(STADSNIEUWS
De nieuwste „ruilhandel"
in de Markthal
Bonnen, die nu geldig zijn
(Dp Spin
De zaken gaan
naar wensch
Diefstal van suiker en
bronzen staven
DE MOOR
Voor den gewonden
soldaat
Paling en snoekbaars
langs de maatlat
UW KINDJE
VERKOUDEN
DAMPO
2e BLAD PAG. 1
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
DINSDAG 8 OCTOBER 1940
SINDS Vrijdagmiddag is men nu in de
Markthal bezig, kleedingstukken in ont
vangst te nemen en kleedingbonnen uit te
reiken. Men kent dit „ruilsysteem" waar
van de distributiedienst gébruik maakt,
wel:, U levert een gebruikte winterjas of
mantel, een wollen deken of een costuum
in en u ontvangt daar een vergunning tot
het koopen van een nieuwen mantel of jas
voor terug. Wal u inlevert moet in be
hoorlijken staat verkecren. want het zal
straks aan de minder gelukkigen worden
uitgereikt. Het is dus een vorm van ..win
terhulp".
Nu de zaak een paar dagen loopt, heb
ben we ons eens gewend tot den lerder
van den plaatselijken distributiedienst,
den heer J. Haars, die bereid was ons
enkele inlichtingen te geven.
Het gaat. naar wensch, zoo luidde de
strekking van zijn woorden. De hoeveel
heid kleedingstukken en de kwaliteit
vallen beide mee, zoodat Amersfoort
straks over een behoorlijken voorraad
zal beschikken.Het zal ten bate der bè-
hoeftigen komen en dat is in dezen tijd
een goed ding.
Zooals we wel verwacht hadden, blijkt
het aantal ingeleverde winterjassen en
mantels in de meerderheid te zijn. De
kens en cosluums worden er heel wat
minder afgegeven. Heel sporadisch
tracht men een smoking of een jaquette
in te ruilen, maar deze moeten al in
zeer goede conditie verkeeren, willen ze
geaccepteerd worden.
Zoo langzamerhand begint zich
een tamelijk uitgebreid „kledingma
gazijn" te vormen, als een soort van
tijdelijk nevenbedrijf van den distri
butiedienst. Maandagmorgen waren
er in totaal al iets meer dan 500
stuks binnengekomen. Naar we met
stelligheid meenen te mogen aanne
men, zal deze verzameling ten goede
komen aan Amersfoortsche
ingezetenen.
Vooral Vrijdagmiddag is er veel druk
te geweest. Zooveel liefhebbers voor een
extra-kleedingbon kwamen zich melden,
dat het personeel tijdelijk moest worden
uitgebreid.
Zaterdagmorgen echter hadden*de za
ken een veel rustiger verloop. Het pu
bliek ging geleidelijk in en uit, hetgeen
een normale afwikkeling ten goede
kwam. Gistermiddag liep de druk
weer wat omhoog, en ook toen werd er
een mannetje bijgezet, maar als Vrijdag,
toen het een paar uur storm liep, is het
niet geweest.
We vroegen den heer Haars ook. of er
veel menschen teruggestuurd moesten
worden. Dit blijkt nogal meegevallen te
zijn. Natuurlijk was er wel eens iemand,
die een kleedingstuk trachtte af te ge
ven, dat. hoognootlig een chemische rei-
nigingskuur behoefde, maar het waren
er gelukkig niet veel. En succes hadden
zij in ieder geval niet, want ze werden
zonder pardon teruggestuurd.
•Op het oogenblik wordt er in de Markt
hal nog op volle toeren gewerkt. Men
heeft nog nagenoeg een volle week voor
den boeg, aleer cffe kleedingruil stop zal
worden gezet. Doch thans reeds kan men
er van verzekerd zijn, dat er voor de
minder bedeelden in onze stad dezen
winter heel wat extra-kleeding en dek
beschikbaar zal zijn.
