I STADSNIEUWS
Gymnasiaal bezoekaan het
Maarten Maarten huis
De eerste prijs voor ons Sluisje Lichamelijke Opvoeding
verdient meer aendacht
Legitimatie
FILMS voor deze week:
V'J
Grieksche Oudheid
tot studie
"N
v
""""AKKERTJE
Ons verkeer wordl
steeds moderner
In het bijzonder op
de scholen
Burgerlijke Stand
Ze BLAD PAG. 1
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ZATERDAG 2 NOVEMBER 1940
Naast lezingen van de
leeraren, sprak dr.
Midema over
Koptische
kunst
T_T ET Maarten Maartenshuis, mis
schien beter bekend onder den
naam de Zonheuvel, is een land
goed. bestemd voor jeugdvorming en
jeugdbeweging. Het werd geheel in
zeventienden eeuwschen stijl ge
bouwd en bewoond door den dichter
en romanschrijver Maarten Maar-
tens, die er de traditie vestigde,
waaruit de tegenwoordige bestem
ming is gegroeid. Voor scholen is" het
een ideaal oord; het biedt de gele
genheid om in schoolverband- en
toch niet schools-onderwerpen te
bestudeeren, waar in het gewone
programma geen aandacht aan
wordt besteed of geen tijd voor be
staat. Het samen werken en leven
bevordert ten zeerste de goede ver
standhouding tusschen de klasge-
nooten.
Het onderwerp van de studie was
deze keer de Grieksche Oudheid.
Voor een Gymnasium schijnt, dit
niets bijzonders; de gymnasiale op
leiding is immers gebaseerd op de
kennis der oudheid. Toch was dit
geheel iets anders dan de lessen op
school. We zagen de oudheid als ge
heel, het nauwe verband tusschen
alle takken van wetenschap, die
men toen beoefende. De feitenkennis
werd geheel ten achter gesteld bij
het begrijpen en verstaan van die
periode uit de geschiedenis.
Eenige leeraren hielden lezingen over
hun vakken in de oudheid. Dr. Z. Rege-
link begon met een voordracht over het
economische leven in de oudheid, en wel
voornamelijk in Athene. Hoe anders dan
tegenwoordig was het leven in dien tijd;
hoe eenvoudig, hoe ongecompliceerd
leefden de Grieken;!."Zij streefden niet
naar rijkdomonl der wille van meer
bezit, maar werden gedreven door de
overtuiging, dat zij rijkdommen noodig
hadden om hun Beschaving te vergroo-
ten. De verworven rijkdom werd niet
voor eigen behoefte benut, maar men
stelde er een eer in het uit te geven voor
het algemeene nut. Groote bedragen
werden geschonken om ieder jaar spelen
te kunnen houden. Een algemeen be-
belastingstelsel, ^zooals wij dat kennen,
bestond niet. Met liefde bracht men,
ieder naar vermogen, het benoodigde
geld bijeen. Ook overheidsbemoeiing in
allerlei zaken was hun vreemd. Het goe
de fatsoen speelde hier een grooten rol.
Werkeloosheid kende deze tijd niet.
Socrates
De heer K. Kuiper sprak voor ons over
Socrates. Voor de leerlingen van de B-
afdeeling was dit zeer belangrijk, omdat
zij over dezen grooten philosooph op
school weinig of niets vernemen. Het is
bijzonder moeilijk door te dringen tot
den werkelijken Socrates. Zelf heeft hij
niets geschreven. De voornaamste bron
is de lectuur van Plato. Doch ook deze
geeft de Philosophie van Socrates niet
geheel juist weer. Deze wijsbegeerte is
een zoeken naar de bepaling van de
grondbegrippen. Wat is waarheid, wat
schoonheid, vraagt Socrates zich af. Te
weten, wat goed is, is volgens hem de
voornaamste factor voor een goed leven.
Zedelijkheid en kennis hangen ten
nauwste samen. Niemand doet vrijwil
lig kwaad. Ook Socrates verhouding tot
de staat werd behandeld. De wetten stelt
hij zeer hoog. Onvoorwaardelijke gehoor
zaamheid is men daaraan verschuldigd.
