I STADSNIEUWS Gymnasiaal bezoekaan het Maarten Maarten huis De eerste prijs voor ons Sluisje Lichamelijke Opvoeding verdient meer aendacht Legitimatie FILMS voor deze week: V'J Grieksche Oudheid tot studie "N v """"AKKERTJE Ons verkeer wordl steeds moderner In het bijzonder op de scholen Burgerlijke Stand Ze BLAD PAG. 1 AMERSFOORTSCH DAGBLAD ZATERDAG 2 NOVEMBER 1940 Naast lezingen van de leeraren, sprak dr. Midema over Koptische kunst T_T ET Maarten Maartenshuis, mis schien beter bekend onder den naam de Zonheuvel, is een land goed. bestemd voor jeugdvorming en jeugdbeweging. Het werd geheel in zeventienden eeuwschen stijl ge bouwd en bewoond door den dichter en romanschrijver Maarten Maar- tens, die er de traditie vestigde, waaruit de tegenwoordige bestem ming is gegroeid. Voor scholen is" het een ideaal oord; het biedt de gele genheid om in schoolverband- en toch niet schools-onderwerpen te bestudeeren, waar in het gewone programma geen aandacht aan wordt besteed of geen tijd voor be staat. Het samen werken en leven bevordert ten zeerste de goede ver standhouding tusschen de klasge- nooten. Het onderwerp van de studie was deze keer de Grieksche Oudheid. Voor een Gymnasium schijnt, dit niets bijzonders; de gymnasiale op leiding is immers gebaseerd op de kennis der oudheid. Toch was dit geheel iets anders dan de lessen op school. We zagen de oudheid als ge heel, het nauwe verband tusschen alle takken van wetenschap, die men toen beoefende. De feitenkennis werd geheel ten achter gesteld bij het begrijpen en verstaan van die periode uit de geschiedenis. Eenige leeraren hielden lezingen over hun vakken in de oudheid. Dr. Z. Rege- link begon met een voordracht over het economische leven in de oudheid, en wel voornamelijk in Athene. Hoe anders dan tegenwoordig was het leven in dien tijd; hoe eenvoudig, hoe ongecompliceerd leefden de Grieken;!."Zij streefden niet naar rijkdomonl der wille van meer bezit, maar werden gedreven door de overtuiging, dat zij rijkdommen noodig hadden om hun Beschaving te vergroo- ten. De verworven rijkdom werd niet voor eigen behoefte benut, maar men stelde er een eer in het uit te geven voor het algemeene nut. Groote bedragen werden geschonken om ieder jaar spelen te kunnen houden. Een algemeen be- belastingstelsel, ^zooals wij dat kennen, bestond niet. Met liefde bracht men, ieder naar vermogen, het benoodigde geld bijeen. Ook overheidsbemoeiing in allerlei zaken was hun vreemd. Het goe de fatsoen speelde hier een grooten rol. Werkeloosheid kende deze tijd niet. Socrates De heer K. Kuiper sprak voor ons over Socrates. Voor de leerlingen van de B- afdeeling was dit zeer belangrijk, omdat zij over dezen grooten philosooph op school weinig of niets vernemen. Het is bijzonder moeilijk door te dringen tot den werkelijken Socrates. Zelf heeft hij niets geschreven. De voornaamste bron is de lectuur van Plato. Doch ook deze geeft de Philosophie van Socrates niet geheel juist weer. Deze wijsbegeerte is een zoeken naar de bepaling van de grondbegrippen. Wat is waarheid, wat schoonheid, vraagt Socrates zich af. Te weten, wat goed is, is volgens hem de voornaamste factor voor een goed leven. Zedelijkheid en kennis hangen ten nauwste samen. Niemand doet vrijwil lig kwaad. Ook Socrates verhouding tot de staat werd behandeld. De wetten stelt hij zeer hoog. Onvoorwaardelijke gehoor zaamheid is men daaraan verschuldigd. Hoe het met de Schei- en Natuur kunde in de oudheid stond, vertelde ons irPSchut. Opvallend is het. dat men wel qualitatieve onderzoekingen