VOOR HET KIND
Devegetariersende
vleeschdistributie
BETALING ABONNEMENT
HET AVONTUUR IN DE
HOUTSCHUUR
RUBRIEK VAN OOM BOB
TOEPASSING DER
loonverordening
Eikels en kastanjes
voor hertenkampen
5
VOOR DE VROUW
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
Zonderlinge
figuurtjes
r
,MA
„UIT EIGEN PEN"
BRIEFWISSELING
Wandelende
bladeren
2e BLAD PAG. 3
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
VRIJDAG 27 SEPTEMBER 1940
Inschakeling der vertrou-
wensinstanties
In het uitvoeringsbesluit van den wnd.
secretaris-generaal van het departement
van Sociale Zaken, ingevolge de verorde
ning van den Rijkscommissaris voor het
bezette Nedèrlandsche gebied, betreffen
de het verbod van verlaging van loon en
'en salarissen, wordt o.m. bepaald, dat.
alvorens tot verlaging van bij collectie
ve arbeidsovereenkomst geregelde loo-
nen wordt overgegaan, betrokken par
tijen gelegenheid krijgen tegenover de
Rijksbemiddclaars hun standpunt uiteen
te zetten.
Er zijn echter tal van loonverhoudin-
gen. welke niet bij collectieve arbeids
overeenkomst zijn geregeld.
Teneinde ook voor toepassing van ver
laging voor die loonverhoudingen een re
delijke. en objectieve medezeggenschap
van de arbeiders te verkrijgen, heeft het
N.V.V. zich tot het college van Rijkshe
middelaars gewend met het verzoek, om
aan de uit werkgevers en werknemers
bestaande vertrouwens-instanties, welke
van advies dienen voor de „ontslagveror
dening" gelegenheid te geven, hun stand
punt ten aanzien van de voorgenomen
verlaging kenbaar te maken, voor zoover
in bepaalde gevallen de betreffende ar
beider niet zelf gehoord wordt.
Het college van Rijksbemiddelaars
heeft medegedeeld in den geest van het
Verzoek te zullen handelen.
Actie in de Geldersche
hoofdstad
ARNHEM, 27 Sept. Voor de herten
en reeën in de hertenkampen en op
sommige deelen van de Veluwe breekt
een moeilijke tijd aan. Voor het voeren
en eventueel, bijvoeren van deze dieren
is geen krachtvoeder meer beschikbaar
en het is lang niet denkbeeldig, dat tal
van herten zullen moeten worden opge
ruimd. Om dit te voorkomen is in de
Geldersche hoofdstad een sympathieke
actie begonnen, die zeker overal waar
noodig navolging verdient.
De directeur van de gemeenteplant
soenen. de heer S. H. Frederiks, heeft
n.l. ten behoeve van de herten in het
park Sonsbeek en op Alteveer een be
roep gedaan op de inwoners van
Arnhem, om eikels en kastanjes aan
zijn dienst ter beschikking te stellen.
Deze vormen voor herten een zeer goed
voedsel en door de kinderen te laten
zoeken, kan iedereen zonder kosten
meehelpen om de herten te behouden.
Eikels en kastanjes liggen in dezen tijd
overal voor het grijpen.
Indien deze mogelijkheid van voed
selvoorziening der herten op andere
plaatsen wordt overgenomen, zullen de
hertenkampen dezen winter niet ont
volkt behoeven te worden. („Tel.")
TE LAAT OP STRAAT
De eerste straffen
ROTTERDAM. 26 Sept Het kan
tongerecht te Rotterdam heeft he
denmorgen verschillende zaken be
handeld tegen personen, die artikel
1 van de verordening van den rijks
commissaris in het bezette gebied
betreffende de verkeersbeperkingen
hadden overtreden. Dit artikel ver
biedt, zooals men weet, dat zij, die
de rijksduitsche nationaliteit niet
bezitten en in een bepaald deel van
het land verblijven, zich tussch.en
22 en 4 uur buitenshuis bevinden.
De kantonrechter mr. R. Rensma,
legde hun allen een geldboete van
15.subs 5 dagen hechtenis op
alsmede een voonvaardelijke hech-
tenisstraf van drie dagen met een
proeftijd van een jaar.
