons ik zelf kan hier ech ter niet toe besluiten, en ik .vermoed, dat vele andere vegetariërs daar even eens bezwaren tegen zullen hebben. Ja renlang hebben wij tegen het vleesch- gebruik geijvern; we hebben niet,alleen zelf geen vleesch gegeten, we hebben het ook onze gasten niet voor willen zetten; we hebben getracht hen te overtuigen, dat vleesch niet alleen on- noodig, zelfs schadelijk, is voor de ge zondheid, maar dat vleeschelen boven dien moreel te veroordeelen is. Nu komen we, door de distributie, in moeilijkheden. Wilt u nu. dat, we tot die zelfde vrienden zeggen: „Hier heb je onze vleeschkaart, eet jullie nu maar vleesch zooveel je wilt als ik dan je boterkaart maar krijg"?! Dus een voudig het. vleeschverbruik van onze vrienden aanmoedigen, „om der wille van de smeer"? Ik geloof niet, dat vele werkelijk principieele vegetariërs tot een dergelijke houding bereid zullen zijn ze eten hun brood liever droog. Of dan de niet-vegetariërs niets voor hun vrienden-vegetariërs in deze kunnen doen? Zeer zeker kunnen zij dat. Selt u de onaangename positie van een vegetariër voor. Zijn vrienden klagen over een tekort aan vleesch; h ij heeft vleeschkaarten, die hij niet wenscht te gebruiken. Zijn vrienden vragen: „Geef mij die kaart, of ruil hem, tegen boter." Hij moet weigeren; en behalve dat hij nu het vleesch en de boter mist, nemen zijn vrienden het hem nog kwalijk ook! Wat u doen kunt, is: deze moeilijkheid begrijpen, het uw vrienden-vegetariërs niet kwalijk ne men, als ze de door u aangeboden hulp weigeren. Ze gunnen u heusch gaarne alle goeds leg hun weigering niet*uit als eer onvriendelijkheid! VEGETARIËR Naschrift. Zooals U de kwestie prin cipieel stelt, kan ik zeer zeker Uw moei lijkheden begrijpen en ook wel met U s.vmpat.hiseeren. Ik vraag me echter af of een minder vleeschverbruik, eenvou dig omdat er niet, meer is, waarde heeft en ook of U feitelijk iets bereikt door Uw vleeschkaart niet aan Uw vrienden te geven. Dat immers zal hen nimmer over tuigen en alleen een onthouding, op welk gebied dan ook, kan waarde heb ben. als zij voorkomt uit overtuiging. In- tusschen zou ik niet-vegetariërs in over weging willen geven ter wille van hun vegetarische vrienden nu en dan een bon voor boter of margarine uit te sparen en hun die te geven, simpel als een van die kleine geschenken, die de vriendschap onderhouden. Ik heb er één ter beschikking en heb er een candidate voor ook en moet bekennen, dat het niet eens een opoffering is geweest. Daar tegen kan toch niemand bezwaar heb ben, is het wel? De gemakkelijkste vorm van betaling van het kwartaal abonnement op het „AMERSFOORTSCH DAGBLAD" Is per automatische giro. Op aanvraag zendt onze Administratie (Tel. 4620) U een machtiging ter teekenlng, de girodienst zorgt dan automatisch voor overschrijving van Uwe rekening op de onze. Indien U thans aanvraagt, kunnen de abonnementsgel den voor het vierde kwartaal 1940 reeds automatisch overgeschreven worden. DE ADMINISTRATIE. door WIL BOKHORST „Johnny, kom "es gauw! Ik heb een reuze-plannetje!" riep Kees Visser tegen zijn vriend. „We gaan spelen dat we twee rovers zijn en ontvoeren dien klei nen dikken Steventje van mevrouw Landhuis! We zullen hem in de hout schuur verstoppen en als we Steventje ontvoerd hebben, ga jij naar mevrouw Landhuis en geeft haar een briefje dat we losgeld willen hebben, als ze haar kind ooit terug wil zien!" Johnny en Kees hadden de laatste tijd veel boeken gelezen; boeken die ze stiekum hadden gegapt van vader en moeder. Daarin hadden ze gelezen van de kinderroof in Amerika en dat von den ze zoiets buitengewoons, dat ze er nu een spelletje van wilden maken. Het was wel eens goed voor