doet. maar quantitatieve geheel ver waarloost; voor de laatste heeft men een zekere minachtingAl weer komt hier naar voren hoezeer veel weten gering, veel begrijpen belangrijk is. De verklaringen der Grieksche Natuur en Scheikundigen voor de verschijnse len in de natuur zijn grootendeels fout. De denkbeelden van Aristoteles hebben zelfs de ontwikkeling van deze weten schap langen tijd belemmerd. Toch mogen wij niet geringschattend op het werk. door hem en anderen verricht, neerkijken. Ook hun onderzoekingen zijn noodig geweest, om te komen tot de kennis van tegenwoordig. Sophocles' Antigone Onze Rector, Dr. B. Keulen hield een lezing over Sophocles' Antigone, waarbij hij eenige stukken daaruit voordroeg. Dit treurspel behandelt het conflict tus schen Antigone en haar Oom Creon over haar hroer Polynices. Deze is met zijn broer in twist geraakt over de heerschappij. Hij trekt tegen zijn eigen stad op om zijn broer van den troon te stooten. Beiden sneuvelen echter. Creon, die nu aan- de regeering komt. laat Eteocles wel. maar Polvnices niet be graven. Iemand, die tegen zijn vader land optrekt, verdient eeen begrafenis meent hij. Bij de Grieken gold 't voor een zeer smadelijke straf een overledene geen begrafenis te geven, omdat daar aan ernstige eevolgen in het voortbe staan na den dood waren verbonden. Antigone komt voor haar broer op en begraaft hem. Door Creon wordt zij SINDS 1934 is het OP het Gymna sium gewoonte geworden om jaar lijks met de leerlingen van de 5e en 6e klasse twee dagen door te brengen in het Maarten Maartenshuis te Doorn- Begin dezer week wos dit wederom het geval, waarbij de Grieksche Oud heid tot onderwerp van studie geno men u'ffs Nevenstaand treft men èen verslag daarover aan. Hei is samen gesteld door twee leerlingen van het Gymnasium. JJ daarom ter dood veroordeeld. Na haar dood komt hij echter tot.'beter inzicht door een waarschuwing van den blin den 'ziener Tiresias. Dr. R. Micdema hield een lezing over Koptische kunst. Bij het vertoo- nen van lantaarnplaatjes wijdde hij ons in dit voor velen onbekende ter rein in. Hij wees vooral op den invloed van deze kunst op de Grieksche. de Russische en de Christelijke kunst- Ook gaf hü ons eenige kunstvoorwer pen ter bezichtiging. Het was voor ons, die op school weinig van de kunst bestudeeren, bijzonder prettig hier nu eens wat over te hooren. Alles wat wij hier over de oudheid gehoord hadden, vonden wij terug in een voordracht van Dr. H. Brugmans, over „Frankrijk als erfgenaam van d£ klassieke oudheid". Hij besprak de hoo- ge intellectualiteit van het geheele Fran- sche volk, welke het dankt aan de oud heid. Ook de helderziendheid van den ken, de „clarté francaise", doet aan de oudheid denken. Merkwaardig is dat de Franschen steeds streven naar een in nerlijke schoonheid. Een eerste bezoek aan Frankrijk valt daarom dikwijls tegen, omdat de uiterlijke schoonheid dikwijls wordt verwaarloosd. Ten slotte werd de cultus van de ratio behandeld. Steeds streven de Franschen naar het redelijke zedelijke zien. De Fransche geest oefent een voortdurende critiek uit op zichzelf. Met eenige gedichten van Baudelaire werd deze rede beëin digd. Waren tot nu toe de leeraren aan het woord geweest, de leerlingen lie ten zich ook hooren in een opvoering van het treurspel „Prometheus Ge boeid" van Aeschylos in een verta ling van Boutens. Men moet dit stuk om het geheel te kunnen begrijpen, beschouwen als het eerste deel van een trilogie. In de Oudheid voerde men steeds drie tooneelspelen achter elkaar