De eisch. die de ambtenaar van het
o.m. mr. R. H. F. H. M. Grasso stelde,
was in op een na alle gevallen een geld
boete van dertig gulden te vervangen
door twintig dagen hechtenis en een
voorwaardelijke hechtenisstraf van ze
ven dagen met een jaar proeftijd.
Niet minder dan 28 bewoners van
Ridderkerk en acht van Rotterdam had
den ziclr te verantwoorden. Ëen deel
was echter niet verschenen.
In enkele gevallen, waarbij de verdach
ten mededeelden niet op tijd thuis te
hebben kunnen zijn, omdat zij dekking
hadden moeten zoeken vanwege het vu
ren van het luchtafweergeschut, werd
de behandeling van de zaak acht dagen
aangehouden.
De redenen, die de overige verdachten
aanvoerden, waren o.a. slechte weersge
steldheid, bandenpech, het achtërloo-
pen van de klok enz.
UTR. STRAAT 14
TEL. 5294
'Geachte mevrouw Pétillon.
■M ET veel waardeering las ik uw stuk
over de moeilijkheden van de vegetariërs
bij de distributieWaardeering van de be
doeling en de gezindheid vooral met
de conclusie kan ik het echter, als vege
tariër. niet geheel eens zijn; sta mij toe,
mijn opvatting hier weer te geven.
De vegetariërs hadden inderdaad ge
hoopt., dat hun verzoek aan de bevoeg
de instanties, om boter- of slaoliebons
in plaats van vleeschbons te mogen
ontvangen, zou worden ingewilligd; we
hebben echter gezien, dat deze pogin
gen niet zijn geslaagd, omdat „de om
standigheden zulk een distributierege
ling niet toelaten." Zij zullen het dus
ook verder zonder de, in normalen tijd
door hen veel gebruikte slaolie, moeten
doen: dat is zeker een teleurstelling.
Nu heb ik zelf ook gehoord van vege
tariërs, die gaarne van een hun gebo
den gelegenheid gebruik maakten, om
bij vrienden vleeschbons in te wisselen
tegen boterbons ik zelf kan hier ech
ter niet toe besluiten, en ik .vermoed,
dat vele andere vegetariërs daar even
eens bezwaren tegen zullen hebben. Ja
renlang hebben wij tegen het vleesch-
gebruik geijvern; we hebben niet,alleen
zelf geen vleesch gegeten, we hebben
het ook onze gasten niet voor willen
zetten; we hebben getracht hen te
overtuigen, dat vleesch niet alleen on-
noodig, zelfs schadelijk, is voor de ge
zondheid, maar dat vleeschelen boven
dien moreel te veroordeelen is.
Nu komen we, door de distributie, in
moeilijkheden. Wilt u nu. dat, we tot die
zelfde vrienden zeggen: „Hier heb je
onze vleeschkaart, eet jullie nu maar
vleesch zooveel je wilt als ik dan
je boterkaart maar krijg"?! Dus een
voudig het. vleeschverbruik van onze
vrienden aanmoedigen, „om der wille
van de smeer"? Ik geloof niet, dat vele
werkelijk principieele vegetariërs tot
een dergelijke houding bereid zullen
zijn ze eten hun brood liever droog.
Of dan de niet-vegetariërs niets
voor hun vrienden-vegetariërs in deze
kunnen doen? Zeer zeker kunnen zij
dat. Selt u de onaangename positie
van een vegetariër voor. Zijn vrienden
klagen over een tekort aan vleesch;
h ij heeft vleeschkaarten, die hij niet
wenscht te gebruiken. Zijn vrienden
vragen: „Geef mij die kaart, of ruil
hem, tegen boter." Hij moet weigeren;
en behalve dat hij nu het vleesch en
de boter mist, nemen zijn vrienden het
hem nog kwalijk ook! Wat u doen kunt,
is: deze moeilijkheid begrijpen, het uw
vrienden-vegetariërs niet kwalijk ne
men, als ze de door u aangeboden hulp
weigeren. Ze gunnen u heusch gaarne
alle goeds leg hun weigering niet*uit
als eer onvriendelijkheid!
