NIET KLAGEN.
NIET BEKLAGEN,
(De Spin
OPA BOL VAN DEN IJZEREN KNOL
Dag van zwaren
rouw voor
Vlaardingen
EEN AFSCHEID BIJ
AMSTERDAM'S
POLITIECORPS
Een millioen aan
wachtgeld
Radio-Programma's
2e BLAD PAG. 2
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
WOENSDAG IS OCTOBER 1940
Slachtoffers van het bombar
dement ten grave gedragen
VLAARDINGEN, 15 Oct. Van
daag was het voor Vlaardingen een
dag van zwaren rouw: vijf slachtof
fers van den Engelschen bomaanval
van j.l. Vrijdagavond, één man in de
kracht van zijn leven en vier jonge
menschenkinderen. werden op de
algemeene begraafplaats te Vlaar-
dinger-Amhacht aan den schoot der
aarde toevertrouwd.
Reeds om halftien vanmorgen werd de
20-jarige Godefridus A. C Linssen graf
waarts gedragen. Aan de groeve sprak
de heer de Haan uit Rotterdam. Hij wees
er op, dat de ouders van het slachtoffer
wel zwaar door dezen oorlog ziin getrof
fen. Eerst werden zij bij den ramp van
Rotterdam van al hun bezittingen be
roofd en nu zij juist in Vlaardingen
weer eenigszins op orde waren gekomen,
werd hun zoon op zoo tragische wijze
uit het leven weggerukt.
Een oom van den overledene bedankte,
waarna aan de groeve voor de zielerust
van den overledene werd gebeden.
Om ruim twaalf uur werd het stoffe
lijk overschot van de 15-jarige Corrie M.
Elshout ter aarde besteld. Hierbij voerde
allereerste, haar werkgever, de heer J
van Dooren. het woord, „niet om te
troosten, daar de smart hiervoor te zwaar
was, doch.slechts een woord van berus
ting".
Kapitein de la Fette van het Leger des
Heils wees vervolgens op de broosheid
van het leven en eindigde met een ver
troostend woord, waarna zij voorging in
gehed.
Het derde slachtoffer, de 17-jarige Jo
hannes van Toor, werd om ruim 2 uur
door zijn jonge vrienden ten grave ge
dragen. Rond de groeve stonden ook de
directie, en hét voltallige personeel van
de N.V. Scheepsbouwwerf „De Nieuwe
Maas", waar de overledene werkzaam
was.
Ds. Groenenberg. Ned. Herv. predikant,
wees hier op de verschrikkingen van de
zen tijd en eindigde zijn toespraak met
de woorden uit het aloude Wilhelmus:
„Mijn schilt endp betrouwen", op zijn
verzoek zongen alle aanwezigen dit com
plet
Te ruim halfvier ging de sombere
rouwstoet voor de laatste maal door de
gemeente, toen de stoffelijke resten
van den 52-jarigen Daniel van der Ende
en zijn 18-jarigen zoon Dirk grafwaarts
werden gedragen.
Hier was het ds. van Rhyn. Ned. Herv.
predikant, die. woorden van troost tot de
zwaar beproefde familie richtte.
Zendeling Maan sprak tenslotte na
mens de familie een dankwoord uit.
Het medeleven en de belangstelling
van de zijde der burgerij was overweldi
gend en bij alle graven, werden, door den
heer AL C... Siczen, burgemeester van
Vlaardingen, kransen gelegd namens
den rijkscommissaris, dr. Seyss Inquart,
en namens het gemeentebestuur van
Vlaardingen. terwiil aan elke familie een
brief van den rijkscommissaris werd
overhandigd. Namens het gemeentebe
stuur en namens de geheele burgerij
sprak de burgemeester hierbij woorden
van deelneming en.rouwbeklag.