op. Daarna vertoonde men nog een klucht. Zoo ook hier. Opgevoerd werd een mimiambe van Herondas: „De Schoolmeester"De stukken waren in gestudeerd door mevrouw A. M- Bar- key WolfBerkelbach van der Spren kel. De stukken waren ingestudeerd door mevrouw A. M. Barkey -Wolf-Berkel- bach van der Sprenkel. Deze twee dagen werden besloten met een spannenden hockeywedstrijd tus schen de twee klassen. Want bij de geestelijke opvoeding werd de lichame lijke niet vergeten. Korte wandelingen in de mooie omgeving van het Maarten Maartenshuis verfrischten den geest na ingespannen luisteren. Ook werd onze speurzin op de proef gesteld in een snipperjacht. Er is in derdaad deze dagen gewerkt met een toewijding, die ver boven het gewone uitging. Een hechtere band is gelegd, niet aileen tusschen de leerlingen on derling. maar ook tusschen leeraren en leerlingen. Bij het afscheid was er maar één gedachte: Zoo spoedig moge lijk weer naar de Zonheuvel. Foto G- J. Streefkerk - Amsterdam) Gisteren is de uitslag bekend geworden van den fotowedstrijd van den V.V.V.- stempeltocht, welke georganiseerd was door den provincialen Utrechtschen Bond voor Vreemdelingenverkeer en de V.V.V. UtrechtDe eerste prijs werd door de jury toegekend aan den heer G. J. Streefkerk uit Amsterdam, die een van de mooiste punten van onze oude binnenstad. „Het Sluisje" op de ge voelige plaat vastlegde. Van de Politie Op d- Kruiskamp is gisteren een driewielige bakfiets van een melkbe zorger in botsing gekomen met een vrachtauto, welke geen voorrang ver leende. Van de carrier werd een wiel ver nield, terwijl 60 Liter melk en eenige flèsschen verloren gingen. Een fabrikant werd wegens overtre ding vin de arbeidswet geverbaliseerd Predikbeurten Ons bereikten de volgende aanvullin gen op de Predikbeurtenlijst: Zondag 3 November. Ger. Kerk H.V., ds. Herngreen. 10 uur. Vrijdig 8 November, Ger. Gem., Stoovestraat. ds. Fraanje, uit Barne- veld, 6.30 uur. Correspondentie Aan den anoniemen toezender van courant met bijschrift: De zaak ligt ge heel nnders en valt buiten on*, vermo gen. Zoo 1' ons wilt opbellen, kunnen wij het U uiteenzetten. Of anders, ver gelijkt U eens met andere bladen. L-- H~Jrriondsene K OU d Pijnstiller Koorts (TL Griep TN Noord en Oost en Zuid en West, In dorp, gehucht en stad Ligt fotografisch vastgelegd: Wie bent u? Hoe? Wie? Wat? We gaan thans met ons zélve mee En met ons zélf op rfis, We dragen in den binnenzak 't Identiteitsbewijs. We fietsen sdmen ik en ik Des ochtends naar de zaak En stellen ons dan desgewenscht Tezdmen aan de kaak Zoo gaat het u. zoo gaat het mij, Zoo gaat het iedereen. Ons „tweede ik" fin binnenzak) Stapt méé door 't leven heen- Het stimuleert hoogmoedigheid En dat is wel een pech: Want iedereen loopt meer dan óóit Thans met zichzèlve weg"! PHILIA (Nadruk verboden) EXAMEN Aan de Rijksuniversiteit te Utrecht slaagde voor het semi-artsexamen de heer A. J. G. Verburg. alhier. DE regeling van het verkeer in onze stad krijgt hoe langer hoe meer een modern karakter. Het is nog niet zoo lang geleden, dat de 'verkeerslichten hun intrede deden. Hierna kwamen de „pu naises", die lange rijen in het asfalt, gedreven werden en waardoor de wach tenden voor de verkeerslichten gedwon gen werden, zich ordelijk op te stellen. Deze „punaises" zijn thans ook aange bracht ten behoeve van de verkeersrege ling op de brug van de Utrechtsche- straat. In dit verband willen wij, hopenlijk ten overvloede, nog eens wijzen op de beteekenis hiervan. De bedoeling is, dat wielrijders zich twee aah twee rechts