VEGETARIËR
Naschrift. Zooals U de kwestie prin
cipieel stelt, kan ik zeer zeker Uw moei
lijkheden begrijpen en ook wel met U
s.vmpat.hiseeren. Ik vraag me echter af
of een minder vleeschverbruik, eenvou
dig omdat er niet, meer is, waarde heeft
en ook of U feitelijk iets bereikt door Uw
vleeschkaart niet aan Uw vrienden te
geven. Dat immers zal hen nimmer over
tuigen en alleen een onthouding, op
welk gebied dan ook, kan waarde heb
ben. als zij voorkomt uit overtuiging. In-
tusschen zou ik niet-vegetariërs in over
weging willen geven ter wille van hun
vegetarische vrienden nu en dan
een bon voor boter of margarine uit te
sparen en hun die te geven, simpel als
een van die kleine geschenken, die de
vriendschap onderhouden. Ik heb er één
ter beschikking en heb er een candidate
voor ook en moet bekennen, dat het niet
eens een opoffering is geweest. Daar
tegen kan toch niemand bezwaar heb
ben, is het wel?
De gemakkelijkste vorm van betaling van het kwartaal
abonnement op het „AMERSFOORTSCH DAGBLAD" Is
per automatische giro.
Op aanvraag zendt onze Administratie (Tel. 4620) U
een machtiging ter teekenlng, de girodienst zorgt dan
automatisch voor overschrijving van Uwe rekening
op de onze.
Indien U thans aanvraagt, kunnen de abonnementsgel
den voor het vierde kwartaal 1940 reeds automatisch
overgeschreven worden.
DE ADMINISTRATIE.
door WIL BOKHORST
„Johnny, kom "es gauw! Ik heb een
reuze-plannetje!" riep Kees Visser tegen
zijn vriend. „We gaan spelen dat we
twee rovers zijn en ontvoeren dien klei
nen dikken Steventje van mevrouw
Landhuis! We zullen hem in de hout
schuur verstoppen en als we Steventje
ontvoerd hebben, ga jij naar mevrouw
Landhuis en geeft haar een briefje dat
we losgeld willen hebben, als ze haar
kind ooit terug wil zien!"
Johnny en Kees hadden de laatste
tijd veel boeken gelezen; boeken die ze
stiekum hadden gegapt van vader en
moeder. Daarin hadden ze gelezen van
de kinderroof in Amerika en dat von
den ze zoiets buitengewoons, dat ze er
nu een spelletje van wilden maken. Het
was wel eens goed voor dat akelige Ste
ventje om in handen van twee echte
rovers te vallen!
Kees ging dus op de kindervangst,
terwijl Johnny het roversnest in de
houtschuur'in orde maakte en er een
hoop divankussens en plaids neerlegde,
zodat Steventje vooral schik in het nieu
we spel zou hebben!
Eindelijk verscheen Johnny met den
kleinen dikken Steven aan de hand. Hij
had uit moeder's suikerpot twee klont
jes gestolen, waarmee hij Steventje zon
der moeite ontvoerd, had.
Kees kwam ook aangelopen en de
twee jongens namen het kereltje tus
sen zich in en brachten hem naar de
houtschuur. Hier werd Steventje op
een troon van divankussens gezet en
er werd hem op 't hart gedrukt, dat hij
zoet, moest zijn en dat. hij straks een
boterham met jam zou krijgen! Steven
tje bleef werkelijk een poosje muisstil
zitten, waohtend op de boterham met
jam.
Ondertussen schreef Kees op een
blaadje uit zijn rekenschrift, een brief
je aan mevrouw Landhpis. Johnny hing
over zijn schouder en dicteerde:
„Beste mevrouw. Uw kind is door ons
geroofd en als u het terug wilt hebben,
moet u direct een blauwe enveloppe met
twintig cent op de trap voor uw huis
leggen! De Zwarte Hand!"
Kees had bezwaren. Zou mevrouw
Landhuis wel een blauwe enveloppe
hebben? En twintig cent. was wel heel
veel geld!" Maar Johnny trok verachte
lijk zijn neus op. „Eerst, wil je alles doen
en nu ben je bang! Maar het zal ge
beuren! Ik zal zelf naar het keuken
raam rennen en het briefje naar binnen
gooien!"