Soldatencantine te
Baarn geplunderd
D ADICAAL leeg geplunderd was in de
bewogen Meidagen van dit laar een
Baarnsche soldatencantine toen na den
terugtocht der militairen, eenige boeren
knechts er een tild lang hun beste krach
ten aan gaven om als uitdragers te fun-
geeren. Tientallen kilogrammen boter en
suiker, vele pakken thee en koffie, hon
derden sigaren, koeken en chocolade (het
moet een welvoorziene cantine geweest
zijn) alsmede draagbare inventaris-onder-
deelen als kapstokken enz. verdwenen in
een minimum van tija. naar de woon- en
kosthuizen van de zwbar met buit betaden
verhuizers, waar zij verder den gebruike-
lijken weg van alle kostbaar- en smake-
liikheden gin «en. totdat bij huiszoekingen
de politie achter de diefstallen kwam en
een einde aan de overigens bijster wel
slagende pogingen om het gestolen goed te
laten gedijen maakte.
Toen ware.i het de helers en de stelers,
'die een gebruikeliiken weg gingen, den
weg, die dezer dagen voor drie van hen
voor den politierechter te Utrecht voor-
loopig eindigde.
Twee boerenhelpers en eed huisvrouw
stonden terecht. De eerste omdat hii
zich een kistje van honderd sigaren had
toegeëigend.
„De bedoeling was zeker om ze zelf
op te rooken". vorschte de politierech
ter.
„Ja, natuurlijk", antwoordde de ver
dachte nog vol van zes-centsrookvisi
oenen.
„Toch wel een misselijke streek, die
plundering, vind je niet?" Vroeg mr.
Visser verder.
„Ja, natuurlijk" (aanmerkelijk minder
droomerig-enthousiast).
Tegen dezen nummer een eischte het
O.M. drie weken gevangenisstraf.
„Dat heb ik liever niet", zeide de ver
dachte het laatste woord krijgende.
Twee weken luidde het vonnis.
Nummer twee was een collega-plun
'deraar. Alleen was de lijst van zijn Tmit
en ook zijn strafregister wat langer dan
van den vorige.
„U had voorzichtig moeten zijn".
merkte de politierechter op, „u was im
mers al meer veroordeeld? Drie maal
al. nietwaar?"
„Nee, dat gelukkig niet'\ zei de ver
dachte. die nog beamender was dan
zijn voorganger, maar dit te ver vond
gaan. Doch het strafregister wist het
precies, en de verdachte retireerde in
dezen.
Een maand luidde de eisch. „Wel wat
veel, maar ik begrijp, er is niets aan
te doen," berustte de plunderaar, al.
De politierechter maakte het echter
milder en vonniste tot drie weken.
De verdachte, waarschijnlijk over
wegende dat een maand elf dagen lan
ger zijn kan. deed ijlings afstand van
hooger beroep.
Tenslotte verscheen de huisvrouw, bij
wie de beide vorige comparanten in huis
waren geweest, terzake van heling van
de cantine-lekkernijen. Deze volgde* het
aloude, maar aftandsch geworden recept
van „Ontkennen, dan maken ze je niks",
en zei dus dat ze niets aangenomen had.
De jongens waren wel met buit gekomen,
maar ze wilde er niets van weten. Toen
had 't, tweetal de buit toch „stiekem" in
de keuken neergezet. Vanwaar de koffie
enz. door het dienstmeisje naar den kel
der verhuisd werd. En tja, zoo geviel het
dat de huisvrouw twee weken later in
de koffiebus in de keuken ongedacht
veel koffie ontdekte dit „geschenk van
een onbekende" dankbaar aanvaardde en
het aan gasten opdiende.
„Och,-edelachtbare, mijn gedachten wa
ren toen niet heelenaaal normaal, -toen
de jongens met de koffie kwamen," zette
de beteuterde verdachte uiteen.
„Goed," zei mr. Visser, medelevend,
„maar veertien dagen later pas, toen
uw gedachten wel weer normaal wa
ren, hebt U de koffie gebruikt"
De reeds .veroordeelde vorige verdach
ten traden nog als getuigen op.
Mr. Camphuys, requisitoir nemend,
achtte de heling bewezen en vroeg een
boete van veertig gulden, subsidiair
twintig dagen.
„Als mijn gedachten toch niet normaal
waren," verdedigde de verdachte zich
nog.
Maar de politierechter voelde niets
voor een gesprek over de psycho
analyse en veroordeelde conform.