dat akelige Ste ventje om in handen van twee echte rovers te vallen! Kees ging dus op de kindervangst, terwijl Johnny het roversnest in de houtschuur'in orde maakte en er een hoop divankussens en plaids neerlegde, zodat Steventje vooral schik in het nieu we spel zou hebben! Eindelijk verscheen Johnny met den kleinen dikken Steven aan de hand. Hij had uit moeder's suikerpot twee klont jes gestolen, waarmee hij Steventje zon der moeite ontvoerd, had. Kees kwam ook aangelopen en de twee jongens namen het kereltje tus sen zich in en brachten hem naar de houtschuur. Hier werd Steventje op een troon van divankussens gezet en er werd hem op 't hart gedrukt, dat hij zoet, moest zijn en dat. hij straks een boterham met jam zou krijgen! Steven tje bleef werkelijk een poosje muisstil zitten, waohtend op de boterham met jam. Ondertussen schreef Kees op een blaadje uit zijn rekenschrift, een brief je aan mevrouw Landhpis. Johnny hing over zijn schouder en dicteerde: „Beste mevrouw. Uw kind is door ons geroofd en als u het terug wilt hebben, moet u direct een blauwe enveloppe met twintig cent op de trap voor uw huis leggen! De Zwarte Hand!" Kees had bezwaren. Zou mevrouw Landhuis wel een blauwe enveloppe hebben? En twintig cent. was wel heel veel geld!" Maar Johnny trok verachte lijk zijn neus op. „Eerst, wil je alles doen en nu ben je bang! Maar het zal ge beuren! Ik zal zelf naar het keuken raam rennen en het briefje naar binnen gooien!" Toen Johnny van zijn zware opdracht terug kwam. brulde Steventje uit alle macht; verlangend naar de beloofde bo terham. Kees moest vijf minuten van zijn roversloopbaan opgeven, om even naar huis te gaan en' een boterham met jam te halen. Steventje had nu weer voor een poosje wat te doen, maar hij smeerde zijn lichtblauw speelpakje zo vol, dat Kees z'n hart vasthield voor de afloop van dit grapje! Nadat Steventje de boterham op had en er zichtbaar door gesterkt was, werd hij levendig en opgewonden. Hij gooide ■divankussens naar zijn ontvoerders en sprong in 't rond als een jonge stier. J9hnny was wanhopig. „Als hij niet gauw stil is, horen ze allemaal, dat we hier in de houtschuur zitten en dan vin den ze ons direct en hebben we niets aan ons spel!" Hij probeerde Steventje tot bedaren te brengen met een paar grote houtblokken, tot hij met z'n hoofd tegen de muur stootte, een buil kreeg en weer luidkeels begon te brullen. Hij gil de zo hard dat Johnny verschrikt de deur van de schuur dichthield, terwijl Kees zo goed en kwaad als 't ging een zakdoek om Steventje's hoofd d'rapeerde en hem wijs maakte dat die lap hem zo goed stond! Getroost keek Steventje weer stralend in 't rond; het beviel hem blijkbaar maar al te goed in de hout schuur. Nu vond Kees het tijd ,om eens naar de blauwe enveloppe te kijken, dus sloop hij naar het huis van de familie Landhuis. Maar er was geen blauwe enveloppe te bekennen en mevrouw Landhuis scheen zich helemaal geen zor gen te maken over Steventje, wint ze was nergens te zien en zocht blijkbaar helemaal niet naar het kind. Er bleef Kees dus niets anders over dan weer naar de houtschuur terug te gaan en Johnny van zijn vergeefse tocht te vertellen. Wie weet had me vrouw Landhuis de dreigbrief niet eens gevonden! Maar toen Steventje juist begon, John ny en Kees met zijn kleine handjes te bewerken, wat hij blijkbaar noodzake lijk vond in zijn geheimzinnige omge- ving, ging de deur van de schuur lang zaam open en, o schrik, daar versche nen Steventje's vader en meneer .Vis eer. Hier ziet u de kin derrovers, meneer Visser! Ze wilden mijn vrouw losgeld afpersen en ik twijfel er niet aan of u zult ze de straf geven, die hen toekomt!" Toen nam hij Steventje op