VOOR HET KIND Nog iets over jus OPA BOL VAN DEN IJZEREN KNOL DE OUDE REGENTON RUBRIEK VAN OOM BOB Verhalen van de Oostzee Hardhandige uitsmijters Uitbreiding lijnen Rijn-Zee Rij kspostspaar bank Binnenkort thee toewijzing fwiLLY PÉTILLON schrijft voor onze] vlezeressen oven J ,UIT EIGEN PEN BRIEFWISSELING De uitvinding van de briefkaart De zeehond in de Oostzee RUILHANDEL 2e BLAD PAG. AMERSFOORTSCH DAGBLAD VRIJDAG 25 OCTOBER 1940 Slachtoffer overleed aan de gevolgen BREDA. 25 9ct- De Bredasche rechtbank deed gisteren uitspraak in de zaak te^en twee inwoners van Roosendaal, die een cafébezoeker op zoo hardhandige wijze hadden buiten gezet, dat deze aan de gevol gen overleed. In den avond van Zondag 4 Augustus j.l. omstreeks ruim 8 uur ontstond in het café van L. M. aan de Kade te Roo sendaal tusschen zekere M. G. en ze kere W., die beiden onder drankin vloed verkeerden, ruzie, waarbij G. een glas bier naar den ander gooide. Om verdere onaangenaamheden te voorko men, gelastte de caféhouder G. zijn ca fé te verlaten, doch daar hij zulks niet alleen kon klaar spelen, toen de man niet ging. hielp de 34-jarige transport- arbeider F. V. uit Roosendaal hem hier bij een handje. Beiden pakten ze van G vast en wierpen of duwden hem naar buiten, doch op een dusdanige manier dat deze zonder de cafétrappen of trot toir te raken op den rijweg terecht kwam, waar hij bewusteloos bleef lig gen. Het slachtoffer werd hierop naar het R.K. Gasthuis „Charitas" vervoerd waar hij in den morgen van 5 Augustus j.l. overleed. Bij den val was hij n.l met zijn hoofd zoo ongelukkig op de straatsteenen terecht gekomen dat zijn schedel was gebarsten waarbij zijn her senen zoodanig beschadigd werden, dat de dood moest intreden. Op 10 October stonden L. M. en F. V. voor hun optre den voor de Bredasche rechtbank te recht. omdat de dood van M.G. aan hun schuld te wijten was geweest. De 'officier van justitie achtte mis handeling den dood ten gevolge hebben de voor beide verdachten bewezen, doch nam verschillende verzachtende om standigheden aan. Weliswaar was hef slachtoffer lastig en vervelend, doch dat is het risico van het beroep van caféhouder. De eisch tegen M. luidde drie maanden gevangenisstraf en tegen V. 9 maanden gevangenisstraf. De recht bank snrak thans verdachte M. vrij en veroordeelde verdachte V. tot twee maanden hechtenis. ROTTERDAM. 25 Oct. De Dampf- sehiffahrtsgesellschaft „Neptun" te Bre men is van plan uitbreiding te geven aan haar reeds bestaande Rijn-Zee- lijnen en wel zoodanig, dat Rotterdam, Amsterdam en Antwerpen door haar schepen voor het vervoer naar Zweden en Noorwegen ook direct bediend zullen worden („Tel."). Onjuiste' conclusies uit een niet geheel juist bericht Eenigen tijd geleden is in de pers een bericht opgenomen over eenige voorschriften van de Rijkspostspaar bank met betrekking tot de toepas sing van de deviezenverordening 1940 en de verordening betreffende de behandeling van vijandelijk vermó gen. Aangezien dit bericht niet geheel juist was en bovendien daaruit wellicht door het publiek onjuiste conclusies zijn ge trokken. wordt hierbij bekend gemaakt, dat het geenszins in de bedoeling ligt voor inleg en terugbetaling op postspaar bankboekjes beperkende bepalingen in het leven te roepen. De gegeven voor schriften hebben slechts betrekking op boekjes ten name van niet-ingezetenen en boekjes waarvan het tegoed als