Hoe het met de Schei- en Natuur
kunde in de oudheid stond, vertelde
ons irPSchut. Opvallend is het. dat
men wel qualitatieve onderzoekingen
doet. maar quantitatieve geheel ver
waarloost; voor de laatste heeft men
een zekere minachtingAl weer komt
hier naar voren hoezeer veel weten
gering, veel begrijpen belangrijk is. De
verklaringen der Grieksche Natuur
en Scheikundigen voor de verschijnse
len in de natuur zijn grootendeels fout.
De denkbeelden van Aristoteles hebben
zelfs de ontwikkeling van deze weten
schap langen tijd belemmerd. Toch
mogen wij niet geringschattend op het
werk. door hem en anderen verricht,
neerkijken. Ook hun onderzoekingen
zijn noodig geweest, om te komen tot
de kennis van tegenwoordig.
Sophocles' Antigone
Onze Rector, Dr. B. Keulen hield een
lezing over Sophocles' Antigone, waarbij
hij eenige stukken daaruit voordroeg.
Dit treurspel behandelt het conflict tus
schen Antigone en haar Oom Creon
over haar hroer Polynices. Deze is met
zijn broer in twist geraakt over de
heerschappij. Hij trekt tegen zijn eigen
stad op om zijn broer van den troon te
stooten. Beiden sneuvelen echter. Creon,
die nu aan- de regeering komt. laat
Eteocles wel. maar Polvnices niet be
graven. Iemand, die tegen zijn vader
land optrekt, verdient eeen begrafenis
meent hij. Bij de Grieken gold 't voor
een zeer smadelijke straf een overledene
geen begrafenis te geven, omdat daar
aan ernstige eevolgen in het voortbe
staan na den dood waren verbonden.
Antigone komt voor haar broer op en
begraaft hem. Door Creon wordt zij
SINDS 1934 is het OP het Gymna
sium gewoonte geworden om jaar
lijks met de leerlingen van de 5e en
6e klasse twee dagen door te brengen
in het Maarten Maartenshuis te Doorn-
Begin dezer week wos dit wederom
het geval, waarbij de Grieksche Oud
heid tot onderwerp van studie geno
men u'ffs Nevenstaand treft men èen
verslag daarover aan. Hei is samen
gesteld door twee leerlingen van het
Gymnasium.
JJ
daarom ter dood veroordeeld. Na haar
dood komt hij echter tot.'beter inzicht
door een waarschuwing van den blin
den 'ziener Tiresias.
Dr. R. Micdema hield een lezing
over Koptische kunst. Bij het vertoo-
nen van lantaarnplaatjes wijdde hij
ons in dit voor velen onbekende ter
rein in. Hij wees vooral op den invloed
van deze kunst op de Grieksche. de
Russische en de Christelijke kunst-
Ook gaf hü ons eenige kunstvoorwer
pen ter bezichtiging. Het was voor
ons, die op school weinig van de
kunst bestudeeren, bijzonder prettig
hier nu eens wat over te hooren.
Alles wat wij hier over de oudheid
gehoord hadden, vonden wij terug in
een voordracht van Dr. H. Brugmans,
over „Frankrijk als erfgenaam van d£
klassieke oudheid". Hij besprak de hoo-
ge intellectualiteit van het geheele Fran-
sche volk, welke het dankt aan de oud
heid. Ook de helderziendheid van den
ken, de „clarté francaise", doet aan de
oudheid denken. Merkwaardig is dat de
Franschen steeds streven naar een in
nerlijke schoonheid. Een eerste bezoek
aan Frankrijk valt daarom dikwijls
tegen, omdat de uiterlijke schoonheid
dikwijls wordt verwaarloosd. Ten slotte
werd de cultus van de ratio behandeld.
Steeds streven de Franschen naar het
redelijke zedelijke zien. De Fransche
geest oefent een voortdurende critiek
uit op zichzelf. Met eenige gedichten
van Baudelaire werd deze rede beëin
digd.
Waren tot nu toe de leeraren aan
het woord geweest, de leerlingen lie
ten zich ook hooren in een opvoering
van het treurspel „Prometheus Ge
boeid" van Aeschylos in een verta
ling van Boutens. Men moet dit stuk
om het geheel te kunnen begrijpen,
beschouwen als het eerste deel van een
trilogie. In de Oudheid voerde men
steeds drie tooneelspelen achter elkaar
op. Daarna vertoonde men nog een
klucht. Zoo ook hier. Opgevoerd werd
een mimiambe van Herondas: „De
Schoolmeester"De stukken waren in
gestudeerd door mevrouw A. M- Bar-
key WolfBerkelbach van der Spren
kel.