TEWATERLATING „PONZA"
ZAANDAM. 15 Oct. <A.N.P.>. Dezer
dagen is van de scheepswerf Czaar Peter
van de Zaanlandsche Scheepsbouw
Maatschappij aan het Kalf te Zaandam,
de kustvaarder „Ponza", die voor reke
ning van de N.V. houthandel voorheen
William Ponza is gebouwd, speciaal
voor houttransport, vlot van stapel ge-
loopen. Het vaartuig meet 700 ton en
heeft een laadvermogen van pl.m. 250
standaards gezaagd hout
De „Ponza" is uiterst modern uitge
rust en is voorzien van centrale verwar
ming. stroomend koud en warm water
en electrisch licht. Een 450 p.k. Bolnes-
Dieselmotor zorgt voor de voortbewe
ging. De afmetingen bedragen: lengte
52.85 M.. breedte 8.65 M. en holte 3.70 M.
Commissaris Hoogenboom
gehuldigd
AMSTERDAM, 15 Oct. (A.N.P.) In
het Broerehuis alhier heeft commissaris
L. Hoogenboom vanmiddag afscheid ge
nomen als chef van het politiebureau
Leidscheplein en tevens wegens het be
reiken van den pensioengerechtigden
leeftijd als lid van het Amsterdamsche
politiecorps. Talrijke collega's, oud-colle
ga's, hoofdinspecteurs, inspecteurs, bri
gadiers en agenten, die in de 39 jaren,
dat de heer Hoogenboom aan het politie
corps verhor. len is geweest, met hem te
maken hebben gehad, waren aanwezig
om hem hulde te brengen. Brigadier
Molenaar noemde dezen dag een zwaren
dag voor den C. P., een dag. waartegen
deze op had gezien.
Inspecteur Ponne gewaagde van de
liefde, welke commissaris Hoogenboom
voor zijn ambt had gevoeld en van de
goede eigenschappen, welke hem tot een
edel mensch stempelen.
Het personeel van het Leidscheplein
heeft het altijd een voorrecht gevonden
onder u te mogen dienen, aldus de in
specteur, en de rust en de kalmte, welke
in alle omstandigheden van u uitgin
gen, hebben niet nagelaten haar stempel
te drukken op het geheele bureau.
Inspecteur Ponne betrok in zijn hul
diging ook mevrouw Hoogenboom. De
inspecteur besloot zijn toespraak met
zijn chef nog vele gelukkige jaren toe
te wenschen en hem namens het perso
neel van het bureau een tuinameuble-
ment aan te bieden.
Hierna werd nog het woord gevoerd
door hoofdinspecteur C. Blanken van de
bereden brigade, die een marmeren
aschbak aanbood.
Ook de oud-stafchef van de luchtbe
scherming in het vak, waarvan commis
saris Hoogenboom chef was, de heer G.
A. Visser, sprak nog eenige woorden van
afscheid, evenals de heer J. Jansen, bri
gadier-rechercheur, die namens de
rechercheursvereeniging het woord voer
de. De heer J. J. F. van den Bergh, re
dacteur van „De Standaard", sprak en
kele woorden namens de Amsterdam
sche pers en gewaagde daarbij van de
hulp. die deze altijd van commissaris
Hoogenboom ondervond, indien het on
derzoek zulks toeliet.
Tot slot dankte de commissaris alle
sprekers. In de 39 jaren dat ik deel uit
heb gemaakt van het Amsterdamsche
politiecorps, heb ik altijd veel animo
voor. mijn werk gehad. Óp vrijwel alle
bureaux heb ik een plaats en overal on
dervond ik een zelfde medewerking en
toewijding van mijn personeel. Dat ik
thans den politiedienst verlaat, is voor
mij een 'moeilijk te aanvaarden feit.
Doch het corps als zoodanig zal ik
nooit uit het oog verliezen.
Hierna werd den aanwezigen gelegen
heid geboden persoonlijk van den c.p. af
scheid te nemen.
JONGETJE VERDRONKEN
HELMOND, 15 Oct. (A.N.P.) Sinds
Zondagavond werd te Aarle Rixtel het
achtjarig zoontje van den heer Fr. V.
vermist. Men is gaan dreggen in de
Zuid-Willemsvaart nabij sluis 7, waar
het kind het laatst was gezien. Van
middag om drie uur heeft men het lijk
je opgehaald.
CAPELLF, A. D. IJSSEL, 15 Oct.
Vanmiddag is het driejarig zoontje van
den heer G. A. van Middelkoop in een
onbewaakt oogenblik in het kanaal van
den Prins Alexanderpolder geraakt en
verdronken.
AMSTERDAM, 15 Oct. (A.N.P.) Op
28 November 1939 besloot de gemeente
raad voor het jaar 1940 f 100.000 be
schikbaar te stellen, ten behoeve van
het verleenen van bijdragen aan werk
gevers in de kosten van door hen inge
voerde wachtgeldregelingen.