vijan delijk vermogen moet warden be schouwd. Met betrekking tot deze gevallen die dus als uitzonderingen moeten worden beschouwd is bepaald, dat de vraag of inleg dan wel terugbetaling mag plaats vinden in den regel ter beslissing moet worden voorgelegd aan de centrale direc tie te Amsterdam. Deze verleent zoo mo gelijk toestemming tot inleg en onder zoekt of aan aanvragen om terugbeta ling kan worden voldaan. Rechtstreek- sche terugbetalingen vinden derhalve in bedoelde uitzonderingsgevallen niet plaats. Inleg zonder voorafgaande toe stemming van de centrale directie mag evenwel plaats vinden op boekjes, ten name van niet-ingezetenen gevestigd in clearinglanden, welke ten gunste van het clearinginstituut zijn geblokkéerd. Deze boekjes zullen door een bijzonderen stem pelafdruk worden gekenmerkt. Naar de „Tel." ter oore kwam, zal binnenkort een theetoewijzing plaats vinden, waarin een behoorlijke hoeveel heid thee zal kunnen worden aange boden. Men sprak van een hoeveelheid van 7500 kg. T~\E met meel gebonden saus kan zich niet steeds in de onverdeelde sympathie ver heugen. Voor een keertje wordt ze voor lief genomen, maar in het algemeen seeft het gansche gezin, dat hoofdzakelijk op de onvervalschte Hollandsche keuken is^ingesteld, de voorkeur aan de jus zooals wij die gewend zijn, dus vrijwel au naturel. Daardoor blijft het jusprableem min of meer urgent, wij nemen de toevlucht tot lusblokjes, maar voor velen hebben die dezelfde bezwaren als de met bloem gebon den sausen: het is het ware niet. Daar zijn huisvrouwen die wonderen weten te verrichten op dit gebied en die kans zien bij een betrekkelijk kleine portie vleesch een fenomenale hoeveelheid jus te maken. Dat is %eer zeker een kunst op zichzelf, ook zonder beperkende bepalingen en moeilijke omstandigheden, maar er is vet voor noodig; eigenlijk meer vet of boter, wat nu op hetzelfde neerkomt, dan er geregeld voor beschikbaar gehouden kan worden. \A/IJ moeten dus trachten ons te red- y v den. De een doet dit door de kaan tjes verkregen bij het uitsmelten van vet nog eens met'n stukje boter inde pan te doen en daarmee het vleesch te bra den, waardoor inderdaad, het uiterste aan vet geleverd wordt; een ander pro beert zoo vet mogelijk vleesoh te krij gen en dit met iets kokend water op .te zetten, om al het vet uit het vleesch in de jus te krijgen; een derde verzamelt naarstig alle randjes vet en stukjes spek en vet van vleesch. waar zij die kan afsnijden en een vierde verzint nog iets anders. Nu vond ik dezer dagen in een oud Fransch kookboek een recept voor het maken van „jus", waarbij weinig vleesch te pas komt, terwijl deze jus bovendien in een jampotje of iets der gelijks bewaard kan worden om to die nen al6 ze noodig is. Men zou er bijvoor beeld de hoeveelheid jus,' die we bij bra- den hebben gekregen mee kunnen aan vullen, zoodat ze voor een keer meer kon dienen en*dan op een vleesohloozen dag. Ze kan ook gebruikt worden, zoo als ze is, al dan niet iets verdund. Door combinatie bijvoorbeeld van een deel dezer jus met een paar tomaten of wat tomatenpuree wordt een smakelijke saus verkregen, waarbij geen meel te pas komt. Deze jus wordt op de volgende wijze bereid: 2 Ons runderschenkel vleesch en een halve kalfspoot, die men in stukken laat, hakken, wat kleiner dan de slager gewoonlijk doet. Doe het in stukjes ge sneden vleesch in een pan en voeg er bij