(STADSNIEUWS De nieuwste „ruilhandel" in de Markthal Bonnen, die nu geldig zijn (Dp Spin De zaken gaan naar wensch Diefstal van suiker en bronzen staven DE MOOR Voor den gewonden soldaat Paling en snoekbaars langs de maatlat UW KINDJE VERKOUDEN DAMPO 2e BLAD PAG. 1 AMERSFOORTSCH DAGBLAD DINSDAG 8 OCTOBER 1940 SINDS Vrijdagmiddag is men nu in de Markthal bezig, kleedingstukken in ont vangst te nemen en kleedingbonnen uit te reiken. Men kent dit „ruilsysteem" waar van de distributiedienst gébruik maakt, wel:, U levert een gebruikte winterjas of mantel, een wollen deken of een costuum in en u ontvangt daar een vergunning tot het koopen van een nieuwen mantel of jas voor terug. Wal u inlevert moet in be hoorlijken staat verkecren. want het zal straks aan de minder gelukkigen worden uitgereikt. Het is dus een vorm van ..win terhulp". Nu de zaak een paar dagen loopt, heb ben we ons eens gewend tot den lerder van den plaatselijken distributiedienst, den heer J. Haars, die bereid was ons enkele inlichtingen te geven. Het gaat. naar wensch, zoo luidde de strekking van zijn woorden. De hoeveel heid kleedingstukken en de kwaliteit vallen beide mee, zoodat Amersfoort straks over een behoorlijken voorraad zal beschikken.Het zal ten bate der bè- hoeftigen komen en dat is in dezen tijd een goed ding. Zooals we wel verwacht hadden, blijkt het aantal ingeleverde winterjassen en mantels in de meerderheid te zijn. De kens en cosluums worden er heel wat minder afgegeven. Heel sporadisch tracht men een smoking of een jaquette in te ruilen, maar deze moeten al in zeer goede conditie verkeeren, willen ze geaccepteerd worden. Zoo langzamerhand begint zich een tamelijk uitgebreid „kledingma gazijn" te vormen, als een soort van tijdelijk nevenbedrijf van den distri butiedienst. Maandagmorgen waren er in totaal al iets meer dan 500 stuks binnengekomen. Naar we met stelligheid meenen te mogen aanne men, zal deze verzameling ten goede komen aan Amersfoortsche ingezetenen. Vooral Vrijdagmiddag is er veel druk te geweest. Zooveel liefhebbers voor een extra-kleedingbon kwamen zich melden, dat het personeel tijdelijk moest worden uitgebreid. Zaterdagmorgen echter hadden*de za ken een veel rustiger verloop. Het pu bliek ging geleidelijk in en uit, hetgeen een normale afwikkeling ten goede kwam. Gistermiddag liep de druk weer wat omhoog, en ook toen werd er een mannetje bijgezet, maar als Vrijdag, toen het een paar uur storm liep, is het niet geweest. We vroegen den heer Haars ook. of er veel menschen teruggestuurd moesten worden. Dit blijkt nogal meegevallen te zijn. Natuurlijk was er wel eens iemand, die een kleedingstuk trachtte af te ge ven, dat. hoognootlig een chemische rei- nigingskuur behoefde, maar het waren er gelukkig niet veel. En succes hadden zij in ieder geval niet, want ze werden zonder pardon teruggestuurd. •Op het oogenblik wordt er in de Markt hal nog op volle toeren gewerkt. Men heeft nog nagenoeg een volle week voor den boeg, aleer cffe kleedingruil stop zal worden gezet. Doch thans reeds kan men er van verzekerd zijn, dat er voor de minder bedeelden in onze stad dezen winter heel wat extra-kleeding en dek beschikbaar zal zijn. Soldatencantine te Baarn geplunderd D ADICAAL leeg geplunderd was in de bewogen Meidagen van dit laar een Baarnsche soldatencantine toen na den terugtocht der militairen, eenige boeren