Van 7 Oct. t.e.m. 13 Oct. zijn de met 9 genummerde dubbele bonnen van het
broodbonboekje geldigDe bonnen welke 13 October nog niet gebruikt zijn, blijven
nog geldig t.e.m 15 October, echter niet in hótels of restaurants.
Voorts zijn in omloop voor kinderen beneden 4 laarhalve broodkaarten. Naast
de halve broodkaart ontvingen de kinderen een toeslagkaart waarop 6 rantsoenen
havermout en 6 rantsoenen rijst of kindermeel verstrekt worden. Met deze toeslag-
kaart moeten de betrokkenen even lans rondkomen als de broodkaart geldig is
Bons 05 te.m. 12 (boterkaart) 2V* ons boter.
Bons 05 06 07 (vetkaart) 2XH ons margarine of 2llons boter.
Bon OS vetkaart2XH ons gesmolten vet ot 2'/» ons boter.
Bons 09. 10 11 en 12 vetkaart2XH ons boter met reductie. Alles geldig van 24
Aug tot en met IS October.
Bon 109: een kilo suiker tot en met 25 October.
Bon 114: ll* Pond koffie of 75 gram thee tot en met 8 November.
Bon 78: y2 pond tarwebloem, of tarwemeel, of boekweitmeel of roggemeel, of
roggebloem, of zelfrijzend bakmeel tot en met 1 November
Bon 76: y2 pond rijst of rijstemeel tot en met 1 November.
Bon 77: */i pond havermout of havervlokken of gort of grutten tot en met
I November.
Bon 78: 1 ons mxaizena of griesmeel of puddingpoeder tot en met 1 November.
Bon 15: 7 ons macaroni of vermicelli of spaghetti tot en met 1 November.
Bons 03 van de vleeschkaart elk 100 gram vleesch of een rantsoen vleesch-
waren.
Bon 03 (worst, vleeschwaren) van de vleeschkaart uitsluitend een rantsoen
vleeschwaren: 75 gram gerookte worstsoorten, of 100 gram gekookte worst
soorten, of 125 gram lever-artikelen, of 150 gram bloedworst. Geldig van 7 Oct.
t.e.m. 13 October. Bons, die op 13 Oct. nog niet zijn verbruikt, blijven geldig tot en
met 20 October, echter niet in hótels of restaurants.
Petroleumzegel. Periode 6. Geldig tot en met 3 Nov. (alleen voor diegenen die
daartoe vergunning hebben).
Bon 104: 150 gram toiletzeep (nieuwe samenstelling) óf 120 gram huishoud
zeep óf 200 gram zachte zeep öf 250 gram zeeppoeder, óf 125 gram zeepvlokken,
óf 250 gram zelfwerkende waschmiddelen. öf 200 gram vloeibare zeep. tot en met
18 October.
No. 116 van de bonnen welke tegelijk met de textielkaart aan mannelijke per
sonen boven 15 laar werden verstrekt: 50 gram scheerzeep of een tube scheer-
crème of een pot scheerzeep tot en met 31 December.
Verder worden voor kinderen beneden 2 jaar 6 rantsoenen zeep en 6 rantsoenen
toiletzeep beschikbaar gesteld.
Voor kinderen van 2 tot 8 jaar alleen 6 rantsoenen zeep. Deze rantsoenen moe
ten verdeeld worden over 6 distributieperioden voor zeep en men moet er mee doen
tot 24 lanuari, 1941.
Op bon no. 4 van de voederkaart voor honden wordt beschikbaar gesteld voor
honden van:
Groep I: 10 kg. hondenbrood.
Groep 2: 10 kg. hondenbrood.
Groen 3: 8 kg. hondenbrood
Groep 4: 5 kg. hondenbrood.
Groep 5: 4 kg. hondenbrood.
Groep 6: 3 kg. hondenbrood.
Op bon no. 4 van de voederkaart voor katten wordt 71/» kg. kattenbrood be
schikbaar gesteld. Alles geldig van 1 t e.m. 31 October.
UITKNIPPEN EN BEWAREN!!
Een winkelchef te dezer stede
heeft bij de politie aangifte gedaan
van diefstal van 100 K.G. suiker.
Een aannemer uit Bussum heeft
op het politiebureau medédeeling
gedaan van diefstal van een partij
bronzen staven te zijnen nadeele.