twee wortelen en twee uien, beide in schijven gesneden, zout en peper twee kruidnagelen (indien mogelijk) en een takje peterselie met een lau rierblad en een snuifje thym. Voeg er, als ge het hebt een stukje spekzwoerd aan toe en misschien een paar stukjes vet. Mochten er een paar beentjes van gevogelte zijn. dan kunnen die er onk bij gevoegd worden. Giet er een dL. water op en zet de pan, met het dek sel er op. op een flink vuur. Als het vocht zich aan de bodem van de. pan begint vast te zetten en het vleesch en de groenten beginnen te kleuren, wordt het vuur verminderd. Giet er nu een halve liter water bij en doe den kalfspoot er in. I,aat dit alles op een zeer zacht vuur twee uur koken. Neem het vleesch en een kalfspoot er uit en giet de jus door een paardenharen zeef of een fijne metalen zeef. Laat ze koud worden, neen» desgpwenscht een deel van het vet er af en bewaar ze tot ze gebruikt moet worden. Aan de gevelzijde van het huisje van kleermaker Oogenaald, ec-n vrolijke man, die altijd lustige wijsjes floot, stond de oude regenton. In tegenstel ling met kleermaker Oogenaald, die hei vrolijkst was els de zon scheen, haatle de regenton de zon. Ze kon de zon niet uitstaan en trok een gezicht als een oor worm, als ze haar vijand aan de hemel zag staan. De zon brandde op haar, zoo dat ze het. heast niet uit kon houden van de pijn en bijna barstte Nee, zij hield van den regenman. Die grijze baas wist precies hoe hij haar een plezier kon doen. Ze wachtte nu al een hele tijd op hem en haar- gezicht werd steeds nij diger» De kleermaker zeg dat en om haar aan 't lachen te brengen, prikte hij haar met z'n naald, maar daar moest de regenton niets van hebben. Ze zucht te beledigd: „Wat haal je in je hoofd, meneer kleermaker? Voor zulke gpap- jes ben ik niet te vinden, doet u dat maar bij meneer de Zon." „Hehehe, oudje! Meneer de Zon is van zichzelf vrolijk, die hoef ik niet eerst met een naald te prikken", lachte do kleermaker en zat even later verge noegd aan zijn tafeltje te zingen. De oude regenton schold nog een tijd je door en kreeg een hele troep toe hoorders, die haar ergernis volkomen begrepen. Moeder Annegriet van de overkant troostte haar: „Wind je toch niet op over dien Oogenaald, hij weet niet hoe nuttig jij bent, lieve regenton, maar ik weèt, het. heel goed. Ik kan de tijd niet afwachten dat de regenman weer komt en jij boordevol wordt. Het water dat. uit jou komt is zo heerlijk zacht, vooral om je te wassen, heerlijker dan enig ander water op de wereld. Als ik me met jouw water was. gaan al de rim pels uit m'n gezicht. Hopenlijk komt de regenman gauw!" „Ja, ja, dat zouden wij ook wel wil len!" snaterden de eenden en ganzen van kleermaker Oogenaald, maar de oude ganzengrootnioeder zei kalm: „Ik geloof dat jullig eerdaags weer in de sloten kunt spartelen, want ik voel aan m'n jicht dat de regenman niet lang meer op zich zal laten wachten. „Zo, dat zou fijn zijn!" tjilpten de mussen, die op het dak van Oogenaald's huis zaten! „We hebben namelijk drin gend een fris had nodig en waar kun nen we dat goedkoper krijgen dan in de regenton? Mijn kinderen spartelen zo graag in het water", riep een mussin, die een zoontje en een dochtertje had. Toen kwatnen er twee jongens van banketbakker Meelzak voorhij, keken in de ton en riepen: „Och, ze is nog altijd leeg en we wilden onze scheepjes zo graag laten varen!" „Ja", zei