Toen Johnny van zijn zware opdracht
terug kwam. brulde Steventje uit alle
macht; verlangend naar de beloofde bo
terham. Kees moest vijf minuten van
zijn roversloopbaan opgeven, om even
naar huis te gaan en' een boterham met
jam te halen. Steventje had nu weer
voor een poosje wat te doen, maar hij
smeerde zijn lichtblauw speelpakje zo
vol, dat Kees z'n hart vasthield voor de
afloop van dit grapje!
Nadat Steventje de boterham op had
en er zichtbaar door gesterkt was, werd
hij levendig en opgewonden. Hij gooide
■divankussens naar zijn ontvoerders en
sprong in 't rond als een jonge stier.
J9hnny was wanhopig. „Als hij niet
gauw stil is, horen ze allemaal, dat we
hier in de houtschuur zitten en dan vin
den ze ons direct en hebben we niets
aan ons spel!" Hij probeerde Steventje
tot bedaren te brengen met een paar
grote houtblokken, tot hij met z'n hoofd
tegen de muur stootte, een buil kreeg en
weer luidkeels begon te brullen. Hij gil
de zo hard dat Johnny verschrikt de
deur van de schuur dichthield, terwijl
Kees zo goed en kwaad als 't ging een
zakdoek om Steventje's hoofd d'rapeerde
en hem wijs maakte dat die lap hem zo
goed stond! Getroost keek Steventje
weer stralend in 't rond; het beviel hem
blijkbaar maar al te goed in de hout
schuur.
Nu vond Kees het tijd ,om eens naar
de blauwe enveloppe te kijken, dus
sloop hij naar het huis van de familie
Landhuis. Maar er was geen blauwe
enveloppe te bekennen en mevrouw
Landhuis scheen zich helemaal geen zor
gen te maken over Steventje, wint ze
was nergens te zien en zocht blijkbaar
helemaal niet naar het kind.
Er bleef Kees dus niets anders over
dan weer naar de houtschuur terug te
gaan en Johnny van zijn vergeefse
tocht te vertellen. Wie weet had me
vrouw Landhuis de dreigbrief niet eens
gevonden!
Maar toen Steventje juist begon, John
ny en Kees met zijn kleine handjes te
bewerken, wat hij blijkbaar noodzake
lijk vond in zijn geheimzinnige omge-
ving, ging de deur van de schuur lang
zaam open en, o schrik, daar versche
nen Steventje's vader en meneer .Vis
eer.
Hier ziet u de kin derrovers, meneer
Visser! Ze wilden mijn vrouw losgeld
afpersen en ik twijfel er niet aan of u
zult ze de straf geven, die hen toekomt!"
Toen nam hij Steventje op z'n arm,
bekeek met oritische blikken de buil op
z'n hoofd en zijn besmeurd speelpakje
en verdween.
Nu volgde een genadig standje van
meneer Visser. Dit was geen spel voor
behoorlijke jongens en als ze nog eens
van die grapjes uithaalden, zouden ze,
zo groot als ze waren, een flink pak
slaag krijgen!
Daarne sleepten Johnny en Kees alle
divankussens en plaids naar de huiska
mer en ze waren niet eens blij, toen het
kleine dikke Steventje, zodra hij de jon
gens weer zag, direct begon te bedelen
om dat leuke spel in de houtschuur te
spelen en boterhammen met jam te
eten!
(NADRUK VERBODEN)
„Boems!" Daar viel een mooie, glan
zende kastanje, precies op m'n neus.
„Au!" wat. deed dat pijn.
Ik stak de vrucht in m'n zak en nam
nog een paar andere mee ook. En wat
denk je dat ik er thuis mee deed? Nu,
ik maakte er een paar grappige dieren
van: katten, honden, kikkers enz. Voor
de poten gebruikte ik lucifers. Staarten
en oren sneed ik met weinig moeite
van de kastanjes en met behulp van
gebroken spelden en naalden, prikte ik
die lichaamsdelen aan de romp vast.
Met een stopnaald graveerde ik wenk
brauwen. neusgaten en snorharen, die
bij een poes niet mochten ontbreken.