van den weg achter elkaar opstellen. Automobilisten dienen zich links van hen in file te scharen. Eenigen tijd geleden hebben we reeds geschreven over de witte hekken, die langs onze grachten en singels zijn aan gebracht.. Inderdaad beteekent dit. een verhooging van de veiligheid, waaraan in dezen tijd van verduistering zeer ze- Lezing van den heer H. A. Holtz- appel voor de Vereeniging van Huisvrouwen p\ E heer H. A. Holtzappel, leeraar M.O. lichamelijke oefening te dezer stede, heeft gistermiddag voor de Vereeniging van Huisvrouwen in den foyer van Amicitia een le zing gehouden over het onderwerp „De beteekenis van de lichamelijke opvoeding voor de vrouw". Spreker wees er in den aanvang van zijn betoog op, dat lichamelijke ontwik keling en vaardigheid, kortom de licha melijke verzorging kenmerkend zijn voor de beschaving. Wanneer deze fac toren in overdreven mate toegepast worden, vervalt zy in een zekeren graad van decadentie. Deze uitwassen zijn dan te wijten aan record- en eer zucht. In de jacht naar topprestaties eiv sensatie overschrijdt men het lichame lijk kunnen en daarmede heeft het begrip van lichamelijke opvoeding niets, maar dan ook niets gemeen. Daar kan alleen van gesproken worden wanneer de ontwikkeling gebonden is aan geestelijke normen. De lichamelij ke opvoeding behoeft .ten aanzien van man of vrouw zijn, geen verschil. Voor beide geslachten is de maatschappelijke functie gelijkwaardig en daarmede ook de opvoeding. Spreker ging vervolgens na. welke de ,beteekeni6, begrip, doel en plaats van de lichamelijke opvoeding in ons cul tuurmilieu zijn. Maar weinig menschen zijn zich bewust ten volle verantwoord te zijn tegenover het lichaam. Lichamelijke opvoeding beteekent niet sport, zooals deze zakelijk geëx ploiteerd wordt. Zij is een hooger be grip. Op het gebied van de sport kijkt men helaas maar al te vaak naar den uitslag, naar het winnen en verliezen van een wedstrijd, en niet naar het eigenlijke doel: het ontwikkelen van het lichaam, het genieten van de na tuur, waarin men dat doel nastreeft etc. Sport, in handen van onbekwame leiders, is gevaarlijk. Er moeten be voegde leiders zijn. die *n diepe en voor al geestelijke studie gemaakt hebben. Is dat niet het geval, dan ontstaat er ge?n gezonde en evenwichtige lichamelijke toestand, maar een jacht naar records en een geestelijke oppervlakkigheid. Sport, aldus spreker, kan wel dege lijk opvoedend zijn, mits zij maar ge leid wordt langs de juiste wegen. De school in het bijzonder kan daarin voor gaan, zij moet de lichamelijke opvoe ding van de jeugd leiden. Want na den schooltijd wacht er het maatschappe lijk werk met zijn plichten, zoowel voor den man als voor de vrouw. De invloed van den arbeid op het lichaam is groot. De eene mensch moet uren lang zitten, de andere voortdurend staan of loopen etc. Lichamelijke vaar digheid en uithoudingsvermogen zijn voor ons in het arbeidsproces noodza kelijk, temeer waar de arbeid steeds hoogere eischen gaat stellen. Zooals gezegd, neemt de school een belangrijke plaats in bij de jeugd. Goed onderwijs en een goede opvoeding zijn van doorslaggevend belang voor het le- ker behoefte bestond. Naar onze lezers reeds geconstateerd zullen hebben, wordt, geleidelijk iedere gevaarlijke plaats op deze wijze beschermd. r~ S Qrand-Théatre „Trenck de Pandoer LJTANS ALBERS speelt in deze film 11 de hoofdrol. Nu: dan weet men wel hoe laat. het is... Te elfder ure ontsnapt Hans enke le malen aan den dood. Het is wer kelijk interessant om te zien, hoe hij dat precies