NACHTHEGISTER NIET
BIJGEHOUDEN
Tegen een hotelhouder alhier werd
door de politie proces-verbaal opge
maakt wegens het niet bijhouden van
zijn nachtregister.
ZEER OUDE
GÈNEVEP
LANGE5TRAAT 8 TELEF. 6852
Het comité voor den zieken en go-
wonden soldaat meldt ons het volgen
de: Vrijdag j.l. werd een middagconcert
gegeven door een trio (mevrouw IJ.-D.,
piano en de heeren T. en H. viool).
Men was vol aandacht en genoot van
vele bekende melodieën. Het met zorg
gekozen programma, door de secretares
se van V.V.V. vermenigvuldigd, prijkte
met schitterende kleuren. In de pauze
werd aan de patiënten ijs verstrekt
aangeboden door de fabriek van O.
Door 4 dames werden, namens het
comité. Dinsdagmiddag vruchten uitge
deeld. terwijl mevrouw B. uit Nijkerk
en mejuffr. van L. op Donderdagmid
dag voor versnaperingen zorgden.
Woensdagmiddag werd de bioscoop
bezocht
Gramofoonplaten zond de familie van
R. 19 stuks), mej. C. M.( 8 Stuks); mej.
J. N. uit Baarn (23 stuks). Giften wer
den ontvangen: mevr. K. 1.mevr.
B. f 1.personeel van de fabriek van
auto-onderdeelen R. 8.05;» mevr. D. (in
houd bridge-potje) f 10.—; Bar.esse v.
H. f 10, W. en J. v. D. f 1.— (Herhaalde
gift).
Giften kunnen worden gestort op
Gironummer 25047 van H. A. Fischer,
Mauritslaan 4.
MUTATIE BIJ DE N.S.
De heer A. J. van Geuzendam, werk
zaam bij de N«d. Spoorwegen alhier,
wordt met. November overgeplaatst naar
Blerik (L.) als chef van de wagenwerk
plaats aldaar»
Spakenburgers, die 't
maar probeeren
Heel veel visch is tegenwoordig
onder de maat
jjBT is een harde tijd voor onze
tl visschers. De Noordzee is door
den oorlog vrijwel voor vischvangst
gesloten, alleen het IJselmeer biedt
nog gelegenheid om dit specifiek Hol-
landsche bedrijf uit te oefenen. Maar
dit binnenwater is ook reeds een slechte
leverancier geworden en levert in
hoofdzaak kleingoed, dat soms boven,
al te vaak beneden de maat is. De wet
heeft den verkoop van benedenmaat-
sche visch verboden en de politie heeft
tot taak een waakzaam oog op de na-
leving van dit gebod te houden.
Heel wat vischventers uit Spaken
burg en Bunschoten worden aan een
nauwlettende controle onderworpen
de gevolgen daarvan heeft men den
laaisten tijd bijna dagelijks kunnen
lezen. Voortdurend worden belangrijke
hoeveelheden ondermaatsche visch op
het politiebureau uit de bennen naar
emmers overgeheveld, als in beslag
genomen genoteerd en ter beschikking
gesteld van liefdadigheidsinrichtin
gen. De vischvenier kan dan huis
waarts keeren met een proces-verbaal,
hij is niet door de mazen van het net
geglipt. Vanmorgen maakten wij we
derom een dergelijk geval bij het po
litiebureau mee. De Spakenburger J-
R. moest den inhoud van zün visch-
bak laten zien.
Een stoere knaap, deze visscher met
zijn gebruinden kop en zijn diepblauwe
trui. Die zijn „arrestatie'' ook niet te
zwaar opnam. Het was trouwens al de
tweede keer, dat het hem overkwam.
Eerst werd 'de paling gemeten. De
kist, waarin de kronkelaars lagen was
in twee vakken verdeeld. In het eene
vak allemaal dikke paling, waarvan
nien met één oogopslag kon zien, dat
zij ruim de goede maat had. De af
scheiding was niet voor niets aange
bracht. De Spakenburger had zóó ge
dacht. Als ik de heele partij door el
kaar doe en ze snappen me, 'dan ben
ik alles kwijt. Verkoop ik ze echter
naar de grootte, dan wordt de partij,
die beneden de maat is en toch ook
niet zooveel opbrengt, in beslag geno
men en kan ik 'de rest nog onder m'n
klanten uitventen.