Ook maakte ik een wagentje van een
kastanje. Ik sneed de kastanje midden
door en holde hem uit. De wieltjes
maakte ik van karton en de as van een
stuk lucifer. In het wagentje zette ik
een heel klein poppetje en het dekentje
maakte ik van gekleurd papier. Zoals
je ziet kun je met kastanjes heel wat
doen.
Beste nichten en neven.
De eerstvolgende weken zullen het onze
familieleden, die een opstel inzonden, zijn,
die het woord voeren.
Alzo trek ik my bescheiden terug en geef
het woord aan juffrouw Snap.
NAAR EEN NIEUWE SCHOOL
f AMS, toe dan, anders kom ik te
laat", riep Jet Colen.
Z\j waren van Utrecht naar Nijmegen
verhuist wegens de overplaatsing van
haar vader. Jet ging nu voor 't eerst
naar de nieuwe school. Op de vorige
6chool had zy het reuze leuk gehad met
haar vriendinnen. Zij was enig kind en
werd door haar vader en moeder erg
verwend. Zij speelde daarom dikwijls de
baas over haar vriendinnen. Die zeiden
dan: „Jet, wat zullen wy gaan doen?"
Als Jet dan zei „Krijgertje" of „Ver.
stoppertje" of „touwtje Bpringen", dan
gebeurde dat ook.
Eindelijk was haar moeder klaar en zei:
„Kom maar Jet". Jet huppelde vrolijk naast
haar moeder en was dolblij.
Toen zij op school kwamen, ging haar moe
der met haar naar de hoofdonderwijzeres.
Die praatte wat met haar moeder over de
vorige school. Er werd besloten dat Jet in
de vyfde klas zou komen. Zy gaf haar moe
der een zoen en wandelde met de onder
wijzeres naar het lokaal van de vyfde klas.
Zij kreeg een plaatsje naast een meisje in
de achterste bank.
In een heleboel dingen was Jet de vyfde
klas voor. Maar in rekenen was zy bij hen
achter. Toen zy het laatste uur handwerken
hadden bleek, dat zij dat ook niet kon. Op
de vorige school was ze daar ook zo-'n suk
kel in, omdat zy gewend was dat haar n
der haar knopen aanzette en haar kousen
stopte.
Toen Jet om 12 uur uit school kwam,
stond haar moeder al op haar te wachten.
„Was het leuk?", vroeg ze aan Jet. „Ja
wel", zei Jet, maar het klonk toch niet van
harte.
Toen Jet 's middags weer naar school
ging, vroegen de meisjes of ze meedeed met
boompje verwisselen. Maar Jet zei; „Nee
hoor, dat vind ik veel te saai." En ze ging
op haar eentje by de schooldeuren staan,
Ze keek naar de meisjes die lachten en gil
den van pret. „Hoe ze om zo'n spelletje ple
zier konden hebben", vond Jet. „Bah, ik
wou dat ik weer op de vorige school was.
Daar was het heel wat leuker".
De bel ging en al de meisjes holden, nog
lachend, naar binnen en gingen op de plaat-
sen zitten. Jet ook. Maar ze was erg uit haar
.humeur.
Toen het 4 uur was, was ze blij1, dat ze
naar huis kon gaan.
De volgende dag kwam Ze weer op Bchool.
De meisjes deden nu „haasje over". „Weer
zo'n naar spel", -dacht Jet. „Maar ik wou
toch wel dat ik mee mocht doen, want altyd
kyken is ook niet leuk."
's Middags kwam ze weer op school en
er waren al een paar meisjes die weer aan
't boompje verwisselen waren. „Al weer dat
akelige spelletje", dacht Jet. Maar toch
vroeg ze of ze mee mocht doen. „Ja hoor",
zeiden de meisjes, en Jet deed mee. Ze had
dolle pret en lachte en gildo even hard als
de anderen. Ze dacht by zich zelf: „Het is
toch eigenljjk niet zo'n naar spelletje." In
het vervolg zou ze maar altyd vragen of
ze mee mocht doen.