aanlegt. Hij doet liet. met enkele sabelhauwen, met. revolver schoten, met een kruitmagazijn, met een enorme listigheid en, zooals men begrijpt, met behulp van de liefde. Dus zit men heel gezellig te rillen op zijn stoel. Majoor von Frenck. comman dant van een Pandoerenregiment, is na melijk de schrik van alles en iedereen. Opgegroeid in den krijg, heeft hij met leeuwenmoed gevochten voor Rusland, voor Portugal en voor enkele andere vreemde mogendheden. Maar als hij voor de keizerin van Oostenrijk gaat strijden, begint het pas goed te span nen! Dan is Hans Albersvon Trenck een voudig niet meer tegen te houden... Hij begint, terloops, mei een paar amoureu ze geschiedenisjes, doch dat is allemaal nog slechts tweederangsch romantiek, vergeleken bij de veroveringen, die hij als krijgsman maakt. Hij dringt, vergezeld van een ge schaakte prinses, die persé niet met zijn aartsvijand mag huwen door tot in het hoofdkwartier van den vijandelijken ge- r.eralen staf. Dan loopt hij weer in de armen van een vrouw, doch een zeer verraderlijke. Zij heult met den tegen stander. Eigenlijk is dat precies een kolfje naar majoor von Trenck's hand. Hij kan nu eens laten zien. hoe listig hij is. Dit doet hij dan ook, maar we ver klappen natuurlijk niet, op wat voor een manier hij zichzelf, zijn eer en zijn keizerin redt. En nu: de rol verdeel iig. Het is een Albers-film in optima forma... Hans ver tolkt er drie rollen, namelijk die van den jongen, den ouden en den Pruisi- schen von Trenck. Naast hem spelen vele vrouwen, die zeer gecharmeerd van hem zijn natuur lijk. Het zijn keizerin Maria Theresia (Kafhe Dorsch). prinses Deinartstein (Sybille Schmitz), gravin St. Croix (Hilde Weissner) en Natalie Alexan- drowna (Elisabeth Flickenschildt). Voorts geven Hans Nielsen en Oskar Sima, respectievelijk als Loudon en Ha- run Bashi van hun tegenwoordigheid blijk. Een film, die voor een iegelijk de moeite waard zal zijn. Zoowel voor den geen, die bewonderend in an est zit om Hans als voor hem of haar, die begrips vol glimlacht om Hans. City-Theater Manja TV/f ANJA's verhaal is als dat van A zoovele anderen. Vreugde en verdriet voeren er een voortduren- den strijd in en pas na vele jaren zal het lot beslissen door de woor den van een kind. dat zich van niets bewust is en geen vermoeden heeft van de groote beteekenis, welke aan haar getuigenis voor de rechtbank gehecht wordt. Manja heeft Jaro von Oginski op een ongewone wijze leeren kennen. Hun ontmoeting zal er één voor het leven zijn. Jaro verspeelt zijn eer6te levensgeluk aan de speeltafel. Zijn regimentscom mandant weigert toestemming tot een huwelijk te geven. Hij kent Jaro's liefde voor het spel en meent, -dat deze grooter is dan zijn liefde voor Manja. De jonge vrouw heeft geen keuze meer en ver bindt. zich door een huwelijk met den veel ouderen graaf Valewskil Deze graaf is een ietwat zielige figuur in deze roman. Zijn kansen staan ongelijk tegen over die van den jongen officier. Er Wordt een kind geboren, maar ook dat verandert niets aan de tragedie van dit opgedrongen huwelijk. Jaro blijft Hans Albers in de Tobis-film Trenck de Pandoer". (Grand Théatre) vensgeluk van de kinderen. In de schooljaren voltrekt zich het groeipro ces. Deze lichamelijke groei vertoont geen gelijkmatig oploopend beeld. \an één tot zes jaar is de eerste periode; van zes tot 11 jaar gaat de groei langzamer, terwijl daarna de puberteitsjaren intre den met een sterkejï lengtegroei. welke weer gevolgd wornt door een periode van evenwichtigen groei naar volwas senheid