knechts er een tild lang hun beste krach ten aan gaven om als uitdragers te fun- geeren. Tientallen kilogrammen boter en suiker, vele pakken thee en koffie, hon derden sigaren, koeken en chocolade (het moet een welvoorziene cantine geweest zijn) alsmede draagbare inventaris-onder- deelen als kapstokken enz. verdwenen in een minimum van tija. naar de woon- en kosthuizen van de zwbar met buit betaden verhuizers, waar zij verder den gebruike- lijken weg van alle kostbaar- en smake- liikheden gin «en. totdat bij huiszoekingen de politie achter de diefstallen kwam en een einde aan de overigens bijster wel slagende pogingen om het gestolen goed te laten gedijen maakte. Toen ware.i het de helers en de stelers, 'die een gebruikeliiken weg gingen, den weg, die dezer dagen voor drie van hen voor den politierechter te Utrecht voor- loopig eindigde. Twee boerenhelpers en eed huisvrouw stonden terecht. De eerste omdat hii zich een kistje van honderd sigaren had toegeëigend. „De bedoeling was zeker om ze zelf op te rooken". vorschte de politierech ter. „Ja, natuurlijk", antwoordde de ver dachte nog vol van zes-centsrookvisi oenen. „Toch wel een misselijke streek, die plundering, vind je niet?" Vroeg mr. Visser verder. „Ja, natuurlijk" (aanmerkelijk minder droomerig-enthousiast). Tegen dezen nummer een eischte het O.M. drie weken gevangenisstraf. „Dat heb ik liever niet", zeide de ver dachte het laatste woord krijgende. Twee weken luidde het vonnis. Nummer twee was een collega-plun 'deraar. Alleen was de lijst van zijn Tmit en ook zijn strafregister wat langer dan van den vorige. „U had voorzichtig moeten zijn". merkte de politierechter op, „u was im mers al meer veroordeeld? Drie maal al. nietwaar?" „Nee, dat gelukkig niet'\ zei de ver dachte. die nog beamender was dan zijn voorganger, maar dit te ver vond gaan. Doch het strafregister wist het precies, en de verdachte retireerde in dezen. Een maand luidde de eisch. „Wel wat veel, maar ik begrijp, er is niets aan te doen," berustte de plunderaar, al. De politierechter maakte het echter milder en vonniste tot drie weken. De verdachte, waarschijnlijk over wegende dat een maand elf dagen lan ger zijn kan. deed ijlings afstand van hooger beroep. Tenslotte verscheen de huisvrouw, bij wie de beide vorige comparanten in huis waren geweest, terzake van heling van de cantine-lekkernijen. Deze volgde* het aloude, maar aftandsch geworden recept van „Ontkennen, dan maken ze je niks", en zei dus dat ze niets aangenomen had. De jongens waren wel met buit gekomen, maar ze wilde er niets van weten. Toen had 't, tweetal de buit toch „stiekem" in de keuken neergezet. Vanwaar de koffie enz. door het dienstmeisje naar den kel der verhuisd werd. En tja, zoo geviel het dat de huisvrouw twee weken later in de koffiebus in de keuken ongedacht veel koffie ontdekte dit „geschenk van een onbekende" dankbaar aanvaardde en het aan gasten opdiende. „Och,-edelachtbare, mijn gedachten wa ren toen niet heelenaaal normaal, -toen de jongens met de koffie kwamen," zette de beteuterde verdachte uiteen. „Goed," zei mr. Visser, medelevend, „maar veertien dagen later pas, toen uw gedachten wel weer normaal wa ren, hebt U de koffie gebruikt" De reeds .veroordeelde vorige verdach ten traden nog als getuigen op. Mr. Camphuys, requisitoir nemend, achtte de heling bewezen en vroeg een boete van veertig