de een, „en Y is nog leuker als onze scheepjes uit de regenton in de sloot varen en vandaar naar de vijver." Hei deed de oude regenton goed al deze dingen te hcyen. Ze zuchtte zo diep, dat al haar ribben kraakten. Een van de musjes die op de rand van de ton zat, gleed helemaal naar beneden en riep legen z'n moeder: „Ik geloof dat de regenton pijn in haar buik heeft!" Door al dat gesnater en gepraat had den ze niet gemerkt dat het steeds don kerder was geworden en dat de zon zich achter grijze wolken verstopt had. De Negenman had die wolken eenvoudig voor de zon's gezicht getrokken en liet weldra dikke droppels uit zijn reusach tige gieter vallen. „Heb ik 't niet gezegd! Mijn jicht is een weerprofeet!" riep de ganzengroot nioeder en alle eendjes en gansjes sna terden: „Ja, ja, ja!" En toen brak het los. De regenman deed zijn naam alle eer aan. Uit de dak goot liep het water zo gauw in de regen ton. dat die binnen een paar minuten vol was en overliep. Och wat was ze blij! Ze was dolgelukkig. Alleen kleermaker Öogenaald was niet. tevreden, dat het zo goot. Hij stak woedend z'n naald in het vest van me neer Jansen, dat hij juist aan 't maken was. (Nadruk verboden). r~ Beste nichten en neven. OM het mezelf een beetje gemakke lijker te maken vertel ik jullie al lemaal gelijk wat er aan het tweede raadsel haperde. Op de zetterij hebben ze niet begrepen, dat het iets anders van vorm was dan gewoonlijk en h$t ster- model gezet. Het spreekt vanzelf, dat al jullie ge ploeter niet vergeefs is geweest en alle inzendingen beloond zijn met een goede aantekening op de lijst. Deze week plaatste ik het opstel van Buitenkind, lees maar. Vacantie Zomer 1940 's Morgens van de 3e Augustus om 8.10 ertrokken wij uit Amersfoort naar Noord- ijk aan Zee. We moesten in Utrecht en Woerden overstappen, de reis ging heel voorspoedig, alleen in Utrecht was het ge weldig druk. Van Utrech naar Woerden (heb ben mijn -vader mijn broer en ik moeten staan, want de trein was erg vol. Alleen mijn moeder kon zitten. Toen we in Woer den aan kwamen, moesten we overstappen. Toen we goed en wel zaten zei moeder: „Kijk daar staat een koffer op het perron an wie zou die zijn?" En toen ineens za gen we, dat het een van onze koffers was. Ik ging gauw de trein uit en pakte hem. Het was zo'n mal gezicht dat we allemaal in de lach schoten, zo iets zal ons nooit meer overkomen. We hadden erg mooi weer en hebben dan ook volop van de zee en dui nen genoten. Ook hebben we met vlotjes gevaren dat ging fijn. We hebben veel ge wandeld o.a. naar Zandvoort. Dat is precies drie uur lopen langs het strand. Diezelfde dag hebben we een bezoek aan Haarlem ge bracht. Natuurlijk hebben we daar Laurens Jans zoon Koster gezien. Verder hebben we nog vele prettige dagen gehad en zijn de 7ste Augustus weer naar huis teruggekeerd. BUITENKIND. Buitenkind. De zetterij heeft weer eens schuld aan het raadsel. Als ze in die vorm ingestuurd worden is het meestal sy- metrisch en nu was er een regel meer. Na tuurlijk vind ik het leuk, als je raadsels in- tuurt, doch ik ben bang, dat het raadsel an dat handwerk wat erg moeilijk is, want het komt niet zooveel voor. Volgende week plaats ik ze en dan komt de verontwaardi ging op jouw hoofd* neer. Gelukkig, dat je weer 'beter bent. De briefkaart is uitgevonden door Heinrichi von Stephan, een Duitser. Van Stephan stelde de invoering van de 'briefkaart