VOOR HET KIND
Nog iets over jus
OPA BOL VAN DEN IJZEREN KNOL
DE OUDE REGENTON
RUBRIEK VAN OOM BOB
Verhalen van de Oostzee
Hardhandige
uitsmijters
Uitbreiding lijnen Rijn-Zee
Rij kspostspaar bank
Binnenkort thee
toewijzing
fwiLLY PÉTILLON schrijft voor onze]
vlezeressen oven J
,UIT EIGEN PEN
BRIEFWISSELING
De uitvinding van
de briefkaart
De zeehond in de Oostzee
RUILHANDEL
2e BLAD PAG.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
VRIJDAG 25 OCTOBER 1940
Slachtoffer overleed aan
de gevolgen
BREDA. 25 9ct- De Bredasche
rechtbank deed gisteren uitspraak in
de zaak te^en twee inwoners van
Roosendaal, die een cafébezoeker
op zoo hardhandige wijze hadden
buiten gezet, dat deze aan de gevol
gen overleed.
In den avond van Zondag 4 Augustus
j.l. omstreeks ruim 8 uur ontstond in
het café van L. M. aan de Kade te Roo
sendaal tusschen zekere M. G. en ze
kere W., die beiden onder drankin
vloed verkeerden, ruzie, waarbij G. een
glas bier naar den ander gooide. Om
verdere onaangenaamheden te voorko
men, gelastte de caféhouder G. zijn ca
fé te verlaten, doch daar hij zulks niet
alleen kon klaar spelen, toen de man
niet ging. hielp de 34-jarige transport-
arbeider F. V. uit Roosendaal hem hier
bij een handje. Beiden pakten ze van G
vast en wierpen of duwden hem naar
buiten, doch op een dusdanige manier
dat deze zonder de cafétrappen of trot
toir te raken op den rijweg terecht
kwam, waar hij bewusteloos bleef lig
gen.
Het slachtoffer werd hierop naar het
R.K. Gasthuis „Charitas" vervoerd
waar hij in den morgen van 5 Augustus
j.l. overleed. Bij den val was hij n.l
met zijn hoofd zoo ongelukkig op de
straatsteenen terecht gekomen dat zijn
schedel was gebarsten waarbij zijn her
senen zoodanig beschadigd werden, dat
de dood moest intreden. Op 10 October
stonden L. M. en F. V. voor hun optre
den voor de Bredasche rechtbank te
recht. omdat de dood van M.G. aan hun
schuld te wijten was geweest.
De 'officier van justitie achtte mis
handeling den dood ten gevolge hebben
de voor beide verdachten bewezen, doch
nam verschillende verzachtende om
standigheden aan. Weliswaar was hef
slachtoffer lastig en vervelend, doch
dat is het risico van het beroep van
caféhouder. De eisch tegen M. luidde
drie maanden gevangenisstraf en tegen
V. 9 maanden gevangenisstraf. De recht
bank snrak thans verdachte M. vrij en
veroordeelde verdachte V. tot twee
maanden hechtenis.
ROTTERDAM. 25 Oct. De Dampf-
sehiffahrtsgesellschaft „Neptun" te Bre
men is van plan uitbreiding te geven
aan haar reeds bestaande Rijn-Zee-
lijnen en wel zoodanig, dat Rotterdam,
Amsterdam en Antwerpen door haar
schepen voor het vervoer naar Zweden
en Noorwegen ook direct bediend zullen
worden („Tel.").
Onjuiste' conclusies uit een
niet geheel juist
bericht
Eenigen tijd geleden is in de pers
een bericht opgenomen over eenige
voorschriften van de Rijkspostspaar
bank met betrekking tot de toepas
sing van de deviezenverordening
1940 en de verordening betreffende de
behandeling van vijandelijk vermó
gen.
Aangezien dit bericht niet geheel juist
was en bovendien daaruit wellicht door
het publiek onjuiste conclusies zijn ge
trokken. wordt hierbij bekend gemaakt,
dat het geenszins in de bedoeling ligt
voor inleg en terugbetaling op postspaar
bankboekjes beperkende bepalingen in
het leven te roepen. De gegeven voor
schriften hebben slechts betrekking op
boekjes ten name van niet-ingezetenen
en boekjes waarvan het tegoed als vijan
delijk vermogen moet warden be
schouwd.