Zoo geschiedde. De dikke paling
bleef, waar zij was en de paling, die
de lengte van 28 c.M. niet haalde, ver
huisde naar een emmer. Die was hij
kwijt.
Onder het meten door, zette R. dui
delijk zijn meening uiteen. Hij vond
het best, dat de politie zoo streng keur
de en de hand aan de wet hield. Maar...
dan allemaal aan keuring onderwerpen
en niet de één wel en de an'der niet.
Want, zei hij, vrijwel alle vischventers
uit Spakenburg ïoopen nu met onder
maatsche rommel. Ja, wat moet je ook
anders doen in zoo'n tijd. Een hoop
kinderen thuis, geen aanvoer van groo-
te visch. geen andere verdiensten, dan
begrijp je toch vanzelf wiel, dat we het
probeeren moeten. Die paling daar
hij wees op de ondermaatsche afdeeling
is bij elkaar een pond of tien. Ik zou
er een knaak voor gemaakt hebben.
Die dikkere daar kost me aan inkoop
35 cent het pond. Logisch is. dat ik
daar wat op verdienen moet. Maar 35
cent inkoop, wat moet je dan de men
schen al niet vragen om iets te ver
dienen.
En dan moet je ook niet bij Jan en
Alleman aan d,e deur komen, anders
raak je er geenéén kwijt. Ze virtden Ihet
immers te duur en kijken je met groote
oogen aan als je den prijs noemt.
Zoo ratelt hij door.Die ondermaaT-
sche paling. Meneer, vroeger zou je er
niet aan gedacht hebben, om met die
rommel langs de straat, te gaan, maar
tegenwoordig moet je wel.
Terloops vraagt de verbalisant, of
z'n snoekbaars ook beneden <te maat is,
dus beneden de 40 c.M. De Spakenburger
lacht en zegt dan handig: „Meneer, dat
moet U zelf maar zien, dat behoef ik
toch niet te zeggen."
En zoo gaat de maatlat in de richting
van den kist met. snoekbaars. Maar dan
wordt het gezicht van den Spakenbur
ger stuurscher. Ook deze zet gaat hij
verliezen
„Toe longes, schiet toch op. ik moet
nog venten en anders zijn ze me voor.
Ja, vooruit maar. haal ze er allemaal
maar uit, alles beneden de maatBe
halve die eene
Hij heeft de waarheid gesprokenOp
een na zijn alle snoekbaarzen beneden
de veertig cM. Stuk voor stuk ver
dwijnen de visschen. die al van te
voren schoongemaakt waren, in den
emmer. En daarmede een aardig dag-
loontje van den venter.
Hij is maar een oogenblik uit z'n hu
meur geweest, 't Zal 'm vast niet meer
gebeuren. Hij is er nu twee keer tegen
aan geloopen. dit zal de laatste keer
zijn, zoo zeker als wat.
Het was een hard gelag voor dezen
man. die geboren is in streken, waar
tegenspoed al sedert jaren de scepter
zwaait en de verdienste verdwenen is,
sedert de Zuiderzee in hoeien gelegd en
tot binnenwater gedegradeerd is. Maar
gelukkig is hij ook het type van den
man. die zich er toch altijd weer zal
weten door te slaan.
Voor de- politie is dit geen prettig
werk
BURGERLIJKE STAND
GEBOREN: Gerrit, z. v. Arie Brouwer en
Engelina Fontein. Antoinette' Margo, d. v.
Cornelis Jan Pon en Geelliena Alberdiena
Beening. Elisabeth Barbara, d. v. Tlheodorus
Johannes van de Riet en Anna Maria van
Vulpen. Janna, d. v. Willem Brink en Ger-
ritje van IJzendoorn. Theodorus Jacobus, z.
v. Theodorus A. H. Huurdeman en Jacoba
Adriana van den Eshof. Evangelina Cornelia
Jentina, d. v. Petrus Wilhelmus Sleurink en
Evangelina Cornelia Hagen. Jacob, z. v. Jan
Lustig en Paulina Antonia de Graaf. Hendri-
kus Bernardus, z. v. Hendrikus Bernardus
Rouwhorst en Maria Reina van Bogerüen.