Tengevolge van het feit, dat ons land
in den oorlog werd betrokken, waar
door de overzeesche handel totaal werd
lamgelegd, met alle noodlottige gevol
gen daarvan, in. het bijzonder gebrek
aan werkgelegenheid, moesten buiten
gewone voorzieningen worden getrof
fen. Het is bekend, dat. laatstelijk bij
verordening van den rijkscommissaris
van 11 Juni 1940. voorschriften zijn ge
geven om het verleenen van ontslag
aan personeel te beperken. Vele werk
gevers vonden in de wachtgeldregeling
met de daaraan verbonden aanspraak
op subsidie het middel om eenige ver
lichting te verkrijgen bij de betaling
van personeel, waarvoor zij slechts on
voldoende werkgelegenheid hebben.
Ware trouwens die verlichting niet ver
kregen, dan zou op den duur ontslag
van personeel toch niet te vermijden
zijn geweest. In toenemend aantal wer
den dan ook dergelijke wachtgeldrege
lingen van rijkswege goedgekeurd en
B. en W. hebben gemeend, gezien het
standpunt, door den raad ten opzichte
van deze wachtgeldregelingen steeds
ingenomen, in dezen volledige mede
werking te moeten verleenen. Het ge
volg hiervan is geweest, dat op dit
oogenblik reeds bijna 200 wachtgeldre
gelingen van ondernemingen te Am
sterdam gevestigd of met personeel,
woonachtig te Amsterdam, zijn goedge
keurd, terwijl aangenomen moet wor
den, dat nog meer zullen volgen. Het
aantal werknemers, voor wie deze rege
lingen gelden, bedraagt plus minus
7.000 hetgeen echter niet wil zeggen,
dat allen voortdurend werkloos zijn.
Men telt de wachtgeldregelingen thans
in uiteenloopende bedrijven, doch
hoofdzakelijk in het transport- en
scheepvaartbedrijf, de metaalnijverheid,
het grafisch bedrijf, de kledingindus
trie en handelsondernemingen.
Het voor het jaar 1940 toegestane
bedrag van f 100.000 zal dan ook
ten eenenmale onvoldoende zijn. B.
en W. meenen op grond van de
thans beschikbare gegevens niet
ver van de werkelijkheid af te zijn
als zij voor het jaar 1940 het over
heidssubsidie schatten op f 1.000.000.
Het reeds toegestane bedrag zal dus
met f 900.000 moeten worden ver
hoogd.
De gemeente bètaalt dit overheids
subsidie aan dé desbètreffende werkge
vers en het rijk geeft zijn aandeel
daarin aan de gemeente terug.
B. en W. verzoeken den raad te be
sluiten ten behoeve van het verleenen
van bijdragen aan werkgevers in de
kosten van door hen ingevoerde wacht
geldregelingen voor het jaar 1940 als
nog een bedrag van f 900.000 beschik
baar te stellen, met dien verstande, dat
het, rijk in de te verrichten betalingen
bijdragen verleent overeenkomstig de
bepalingen, vervat, in het koninklijk be
sluit van 1 Juli 1937, zooals dit eventu
eel nog nader wordt gewijzigd.
KINDERHOEKJE
69. Daar vloog juffrouw Schrokkebrok uit den wagon
zweefde door de lucht en kwam neer bij een diepe vuile
sloot. De kikkers, die daar zaten te kwaken, schrokken
heel erg, maar hielden toch hun kikkerfatsoen. Ze maakten
een diepe buiging en zeiden:
70. Goedenmiddagmejuffrouw, aangenaam kennis met
u te maken." „Help, help!!" gilde meneertje Schrans in den
trein„Mijn lieve juffrouw Schrokkebrok ligt in de sloot, mijn
lieve juffrouw Schrokkebrok, met wie ik wü gaan trouwen.
Conducteur, stoppen, stoppen, alsjeblieft."
DE GRAANDIEFSTAL TE
GAANDEREN
ARNHEM, 15 Oct. Onlangs werd
ten nadeele van de Coöp. Landbouw-
vereeniging te Gaanderen een grootè
hoeveelheid zaad, eieren en graan ont
vreemd.