z'n arm, bekeek met oritische blikken de buil op z'n hoofd en zijn besmeurd speelpakje en verdween. Nu volgde een genadig standje van meneer Visser. Dit was geen spel voor behoorlijke jongens en als ze nog eens van die grapjes uithaalden, zouden ze, zo groot als ze waren, een flink pak slaag krijgen! Daarne sleepten Johnny en Kees alle divankussens en plaids naar de huiska mer en ze waren niet eens blij, toen het kleine dikke Steventje, zodra hij de jon gens weer zag, direct begon te bedelen om dat leuke spel in de houtschuur te spelen en boterhammen met jam te eten! (NADRUK VERBODEN) „Boems!" Daar viel een mooie, glan zende kastanje, precies op m'n neus. „Au!" wat. deed dat pijn. Ik stak de vrucht in m'n zak en nam nog een paar andere mee ook. En wat denk je dat ik er thuis mee deed? Nu, ik maakte er een paar grappige dieren van: katten, honden, kikkers enz. Voor de poten gebruikte ik lucifers. Staarten en oren sneed ik met weinig moeite van de kastanjes en met behulp van gebroken spelden en naalden, prikte ik die lichaamsdelen aan de romp vast. Met een stopnaald graveerde ik wenk brauwen. neusgaten en snorharen, die bij een poes niet mochten ontbreken. Ook maakte ik een wagentje van een kastanje. Ik sneed de kastanje midden door en holde hem uit. De wieltjes maakte ik van karton en de as van een stuk lucifer. In het wagentje zette ik een heel klein poppetje en het dekentje maakte ik van gekleurd papier. Zoals je ziet kun je met kastanjes heel wat doen. Beste nichten en neven. De eerstvolgende weken zullen het onze familieleden, die een opstel inzonden, zijn, die het woord voeren. Alzo trek ik my bescheiden terug en geef het woord aan juffrouw Snap. NAAR EEN NIEUWE SCHOOL f AMS, toe dan, anders kom ik te laat", riep Jet Colen. Z\j waren van Utrecht naar Nijmegen verhuist wegens de overplaatsing van haar vader. Jet ging nu voor 't eerst naar de nieuwe school. Op de vorige 6chool had zy het reuze leuk gehad met haar vriendinnen. Zij was enig kind en werd door haar vader en moeder erg verwend. Zij speelde daarom dikwijls de baas over haar vriendinnen. Die zeiden dan: „Jet, wat zullen wy gaan doen?" Als Jet dan zei „Krijgertje" of „Ver. stoppertje" of „touwtje Bpringen", dan gebeurde dat ook. Eindelijk was haar moeder klaar en zei: „Kom maar Jet". Jet huppelde vrolijk naast haar moeder en was dolblij. Toen zij op school kwamen, ging haar moe der met haar naar de hoofdonderwijzeres. Die praatte wat met haar moeder over de vorige school. Er werd besloten dat Jet in de vyfde klas zou komen. Zy gaf haar moe der een zoen en wandelde met de onder wijzeres naar het lokaal van de vyfde klas. Zij kreeg een plaatsje naast een meisje in de achterste bank. In een heleboel dingen was Jet de vyfde klas voor. Maar in rekenen was zy bij hen achter. Toen zy het laatste uur handwerken hadden bleek, dat zij dat ook niet kon. Op de vorige school was ze daar ook zo-'n suk kel in, omdat zy gewend was dat haar n der haar knopen aanzette en haar kousen stopte. Toen Jet om 12 uur uit school kwam, stond haar moeder al op haar te wachten. „Was het leuk?", vroeg ze aan Jet. „Ja wel", zei Jet, maar het klonk toch niet van harte. Toen Jet 's middags weer naar school ging, vroegen de meisjes of ze meedeed met boompje verwisselen. Maar Jet zei; „Nee hoor, dat vind ik veel te saai." En ze ging op haar eentje by de schooldeuren staan, Ze keek naar de meisjes die lachten en gil den van pret. „Hoe ze om zo'n spelletje ple zier konden hebben", vond Jet. „Bah, ik wou dat ik weer op de vorige school was. Daar was het heel wat leuker". De bel ging en al de meisjes holden, nog lachend, naar binnen en gingen op de plaat- sen zitten. Jet ook. Maar ze was erg uit haar .humeur. Toen het 4 uur was, was ze blij1, dat ze naar huis kon gaan. De volgende dag kwam Ze weer op Bchool. De meisjes deden nu „haasje over". „Weer zo'n naar spel", -dacht Jet. „Maar ik wou toch wel dat ik mee mocht doen, want altyd kyken is ook niet leuk." 