gulden, subsidiair twintig dagen. „Als mijn gedachten toch niet normaal waren," verdedigde de verdachte zich nog. Maar de politierechter voelde niets voor een gesprek over de psycho analyse en veroordeelde conform. Van 7 Oct. t.e.m. 13 Oct. zijn de met 9 genummerde dubbele bonnen van het broodbonboekje geldigDe bonnen welke 13 October nog niet gebruikt zijn, blijven nog geldig t.e.m 15 October, echter niet in hótels of restaurants. Voorts zijn in omloop voor kinderen beneden 4 laarhalve broodkaarten. Naast de halve broodkaart ontvingen de kinderen een toeslagkaart waarop 6 rantsoenen havermout en 6 rantsoenen rijst of kindermeel verstrekt worden. Met deze toeslag- kaart moeten de betrokkenen even lans rondkomen als de broodkaart geldig is Bons 05 te.m. 12 (boterkaart) 2V* ons boter. Bons 05 06 07 (vetkaart) 2XH ons margarine of 2llons boter. Bon OS vetkaart2XH ons gesmolten vet ot 2'/» ons boter. Bons 09. 10 11 en 12 vetkaart2XH ons boter met reductie. Alles geldig van 24 Aug tot en met IS October. Bon 109: een kilo suiker tot en met 25 October. Bon 114: ll* Pond koffie of 75 gram thee tot en met 8 November. Bon 78: y2 pond tarwebloem, of tarwemeel, of boekweitmeel of roggemeel, of roggebloem, of zelfrijzend bakmeel tot en met 1 November Bon 76: y2 pond rijst of rijstemeel tot en met 1 November. Bon 77: */i pond havermout of havervlokken of gort of grutten tot en met I November. Bon 78: 1 ons mxaizena of griesmeel of puddingpoeder tot en met 1 November. Bon 15: 7 ons macaroni of vermicelli of spaghetti tot en met 1 November. Bons 03 van de vleeschkaart elk 100 gram vleesch of een rantsoen vleesch- waren. Bon 03 (worst, vleeschwaren) van de vleeschkaart uitsluitend een rantsoen vleeschwaren: 75 gram gerookte worstsoorten, of 100 gram gekookte worst soorten, of 125 gram lever-artikelen, of 150 gram bloedworst. Geldig van 7 Oct. t.e.m. 13 October. Bons, die op 13 Oct. nog niet zijn verbruikt, blijven geldig tot en met 20 October, echter niet in hótels of restaurants. Petroleumzegel. Periode 6. Geldig tot en met 3 Nov. (alleen voor diegenen die daartoe vergunning hebben). Bon 104: 150 gram toiletzeep (nieuwe samenstelling) óf 120 gram huishoud zeep óf 200 gram zachte zeep öf 250 gram zeeppoeder, óf 125 gram zeepvlokken, óf 250 gram zelfwerkende waschmiddelen. öf 200 gram vloeibare zeep. tot en met 18 October. No. 116 van de bonnen welke tegelijk met de textielkaart aan mannelijke per sonen boven 15 laar werden verstrekt: 50 gram scheerzeep of een tube scheer- crème of een pot scheerzeep tot en met 31 December. Verder worden voor kinderen beneden 2 jaar 6 rantsoenen zeep en 6 rantsoenen toiletzeep beschikbaar gesteld. Voor kinderen van 2 tot 8 jaar alleen 6 rantsoenen zeep. Deze rantsoenen moe ten verdeeld worden over 6 distributieperioden voor zeep en men moet er mee doen tot 24 lanuari, 1941. Op bon no. 4 van de voederkaart voor honden wordt beschikbaar gesteld voor honden van: Groep I: 10 kg. hondenbrood. Groep 2: 10 kg. hondenbrood. Groen 3: 8 kg. hondenbrood Groep 4: 5 kg. hondenbrood. Groep 5: 4 kg. hondenbrood. Groep 6: 3 kg. hondenbrood. Op bon no. 4 van de voederkaart voor katten wordt 71/» kg. kattenbrood be schikbaar gesteld. Alles geldig van 1 t e.m. 31 October. UITKNIPPEN EN BEWAREN!! Een winkelchef te dezer stede heeft bij de politie aangifte gedaan van diefstal van 100 K.G. suiker. Een aannemer uit Bussum heeft op het politiebureau medédeeling gedaan van diefstal van een partij bronzen staven te zijnen nadeele. NACHTHEGISTER NIET BIJGEHOUDEN Tegen een hotelhouder alhier werd door de politie proces-verbaal opge maakt wegens het niet bijhouden van zijn nachtregister. ZEER OUDE GÈNEVEP LANGE5TRAAT 8 TELEF. 