Met betrekking tot deze gevallen die
dus als uitzonderingen moeten worden
beschouwd is bepaald, dat de vraag of
inleg dan wel terugbetaling mag plaats
vinden in den regel ter beslissing moet
worden voorgelegd aan de centrale direc
tie te Amsterdam. Deze verleent zoo mo
gelijk toestemming tot inleg en onder
zoekt of aan aanvragen om terugbeta
ling kan worden voldaan. Rechtstreek-
sche terugbetalingen vinden derhalve in
bedoelde uitzonderingsgevallen niet
plaats. Inleg zonder voorafgaande toe
stemming van de centrale directie mag
evenwel plaats vinden op boekjes, ten
name van niet-ingezetenen gevestigd in
clearinglanden, welke ten gunste van het
clearinginstituut zijn geblokkéerd. Deze
boekjes zullen door een bijzonderen stem
pelafdruk worden gekenmerkt.
Naar de „Tel." ter oore kwam, zal
binnenkort een theetoewijzing plaats
vinden, waarin een behoorlijke hoeveel
heid thee zal kunnen worden aange
boden. Men sprak van een hoeveelheid
van 7500 kg.
T~\E met meel gebonden saus kan zich niet steeds in de onverdeelde sympathie ver
heugen. Voor een keertje wordt ze voor lief genomen, maar in het algemeen
seeft het gansche gezin, dat hoofdzakelijk op de onvervalschte Hollandsche keuken
is^ingesteld, de voorkeur aan de jus zooals wij die gewend zijn, dus vrijwel au naturel.
Daardoor blijft het jusprableem min of meer urgent, wij nemen de toevlucht tot
lusblokjes, maar voor velen hebben die dezelfde bezwaren als de met bloem gebon
den sausen: het is het ware niet.
Daar zijn huisvrouwen die wonderen weten te verrichten op dit gebied en die
kans zien bij een betrekkelijk kleine portie vleesch een fenomenale hoeveelheid jus
te maken. Dat is %eer zeker een kunst op zichzelf, ook zonder beperkende bepalingen
en moeilijke omstandigheden, maar er is vet voor noodig; eigenlijk meer vet
of boter, wat nu op hetzelfde neerkomt, dan er geregeld voor beschikbaar gehouden
kan worden.
\A/IJ moeten dus trachten ons te red-
y v den. De een doet dit door de kaan
tjes verkregen bij het uitsmelten van
vet nog eens met'n stukje boter inde pan
te doen en daarmee het vleesch te bra
den, waardoor inderdaad, het uiterste
aan vet geleverd wordt; een ander pro
beert zoo vet mogelijk vleesoh te krij
gen en dit met iets kokend water op .te
zetten, om al het vet uit het vleesch in
de jus te krijgen; een derde verzamelt
naarstig alle randjes vet en stukjes
spek en vet van vleesch. waar zij die
kan afsnijden en een vierde verzint nog
iets anders.
Nu vond ik dezer dagen in een oud
Fransch kookboek een recept voor het
maken van „jus", waarbij weinig
vleesch te pas komt, terwijl deze jus
bovendien in een jampotje of iets der
gelijks bewaard kan worden om to die
nen al6 ze noodig is. Men zou er bijvoor
beeld de hoeveelheid jus,' die we bij bra-
den hebben gekregen mee kunnen aan
vullen, zoodat ze voor een keer meer
kon dienen en*dan op een vleesohloozen
dag. Ze kan ook gebruikt worden, zoo
als ze is, al dan niet iets verdund. Door
combinatie bijvoorbeeld van een deel
dezer jus met een paar tomaten of wat
tomatenpuree wordt een smakelijke
saus verkregen, waarbij geen meel te
pas komt.