's Middags kwam ze weer op school en er waren al een paar meisjes die weer aan 't boompje verwisselen waren. „Al weer dat akelige spelletje", dacht Jet. Maar toch vroeg ze of ze mee mocht doen. „Ja hoor", zeiden de meisjes, en Jet deed mee. Ze had dolle pret en lachte en gildo even hard als de anderen. Ze dacht by zich zelf: „Het is toch eigenljjk niet zo'n naar spelletje." In het vervolg zou ze maar altyd vragen of ze mee mocht doen. Er was een week omgegaan en Jet vond het heerljjk op de niéuwe school. Ze had nu ook geleerd, dat j®, als je het sllemaal een leuk spelletje vond, veel pret kon heb ben. JUFFROUW S.NAP. Old Firehand. De tyd van pret maken en luieren is voorbij, daaraan heb je gelijk, doch ook van school is er denk ik nog wel iets te vertellen. Heb je een ge zellige klas? Bedankt voor de postzegels. Viooltje. Kruiswoord-raadsels zijn erg lastig om te maken en ze kosten veel tyd. Misschien doe ik het nog wel eens viool als ik in een goeie bui ben. T o m M i x. Je moet er niet zulke hals brekende toeren by doen neef, dan zou dat dorre hout je duur te staan kunnen komen. Ik vind het helemaal niet gek, dat je vriendinnen hebt, integendeel. Ping-pong is een leuk spel. maar je wordt er wel moe en warm van, doch dat is wel goed als we de kachel toch niet hard kunnen stoken. Madeliefje. Goed zo Madelief, oefen je maar flink in het lezen van vreem de talen, dat is verstandig. Ja. de wijsheid komt grotendeels uit de boeken, vandaar, dat je er zoveel nodig hebt, want je wilt. natuurlijk niet dom blijven. Juffrouw Snap. Dat heb je dan goed getroffen met de nieuwe huisgenoten.: Meisjes zyn in het algemeen „dol" op kleine kinderen, dus je kunt nu je hartje opha len. Blyft er nu ook nog wel tyd voor je huiswerk over denk je? Dat mag je niet verwaarlozen zeg. B u i t e n k i n d. Je moet. weten, dat ik zelf de raadsels eerst veel te gemakkelijk vond. Dat was een fijne fietstocht, vooral als je er iemand by hebt, die zoveel van de natuur vertellen kan. Heb je ook eetbare paddestoelen gevonden, die zyn lekker, weet je dat? Leergraag. Na verloop van tyd, ben je dus een meisje met een flinke spaar pot. Het is een aardig ideé. Je doet my wa tertanden met je heerlijke menu's, die wor den nu steeds fijner en ingewikkelder. Een jong poesje is altyd erg leuk. Dat is een mooi boek, je zult er wel van genieten denk ik. Aan de gevraagde bonnen kan ik je niet meer helpen. Juffrouw Snip. De onderlinge fa milie-relatie had ik al voor mezelf uitge vonden, slim hè? Met veel huiswerk zullen jullie de achterstand misschien een beetje kunnen inhalen. Het valt niet mee om met zo weinig lesuren de benodigde hoeveelheid wy'sheid machtig te worden. Pïkkie Nougat. De manier, die jij toepast lykt my inderdaad het verstandigst. Op de lange duur vergeet „men" de naam vanzelf. Reageer je er op, door boos te wor den en op te spelen dan hebben de lui er nog meer plezier van. Ik hoop, dat je het nu goed getroffen hebt, veel succes in je nieuwe werkkring. Nufje. Je wist my inderdaad niet veel te vertellen nichtje. Zal ik de oorzaak maar aan de „opbouwer" wyten? Je hebt al eens moeilijker raadsels goed opgelost Nuf, jam mer, dat je d$ze week oversloeg. pee n k r u i d j e. Dat was een ver raderlijke poets, die je fietsband je bakte. Gelukkig, dat er op die manier een oplos sing kon gevonden worden, je zou anders een flinke wandeling hebben moeten ma ken. Het