6852 Het comité voor den zieken en go- wonden soldaat meldt ons het volgen de: Vrijdag j.l. werd een middagconcert gegeven door een trio (mevrouw IJ.-D., piano en de heeren T. en H. viool). Men was vol aandacht en genoot van vele bekende melodieën. Het met zorg gekozen programma, door de secretares se van V.V.V. vermenigvuldigd, prijkte met schitterende kleuren. In de pauze werd aan de patiënten ijs verstrekt aangeboden door de fabriek van O. Door 4 dames werden, namens het comité. Dinsdagmiddag vruchten uitge deeld. terwijl mevrouw B. uit Nijkerk en mejuffr. van L. op Donderdagmid dag voor versnaperingen zorgden. Woensdagmiddag werd de bioscoop bezocht Gramofoonplaten zond de familie van R. 19 stuks), mej. C. M.( 8 Stuks); mej. J. N. uit Baarn (23 stuks). Giften wer den ontvangen: mevr. K. 1.mevr. B. f 1.personeel van de fabriek van auto-onderdeelen R. 8.05;» mevr. D. (in houd bridge-potje) f 10.—; Bar.esse v. H. f 10, W. en J. v. D. f 1.— (Herhaalde gift). Giften kunnen worden gestort op Gironummer 25047 van H. A. Fischer, Mauritslaan 4. MUTATIE BIJ DE N.S. De heer A. J. van Geuzendam, werk zaam bij de N«d. Spoorwegen alhier, wordt met. November overgeplaatst naar Blerik (L.) als chef van de wagenwerk plaats aldaar» Spakenburgers, die 't maar probeeren Heel veel visch is tegenwoordig onder de maat jjBT is een harde tijd voor onze tl visschers. De Noordzee is door den oorlog vrijwel voor vischvangst gesloten, alleen het IJselmeer biedt nog gelegenheid om dit specifiek Hol- landsche bedrijf uit te oefenen. Maar dit binnenwater is ook reeds een slechte leverancier geworden en levert in hoofdzaak kleingoed, dat soms boven, al te vaak beneden de maat is. De wet heeft den verkoop van benedenmaat- sche visch verboden en de politie heeft tot taak een waakzaam oog op de na- leving van dit gebod te houden. Heel wat vischventers uit Spaken burg en Bunschoten worden aan een nauwlettende controle onderworpen de gevolgen daarvan heeft men den laaisten tijd bijna dagelijks kunnen lezen. Voortdurend worden belangrijke hoeveelheden ondermaatsche visch op het politiebureau uit de bennen naar emmers overgeheveld, als in beslag genomen genoteerd en ter beschikking gesteld van liefdadigheidsinrichtin gen. De vischvenier kan dan huis waarts keeren met een proces-verbaal, hij is niet door de mazen van het net geglipt. Vanmorgen maakten wij we derom een dergelijk geval bij het po litiebureau mee. De Spakenburger J- R. moest den inhoud van zün visch- bak laten zien. Een stoere knaap, deze visscher met zijn gebruinden kop en zijn diepblauwe trui. Die zijn „arrestatie'' ook niet te zwaar opnam. Het was trouwens al de tweede keer, dat het hem overkwam. Eerst werd 'de paling gemeten. De kist, waarin de kronkelaars lagen was in twee vakken verdeeld. In het eene vak allemaal dikke paling, waarvan nien met één oogopslag kon zien, dat zij ruim de goede maat had. De af scheiding was niet voor niets aange bracht. De Spakenburger had zóó ge dacht. Als ik de heele partij door el kaar doe en ze snappen me, 