In verband met deze diefstallen heeft
de Arnhemsche rechtbank den 41-jari-
gen bankwerker B. W. R. te Silvolde,
tot twee jaar en den 44-jarigen fabrieks
arbeider C. V. M. te Gaandefen tot acht
maanden gevangenisstraf veroordeeld,
in heide gevallen met aftrek der pre
ventieve hechtenis.
DE NOODLOTTIGE DUISTERNIS
ROTTERDAM, 15 Oct. (A.N.P.) Gis
teravond is de 56-jarige L. J. M. Evers,
gewoond hebbende aan het Kerkepad te
Rotterdam door de duisternis misleid in
het water aan de Aelbrechtskolk aldaar
geloopen. Enkele agenten van politie
schoten te hulp en slaagden erin den
drenkeling naar den wal'te brengen. De
levensgeesten bleken echter reeds te zijn
geweken.
Het stoffelijk overschot werd naar het
ziekenhuis aan den Bergweg overge
bracht.
W. K. VAN ROSSUM
3 KORTE BERGSTRAAT
Damesconfectie
Kleeding naar maat
Kabler Kleeding
WILLY PETILLON:
T NDERDAAD, de huisvrouw heeft het niet gemakkelijk in deze dagen. Daar rust
niet alleen een zware taak op haar schouders, niet alleen een veelomvattende, maar
bovendien nog een haar wezen vreemde taak, namelijk de langzamerhand vrij uitge
breid geworden administratie van bonnen en punten. Als er niet iemand in huis is, die
dat van haar kan overnemen en dat komt bijna niet voor. al zou het alleen maar
zijn. dat er met bonnen en punten gewerkt moet worden op uren. dat er niemand aan
wezig is om haar te helpen dan kost dit deel alleen van haar tegenwoordige werk
haar een massa tijd. Het is niet alleen rekenen met geld. zooals altijd, het is daarbii
nog rekenen met mogelijkheden. Daarbij is haar gewone taak zwaarder, omdat zij
niet meer kan doen wat en zooals zij gewend is geweest en niet zooals zij zou willen
Dit voorop gesteld zijnde zal hoop ik niemand meer betwijfelen of ik de moeilijk
heden, waarvoor de huisvrouw zich geplaatst ziet wel naar waarde weeg. Wat niet
wegneemt, dat het nog veel moeilijker kon zijn. Want. de bezwaren mogen nu en dan
ernstig zijn, onoverkomelijk ziin ze zelden. Als we maar bereid ziin hier én daar iets
er. als het moet zelfs een beetje veel. van onze eischen te laten valllèn.
Y\/AARSCHIJNLIJK missèn we een
v massa dingen, waar we op gesteld
zijn, maar het zijn bijna altijd dingen,
die vervangèn kunnen wórden door iets
anders. Waarschijnlijk is er veel, dat
we graag willen hebben, omdat we het
nu eenmaal zoo gewend zijn, en waar
voor we nu duur moeten betalen, zoo
dat we iets anders, dat we óók gewend,
waren enzoovoorts, niet kunnen doen
of niet kunnen koopen. Dan dienen we
uit te maken wat het zwaarste weegt en
daarnaar te handelen. Wij moeten ons
allerzijds beperkingen opleggen niet al
leen, wij moeten ze ook ons gezin, onzen
huisgenooten opleggen en gewoonlijk
vinden we dat nog onaangenamer dan
wanneer het ons zelf betreft. Nu dienen
we echter wel in (het oog te houden, dat
die beperkingen nog niet, direct rampen
beteekenen. Onze levensstandaard tot
voor ongeveer een half jaar geleden was
wel van daen aard, dat hij iets kon zak
ken zonder dat er ongelukken gebeur
den.
Dat nu moeten we goed in het oog
houden. En ons wel bezinnen voor we
gaan klagen over de moeilijkheden,
over het tekort van dit en dat en nog
wat anders, ovèrnu ja, over alles
waar in deze dagen over te klagen valt.
Over de bóter en het vet en de jurken
en de kousen en al die dingen, die we
altijd voor het grijpen hebben gehad en
die we toen niet half genoeg gewaar
deerd hebben.
Wij klagen nóg altijd veel te graag.