Lambertha Cornelis, d. v. Johannes Simon
Zeilmaker en Lambertha Cornelia van den
Eshof. Carla Josepha Angeline Irene, d. v.
Mauritz Francis Alexander Basker en Maria
Cornelia Adriana Meuwese.
VERLEDEN: Hendrikus van Keulen, oud
56 jaar, weduwnaar van Gjjsberta van de
Brug. Dirk van Bodegraven, oud 70 jaar,
echtgenoot van Johanna Clara Lakerveld.
Jacoba Alberdina Hardeman, oud 48 jaar, on
gehuwd.
EEN SLECHT SCHUTTER
Een bewoner van 'de van Campen-
etraat heeft de politic er gisteren van
in kennis gesteld', dat in zijn woning
een ruit stuk geschoten was.
Bij nader onderzoek bleek in de ruit
van een tuindeur een kogelgaatje te
zitten. Door een jongen uit. de van
Bemmelstraat was met een windbuks
geoefend, waarhij de knaap te hoog
aangelegd heeft met bovengenoemd ge
volg. De windbuks is in beslag geno
men.
FRUIT- EN GROENTENVEILING
AMERSFOORT, 7 Oct. Conference 16—
21, Legipont 1819, Alicante 1317, Toma
ten 3580, Calabasse de Tir. 11—18, Eva
Baltet 1416, Frankenthaler 1318, Com-
tesse 1314, IJsbouten 1112, Hertogin
Elza 1516, Pond&pe'er 1213, Andijvie 11
25, Pre! 57, Groenekool 6081, Spinazie
1519, Sla 1227, Pronkers 11-14, Peter
selie 611, Komkommers 2844, Wortelen
58. Selderp 622, Knolselderij 46, Uien
4270, Stokboonen 2633. Roodekool 63,
Spruiten 1219, Snijboonen 2237, Chin,
kool 5, Bieten 16—20, RRapen 3441, Bloem
kool 1516.
V Wrijt dan keel. rug en borstje 'n mei
Dampo. Wonderlijk ïooals dit helpt!
50 ct Tube 40 cl. Doos 30 ct.
FEUILLETON
door
Johnston Mc. Culley
25)
„Ik veronderstel, dat je er een heele
geschiedenis over kunt vertellen."
„Waar zou dat goed voor zijn, mijn
heer?"
„Het zou van groot belang kunnen
zijn. Hoe ben je er bijvoorbeeld toe ge
komen, juist mijn huis met je heimelijke
aanwezigheid te vereeren?"
„Ik wist van uw huis niets af," zei de
jonge inbreker. „Hetnu ja, het zag
er zoo echt als een rijkeluishuis uit. Ik
meende hier geld of sieraden te kunnen
vinden, die ik verpanden kon."
„Het is een heel grappige samenloop
van omstandigheden, al snap je daar
niets van. Je bent immers geen beroeps
misdadiger?"
„Neen, mijnheer. Ik heb u lietisch de
waarheid verteld. En. ziet u, ik
„Laat dat verhaal nou maar rusten. Je
zegt, dat je geen beroepsmisdadiger
bent. Heb je ooit wel onder dat soort lui
verkeerd?"
„Ik heb nooit geld gehad. Ik moest
wel in een arme wijk wonen, waar je
voor 'n paar centen slapen kunt en hier
en daar wat eten voor 'n stuiver. Ik wist
natuurlijk wel. dat sommige menschen
uit mijn omgeving misdadigers waren.
Ik heb hen wel eens een en ander hoo-
ren bepraten."
„En je meende, dat het een gemakke
lijke manier was om aan den kost te ko
men?"
„Ik heb eerst alles geprobeerd, wat me
mogelijk was."
„Hoor eens, jonge man, voor iemand
van jouw leeftijd en gezondheidstoe
stand zijn er dagelijks duizenden baan
tjes te vinden."
„Zeker, mijnheer. Maar ik kan nooit
langer dan een dag of twee op dezelfde
plaats werk houden."
„Drink je dan?"
„Ik? Geen druppel, mijnheer! Maar.
er... er is iemand, die me belet, werk te
krijgen."
„Dat is zeker het verhaaltje, wat je
me vertellen wilt. Dat kan wachten.