voor, die hij „briefblaadje" noemde. Zoo'n briefkaart zou iets groter dan de enveloppe van een brief moeten zijn. Op de voorkant moest een post zegel worden gedrukt en ruimte zijn om de naam en woonplaats van den ge adresseerde op te schrijven. Aan de ach terkant zou jc alles kynnen schrijven wat je wilde. De prijs van zo'n brief kaart zou heel laag moeten zijn. Het voorstel van Von Stephan vond wel veel belangstelling, maar werd niet aangenomen. Pas in 1869 was de regee ring bereid op aandringen van Her mann, de briefkaart in te voeren. 1 Oc tober 1869 verscheen de briefkaart» De kaarten waren precies zo uitgevoerd als Von Stephan ze ontworpen had. Op de voorkant stond: „correspondentiekjart" en de keizerlijke adelaar, op de achter kant stond: „ruimte voor schriftelijke mededeeliugen". Voorts werd er een postzegel op gedrukt. De invoering van de briefkaart baarde in de heele wereld veel opzien. Deze briefkaarten werden gebruikt door de Oostenrijks-Hongaarse monarchie. In 1870 werden ze in Zuid-Duitsland inge voerd. Ze waren bestemd voor het ver keer met. Oostenrijk, Hongarije en Luxemburg. De uitgave van de briefkaart in Noord- Duitsland had te Berlijn op 25 Juni 1870 plaats. Op die dag werden er 45168 briefkaarten verkocht. Tegenwoordig vervoert de post in Duitsland dagelijks millioenen briefkaarten. Tegelijk met Noord-Duitsland voerden Beieren, Wurttemberg en Baden de briefkaart in. In de oorlog werden er eldpostbriefkaarten ingevoerd. 85. „Okelepokie," zei Kobus en keek hem vriendelijk aan, „weet Ie ook hij geval mijn stokje?" „Okelepokie. ping pang, pong. Tokkie. tokkie, ting, tang, tong," zei het Javaantje met een zangerig stemmetje en hield het leege bordje smee- kend omhoog. Kobusje ging maan weg. .86. .Hij verstond geen potjeslatijn. Hij klom mistroostig op den zwarten rug van zijn knolDaar kon hij zich niet meer goed houden. Hij huilde zoo erg, dat de tranen over het dikke lichaam van de locomotief rolden. „Dank je wel," zei ,J)e Arend!\ voor. dit gratis bad." Het w-as een stormachtige dag mid den in de zomer. In het \issershuisje werden vlijtig netten geknoopt en ge stopt. Dat is een heel werk, want een net heeft dikwijls heel wat gaten. Dan vertelt de oude visser, 'die niet meer vaart, graag van zijn werk. „Hoe kunnen die netten zo kapot gaan?" vroeg Eddy. „Dat komt door de storm," antwoord de de visser, „die trekt en rukt aan alle kanten, zodat je 't nét later niet. meer herkent. 's-YVinters komt. de zeehond er wel eens in; voor die hebben we nog meer respect dan voor de storm!" „Ik wist niet dat er hier in de buurt zeehonden kwamen, ik dacht dat die in liet hoge Noorden thuis hoorden," zei Eddy verbaasd. Nu. kwam Visser Jonas los, want iemand afiders iets te leren, dat vond hij fijn. „O", zei hij lachend, „ik heb hem hier wel eens in de duinen gezien. Hij gaat aan land om te slapen. Maar hij is ook een fijnproever en bezoekt dikwijls de netten, die een paar mijl van 't strand worden opgezet en meestal twee dagen blijven staan. Als we ze halen, zien we vaak dat. de zeehond de vissen eruit gegeten heeft. Omdat hij zo sterk is, trekt hij de netten kapot. Als hij dat niet deed, zouden we meer plezier van die slimme heesten hebben. Want. als hij nieuwsgierig z'n kop boven water steekt en zijn voorpoten beweegt, lijkt hij wel een mens dat tevreden met z'n levep is. Hij is ook erg muzikaal, wat waar schijnlijk