Deze jus wordt op de volgende wijze
bereid:
2 Ons runderschenkel vleesch en een
halve kalfspoot, die men in stukken
laat, hakken, wat kleiner dan de slager
gewoonlijk doet. Doe het in stukjes ge
sneden vleesch in een pan en voeg er
bij twee wortelen en twee uien, beide
in schijven gesneden, zout en peper
twee kruidnagelen (indien mogelijk)
en een takje peterselie met een lau
rierblad en een snuifje thym. Voeg er,
als ge het hebt een stukje spekzwoerd
aan toe en misschien een paar stukjes
vet. Mochten er een paar beentjes van
gevogelte zijn. dan kunnen die er onk
bij gevoegd worden. Giet er een dL.
water op en zet de pan, met het dek
sel er op. op een flink vuur. Als het
vocht zich aan de bodem van de. pan
begint vast te zetten en het vleesch en
de groenten beginnen te kleuren,
wordt het vuur verminderd. Giet er nu
een halve liter water bij en doe den
kalfspoot er in. I,aat dit alles op een
zeer zacht vuur twee uur koken. Neem
het vleesch en een kalfspoot er uit en
giet de jus door een paardenharen zeef
of een fijne metalen zeef. Laat ze koud
worden, neen» desgpwenscht een deel
van het vet er af en bewaar ze tot ze
gebruikt moet worden.
Aan de gevelzijde van het huisje van
kleermaker Oogenaald, ec-n vrolijke
man, die altijd lustige wijsjes floot,
stond de oude regenton. In tegenstel
ling met kleermaker Oogenaald, die hei
vrolijkst was els de zon scheen, haatle
de regenton de zon. Ze kon de zon niet
uitstaan en trok een gezicht als een oor
worm, als ze haar vijand aan de hemel
zag staan. De zon brandde op haar, zoo
dat ze het. heast niet uit kon houden
van de pijn en bijna barstte Nee, zij
hield van den regenman. Die grijze baas
wist precies hoe hij haar een plezier kon
doen.
Ze wachtte nu al een hele tijd op
hem en haar- gezicht werd steeds nij
diger» De kleermaker zeg dat en om
haar aan 't lachen te brengen, prikte
hij haar met z'n naald, maar daar moest
de regenton niets van hebben. Ze zucht
te beledigd: „Wat haal je in je hoofd,
meneer kleermaker? Voor zulke gpap-
jes ben ik niet te vinden, doet u dat
maar bij meneer de Zon."
„Hehehe, oudje! Meneer de Zon is van
zichzelf vrolijk, die hoef ik niet eerst
met een naald te prikken", lachte do
kleermaker en zat even later verge
noegd aan zijn tafeltje te zingen.
De oude regenton schold nog een tijd
je door en kreeg een hele troep toe
hoorders, die haar ergernis volkomen
begrepen.
Moeder Annegriet van de overkant
troostte haar: „Wind je toch niet op
over dien Oogenaald, hij weet niet hoe
nuttig jij bent, lieve regenton, maar ik
weèt, het. heel goed. Ik kan de tijd niet
afwachten dat de regenman weer komt
en jij boordevol wordt. Het water dat.
uit jou komt is zo heerlijk zacht, vooral
om je te wassen, heerlijker dan enig
ander water op de wereld. Als ik me
met jouw water was. gaan al de rim
pels uit m'n gezicht. Hopenlijk komt de
regenman gauw!"
„Ja, ja, dat zouden wij ook wel wil
len!" snaterden de eenden en ganzen
van kleermaker Oogenaald, maar de
oude ganzengrootnioeder zei kalm: „Ik
geloof dat jullig eerdaags weer in de
sloten kunt spartelen, want ik voel aan
m'n jicht dat de regenman niet lang
meer op zich zal laten wachten.
„Zo, dat zou fijn zijn!" tjilpten de
mussen, die op het dak van Oogenaald's
huis zaten! „We hebben namelijk drin
gend een fris had nodig en waar kun
nen we dat goedkoper krijgen dan in de
regenton? Mijn kinderen spartelen zo
graag in het water", riep een mussin,
die een zoontje en een dochtertje had.
Toen kwatnen er twee jongens van
banketbakker Meelzak voorhij, keken in
de ton en riepen: „Och, ze is nog altijd
leeg en we wilden onze scheepjes zo
graag laten varen!" „Ja", zei de een,
„en Y is nog leuker als onze scheepjes
uit de regenton in de sloot varen en
vandaar naar de vijver."