'dan ben ik alles kwijt. Verkoop ik ze echter naar de grootte, dan wordt de partij, die beneden de maat is en toch ook niet zooveel opbrengt, in beslag geno men en kan ik 'de rest nog onder m'n klanten uitventen. Zoo geschiedde. De dikke paling bleef, waar zij was en de paling, die de lengte van 28 c.M. niet haalde, ver huisde naar een emmer. Die was hij kwijt. Onder het meten door, zette R. dui delijk zijn meening uiteen. Hij vond het best, dat de politie zoo streng keur de en de hand aan de wet hield. Maar... dan allemaal aan keuring onderwerpen en niet de één wel en de an'der niet. Want, zei hij, vrijwel alle vischventers uit Spakenburg ïoopen nu met onder maatsche rommel. Ja, wat moet je ook anders doen in zoo'n tijd. Een hoop kinderen thuis, geen aanvoer van groo- te visch. geen andere verdiensten, dan begrijp je toch vanzelf wiel, dat we het probeeren moeten. Die paling daar hij wees op de ondermaatsche afdeeling is bij elkaar een pond of tien. Ik zou er een knaak voor gemaakt hebben. Die dikkere daar kost me aan inkoop 35 cent het pond. Logisch is. dat ik daar wat op verdienen moet. Maar 35 cent inkoop, wat moet je dan de men schen al niet vragen om iets te ver dienen. En dan moet je ook niet bij Jan en Alleman aan d,e deur komen, anders raak je er geenéén kwijt. Ze virtden Ihet immers te duur en kijken je met groote oogen aan als je den prijs noemt. Zoo ratelt hij door.Die ondermaaT- sche paling. Meneer, vroeger zou je er niet aan gedacht hebben, om met die rommel langs de straat, te gaan, maar tegenwoordig moet je wel. Terloops vraagt de verbalisant, of z'n snoekbaars ook beneden <te maat is, dus beneden de 40 c.M. De Spakenburger lacht en zegt dan handig: „Meneer, dat moet U zelf maar zien, dat behoef ik toch niet te zeggen." En zoo gaat de maatlat in de richting van den kist met. snoekbaars. Maar dan wordt het gezicht van den Spakenbur ger stuurscher. Ook deze zet gaat hij verliezen „Toe longes, schiet toch op. ik moet nog venten en anders zijn ze me voor. Ja, vooruit maar. haal ze er allemaal maar uit, alles beneden de maatBe halve die eene Hij heeft de waarheid gesprokenOp een na zijn alle snoekbaarzen beneden de veertig cM. Stuk voor stuk ver dwijnen de visschen. die al van te voren schoongemaakt waren, in den emmer. En daarmede een aardig dag- loontje van den venter. Hij is maar een oogenblik uit z'n hu meur geweest, 't Zal 'm vast niet meer gebeuren. Hij is er nu twee keer tegen aan geloopen. dit zal de laatste keer zijn, zoo zeker als wat. Het was een hard gelag voor dezen man. die geboren is in streken, waar tegenspoed al sedert jaren de scepter zwaait en de verdienste verdwenen is, sedert de Zuiderzee in hoeien gelegd en tot binnenwater gedegradeerd is. Maar gelukkig is hij ook het type van den man. die zich er toch altijd weer zal weten door te slaan. Voor de- politie is dit geen prettig werk BURGERLIJKE STAND GEBOREN: Gerrit, z. v. Arie Brouwer en Engelina Fontein. Antoinette' Margo, d. v. Cornelis Jan Pon en Geelliena Alberdiena Beening. Elisabeth Barbara, d. v. Tlheodorus Johannes van de Riet en Anna Maria van Vulpen. Janna, d. v. Willem Brink en Ger- ritje van IJzendoorn. Theodorus Jacobus, z. v. Theodorus A. H. Huurdeman en Jacoba Adriana van den Eshof. Evangelina Cornelia Jentina, d. v. Petrus Wilhelmus Sleurink en Evangelina Cornelia Hagen. Jacob, z. v. Jan Lustig