En in die klaagtonen is soms een grond
van egoïsme en hebberigheid te ontdek
ken, die de vraag doet rijzen: Hebben
we dan nóg niets geleerd? Gaat de nood
en de ellende en de armoede van ajide-
ren dan nog altijd aan ons voorbij?
Staan we nog immer op het standpunt
dat alles goed is in de beste van alle
werelden als het ons zelf maar aan
niets ontbreekt en komt Leiden pas in
last, als de beproeving aan onze eigen
deur klopt?
Pi AAR zijn er die mogen klagen. Dat
zijn zij. die verstoken zijn van dat
gene wat anderen zich nog, zij het voor
veel geld soms. kunnen aanschaffenZij,
wier omstandigheden niet gedoo,gd hebben
het verstandige vooruitzien en vooruit
zorgen, dat indertijd werd aangeprezen
en dat geen hamsteren was. Het wonder
lijke is, dat men van hen geen klachten
hoort. Of neen, zoo heel wonderlijk is dat
eigenlijk niet.
Immers, in deze rijen is immer
.vochten met eén .tekort aan allerlei
noodige zaken, omdat het aanschaffen
het budget te veeL bezwaarde. Dat
moest dan maar wachten. Zij werden
gehard, in een taaien 6trijd, zij kweekten
de deugd van spaarzaamheid en overleg
en zuinigheid lang voor er rantsoenen
en bonnen'en punten waren. Voor Ihen
is er misschien niet eens zoo veel ver
anderd. Of je nu een nieuwe jurk niet
koopen kunt, omdat de punten op de
bon Aan wel de guldens in de beurs
ontbroken blijft vrijwel om het even.
Hierom en ook omdat zij gewend zijn
te vechten, klagen zij niet.
Dat moge anderen ten voorbeeld we
zen. Volg maar vraag niet; draag,
maar klaag niet!, zegt. een oud rijmpje.
Nu wordt, er lang niet altijd geklaagd,
omdat men het zelf heusch zoo erg moei
lijk vindt, maar meer om het klagen zei
ve. Er zijn menschen die behoefte heb
ben aan klagen om beklaagd te wor
den. Het is tenslotte een liefhebberij als
een andere, alleen een beetje lastig.
Vroeger klaagdèn zulke stakkers ze
zijn te beklagen, alleen op een andere
manier dan zij zelf bedoelen over de
dienstboden, over de vischvrouw, die op
den verkeerden dag en over de werkster,
die op het verkeerde uur kwam. Over
het jongètje van de buren, dat zoo lastig
was en ovèr den hond van den over
kant. Over den pianostemmer en den
groentenman, den schoorsteenveger en
den gasfitter en over alles en iedereen,
waar maar met een schaduw van grond
over te klagen viel.
Nu klagen zij over bonnen en punten
en tekort aan dit en gebrek aan dat en
over vrees voor ondervoeding en kou en
gebrek aan brandstof en de hemel weet
wat niet al! Het is een ziekte. Zij kan
alleen genezen worden door niet mee
warig te doen en niét te beklagen. Met
een lach en een grap en een klein spot-
ternijtje. Dan worden ze boos. Maar ze
worden ook wel weer goed. Want in
den grond zijn het altijd lieve men
schen. Alleen een beetje zwaartillend.
DONDERDAG 17 OCTOBER
JAARSVELD. 414,4 m. AVRO-Uitzending.
8,00 Nieuwsberichten ANP, gram.muziek.
10,00 Morgenwijding. 10.15 Gram.muziek. 10,30
Voor de vrouw. 10,35 Georg Stefanescu's Roe-
meensch orkest (11,1011,30 Cyclus „Vrou
wenberoepen in Nederland"). 12,15 Orgelspel.
12,45 Nieuws- en economisdhe berichten ANP.
1,00 Puszta-orkest. 1,30 Gram.muziek met
toelichting. 2,00'Omroeporkest en soliste
(±2.402.55 Cyclus „In den schijnwerper". In
de pauze: Gram.muziek). 4,00 Gram.muziek.
4.55 Voor de jeugd. 5,15 Nieuws- en economi
sche berichten ANP. 5,30 AVRO-Amusements-
orkest en gram.muziek. 6,15 Reportage. 6,30
VPRO: Cyclus „Lezen in den Bijbel". 6,45
Actueele reportage, eventueel gram.muziek.