Hei deed de oude regenton goed al
deze dingen te hcyen. Ze zuchtte zo diep,
dat al haar ribben kraakten. Een van
de musjes die op de rand van de ton
zat, gleed helemaal naar beneden en
riep legen z'n moeder: „Ik geloof dat
de regenton pijn in haar buik heeft!"
Door al dat gesnater en gepraat had
den ze niet gemerkt dat het steeds don
kerder was geworden en dat de zon
zich achter grijze wolken verstopt had.
De Negenman had die wolken eenvoudig
voor de zon's gezicht getrokken en liet
weldra dikke droppels uit zijn reusach
tige gieter vallen.
„Heb ik 't niet gezegd! Mijn jicht is
een weerprofeet!" riep de ganzengroot
nioeder en alle eendjes en gansjes sna
terden: „Ja, ja, ja!"
En toen brak het los. De regenman
deed zijn naam alle eer aan. Uit de dak
goot liep het water zo gauw in de regen
ton. dat die binnen een paar minuten
vol was en overliep. Och wat was ze
blij! Ze was dolgelukkig.
Alleen kleermaker Öogenaald was
niet. tevreden, dat het zo goot. Hij stak
woedend z'n naald in het vest van me
neer Jansen, dat hij juist aan 't maken
was.
(Nadruk verboden).
r~
Beste nichten en neven.
OM het mezelf een beetje gemakke
lijker te maken vertel ik jullie al
lemaal gelijk wat er aan het tweede
raadsel haperde. Op de zetterij hebben
ze niet begrepen, dat het iets anders van
vorm was dan gewoonlijk en h$t ster-
model gezet.
Het spreekt vanzelf, dat al jullie ge
ploeter niet vergeefs is geweest en alle
inzendingen beloond zijn met een goede
aantekening op de lijst.
Deze week plaatste ik het opstel van
Buitenkind, lees maar.
Vacantie Zomer 1940
's Morgens van de 3e Augustus om 8.10
ertrokken wij uit Amersfoort naar Noord-
ijk aan Zee. We moesten in Utrecht en
Woerden overstappen, de reis ging heel
voorspoedig, alleen in Utrecht was het ge
weldig druk. Van Utrech naar Woerden (heb
ben mijn -vader mijn broer en ik moeten
staan, want de trein was erg vol. Alleen
mijn moeder kon zitten. Toen we in Woer
den aan kwamen, moesten we overstappen.
Toen we goed en wel zaten zei moeder:
„Kijk daar staat een koffer op het perron
an wie zou die zijn?" En toen ineens za
gen we, dat het een van onze koffers was.
Ik ging gauw de trein uit en pakte hem.
Het was zo'n mal gezicht dat we allemaal
in de lach schoten, zo iets zal ons nooit
meer overkomen. We hadden erg mooi weer
en hebben dan ook volop van de zee en dui
nen genoten. Ook hebben we met vlotjes
gevaren dat ging fijn. We hebben veel ge
wandeld o.a. naar Zandvoort. Dat is precies
drie uur lopen langs het strand. Diezelfde
dag hebben we een bezoek aan Haarlem ge
bracht. Natuurlijk hebben we daar Laurens
Jans zoon Koster gezien. Verder hebben we
nog vele prettige dagen gehad en zijn de
7ste Augustus weer naar huis teruggekeerd.
BUITENKIND.
Buitenkind. De zetterij heeft weer
eens schuld aan het raadsel. Als ze in die
vorm ingestuurd worden is het meestal sy-
metrisch en nu was er een regel meer. Na
tuurlijk vind ik het leuk, als je raadsels in-
tuurt, doch ik ben bang, dat het raadsel
an dat handwerk wat erg moeilijk is, want
het komt niet zooveel voor. Volgende week
plaats ik ze en dan komt de verontwaardi
ging op jouw hoofd* neer. Gelukkig, dat je
weer 'beter bent.
De briefkaart is uitgevonden door
Heinrichi von Stephan, een Duitser.