en Paulina Antonia de Graaf. Hendri- kus Bernardus, z. v. Hendrikus Bernardus Rouwhorst en Maria Reina van Bogerüen. Lambertha Cornelis, d. v. Johannes Simon Zeilmaker en Lambertha Cornelia van den Eshof. Carla Josepha Angeline Irene, d. v. Mauritz Francis Alexander Basker en Maria Cornelia Adriana Meuwese. VERLEDEN: Hendrikus van Keulen, oud 56 jaar, weduwnaar van Gjjsberta van de Brug. Dirk van Bodegraven, oud 70 jaar, echtgenoot van Johanna Clara Lakerveld. Jacoba Alberdina Hardeman, oud 48 jaar, on gehuwd. EEN SLECHT SCHUTTER Een bewoner van 'de van Campen- etraat heeft de politic er gisteren van in kennis gesteld', dat in zijn woning een ruit stuk geschoten was. Bij nader onderzoek bleek in de ruit van een tuindeur een kogelgaatje te zitten. Door een jongen uit. de van Bemmelstraat was met een windbuks geoefend, waarhij de knaap te hoog aangelegd heeft met bovengenoemd ge volg. De windbuks is in beslag geno men. FRUIT- EN GROENTENVEILING AMERSFOORT, 7 Oct. Conference 16— 21, Legipont 1819, Alicante 1317, Toma ten 3580, Calabasse de Tir. 11—18, Eva Baltet 1416, Frankenthaler 1318, Com- tesse 1314, IJsbouten 1112, Hertogin Elza 1516, Pond&pe'er 1213, Andijvie 11 25, Pre! 57, Groenekool 6081, Spinazie 1519, Sla 1227, Pronkers 11-14, Peter selie 611, Komkommers 2844, Wortelen 58. Selderp 622, Knolselderij 46, Uien 4270, Stokboonen 2633. Roodekool 63, Spruiten 1219, Snijboonen 2237, Chin, kool 5, Bieten 16—20, RRapen 3441, Bloem kool 1516. V Wrijt dan keel. rug en borstje 'n mei Dampo. Wonderlijk ïooals dit helpt! 50 ct Tube 40 cl. Doos 30 ct. FEUILLETON door Johnston Mc. Culley 25) „Ik veronderstel, dat je er een heele geschiedenis over kunt vertellen." „Waar zou dat goed voor zijn, mijn heer?" „Het zou van groot belang kunnen zijn. Hoe ben je er bijvoorbeeld toe ge komen, juist mijn huis met je heimelijke aanwezigheid te vereeren?" „Ik wist van uw huis niets af," zei de jonge inbreker. „Hetnu ja, het zag er zoo echt als een rijkeluishuis uit. Ik meende hier geld of sieraden te kunnen vinden, die ik verpanden kon." „Het is een heel grappige samenloop van omstandigheden, al snap je daar niets van. Je bent immers geen beroeps misdadiger?" „Neen, mijnheer. Ik heb u lietisch de waarheid verteld. En. ziet u, ik „Laat dat verhaal nou maar rusten. Je zegt, dat je geen beroepsmisdadiger bent. Heb je ooit wel onder dat soort lui verkeerd?" „Ik heb nooit geld gehad. Ik moest wel in een arme wijk wonen, waar je voor 'n paar centen slapen kunt en hier en daar wat eten voor 'n stuiver. Ik wist natuurlijk wel. dat sommige menschen uit mijn omgeving misdadigers waren. Ik heb hen wel eens een en ander hoo- ren bepraten." „En je meende, dat het een gemakke lijke manier was om aan den kost te ko men?" „Ik heb eerst alles geprobeerd, wat me mogelijk was." „Hoor eens, jonge man, voor iemand van jouw leeftijd en gezondheidstoe stand zijn er dagelijks duizenden baan tjes te vinden." „Zeker, mijnheer. Maar ik kan nooit langer dan een dag of twee op dezelfde plaats werk houden." „Drink je dan?" „Ik? Geen druppel, mijnheer! Maar. er... er is iemand, die me belet, werk te krijgen." „Dat is zeker het verhaaltje, wat je me vertellen wilt. Dat kan wachten. Heb je in gesprekken met misdadigers hier in de stad ooit wel eens den naam gehoord van de Spin?" „De Spin? Ik heb hem hier nooit hoo- ren noemen, maar ik weet wel een