en vorming van het lichaam. Deze groeiprocessen mogen niet be lemmerd of beschadigd worden door overmatigen arbeid. Op dezen ontwikke- lingstijd heeft het schoolbezoek grooten invloed. Zooals' de toestand tot nu toe was, oefende de 6chool op de lichamelijke ontwikkeling een nadeeligen invloed uit. Te veel tijd is er ingeruimd voor studie en geestelijken arbeid, te weinig wordt er no? gedacht aan de zorg voor een vaardig en goed ontwikkeld lichaam. Want deskundige'lichaamsver zorging beteekent tevens geestelijke ont wikkeling. Spreker preciseerde dit punt en wenschte, dat. de lichamelijke opvoeding meer zou inburgeren, te meer, waar ons laud immer voorgegaan ie in organisa tie op het. gebied van verpleging, on derwijs etc. De school diene zich te rea- liseeren, dat de kinderen groeiende we zens zijn en dat hun lichamelijke ver zorging van het hoogste, belang is en in vloed, ten nadeele of ten voordeele, heeft, al naar gelang deze levenskwestie al of niet verwaarloosd wordt. In de lichamelijke opvoeding, aldus spreker, zit een machtig middel om den mensch te doen ondervinden, waartoe hij in staat is en om het geestelijk en zedelijk peil te verhoogen. Lichamelij ke opvoeding, zoo besloot de heer Holtz- a'-nel, behoort midden in het leven te staan, school en maatschappij moeten er een plaats voor inruimen, want rij is ren onmisbare factor voor den be schavingsarbeid. Na de pauze bestond er gelegenheid om vragen te stellen. In haar oneningswoord heeft de pre sidente, mevrouw SchuitemakerKui pers. er nadrukkelijk on gewezen, dat het voortaan niet meer mogelijk is, om introducée's toe te laten tot de bijeen komsten. GEBOREN: Maria. d. v. Christiaan Nielsen en Maria Wilhelmina Johanna Muller; Christiaan, z. v. Dirk van Beek en Antonia Fontijn. OVERLEDEN: Wilheljnina Agnieta Logtenberg, oud 79 jaar. ongehuwd. tusschen den ouden graaf en zijn jonge vrouw in staan als een spookbeeld, dat niet te verdrijven is. Valewski moet dezen strijd verliezen. Wanneer hij be merkt, dat Manja heimelijk ontmoetin gen heeft met Jaro, tracht hij een beslis sing te forceeren, door het kind met zich mede te nemen. Manja wil hem dwingen van zijn recht op dit meisje af te zien. Tenslotte ziet Valewski in. dat hij teveel is. Hij begrijpt, dat hij alles verloren heeft en laat Manja niet het kind gaan. Met den revolver van Manja maakt hij een einde aan zijn leven. Een proces volgt, waarin Manja van moord beschuldigd wordt. Het dochtertje redt haar van een schuldigverklaring. Jaro von Oginski doet dan voor altijd zijn rechten gelden. De figuur van Manja wordt op sym pathieke wijze door Maria Andersen uit gebeeld. Hooge eischen worden aan dezen rol gesteld, doordat het gegeven beurtelings de sfeer van de operette en het dramatische vraagt. Aan theatrale scènes ontbreekt het niet. nl doen deze zich gelukkig niet veel voor. Peter Petersen verpersoonlijkt Jaro von Oginski, den Russischpn officier, die in deze film een krachtiee persoonlijk heid is ondanks ziin zwak voor het kaart- en roulettespel. Noemen wij tenslotte Olga Tschecho- wa, eertijds een beroemdheid van het witte doek. die door haar routine een waardig en knan tegenspeelster is van Manja's zielestrüd. Zooals wij redds schreven, is de rol van don ouden graaf te dramatisch en te neca'rof. Met al een film. die door ziin afwisselend karakter voortdurend weet te boeien. In het voor programma is er een vrooliikc schets over een oud onderwerp, liefde op het eerste gezicht.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1940 | | pagina 5