7,00 Vragen van de dag (ANP). 7,15 De Wie
ner Philharmoniker. 8,10 Nieuwsberichten
ANP. 8,25 Vraaggesprek. 8,35 De Wiener
Philharmoniker. 9,15 Sluiting.
KOOTWIJK. 1875 m. VARA-Uitzending.
7,00 Berichten (Duitsch). 7,15 Bericlhtcn
(Engelsch). 7,30 Gram.muziek. (Om 8,00
Nieuwsberichten ANP. 9,009,15 Berichten
Duitsch). 10,30 Ësmeralda. 11,15 Berichten
(Engelsch). 11,30 Orgelspel. 12,00 Berichten.
12,15 Gram.muziek. 12,30 Berichten (Duitsch),
12,45 Nieuws- en economisdhe berichten ANP.
1,00 VARA-orkest. 2,00 Berichten (Duitsch).
2,15 Gram.muziek. 3,30 Berichten (Engelsch).
3,45 Keukenpraatje. 4,15 Fragmenten uit de
opera „Ernani"(gr.pl.). 5,00 Berichten
(Duitsch). 5,15 Nieuws- en economische be
richten ANP. 5,30 Esmeralda. 5,55 Reportage.
6,15 Berichten (Engelsch). 6,30 Esmeralda.
6,45 Berichten. 7,00 Vragen van den dag ANP
7,15 Gram.muziek (7,307,45 Bericihtén En
gelsch). S,00 Berichten (Duitsch). 8,15
Nieuwsberichten ANP. 8,25 Gram.muziek. 8,30
Berichten (Engelsch). 8,45 Gram.muziek. 9,00
Nieuwsberichten ANP, sluiting.
VOORTVLUCHTIGE GEARRESTEERD
VUGHT, 16 Oct. De politie heeft gis
teren den 40-jarigen A. M. H. gearres
teerd, die in Maart 1939 te Alkmaar een
bedrag van dertigduizend gulden ver
duisterde. Sindsdien was hij voort
vluchtig.
Waarom huil je toch?"
,.lk heb gisteren mijn hand ge-
sto.oten."
„En daarom huil je vandaag?"
„Nu ju. gisteren was u niet
thuis!'
(Bucn Humor)
FEUILLETON
door
Johnston Mc. Culley
32
„Waarom niet?" vroeg ze. „Is hem
dan somsiets overkomen? Heeft hij
een ongeluk gehad?"
„Dat kan ik u niet zeggen., ik weet
niets van hem af."
„Maar legt u het me dan toch eens
uit!" riep ze. opstaande.
„Gaat u nu maar zitten en neem er uw
gemak van- We zullen u geen kwaad
doen." zei de man hij het raam „We
houden u alleen maar een poosje hier,
maar we zullen u niets doen. Maak u
dus niet ongerust en ga vooral niet hui
len."
..Maar wat moet dit dan toch beteeke
nen?"
„Wel. we hebben ruzie met dien oom
van u, als u het dan weten wilt. We zijn
er tecen. dat hij nog langer hier in de
stad blijft wonen. We hebben u hierheen
gehaald en hem een boodschap gezon
den. dat we terug zullen sturen, zoo
dra hij hier de plaat poetst. Begrepen?"
„Dus ik ben misleid?"
..Ja. daar heeft het wel wat van. Maar
u hoeft niet bang te zijn. U krijgt op tijd
uw natje en uw droogje en u moet hier
alleen op de kamer blijven. We zullen u
niet lastig vallen, zoolang u rustig blijft.
Maar u moet geen kunsten uithalen.
Goed gesnapt? Als u met streken begint,
dan kon het wel eens minder prettig
voor uw gezondheid worden."
„Ik ga hier op slag vandaan!" riep ze
driftig.
„Niks daarvan? We zullen u met geen
vinger aanraken, als u bedaard blijft
Maar we hebben bevel, u hier te hou
den. Begrijpt u. wat dat zeggen wil? u
moet dus kalm blijven."
Syvia ging weer zitten. Warwik be
merkte. dat ze haar zelfbeheersching be
gon te henvinnen en wat minder bang
werd voor de mannen en haar vreemde
omgeving. Ze begon een kleur te krijgen
en er kwam een toornige trek op haar
gelaat.