en ander van hem af." „Toch waar? En... wat weet je van hem?" „Ik heb over hem in Europa hooren praten... vooral in Parijs, mijnheer. Ik was in Parijs, toen de politie daar zoo wat half dol was, omdat ze hem niet in handen konden krijgen." „En, wat weet je van hem af?" „Ik geloof, dat hij een soort bendelei der is, die een troep mannen en vrou wen in zijn dienst heeft. Hij scheen alles te weten, volcens dp^kranten dan altiid en de grootste misdadiger te wezen, die er ooit bestaan heeft Hij en zijn bende bedreven eenige bijna ongelooflijke mis daden... een paar reuze diefstallen..." „Zoo... heb je dat allemaal over hem gehoord? Nu zal ik jou eens vertellen waarom ik zat te grinniken, toen ik he' licht aandraaide. Ik zat hier in donker te denken... ik zit graag te denken al9 het stormt... en ik hoofde je de trap opkomen. Ik heb heel scherpe ooren. Ik vond het iets heel ongewoons en bijzon ders, dat een gewone inbreker zich ir mijn huis waagde. En toen ik zag, dat je niet eens een degelijke inbreker was. werkte dat op mijn lachspieren. Want zie je, jonge man, ik ben de Spin!" De jonge man kwam half uit zijn stoel overeind. Hij was ten prooi aan de meest tegenstrijdige gevoelens. Angst omdat hij tegen zulk een geweldig mis dadiger iets begonnen was. en tevens hoop, dat hij door zoo iemand niet aan de politie zou worden overgeleverd. „DeSp.p.pin, m.mencer?" stotter de hij. „Kijk me eens goed aan. Kun je dan nog twijfelen? Lijk ik niet sprekend op een spin? Je hoeft heusch niet bang te zijn om ja te zeggen. Ik weet heel goed, dat ik niet mooi ben. Ik weet,, dat ik kreupel hen. Maar ik heb hersens. En al leen hersens tellen mee. Ik maak de plannen, ik denk... ik heb macht over mannen en vrouwen en doe hen buigen voor mijn wil! Ik Iaat hen voor mij wer ken! Ik ben De Sola!" Hij zei het met blijkbaren trots. De jonge man keek hem aan en zijn bleeke gezicht werd langzaam aan vuurrood. „En ik... heb geprobeerd... u te be stelen!" De Spin lachte heesch. „Zie je nu, hoe granpie het is? Mooi zoo! Het is heel goed, zin voor humor te hebben." „En... wat zult u nu met me doen?" vroeg de jonge man bevend. „Ik zal je een pnar vragen steMen en verwacht eerlijke antwoorden. Tk kan een leugen op slag ontdekken, dus pro beer me. niet te bedriegen. Hoe heet je?" „Walter Pelkingham, mijnheer." „En waarom moet zoo iemand als jij bent, uit stelen gaan?" „Om in het leven te blijven." „Je hebt beweerd, dat je wel werk kunt krijgen, maar dat je telkens uit je betrekking weggejaagd wordt. Dat be doelde je immers? „Ja, mijnheer." „Nou, vertel het dan eens precies Maar speld me niet op mijn mouw. want dan loopt het verkeerd met je af Eerlijk de feiten. Begrepen?" „Ja, mijnheer. Ik zal u de volle waar heid vertellen." „Laat eens hooren. Ik heb in een hee- len tijd geen waar woord van een menscii gehoord. Dat moet echt verfris- schend zijn." XXIII Een afspraak gemaakt Weer grinnikte de Spin. Zijn hang wangen schudden en zijn zwarte oogen vernauwden zich tot ze niet meer dan puntjes geleken. De jonge man aan de andere zijde van het bureau hoog zich wat op zijn stoel voorover, bevochtigde ziin lippen en draaide zijn pet zenuwachtig tus- sc.hen zijn vingers rond. „Ik heet, zooals ik u al verteld heb, Walter Pelkingham. Ik ben van goede familie. Ik heb hier in de stad een oom, die in de hoogere kringen verkeert en millionnair moet