De stukken waren ingestudeerd door
mevrouw A. M. Barkey -Wolf-Berkel-
bach van der Sprenkel.
Deze twee dagen werden besloten met
een spannenden hockeywedstrijd tus
schen de twee klassen. Want bij de
geestelijke opvoeding werd de lichame
lijke niet vergeten. Korte wandelingen
in de mooie omgeving van het Maarten
Maartenshuis verfrischten den geest na
ingespannen luisteren.
Ook werd onze speurzin op de proef
gesteld in een snipperjacht. Er is in
derdaad deze dagen gewerkt met een
toewijding, die ver boven het gewone
uitging. Een hechtere band is gelegd,
niet aileen tusschen de leerlingen on
derling. maar ook tusschen leeraren en
leerlingen. Bij het afscheid was er
maar één gedachte: Zoo spoedig moge
lijk weer naar de Zonheuvel.
Foto G- J. Streefkerk - Amsterdam)
Gisteren is de uitslag bekend geworden van den fotowedstrijd van den V.V.V.-
stempeltocht, welke georganiseerd was door den provincialen Utrechtschen
Bond voor Vreemdelingenverkeer en de V.V.V. UtrechtDe eerste prijs werd
door de jury toegekend aan den heer G. J. Streefkerk uit Amsterdam, die een
van de mooiste punten van onze oude binnenstad. „Het Sluisje" op de ge
voelige plaat vastlegde.
Van de Politie
Op d- Kruiskamp is gisteren een
driewielige bakfiets van een melkbe
zorger in botsing gekomen met een
vrachtauto, welke geen voorrang ver
leende.
Van de carrier werd een wiel ver
nield, terwijl 60 Liter melk en eenige
flèsschen verloren gingen.
Een fabrikant werd wegens overtre
ding vin de arbeidswet geverbaliseerd
Predikbeurten
Ons bereikten de volgende aanvullin
gen op de Predikbeurtenlijst:
Zondag 3 November. Ger. Kerk
H.V., ds. Herngreen. 10 uur.
Vrijdig 8 November, Ger. Gem.,
Stoovestraat. ds. Fraanje, uit Barne-
veld, 6.30 uur.
Correspondentie
Aan den anoniemen toezender van
courant met bijschrift: De zaak ligt ge
heel nnders en valt buiten on*, vermo
gen. Zoo 1' ons wilt opbellen, kunnen
wij het U uiteenzetten. Of anders, ver
gelijkt U eens met andere bladen.
L-- H~Jrriondsene
K OU d Pijnstiller
Koorts (TL
Griep
TN Noord en Oost en Zuid en West,
In dorp, gehucht en stad
Ligt fotografisch vastgelegd:
Wie bent u? Hoe? Wie? Wat?
We gaan thans met ons zélve mee
En met ons zélf op rfis,
We dragen in den binnenzak
't Identiteitsbewijs.
We fietsen sdmen ik en ik
Des ochtends naar de zaak
En stellen ons dan desgewenscht
Tezdmen aan de kaak
Zoo gaat het u. zoo gaat het mij,
Zoo gaat het iedereen.
Ons „tweede ik" fin binnenzak)
Stapt méé door 't leven heen-
Het stimuleert hoogmoedigheid
En dat is wel een pech:
Want iedereen loopt meer dan óóit
Thans met zichzèlve weg"!
PHILIA
(Nadruk verboden)
EXAMEN
Aan de Rijksuniversiteit te Utrecht
slaagde voor het semi-artsexamen de
heer A. J. G. Verburg. alhier.
DE regeling van het verkeer in onze
stad krijgt hoe langer hoe meer een
modern karakter. Het is nog niet zoo
lang geleden, dat de 'verkeerslichten hun
intrede deden. Hierna kwamen de „pu
naises", die lange rijen in het asfalt,
gedreven werden en waardoor de wach
tenden voor de verkeerslichten gedwon
gen werden, zich ordelijk op te stellen.
Deze „punaises" zijn thans ook aange
bracht ten behoeve van de verkeersrege
ling op de brug van de Utrechtsche-
straat.