Er was een week omgegaan en Jet vond
het heerljjk op de niéuwe school. Ze had
nu ook geleerd, dat j®, als je het sllemaal
een leuk spelletje vond, veel pret kon heb
ben.
JUFFROUW S.NAP.
Old Firehand. De tyd van pret
maken en luieren is voorbij, daaraan heb je
gelijk, doch ook van school is er denk ik
nog wel iets te vertellen. Heb je een ge
zellige klas? Bedankt voor de postzegels.
Viooltje. Kruiswoord-raadsels zijn
erg lastig om te maken en ze kosten veel
tyd. Misschien doe ik het nog wel eens viool
als ik in een goeie bui ben.
T o m M i x. Je moet er niet zulke hals
brekende toeren by doen neef, dan zou dat
dorre hout je duur te staan kunnen komen.
Ik vind het helemaal niet gek, dat je
vriendinnen hebt, integendeel. Ping-pong is
een leuk spel. maar je wordt er wel moe
en warm van, doch dat is wel goed als we
de kachel toch niet hard kunnen stoken.
Madeliefje. Goed zo Madelief,
oefen je maar flink in het lezen van vreem
de talen, dat is verstandig. Ja. de wijsheid
komt grotendeels uit de boeken, vandaar,
dat je er zoveel nodig hebt, want je wilt.
natuurlijk niet dom blijven.
Juffrouw Snap. Dat heb je dan
goed getroffen met de nieuwe huisgenoten.:
Meisjes zyn in het algemeen „dol" op kleine
kinderen, dus je kunt nu je hartje opha
len. Blyft er nu ook nog wel tyd voor je
huiswerk over denk je? Dat mag je niet
verwaarlozen zeg.
B u i t e n k i n d. Je moet. weten, dat ik
zelf de raadsels eerst veel te gemakkelijk
vond. Dat was een fijne fietstocht, vooral
als je er iemand by hebt, die zoveel van de
natuur vertellen kan. Heb je ook eetbare
paddestoelen gevonden, die zyn lekker, weet
je dat?
Leergraag. Na verloop van tyd,
ben je dus een meisje met een flinke spaar
pot. Het is een aardig ideé. Je doet my wa
tertanden met je heerlijke menu's, die wor
den nu steeds fijner en ingewikkelder. Een
jong poesje is altyd erg leuk. Dat is een
mooi boek, je zult er wel van genieten denk
ik. Aan de gevraagde bonnen kan ik je niet
meer helpen.
Juffrouw Snip. De onderlinge fa
milie-relatie had ik al voor mezelf uitge
vonden, slim hè? Met veel huiswerk zullen
jullie de achterstand misschien een beetje
kunnen inhalen. Het valt niet mee om met
zo weinig lesuren de benodigde hoeveelheid
wy'sheid machtig te worden.
Pïkkie Nougat. De manier, die jij
toepast lykt my inderdaad het verstandigst.
Op de lange duur vergeet „men" de naam
vanzelf. Reageer je er op, door boos te wor
den en op te spelen dan hebben de lui er
nog meer plezier van. Ik hoop, dat je het
nu goed getroffen hebt, veel succes in je
nieuwe werkkring.
Nufje. Je wist my inderdaad niet veel
te vertellen nichtje. Zal ik de oorzaak maar
aan de „opbouwer" wyten? Je hebt al eens
moeilijker raadsels goed opgelost Nuf, jam
mer, dat je d$ze week oversloeg.
pee n k r u i d j e. Dat was een ver
raderlijke poets, die je fietsband je bakte.
Gelukkig, dat er op die manier een oplos
sing kon gevonden worden, je zou anders
een flinke wandeling hebben moeten ma
ken. Het was Zondag fyn om te fietsen. Ik
maakte een grote wandeling en heb geno
ten van de herfstkleuren.
Poppenmoeke. Ja nichtje, ja hebt
weer eens een keertje geluk gehad, ik ge
loof, dat het een mooi boek is. De pittige
herfstlucht zal de poppenkinders goed ge
daan hebben. Was het resultaat blozende
gezichtjes?
P i n g u i n. „Eindelyk", zal je wel g§-,
zegd hebben, toen je hoorde dat je waar
schijnlijk Maandag weer gewoon naar school
kunt gaan. Ik dank je voor de Verkade-bon
nen, helaas is er aan Droste bonr.en nog
steeds gebrek.