zijn. Hii is een broer van mijn moeder en de helft van zijn vermogen komt mij rechtens toe." „Jij bent, dus van goede familie, hebt een millionnair tot oom en loopt toch in lompen rond en gaat uit stelen? Hoe verklaar je dat?" vroeg de Spin. „Moeder stierf, toen ik nog heel jong was. Vader had veel geld verdijd en zoo hard gewerkt, dat zijn gezondheid erdoor geknakt was. Ik heb college ge loopen en na mijn examens een jaar mogen reizen." „Ah! Ja, dat is een vreemde Ameri- kaansche gewoonte... een jongen man laten studeeren en dan de wereld rond sturen om hem aan zijn verstand te brengen dat hij eigenlijk nog niets weet!" „Toen ik in het buitenland was, be gon vaders verstand te verzwakken. Hij voelde het aankomen en liet zijn zaken door mijn oom behartigen. Hij ver trouwde hem zoo sterk, dat hij zelfs geen testament maakte en hem alleen een briefje schreef met zijn beschikkin gen." „Heel dwaas!" merkte de Spin op. „Mijn oom schreef me dat alles na tuurlijk en deelde me mee, dat vader in een sanatorium zat en dat een ziiner laatste wenschen voordat hij zijn ver stand verloor was, dat ik in Europa blijven zou om mijn geest te verruimen Ik kon hem toch niet helpen door hier te komen en ik zou geregeld mijn maan- delijksche toelage ontvangen." „Ja, dat begrijp ik," zei de Spin. „Oom schreef me iedere maand, al" hij mij mijn geld stuurde. Hij speelde met me. maar dat wist ik toen natuur lijk niet. Hij vertelde me. dat vader aardig opknapte... vermoedelijk om me van huis weg te houden. Toen stierf vader. Mijn oom schreef er niets van Pas vier maanden na zijn dood las ik het toevallig in een oud nummer van de Parijsc.he editie van een New-York- sche krant. Ik stelde me dadelijk met mijn oom in verbinding. Kreeg geen ant woord. En de volgende maand kreeg ik ook geen toelage. Ik schreef en telegra feerde. maar hoorde niets. Mijn geld was bijna op. Ik beleende al wat ik had en kwam over om te kijken, hoe de za ken ervoor stonden. Vader en ik had den in New-York gewoond en oom had vader hierheen gebracht toen hem dat ongeluk trof. Ik kwam regelrecht hier heen en begaf me naar het huis van mijn oom. Hij wilde me niet eens her kennen." „Aha... ik begin het te begrijpen... als je ten minste de waarheid spreekt." „Dat doe ik, mijnheer. Hij verloochen de me geheel. Toen ik zei, dat ik een groot aantal menschen uit New-York kon laten verklaren, wie ik was, gaf hij ten slotte toe, dat ik zijn neef was. We bevonden ons toen in zijn bibliotheek waar niemand hepi kon afluisteren. Ik vroeg naar vaders fortuin, naar een af rekening en toen kwam ik er achter, wat voor een schurk die ooi* van me was." „Vertel verder," beval de Spin. „Hij deelde me doodbedaard mee. dat hij mijn fortuin, dat ongeveer een half millioen bedroeg, in gebruik hield. Hij vertelde me dat er geen testament be stond en dat ik met geen mogelijkheid bewijzen.kon dat mij een cent toekwam. Hij lachte me zelfs in mijn gezicht uit en liet me een stapel documenten zien, die hij uit zijn brandkast haalde met de woorden, dat als die in mijn bezit wa ren, ik pas kon praten óver een afreke ning. Het waren de stukken betreffende het vermogen van vader. Er was zelf9 een brief van vader bij. waarin hij mijn oom schreef, hoe hii het geld moest he leegen en na zijn dood aan mij uitkee- ren." (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1940 | | pagina 5