In dit verband willen wij, hopenlijk
ten overvloede, nog eens wijzen op
de beteekenis hiervan. De bedoeling
is, dat wielrijders zich twee aah
twee rechts van den weg achter
elkaar opstellen. Automobilisten
dienen zich links van hen in file te
scharen.
Eenigen tijd geleden hebben we reeds
geschreven over de witte hekken, die
langs onze grachten en singels zijn aan
gebracht.. Inderdaad beteekent dit. een
verhooging van de veiligheid, waaraan
in dezen tijd van verduistering zeer ze-
Lezing van den heer H. A. Holtz-
appel voor de Vereeniging
van Huisvrouwen
p\ E heer H. A. Holtzappel, leeraar
M.O. lichamelijke oefening te
dezer stede, heeft gistermiddag voor
de Vereeniging van Huisvrouwen
in den foyer van Amicitia een le
zing gehouden over het onderwerp
„De beteekenis van de lichamelijke
opvoeding voor de vrouw".
Spreker wees er in den aanvang van
zijn betoog op, dat lichamelijke ontwik
keling en vaardigheid, kortom de licha
melijke verzorging kenmerkend zijn
voor de beschaving. Wanneer deze fac
toren in overdreven mate toegepast
worden, vervalt zy in een zekeren
graad van decadentie. Deze uitwassen
zijn dan te wijten aan record- en eer
zucht. In de jacht naar topprestaties eiv
sensatie overschrijdt men het lichame
lijk kunnen en daarmede heeft het
begrip van lichamelijke opvoeding
niets, maar dan ook niets gemeen. Daar
kan alleen van gesproken worden
wanneer de ontwikkeling gebonden is
aan geestelijke normen. De lichamelij
ke opvoeding behoeft .ten aanzien van
man of vrouw zijn, geen verschil. Voor
beide geslachten is de maatschappelijke
functie gelijkwaardig en daarmede ook
de opvoeding.
Spreker ging vervolgens na. welke de
,beteekeni6, begrip, doel en plaats van
de lichamelijke opvoeding in ons cul
tuurmilieu zijn. Maar weinig menschen
zijn zich bewust ten volle verantwoord
te zijn tegenover het lichaam.
Lichamelijke opvoeding beteekent
niet sport, zooals deze zakelijk geëx
ploiteerd wordt. Zij is een hooger be
grip. Op het gebied van de sport kijkt
men helaas maar al te vaak naar den
uitslag, naar het winnen en verliezen
van een wedstrijd, en niet naar het
eigenlijke doel: het ontwikkelen van
het lichaam, het genieten van de na
tuur, waarin men dat doel nastreeft
etc. Sport, in handen van onbekwame
leiders, is gevaarlijk. Er moeten be
voegde leiders zijn. die *n diepe en voor
al geestelijke studie gemaakt hebben. Is
dat niet het geval, dan ontstaat er ge?n
gezonde en evenwichtige lichamelijke
toestand, maar een jacht naar records
en een geestelijke oppervlakkigheid.
Sport, aldus spreker, kan wel dege
lijk opvoedend zijn, mits zij maar ge
leid wordt langs de juiste wegen. De
school in het bijzonder kan daarin voor
gaan, zij moet de lichamelijke opvoe
ding van de jeugd leiden. Want na den
schooltijd wacht er het maatschappe
lijk werk met zijn plichten, zoowel voor
den man als voor de vrouw.
De invloed van den arbeid op het
lichaam is groot. De eene mensch moet
uren lang zitten, de andere voortdurend
staan of loopen etc. Lichamelijke vaar
digheid en uithoudingsvermogen zijn
voor ons in het arbeidsproces noodza
kelijk, temeer waar de arbeid steeds
hoogere eischen gaat stellen.
Zooals gezegd, neemt de school een
belangrijke plaats in bij de jeugd. Goed
onderwijs en een goede opvoeding zijn
van doorslaggevend belang voor het le-
ker behoefte bestond. Naar onze lezers
reeds geconstateerd zullen hebben,
wordt, geleidelijk iedere gevaarlijke
plaats op deze wijze beschermd.
r~
S
Qrand-Théatre
„Trenck de Pandoer
LJTANS ALBERS speelt in deze film
11 de hoofdrol. Nu: dan weet men
wel hoe laat. het is...