Van Stephan stelde de invoering van
de 'briefkaart voor, die hij „briefblaadje"
noemde. Zoo'n briefkaart zou iets groter
dan de enveloppe van een brief moeten
zijn. Op de voorkant moest een post
zegel worden gedrukt en ruimte zijn om
de naam en woonplaats van den ge
adresseerde op te schrijven. Aan de ach
terkant zou jc alles kynnen schrijven
wat je wilde. De prijs van zo'n brief
kaart zou heel laag moeten zijn.
Het voorstel van Von Stephan vond
wel veel belangstelling, maar werd niet
aangenomen. Pas in 1869 was de regee
ring bereid op aandringen van Her
mann, de briefkaart in te voeren. 1 Oc
tober 1869 verscheen de briefkaart» De
kaarten waren precies zo uitgevoerd als
Von Stephan ze ontworpen had. Op de
voorkant stond: „correspondentiekjart"
en de keizerlijke adelaar, op de achter
kant stond: „ruimte voor schriftelijke
mededeeliugen". Voorts werd er een
postzegel op gedrukt.
De invoering van de briefkaart baarde
in de heele wereld veel opzien. Deze
briefkaarten werden gebruikt door de
Oostenrijks-Hongaarse monarchie. In
1870 werden ze in Zuid-Duitsland inge
voerd. Ze waren bestemd voor het ver
keer met. Oostenrijk, Hongarije en
Luxemburg.
De uitgave van de briefkaart in Noord-
Duitsland had te Berlijn op 25 Juni 1870
plaats. Op die dag werden er 45168
briefkaarten verkocht. Tegenwoordig
vervoert de post in Duitsland dagelijks
millioenen briefkaarten.
Tegelijk met Noord-Duitsland voerden
Beieren, Wurttemberg en Baden de
briefkaart in. In de oorlog werden er
eldpostbriefkaarten ingevoerd.
85. „Okelepokie," zei Kobus en keek hem vriendelijk aan,
„weet Ie ook hij geval mijn stokje?" „Okelepokie. ping pang,
pong. Tokkie. tokkie, ting, tang, tong," zei het Javaantje
met een zangerig stemmetje en hield het leege bordje smee-
kend omhoog. Kobusje ging maan weg.
.86. .Hij verstond geen potjeslatijn. Hij klom mistroostig
op den zwarten rug van zijn knolDaar kon hij zich niet
meer goed houden. Hij huilde zoo erg, dat de tranen over
het dikke lichaam van de locomotief rolden. „Dank je wel,"
zei ,J)e Arend!\ voor. dit gratis bad."
Het w-as een stormachtige dag mid
den in de zomer. In het \issershuisje
werden vlijtig netten geknoopt en ge
stopt. Dat is een heel werk, want een
net heeft dikwijls heel wat gaten. Dan
vertelt de oude visser, 'die niet meer
vaart, graag van zijn werk.
„Hoe kunnen die netten zo kapot
gaan?" vroeg Eddy.
„Dat komt door de storm," antwoord
de de visser, „die trekt en rukt aan
alle kanten, zodat je 't nét later niet.
meer herkent.
's-YVinters komt. de zeehond er wel
eens in; voor die hebben we nog meer
respect dan voor de storm!"
„Ik wist niet dat er hier in de buurt
zeehonden kwamen, ik dacht dat die in
liet hoge Noorden thuis hoorden," zei
Eddy verbaasd.
Nu. kwam Visser Jonas los, want
iemand afiders iets te leren, dat vond
hij fijn.
„O", zei hij lachend, „ik heb hem hier
wel eens in de duinen gezien. Hij gaat
aan land om te slapen. Maar hij is ook
een fijnproever en bezoekt dikwijls de
netten, die een paar mijl van 't strand
worden opgezet en meestal twee dagen
blijven staan. Als we ze halen, zien we
vaak dat. de zeehond de vissen eruit
gegeten heeft. Omdat hij zo sterk is,
trekt hij de netten kapot. Als hij dat
niet deed, zouden we meer plezier van
die slimme heesten hebben. Want. als
hij nieuwsgierig z'n kop boven water
steekt en zijn voorpoten beweegt, lijkt
hij wel een mens dat tevreden met z'n
levep is.
Hij is ook erg muzikaal, wat waar
schijnlijk met z'n gehoor samenhangt.