met z'n gehoor samenhangt. Eén keer hebben we met z'n vieren in de boot een lied gezongen. Toen ging een zeehond rechtop in 't water staan, alsof hij wilde dansen en onze vriend Frans Naas begon te zingen. .Als ie eens een zeehond ziet Doe hem dan mijn groeten En als hij vraagt hoe of ik loop Zeg dan: op m'n twee voeten! De oude visser lachte hartelijk, je kon merken dat de zeehonden hem menig plezierig uurtje hadden verschaft. Ge lukkig dat ze de zeehonden aan de Oostzeekust niet meer domweg mogen doodschieten. HET REGENT VISSEN Dat geloof je niet hè en toch heeft visser Willem dat meegemaakt. „We voeren met volle netten naar het Oosten, naar huis. Opeens schreeuwde een van ons: „Lui, een windhoos!" De windhoos kwam van het N.O. op ons af. Het leek een donkere sluier, die vanaf de wolken in zee hing. We reefden direct de zeilen en haal den de mast neer, hopend dat we op die manier minder wind zouden van gen. Maar dat had ons toch niet gered, als we erin gekomen waren. Vol angst zagen we de windhoos dichterbij ko men. We dachten dat ons laatète uur ge slagen .had. Maar gelukkig ging bij over ons heen, het land in, waar bij ver dween. Je kon z'n weg door zee duidelijk zien. In het water maakte hij een voor, net een ploeg. Op de duinen had hij een reep zand weggeschuurd en de helm meegenomen. Die vonden we later in kuilen terug, tegelijk met een hoop vis sen. Het waren vissen die dicht aan de oppervlakte van de zee zwemmen en die de windhoos uit het water gezogen had en daarna weer had laten vallen. De vissen waren om zo te zeggen" uit de hemel komen vallen." Wij waren ge red, maar de kleine vissen waren dood. Visser Willem zweeg en Eddy zei dat hij nu op moest stappen, want dat zijn moeder anders ongerust zou worden. „Dank je wel voor je mooie verhaal tjes, visser," riep Eddy en holde naar Jtiuis, Madeliefje. Je bent leljjk terecht gekomen. Ik begrijp, dat je niet kleinzerig wilde zijn, maar je hebt wel met pijn ge lopen. want een bloeduitstorting is zeer pijn lijk. Wat heb je een paar mooie repetitie cijfers gehaald. Hulde Madelief! Lee r gr. a g. Een echt huis/houdelük babbeltje was die brief van jou. Het is een misère, wat moeten al die ijdele nichtjes van mij toch beginnen? Zaterdagmiddag heb ik ook van het prachtige weer geprofiteerd en een paar uur gewandeld, dwars door de bossen en de hei. Ik heb toen zelfs nog in de zon geslapen, want ik was er moe van geworden. V i o 1 i s t j e. Grote wensen kan je niet meer hebben wat de bonnen betreft. Ik zal het een en ander voor je bü elkaar roeken en daarmee moet je tevreden zijn, neef. Viooltje. Erg lang iheb je er geen plezier van. dat geef ik toe, maar twee da gen toch wel. Bloemen zijn na 2 dagen ook meestal al minder fleurig, toch worden ze steeds weer geplukt, omdat ze nu eenmaal de kamers helpen opvrolijken. Nufje. Je hebt in je vorige brief niet om bonnen gevraagd. Dat was je zeker door je bol gegaan. Tot troost heb ik nu weer boekenbonnen voor je. Ik ben niet naar hét circus geweest, maar jij hebt genoten, je brief was zo enthousiast. Tom Mix. Ja ik heb in de krant ge lezen. dat de man wiens naam je koos als schuilnaam, dood is. Ik kan begrijpen, dat Je het stuk uitknipte. Wat heb je vlug een paar kilo nootjes bü elkaar gezocht, ik denk dat ik er ook eens mee ga beginnen. Zwemmen doe ik „wel eens", doch niet geregeld. Sus je. Geen dank SüsJe voor de kleine