was Zondag fyn om te fietsen. Ik maakte een grote wandeling en heb geno ten van de herfstkleuren. Poppenmoeke. Ja nichtje, ja hebt weer eens een keertje geluk gehad, ik ge loof, dat het een mooi boek is. De pittige herfstlucht zal de poppenkinders goed ge daan hebben. Was het resultaat blozende gezichtjes? P i n g u i n. „Eindelyk", zal je wel g§-, zegd hebben, toen je hoorde dat je waar schijnlijk Maandag weer gewoon naar school kunt gaan. Ik dank je voor de Verkade-bon nen, helaas is er aan Droste bonr.en nog steeds gebrek. T a r z a n. Dank je wel voor het raad sel, ik zal het de volgende week plaatsen. Ik kan me voorstellen, dat je veel plezier had op de boerderij waar je tegenover woon de. Hier is het toch ook wel leuk? Lilliputter. Jy maakte ook al een raadsel voor my. Ik zal de volgende week veel tyd overhouden nu ik helemaal geen raadsels hoef te maken. Ik vind ,het leuk, dat je ook nog een opstel instuurde doch... je zult het even moeten overschrijven. Een vel papier mag maar aan één zijde beschre ven zyn, dat heb ik ook al eens meer ge zegd. Je kunt het opstel Maandag even te rug halen aan het bureau, als je het veran derd hebt gooi je het wel weer in de bus. Oranjepop. Eikels zyn er nog niet zo veel, maar ik heb ze wel gezien. Dat was inderdaad pech met die tamme kastanjes. Ik wist niet, dat je ze daar vinden kon, ik zal ook eens op zoek gaan, want ik vind ze lekker. S y s j e. Dat zou een gedrang worden als ik koffie- en thee-bonnen ging ruilen. Ik zou er mij niet aan durven wagen. Ja bent een ijvé*ig nichtje. Zo ben je klaar met de schoonmaak of naald en draad zyn al weer te voorschijn gehaald. Als je hele maal niets weet te schrijven mag je de raad sels best insturen met een groetje. Toch schrijf je gezellige briefjes. Boefje. Ja, dat was een fyne Zon dag zeg. Aan het water is het om deze tjjd ook mooi. Ik was Zondag aan een meer tj. gens in Brabant. Het was omzoomd door bosch. Berken, beuken en sparren en die hadden allemaal verschillende herfsttinten, prachtig. Over alles ligt nu zo'n lichte herfstnevel, dat doet de dingen soms zo onwerkelijk schijnen en dan ga je aan het dromen. Misschien heb jy daar geen last van, Boef? DE OPLOSSINGEN i Is Jaap al in Groningen geweest? (Paling) Werden Jan en Piet ongeduldig? (Tong) Hy had de laatste uren steeds maar ge wacht. (Steur) Zal mijn fiets heel blyVen? (Zalm) n Gouda, goud, oud. De prys is deze week gewonnen doorg V i o o 11 j e. DE RAADSELS x - .x - x x - x x Eerste rü: het tegenovergestelde van kort. Tweede ry: een ander woord voor gevoe lig, breekbaar. Derde rij: een lichaamsdeel. Vierde ry: wat azyn is. Vyfde ry': een bergplaats. Zesde rij; een stuk tuingereedschap. Zevende ry: een lichaamsdeel. Op de kruisjeslyn komt een stad in Zuid- Holland. II Zet één letter achter een soort gebak en je hebt een dorp in de provincie Utrecht. RUILHANDEL Old Firehand kan op bonnen „Apen en Hoefdieren" rekenen. Een onbekende, die.een pak bonne® van Verkade zond, danken wy vriendelijk. Nufj$ help ik aan Nieuwe-Boekenbom nen. Tarz'an jou geef ik nog wat postzegels, Maandagmiddag na 3 uur liggen prys en bonnen voor jullie gereed. Hartelijk gegroet OOM BOB UIT WELK SPROOKJE IS DIT PLAATJE? Oplossing: Hans en Grietje. Wandelende bladeren zul je zeggen, hoe kan dat nu? J-a, kinderen, ze be staan heus, maar het zijn geen blade ren, maar insecten. De vorm van hun lichaam lijkt op die van een blad en ze zijn ook zo geaderd. Als ze in gevaar raken, kunnen ze net zo ruisen, als bladeren doen en om hei hun vervol gers nog moeilijker te maken, lijken hun poten op de gekartelde rand van een blad.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1940 | | pagina 7