Eén keer hebben we met z'n vieren in
de boot een lied gezongen. Toen ging
een zeehond rechtop in 't water staan,
alsof hij wilde dansen en onze vriend
Frans Naas begon te zingen.
.Als ie eens een zeehond ziet
Doe hem dan mijn groeten
En als hij vraagt hoe of ik loop
Zeg dan: op m'n twee voeten!
De oude visser lachte hartelijk, je kon
merken dat de zeehonden hem menig
plezierig uurtje hadden verschaft. Ge
lukkig dat ze de zeehonden aan de
Oostzeekust niet meer domweg mogen
doodschieten.
HET REGENT VISSEN
Dat geloof je niet hè en toch heeft
visser Willem dat meegemaakt.
„We voeren met volle netten naar het
Oosten, naar huis. Opeens schreeuwde
een van ons: „Lui, een windhoos!" De
windhoos kwam van het N.O. op ons af.
Het leek een donkere sluier, die vanaf
de wolken in zee hing.
We reefden direct de zeilen en haal
den de mast neer, hopend dat we op
die manier minder wind zouden van
gen. Maar dat had ons toch niet gered,
als we erin gekomen waren. Vol angst
zagen we de windhoos dichterbij ko
men.
We dachten dat ons laatète uur ge
slagen .had. Maar gelukkig ging bij
over ons heen, het land in, waar bij ver
dween.
Je kon z'n weg door zee duidelijk
zien. In het water maakte hij een voor,
net een ploeg. Op de duinen had hij een
reep zand weggeschuurd en de helm
meegenomen. Die vonden we later in
kuilen terug, tegelijk met een hoop vis
sen. Het waren vissen die dicht aan de
oppervlakte van de zee zwemmen en
die de windhoos uit het water gezogen
had en daarna weer had laten vallen.
De vissen waren om zo te zeggen" uit
de hemel komen vallen." Wij waren ge
red, maar de kleine vissen waren
dood.
Visser Willem zweeg en Eddy zei dat
hij nu op moest stappen, want dat zijn
moeder anders ongerust zou worden.
„Dank je wel voor je mooie verhaal
tjes, visser," riep Eddy en holde naar
Jtiuis,
Madeliefje. Je bent leljjk terecht
gekomen. Ik begrijp, dat je niet kleinzerig
wilde zijn, maar je hebt wel met pijn ge
lopen. want een bloeduitstorting is zeer pijn
lijk. Wat heb je een paar mooie repetitie
cijfers gehaald. Hulde Madelief!
Lee r gr. a g. Een echt huis/houdelük
babbeltje was die brief van jou. Het is een
misère, wat moeten al die ijdele nichtjes
van mij toch beginnen? Zaterdagmiddag heb
ik ook van het prachtige weer geprofiteerd
en een paar uur gewandeld, dwars door de
bossen en de hei. Ik heb toen zelfs nog in
de zon geslapen, want ik was er moe van
geworden.
V i o 1 i s t j e. Grote wensen kan je niet
meer hebben wat de bonnen betreft. Ik zal
het een en ander voor je bü elkaar roeken
en daarmee moet je tevreden zijn, neef.
Viooltje. Erg lang iheb je er geen
plezier van. dat geef ik toe, maar twee da
gen toch wel. Bloemen zijn na 2 dagen ook
meestal al minder fleurig, toch worden ze
steeds weer geplukt, omdat ze nu eenmaal de
kamers helpen opvrolijken.
Nufje. Je hebt in je vorige brief niet
om bonnen gevraagd. Dat was je zeker door
je bol gegaan. Tot troost heb ik nu weer
boekenbonnen voor je. Ik ben niet naar hét
circus geweest, maar jij hebt genoten, je
brief was zo enthousiast.
Tom Mix. Ja ik heb in de krant ge
lezen. dat de man wiens naam je koos als
schuilnaam, dood is. Ik kan begrijpen, dat Je
het stuk uitknipte. Wat heb je vlug een paar
kilo nootjes bü elkaar gezocht, ik denk dat
ik er ook eens mee ga beginnen. Zwemmen
doe ik „wel eens", doch niet geregeld.
Sus je. Geen dank SüsJe voor de
kleine moeite, 't Was niet zo erg. Zo'n ope
ratie is nog iets anders dan een griepje.