Te elfder ure ontsnapt Hans enke
le malen aan den dood. Het is wer
kelijk interessant om te zien, hoe hij
dat precies aanlegt. Hij doet liet. met
enkele sabelhauwen, met. revolver
schoten, met een kruitmagazijn, met
een enorme listigheid en, zooals men
begrijpt, met behulp van de liefde.
Dus zit men heel gezellig te rillen op
zijn stoel. Majoor von Frenck. comman
dant van een Pandoerenregiment, is na
melijk de schrik van alles en iedereen.
Opgegroeid in den krijg, heeft hij met
leeuwenmoed gevochten voor Rusland,
voor Portugal en voor enkele andere
vreemde mogendheden. Maar als hij
voor de keizerin van Oostenrijk gaat
strijden, begint het pas goed te span
nen!
Dan is Hans Albersvon Trenck een
voudig niet meer tegen te houden... Hij
begint, terloops, mei een paar amoureu
ze geschiedenisjes, doch dat is allemaal
nog slechts tweederangsch romantiek,
vergeleken bij de veroveringen, die hij
als krijgsman maakt.
Hij dringt, vergezeld van een ge
schaakte prinses, die persé niet met zijn
aartsvijand mag huwen door tot in het
hoofdkwartier van den vijandelijken ge-
r.eralen staf. Dan loopt hij weer in de
armen van een vrouw, doch een zeer
verraderlijke. Zij heult met den tegen
stander.
Eigenlijk is dat precies een kolfje
naar majoor von Trenck's hand. Hij kan
nu eens laten zien. hoe listig hij is.
Dit doet hij dan ook, maar we ver
klappen natuurlijk niet, op wat voor
een manier hij zichzelf, zijn eer en zijn
keizerin redt.
En nu: de rol verdeel iig. Het is een
Albers-film in optima forma... Hans ver
tolkt er drie rollen, namelijk die van
den jongen, den ouden en den Pruisi-
schen von Trenck.
Naast hem spelen vele vrouwen, die
zeer gecharmeerd van hem zijn natuur
lijk. Het zijn keizerin Maria Theresia
(Kafhe Dorsch). prinses Deinartstein
(Sybille Schmitz), gravin St. Croix
(Hilde Weissner) en Natalie Alexan-
drowna (Elisabeth Flickenschildt).
Voorts geven Hans Nielsen en Oskar
Sima, respectievelijk als Loudon en Ha-
run Bashi van hun tegenwoordigheid
blijk.
Een film, die voor een iegelijk de
moeite waard zal zijn. Zoowel voor den
geen, die bewonderend in an est zit om
Hans als voor hem of haar, die begrips
vol glimlacht om Hans.
City-Theater
Manja
TV/f ANJA's verhaal is als dat van
A zoovele anderen. Vreugde en
verdriet voeren er een voortduren-
den strijd in en pas na vele jaren
zal het lot beslissen door de woor
den van een kind. dat zich van niets
bewust is en geen vermoeden heeft
van de groote beteekenis, welke aan
haar getuigenis voor de rechtbank
gehecht wordt.
Manja heeft Jaro von Oginski op
een ongewone wijze leeren kennen.
Hun ontmoeting zal er één voor het
leven zijn.
Jaro verspeelt zijn eer6te levensgeluk
aan de speeltafel. Zijn regimentscom
mandant weigert toestemming tot een
huwelijk te geven. Hij kent Jaro's liefde
voor het spel en meent, -dat deze grooter
is dan zijn liefde voor Manja. De jonge
vrouw heeft geen keuze meer en ver
bindt. zich door een huwelijk met den
veel ouderen graaf Valewskil Deze graaf
is een ietwat zielige figuur in deze
roman. Zijn kansen staan ongelijk tegen
over die van den jongen officier.
Er Wordt een kind geboren, maar ook
dat verandert niets aan de tragedie van
dit opgedrongen huwelijk. Jaro blijft
Hans Albers in de Tobis-film Trenck
de Pandoer". (Grand Théatre)
vensgeluk van de kinderen. In de
schooljaren voltrekt zich het groeipro
ces. Deze lichamelijke groei vertoont
geen gelijkmatig oploopend beeld. \an
één tot zes jaar is de eerste periode; van
zes tot 11 jaar gaat de groei langzamer,
terwijl daarna de puberteitsjaren intre
den met een sterkejï lengtegroei. welke
weer gevolgd wornt door een periode
van evenwichtigen groei naar volwas
senheid en vorming van het lichaam.