Heb je in gesprekken met misdadigers
hier in de stad ooit wel eens den naam
gehoord van de Spin?"
„De Spin? Ik heb hem hier nooit hoo-
ren noemen, maar ik weet wel een en
ander van hem af."
„Toch waar? En... wat weet je van
hem?"
„Ik heb over hem in Europa hooren
praten... vooral in Parijs, mijnheer. Ik
was in Parijs, toen de politie daar zoo
wat half dol was, omdat ze hem niet in
handen konden krijgen."
„En, wat weet je van hem af?"
„Ik geloof, dat hij een soort bendelei
der is, die een troep mannen en vrou
wen in zijn dienst heeft. Hij scheen alles
te weten, volcens dp^kranten dan altiid
en de grootste misdadiger te wezen, die
er ooit bestaan heeft Hij en zijn bende
bedreven eenige bijna ongelooflijke mis
daden... een paar reuze diefstallen..."
„Zoo... heb je dat allemaal over hem
gehoord? Nu zal ik jou eens vertellen
waarom ik zat te grinniken, toen ik he'
licht aandraaide. Ik zat hier in donker
te denken... ik zit graag te denken al9
het stormt... en ik hoofde je de trap
opkomen. Ik heb heel scherpe ooren. Ik
vond het iets heel ongewoons en bijzon
ders, dat een gewone inbreker zich ir
mijn huis waagde. En toen ik zag, dat je
niet eens een degelijke inbreker was.
werkte dat op mijn lachspieren. Want
zie je, jonge man, ik ben de Spin!"
De jonge man kwam half uit zijn stoel
overeind. Hij was ten prooi aan de
meest tegenstrijdige gevoelens. Angst
omdat hij tegen zulk een geweldig mis
dadiger iets begonnen was. en tevens
hoop, dat hij door zoo iemand niet aan
de politie zou worden overgeleverd.
„DeSp.p.pin, m.mencer?" stotter
de hij.
„Kijk me eens goed aan. Kun je dan
nog twijfelen? Lijk ik niet sprekend op
een spin? Je hoeft heusch niet bang te
zijn om ja te zeggen. Ik weet heel goed,
dat ik niet mooi ben. Ik weet,, dat ik
kreupel hen. Maar ik heb hersens. En al
leen hersens tellen mee. Ik maak de
plannen, ik denk... ik heb macht over
mannen en vrouwen en doe hen buigen
voor mijn wil! Ik Iaat hen voor mij wer
ken! Ik ben De Sola!"
Hij zei het met blijkbaren trots. De
jonge man keek hem aan en zijn bleeke
gezicht werd langzaam aan vuurrood.
„En ik... heb geprobeerd... u te be
stelen!"
De Spin lachte heesch.
„Zie je nu, hoe granpie het is? Mooi
zoo! Het is heel goed, zin voor humor
te hebben."
„En... wat zult u nu met me doen?"
vroeg de jonge man bevend.
„Ik zal je een pnar vragen steMen en
verwacht eerlijke antwoorden. Tk kan
een leugen op slag ontdekken, dus pro
beer me. niet te bedriegen. Hoe heet
je?"
„Walter Pelkingham, mijnheer."
„En waarom moet zoo iemand als jij
bent, uit stelen gaan?"
„Om in het leven te blijven."
„Je hebt beweerd, dat je wel werk
kunt krijgen, maar dat je telkens uit je
betrekking weggejaagd wordt. Dat be
doelde je immers?
„Ja, mijnheer."
„Nou, vertel het dan eens precies
Maar speld me niet op mijn mouw.
want dan loopt het verkeerd met je af
Eerlijk de feiten. Begrepen?"
„Ja, mijnheer. Ik zal u de volle waar
heid vertellen."
„Laat eens hooren. Ik heb in een hee-
len tijd geen waar woord van een
menscii gehoord. Dat moet echt verfris-
schend zijn."
XXIII
Een afspraak gemaakt
Weer grinnikte de Spin. Zijn hang
wangen schudden en zijn zwarte oogen
vernauwden zich tot ze niet meer dan
puntjes geleken.
De jonge man aan de andere zijde
van het bureau hoog zich wat op zijn
stoel voorover, bevochtigde ziin lippen
en draaide zijn pet zenuwachtig tus-
sc.hen zijn vingers rond.