Beterschap met de patiënt.
Orènjepop. Gelukkig, dat je weer vol
doende hersteld was. om van het schitterend
herfstweer te genieten. Ik heb er ook flink
van geprofiteerd en flinke wandelingen ge
maakt. Ik vind dit het mooiste jaargetijde.
Zonnebloempje. Wat reusachtig
leuk. dat jullie twee jonge foxen hebben.
Met de poes er'bü zal het een geweldig amu
sement zün. Je opstel wordt nu zeker ge
plaatst, je hebt het netjes overgeschreven.
Na al die extra moeite heb je wel een
plaatsje in de krant verdiend.
Boefje. Een origineele oefening was
het van de padvinderij. Het leek mü bar
leuk. Waar wordt dat kampvuur gehouden,
misschien ga ik wel eens küken en schiet
er een gepofte appel of kastanje voor mü
over. Toch wel prettig, dat jullie weer eens
vacantie krügen, of vergis ik mü? Je schreef
„te" verontwaardigd.
Lilliputter.Gelijk heb je. dat je
Zondag nog eens op de fiets geklommen
bent voor een flinke tocht. Het. zal er vlug
te koud voor zün. Het is toch wat te zeggen
met al die repetities: aardig dat je nog even
tü'd vond voor een briefje.
Tarzan. Je'was van een ongelovige,
gauw veranderd in een gelovige Thomas. Als
je het ook duidelijk in de krant ziet staan
kan dat ook niet anders. Je hebt het vlug
uitgelezen. Wat waren dat allemaal voor ge
heime tekens onder je brier? Br... ik kreeg
er kippetjesvel van.
Juffrouw Snip. De brieven werden
dus alweer „warm ingestopt" weggebracht.
Aan de winter kunnen we niet ontkomen, al
zouden we dat wel willen. Je vriendin heeft
mü tot nu toe vergeten en het is al half 4,
dus komt. zü niet meer denk ik. Meestal han
del ik de brieven in één middag af, tenzij
er extra veel zün. Viste je naar een com
plimentje juffrouw Snip?
Pikkie Nougat. Van Tom Mix
hoorde ik al het een en ander over zwem
men en beukenoten. Je he'ot geluk gehad
met zoeken: je had er flink wat. Ik geloof
graag, dat al'dat zoete goedje gauw tegen
staat en het is ook slecht voor je tanden.
DE OPLOSSINGEN
I. a, ar, dar, daar, Dakar, raak. a4k,
Ka, k.
II. De bedoelde woorden zpn Anjelier
en rollade, met de woorden: Ans. anjer, knie
len, rollade, Trien, lei.
De prü's is geworden door Pikkie Nougat.
DE RAADSELS
(Ingezonden door een Neef).
7196 ontkenning
117 nü'ver insect
1822612 getal van 2 eü'fers.
13114 niet glimmend
920 voegwoord
81921 naaldboom.
2S24 lang stuk hout
10—231415 niet terug.
16115 buitenkansje.
Gevraagd wordt een raadsel van 4 woor
den.
II.
1. smeed tram
2. schrüf ouders
3. werk spel
4. tarwe dak
5. achter ezel
6. boven werk
7. proef mes
8. kwartet tuin
9. negen inkt
10. zak lün
11. groot aan
12. sier tien
13. stoom werk
14. stro brood.
Hier boven staat een dubbele rü woorden
van 114, doch die horen niet bü elkaar. De
éérste rü woorden staat in goede volgorde.
Nu moet hü elk daarvan een woord uit d.
andere rü. dus achter de streepjes gezocht
worden, dat er hü past, zodat je van die
twee één goed woord krügt.
V i o 1 i s t j e vraagt Bussink bonnen (ver
keer), Haust- of Droste bonnen.
F. v.D. zal ik proberen aan Ringers- of
Paula-bonnen te helpen.
Nufje kan op Boekenbonnen rekenen.
Leergraag er ligt voor jou nog steed»
een envelop klaar.
Boefje een boekenbon is er nog voor
Maandag na 3 uur liggen de prü» en de
bonnen voor jullie klaar.
Hartelük gegroet
.ooat BOB,