Deze groeiprocessen mogen niet be
lemmerd of beschadigd worden door
overmatigen arbeid. Op dezen ontwikke-
lingstijd heeft het schoolbezoek grooten
invloed.
Zooals' de toestand tot nu toe was,
oefende de 6chool op de lichamelijke
ontwikkeling een nadeeligen invloed
uit. Te veel tijd is er ingeruimd voor
studie en geestelijken arbeid, te weinig
wordt er no? gedacht aan de zorg voor
een vaardig en goed ontwikkeld
lichaam. Want deskundige'lichaamsver
zorging beteekent tevens geestelijke ont
wikkeling.
Spreker preciseerde dit punt en
wenschte, dat. de lichamelijke opvoeding
meer zou inburgeren, te meer, waar ons
laud immer voorgegaan ie in organisa
tie op het. gebied van verpleging, on
derwijs etc. De school diene zich te rea-
liseeren, dat de kinderen groeiende we
zens zijn en dat hun lichamelijke ver
zorging van het hoogste, belang is en in
vloed, ten nadeele of ten voordeele,
heeft, al naar gelang deze levenskwestie
al of niet verwaarloosd wordt.
In de lichamelijke opvoeding, aldus
spreker, zit een machtig middel om den
mensch te doen ondervinden, waartoe
hij in staat is en om het geestelijk en
zedelijk peil te verhoogen. Lichamelij
ke opvoeding, zoo besloot de heer Holtz-
a'-nel, behoort midden in het leven te
staan, school en maatschappij moeten
er een plaats voor inruimen, want rij
is ren onmisbare factor voor den be
schavingsarbeid.
Na de pauze bestond er gelegenheid
om vragen te stellen.
In haar oneningswoord heeft de pre
sidente, mevrouw SchuitemakerKui
pers. er nadrukkelijk on gewezen, dat
het voortaan niet meer mogelijk is, om
introducée's toe te laten tot de bijeen
komsten.
GEBOREN: Maria. d. v. Christiaan
Nielsen en Maria Wilhelmina Johanna
Muller; Christiaan, z. v. Dirk van Beek
en Antonia Fontijn.
OVERLEDEN: Wilheljnina Agnieta
Logtenberg, oud 79 jaar. ongehuwd.
tusschen den ouden graaf en zijn jonge
vrouw in staan als een spookbeeld, dat
niet te verdrijven is. Valewski moet
dezen strijd verliezen. Wanneer hij be
merkt, dat Manja heimelijk ontmoetin
gen heeft met Jaro, tracht hij een beslis
sing te forceeren, door het kind met
zich mede te nemen. Manja wil hem
dwingen van zijn recht op dit meisje af
te zien. Tenslotte ziet Valewski in. dat
hij teveel is. Hij begrijpt, dat hij alles
verloren heeft en laat Manja niet het
kind gaan. Met den revolver van Manja
maakt hij een einde aan zijn leven. Een
proces volgt, waarin Manja van moord
beschuldigd wordt. Het dochtertje redt
haar van een schuldigverklaring. Jaro
von Oginski doet dan voor altijd zijn
rechten gelden.
De figuur van Manja wordt op sym
pathieke wijze door Maria Andersen uit
gebeeld. Hooge eischen worden aan
dezen rol gesteld, doordat het gegeven
beurtelings de sfeer van de operette en
het dramatische vraagt. Aan theatrale
scènes ontbreekt het niet. nl doen deze
zich gelukkig niet veel voor.
Peter Petersen verpersoonlijkt Jaro
von Oginski, den Russischpn officier, die
in deze film een krachtiee persoonlijk
heid is ondanks ziin zwak voor het
kaart- en roulettespel.
Noemen wij tenslotte Olga Tschecho-
wa, eertijds een beroemdheid van het
witte doek. die door haar routine een
waardig en knan tegenspeelster is van
Manja's zielestrüd. Zooals wij redds
schreven, is de rol van don ouden graaf
te dramatisch en te neca'rof. Met al een
film. die door ziin afwisselend karakter
voortdurend weet te boeien. In het voor
programma is er een vrooliikc schets
over een oud onderwerp, liefde op het
eerste gezicht.