„Zoo, vechten jullie tegen vrouwen?"
zei ze. „Mannen kunnen jullie zeker niet
de baas blijven en daarom vechten jul
lie tegen 'n vrouw. Denken jullie werke
lijk. dat ie het op den langen duur win
nen zult? Mijn oom en zijn menschen
werken voor een goede zaak en
„Jullie weten weinig van fatsoen en
eer af. dunkt me." vervolgde ze. „Man
nen die doen. zooals jullie, kunnen het
nooit winnen."
„Schei uit met zoo op ons. af te geven.
Dat helpt u toch niks." zei de man bij
het raam. „Gaat u zitten en blijf hier!
Als u naar bed wilt, zullen wij op de
gang gaan Maar u moet niet denken,
dat u ons een poets kunt bakken."
„En als ik nu toch eens wegloop?"
vroee ze.
„Wel, dan houden we u tegen. We
zullen u ceen kwaad doen. zoolane u
rustig blijft en u hoeft nergens angstig
over te zijn. Wij houden u alleen maar
hier. tot uw oom tot onderhandelen be
reid isbegrepen. Houdt u dus be
daard!"
Warwik was van meening, dat Curly
en zijn makker voor goed weg waren.
Hij liet zijn licht nog eenmaal schijnen
over den gebonden man en op het bed,
keek na, of de banden nog wel goed vast
zaten, knipte zijn licht uit en begaf
zich naar de deur. Hij duwde die zacht
jes open en keek in de gang. Alleen aan
het einde brandde een petroleumlampje
boven aan de trap. Nergens was iemand
te zien. Warwik liep snel de gang door,
draaide het lampje uit en keerde terug
naar de deur van de kamer, waarin Syl
via gevangen gehouden werd. Hij schoof
de veiligheidspal van zijn revolver los
en greep den deurknop beet. Binnen
hoorde hij een der mannen nog tegen
Sylvia praten en haar. waarschuwen,
dat ze eeen poging tot ontvluchting wa
gen moest. Plotseling góoide Warwik
de deur open. trad binnen en richtte zijn
pistool op de beide mannen.
„Handen omhoog!" beval hij kortaf
Zijn optreden was beslist en zijn
oogen schoten vuur. Warwik was ra
zend, maar wist al te goed. dat hij zijn
woede moest beheerschen, wilde hij
succes hebben. De beide mannen ke
ken hem aan. zagen het pistool en zijn
dreigende gezicht en staken de handen
omhoog.
„Beweeg je niet!" waarschuwde War
wik. Hij liet de deur achter zich op
een kier staan, om gelegenheid te heb
ben, zoo gauw mogelijk weg te kunnen
komen.
„John!" riep Sylvia opgetogen uit,
van haar stoel opspringend en naar
hem toesnellend.
Terug!" zei hij waarschuwend.
„Wacht even, tot jk met die twee boe
ven afgerekend heb, Sylvia. Die den
ken zoo maar een meisje te kunnen
ontvoeren én naar zoo'n hol, als het
hier is, te kunnen brengep, wat? Die
hebben verteld, dat meneer Warwik
hier op haar wachtte! Goed, hij is er
dan ook, is het zoo niet?"
De beide mannen staarden hem woe
dend aan, maar gaven geen antwoord.
Sylvia ging tegen den muur staan,
zoodat ze zich niet tusschen Warwik en
de beide schurken in bevond.
„Het komt me voor," vervolgde War
wik, „dat ik jullie beiden in de paar
laatste uren al meer tegen het lijf ge
loopen ben. Onze paden schijnen zich
nog al eens te kruisen, hè? Ik weet
eigenlijk niet goed, wat ik met jullie
beginnen moet."
„Je krijgt zelf je portie wel," ver
klaarde de man aan het raam.
„Zoo? Toch waar? Dat is interes
sant... Nee, verroer je niet! Blijf daar
staan, anders
„Wat dan? vroeg de man bij het
raam. „Schiet maar, dan zijn de dien
ders hier op slag en ik denk, dat je,
net zoo min als wij. op politie gesteld
bent."