moeite, 't Was niet zo erg. Zo'n ope ratie is nog iets anders dan een griepje. Beterschap met de patiënt. Orènjepop. Gelukkig, dat je weer vol doende hersteld was. om van het schitterend herfstweer te genieten. Ik heb er ook flink van geprofiteerd en flinke wandelingen ge maakt. Ik vind dit het mooiste jaargetijde. Zonnebloempje. Wat reusachtig leuk. dat jullie twee jonge foxen hebben. Met de poes er'bü zal het een geweldig amu sement zün. Je opstel wordt nu zeker ge plaatst, je hebt het netjes overgeschreven. Na al die extra moeite heb je wel een plaatsje in de krant verdiend. Boefje. Een origineele oefening was het van de padvinderij. Het leek mü bar leuk. Waar wordt dat kampvuur gehouden, misschien ga ik wel eens küken en schiet er een gepofte appel of kastanje voor mü over. Toch wel prettig, dat jullie weer eens vacantie krügen, of vergis ik mü? Je schreef „te" verontwaardigd. Lilliputter.Gelijk heb je. dat je Zondag nog eens op de fiets geklommen bent voor een flinke tocht. Het. zal er vlug te koud voor zün. Het is toch wat te zeggen met al die repetities: aardig dat je nog even tü'd vond voor een briefje. Tarzan. Je'was van een ongelovige, gauw veranderd in een gelovige Thomas. Als je het ook duidelijk in de krant ziet staan kan dat ook niet anders. Je hebt het vlug uitgelezen. Wat waren dat allemaal voor ge heime tekens onder je brier? Br... ik kreeg er kippetjesvel van. Juffrouw Snip. De brieven werden dus alweer „warm ingestopt" weggebracht. Aan de winter kunnen we niet ontkomen, al zouden we dat wel willen. Je vriendin heeft mü tot nu toe vergeten en het is al half 4, dus komt. zü niet meer denk ik. Meestal han del ik de brieven in één middag af, tenzij er extra veel zün. Viste je naar een com plimentje juffrouw Snip? Pikkie Nougat. Van Tom Mix hoorde ik al het een en ander over zwem men en beukenoten. Je he'ot geluk gehad met zoeken: je had er flink wat. Ik geloof graag, dat al'dat zoete goedje gauw tegen staat en het is ook slecht voor je tanden. DE OPLOSSINGEN I. a, ar, dar, daar, Dakar, raak. a4k, Ka, k. II. De bedoelde woorden zpn Anjelier en rollade, met de woorden: Ans. anjer, knie len, rollade, Trien, lei. De prü's is geworden door Pikkie Nougat. DE RAADSELS (Ingezonden door een Neef). 7196 ontkenning 117 nü'ver insect 1822612 getal van 2 eü'fers. 13114 niet glimmend 920 voegwoord 81921 naaldboom. 2S24 lang stuk hout 10—231415 niet terug. 16115 buitenkansje. Gevraagd wordt een raadsel van 4 woor den. II. 1. smeed tram 2. schrüf ouders 3. werk spel 4. tarwe dak 5. achter ezel 6. boven werk 7. proef mes 8. kwartet tuin 9. negen inkt 10. zak lün 11. groot aan 12. sier tien 13. stoom werk 14. stro brood. Hier boven staat een dubbele rü woorden van 114, doch die horen niet bü elkaar. De éérste rü woorden staat in goede volgorde. Nu moet hü elk daarvan een woord uit d. andere rü. dus achter de streepjes gezocht worden, dat er hü past, zodat je van die twee één goed woord krügt. V i o 1 i s t j e vraagt Bussink bonnen (ver keer), Haust- of Droste bonnen. F. v.D. zal ik proberen aan Ringers- of Paula-bonnen te helpen. Nufje kan op Boekenbonnen rekenen. Leergraag er ligt voor jou nog steed» een envelop klaar. Boefje een boekenbon is er nog voor Maandag na 3 uur liggen de prü» en de bonnen voor jullie klaar. Hartelük gegroet .ooat BOB,

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1940 | | pagina 7