T a r z a n. Dank je wel voor het raad
sel, ik zal het de volgende week plaatsen.
Ik kan me voorstellen, dat je veel plezier
had op de boerderij waar je tegenover woon
de. Hier is het toch ook wel leuk?
Lilliputter. Jy maakte ook al een
raadsel voor my. Ik zal de volgende week
veel tyd overhouden nu ik helemaal geen
raadsels hoef te maken. Ik vind ,het leuk,
dat je ook nog een opstel instuurde doch...
je zult het even moeten overschrijven. Een
vel papier mag maar aan één zijde beschre
ven zyn, dat heb ik ook al eens meer ge
zegd. Je kunt het opstel Maandag even te
rug halen aan het bureau, als je het veran
derd hebt gooi je het wel weer in de bus.
Oranjepop. Eikels zyn er nog niet
zo veel, maar ik heb ze wel gezien. Dat was
inderdaad pech met die tamme kastanjes.
Ik wist niet, dat je ze daar vinden kon, ik
zal ook eens op zoek gaan, want ik vind ze
lekker.
S y s j e. Dat zou een gedrang worden
als ik koffie- en thee-bonnen ging ruilen.
Ik zou er mij niet aan durven wagen. Ja
bent een ijvé*ig nichtje. Zo ben je klaar
met de schoonmaak of naald en draad zyn
al weer te voorschijn gehaald. Als je hele
maal niets weet te schrijven mag je de raad
sels best insturen met een groetje. Toch
schrijf je gezellige briefjes.
Boefje. Ja, dat was een fyne Zon
dag zeg. Aan het water is het om deze tjjd
ook mooi. Ik was Zondag aan een meer tj.
gens in Brabant. Het was omzoomd door
bosch. Berken, beuken en sparren en die
hadden allemaal verschillende herfsttinten,
prachtig. Over alles ligt nu zo'n lichte
herfstnevel, dat doet de dingen soms zo
onwerkelijk schijnen en dan ga je aan het
dromen. Misschien heb jy daar geen last
van, Boef?
DE OPLOSSINGEN
i
Is Jaap al in Groningen geweest? (Paling)
Werden Jan en Piet ongeduldig? (Tong)
Hy had de laatste uren steeds maar ge
wacht. (Steur)
Zal mijn fiets heel blyVen? (Zalm)
n
Gouda, goud, oud.
De prys is deze week gewonnen doorg
V i o o 11 j e.
DE RAADSELS
x -
.x -
x
x
- x
x
Eerste rü: het tegenovergestelde van kort.
Tweede ry: een ander woord voor gevoe
lig, breekbaar.
Derde rij: een lichaamsdeel.
Vierde ry: wat azyn is.
Vyfde ry': een bergplaats.
Zesde rij; een stuk tuingereedschap.
Zevende ry: een lichaamsdeel.
Op de kruisjeslyn komt een stad in Zuid-
Holland.
II
Zet één letter achter een soort gebak en
je hebt een dorp in de provincie Utrecht.
RUILHANDEL
Old Firehand kan op bonnen „Apen
en Hoefdieren" rekenen.
Een onbekende, die.een pak bonne®
van Verkade zond, danken wy vriendelijk.
Nufj$ help ik aan Nieuwe-Boekenbom
nen.
Tarz'an jou geef ik nog wat postzegels,
Maandagmiddag na 3 uur liggen prys en
bonnen voor jullie gereed.
Hartelijk gegroet
OOM BOB
UIT WELK SPROOKJE IS
DIT PLAATJE?
Oplossing: Hans en Grietje.
Wandelende bladeren zul je zeggen,
hoe kan dat nu? J-a, kinderen, ze be
staan heus, maar het zijn geen blade
ren, maar insecten. De vorm van hun
lichaam lijkt op die van een blad en ze
zijn ook zo geaderd. Als ze in gevaar
raken, kunnen ze net zo ruisen, als
bladeren doen en om hei hun vervol
gers nog moeilijker te maken, lijken
hun poten op de gekartelde rand van
een blad.