„Je vergist je.', antwoordde Warwik
gemoedelijk. „Als zé komen, zién ze
niet anders, dan dat ik een dame, die
hierheen ontvoerd is, te hulp gekomen
ben. Als ze vragen stellen, zullen mijn
antwoorden jullie niets dan last bezor
gen. Bekijk dat zóó eensjn blijf
daar tegen den muur staan. Jullie zijn
me 'n fraai stel!Zeg jij daar op
dat bed. ga eens naast je kameraad
staan! Zoo dank je!"
„We reker.en nog wel met je af!"
„Tut, tut!" zei Warwik. „Jullie zul
len eerst wat meer scherpzinnigheid
moeten zien te krijgen, waarde hee
ren!"
„O, John!" zei Sylvia, toen ze zag,
dat hij hen geheel in bedwang had.
„Rustig blijven, Sylvia," zei hij.
„Kom nu even mee, maar zorg, dat je
niet tusscht-n mij en die kerels in
komt."
Warwik liep weloverlegd naar den
hoek, waar zich de losse vloerplank
bevond, waai onder de buit uit het huis
van Cardléw verborgen was. Hij keek
de schurken grinnikend aan en wenk
te Sylvia, dat ze bij hem moest komen.
„Ik zal die twee kerels onder schot
hóuden, zei hij. „Probeer jij dan eens,
of je de plank daar naast den muur
kunt oplichten, Sylvia. Juistschuif
haar nu opzij. Steek nu je arm tus
schen de vloer en het plafond van de
benedenkamer in. Daar moet ergens
een pakje papieren liggen. Haai die
eruitdan ligt er nog geld en wat
juweelen, maar die hebben we niet
noodig. Wij zijn geen dieven."
Warwik grinnikte, doch de twee
kerels tegen den muur waagden geen
opmerking te maken op zijn iaatste
woorden. Sylvia ging in den hoek op
de knieën liggen, stak haar arm door
rte opening en vond ten slotte het pak-
jp documenten.
„Geef die maar hier, als je wilt zei
Warwik. „Mooidank je." Hij stak
het pak in zijn binnenzak en het meis
je liep achter hem om en bleef aan het
voeteneinde van het ledikant staan.
„Denk maar niet, dat je ermee weg
kunt komen", schreeuwde een der
mannen. „We zullen het je wel betaald
zetten."
„Dat zal interessant zijn," spotte
Warwik. „Ik denk anders niet dat
jullie vaak ergens voor betaalt. En nu
spijt het me, dat we jullie verlaten
moeten. Het is bijna ochtend en we zijn
-niet. gewend, zoo laat op te zijn. Ik ver
onderstel, dat jullie' wel herrie zult
gaan maken, zoodra we de deur uit zijn
Als ik jullie was, zou ik me eerst eens
goed bedenken, voordat ik dat deed."
„Je komt toch de straat niet op!"
„Sst!" zei Warwik. „Zeg, Sylvia ga
jij vast de gang op en haal den sleutel
uit de deur. Stop hem aan den buiten
kant in het slot, dan kunnen we deze
heeren opsmiten, als we weggaan. De
deur is wel niet al te best, maar om
die in te trappen hebben ze allicht een
tijdje noodig en dat is voor ons ge
noeg."
Sylvia haalde vlug den sleutel uit
het slot en Warwik liep met zijn re
volver op de mannen gericht rugge
lings de deur uit.
„In de kamer hiernaast," zei hij nog.
„ligt een van jullie soort gebonden op
bed. Misschien kunnen jullie hem na
ons vertrek wel losmaken, want erg
gemakkelijk ligt hij er niet hij. Mis
schien stellen jullie er nog belang in,
dat ik jullie door het sleutelgat van
die verhinrjingsdeur een poosje heb
begluurd en afgeluisterd. En nu
voorzichtig Dwing me niet mijn
revolver te gebruiken."
Sylvia had den sleutel intusschen
aan de buitenzijde in het slot gesto
ken. Ze wachtte nu op wat Warwik
doen zou. Ze bewonderde hem om de
manier waarop hij die twee kerels
béhandelde. Maar de gedachte aanN
Curly en wat hij doen zou. als zij dat
meisje lieten ontsnappen, scheen den
mannen plotseling moed te geven.
Op het zeióle oogenblik vlogen ze op
Warwik af Hij wilde liever niet
schieten. Hij wilde niet graag iemand
verwonden, als het niet noodzakelijk
was en nog minder de andere ban
dieten in het huis op zijn dak krijgen.
(Wordt vervolgd)