„Ik heet, zooals ik u al verteld heb,
Walter Pelkingham. Ik ben van goede
familie. Ik heb hier in de stad een oom,
die in de hoogere kringen verkeert en
millionnair moet zijn. Hii is een broer
van mijn moeder en de helft van zijn
vermogen komt mij rechtens toe."
„Jij bent, dus van goede familie, hebt
een millionnair tot oom en loopt toch
in lompen rond en gaat uit stelen? Hoe
verklaar je dat?" vroeg de Spin.
„Moeder stierf, toen ik nog heel jong
was. Vader had veel geld verdijd en
zoo hard gewerkt, dat zijn gezondheid
erdoor geknakt was. Ik heb college ge
loopen en na mijn examens een jaar
mogen reizen."
„Ah! Ja, dat is een vreemde Ameri-
kaansche gewoonte... een jongen man
laten studeeren en dan de wereld rond
sturen om hem aan zijn verstand te
brengen dat hij eigenlijk nog niets
weet!"
„Toen ik in het buitenland was, be
gon vaders verstand te verzwakken. Hij
voelde het aankomen en liet zijn zaken
door mijn oom behartigen. Hij ver
trouwde hem zoo sterk, dat hij zelfs
geen testament maakte en hem alleen
een briefje schreef met zijn beschikkin
gen."
„Heel dwaas!" merkte de Spin op.
„Mijn oom schreef me dat alles na
tuurlijk en deelde me mee, dat vader in
een sanatorium zat en dat een ziiner
laatste wenschen voordat hij zijn ver
stand verloor was, dat ik in Europa
blijven zou om mijn geest te verruimen
Ik kon hem toch niet helpen door hier
te komen en ik zou geregeld mijn maan-
delijksche toelage ontvangen."
„Ja, dat begrijp ik," zei de Spin.
„Oom schreef me iedere maand, al"
hij mij mijn geld stuurde. Hij speelde
met me. maar dat wist ik toen natuur
lijk niet. Hij vertelde me. dat vader
aardig opknapte... vermoedelijk om me
van huis weg te houden. Toen stierf
vader. Mijn oom schreef er niets van
Pas vier maanden na zijn dood las ik
het toevallig in een oud nummer van
de Parijsc.he editie van een New-York-
sche krant. Ik stelde me dadelijk met
mijn oom in verbinding. Kreeg geen ant
woord. En de volgende maand kreeg ik
ook geen toelage. Ik schreef en telegra
feerde. maar hoorde niets. Mijn geld
was bijna op. Ik beleende al wat ik had
en kwam over om te kijken, hoe de za
ken ervoor stonden. Vader en ik had
den in New-York gewoond en oom had
vader hierheen gebracht toen hem dat
ongeluk trof. Ik kwam regelrecht hier
heen en begaf me naar het huis van
mijn oom. Hij wilde me niet eens her
kennen."
„Aha... ik begin het te begrijpen... als
je ten minste de waarheid spreekt."
„Dat doe ik, mijnheer. Hij verloochen
de me geheel. Toen ik zei, dat ik een
groot aantal menschen uit New-York
kon laten verklaren, wie ik was, gaf hij
ten slotte toe, dat ik zijn neef was. We
bevonden ons toen in zijn bibliotheek
waar niemand hepi kon afluisteren. Ik
vroeg naar vaders fortuin, naar een af
rekening en toen kwam ik er achter,
wat voor een schurk die ooi* van me
was."
„Vertel verder," beval de Spin.
„Hij deelde me doodbedaard mee. dat
hij mijn fortuin, dat ongeveer een half
millioen bedroeg, in gebruik hield. Hij
vertelde me dat er geen testament be
stond en dat ik met geen mogelijkheid
bewijzen.kon dat mij een cent toekwam.
Hij lachte me zelfs in mijn gezicht uit
en liet me een stapel documenten zien,
die hij uit zijn brandkast haalde met de
woorden, dat als die in mijn bezit wa
ren, ik pas kon praten óver een afreke
ning. Het waren de stukken betreffende
het vermogen van vader. Er was zelf9
een brief van vader bij. waarin hij mijn
oom schreef, hoe hii het geld moest he
leegen en na zijn dood aan mij uitkee-
ren."
(Wordt vervolgd.)