GIREERT U ONS
NOG HEDEN?
Oud en Jong gleed rond
op gladde ijzers
Concert en ballet van
„Vreugde en Arbeid"
Allom heerschte
schaatsvreugde
Willem Noske en
Marinus Flipse
Xanda Stradowska
en haar
danseressen
HET A.K.C. ALS GASTHEER
van Rotterdamsche schilders
De portefeuille van
het Gilde
KLOKKENSPEL OP
KERSTAVOND
2e BLAD PAG. 1
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
MAANDAG 23 DECEMBER 1940
Groote toeloop naar de
baan van de A.IJ.V.
ORIG jaar heeft de winter 't.
wat fe bont gemaakt, van zoo'n
lange en strenge regeering houden
we niet Vooral niet wanneer er
maanden mee gemoeid zijn met da
gen, waarin het kwik zoover onder
nul zakt, dat men al heel stout
moedig moet zijn, om langer dan
bitter noodzakelijk buiten te ver
toeven. De pret van schaatsenrij
den gaat er Aan spoedig af. Neen,
liever hebben wij 't. .zooals het er
dit. afgeloopen week-end toeging.
Donderdag graaide de wind naar
H Oosten en kregen we tintelend
vriesweer. Alle kans was er dus,
dat spoedig de schaatsen weer
gebruikt zouden kunnen worden. In
die verwachting zijn we niet teleur
gesteld, met kwakkelwinters fheb-
ben we de laatste jaren blijkbaar af
gedaan. Zaterdagnacht werd de
laatste (hand gelegd aan de dikte
van het ijs en de volgende dageraad
bracht open banen. Vroeger zou op
Zondag juist dé dooi ingetreden zijn,
om te voortkomen, dat de mènschen
met vrij-af op het ijs zouden ko
men
Dit meevallertje juichen we des te
meer toe, omdat de schaatssport zoo
specifiek Hollandsch is en iedereen, oud
of jong, rijk of arm. er aan kan mee
doen. De ijskoning maakt voor niemand
een uitzondering, alle plassen en sloo-
ten sluit hij met straffe hand af. Dit
maal gooide de sneeuw geen witte poe
der op het vorstelijk gebak. Glashard en
effen strékten zich de bedwongen wate
ren uit, waardoor het een waar genoe
gen werd, om de bcenen eens flink uit te
slaan, zij het dan ook mét het visier,
dat men hierin te ver zou gaan. Menig
een heeft dat aan den lijva kunnen on
dervinden. En dat men dit pechduiveltje
wel op den koop toe wil nemen, is ge
bleken uit het feit. dat zoo talloos velen
gisteren de gladde ijzers onder gebon
den hebben. In en om de stad is naar
hartelust geschaatst.
Op zulke dagen ziet men de menschen
eigenlijk op z'n best: de zorgen worden
voor een tijdje op zij gezet en vol vreug
de geeft men zich over aan dezie heer
lijke sport.
Het jonge goed heeft zich in kleur
rijke costuums gestoken en ook de
ouderen hebben hun dagelijksche spul
len in de kast laten hangen en wat
apart's aangetrokken, al waren er wel
bij, die wij. gehuld in dikke jas en ge
tooid met deukhoed, zagen rondzwieren.
Dat staat niet zoo fleurig, maar het be
wijst tevens, dat deze sport ook bij hen,
die anders verr9 van sportvelden blij
ven, in trek is.
Zaterdagmiddag is de ijsprèt óp
de baan van de A.IJ.V. aan dé Ru
bensstraat onofficieel begonnen. Er
hing tenminste bij den ingang een
groot bgrd, waarop gesahxeven
stond, dat alleen de jeugd beneden
de zestien jaren toegang had en on
der die voorwaarde mocht rijden,
dat men niét in groepen bij elkaar
zou gaan staan. Met heimelijk ple
zier hebben .wij geconstateerd, dat
nog heel wat „oudjes" zich voorge
daan hadden als zijnde ónder de
zestién. Men wil nu eenmaal niet
graag oud zijn en misschien heeft
het welwillende bestuur ook met
den omvang des persoon's rekening
gehouden
Over het A.IJ.V.-bestuur gesproken»
dat heeft een paar drukke dagen achter
den rug.. De toeloop was enorm groot
en de heer van Dorssen vertelde ons „in
vertrouwen", dat de administraite-zorg
hem anderhalve dag ver van het huise
lijk eten gehouden had. Zaterdagmiddag
werden er niet minder dan 350 kaarten
(grootendeels bijkaarten) uitgereikt.
Zondagmiddag halftwee, juist toen (het
bovenste topj? van het kwik het nul
punt aangaf en het dus kon gaan dooien
of blijven vriezen angstig zóo'n be
sluiteloos standpunt! was dat cijfer
uitgegroeid tot ruim vijfhonderd.
Óp een dergelijk succes had zelfs dit
optimistische en energieke bestuur niet
gerekend! Zeer waarschijnlijk zijn ve-
len. di? andere jaren naar „De Maat"
gingen, onder dit groote aantal A.IJ.V.-
volgelingen te rekenen.
Op de baan ging het, er gezellig toe,
het ijs was prima en loud-speakers zorg
den voor een muziekje, dat ons echter
de ontroerende klanken van wijlen het
pierement niet kon doen vèrgeten. Oude
bekenden zagen wij hot weer lustig en
geroutineerd opnemen tegen de listen
en lagen van de gladde ijsvloer en ijs
hockeyers in den dop kruisten de sticks
voor een Onderonsje achtex de snel
doorschietende schijf. In het aparte
hoekje- zwiervpn en zwierden schoon-
rijders. En mid<Vn over de baan zagen
wij den heer Kalt gaan één van Thialf's
trouwste dienaren, niet zijn traditionee-
len iismuts en het kete'tie. heet water,
speurend naar verraderlijke scheuren
!n de ijsvlakte
Wanneer de vorst blijft aanhouden,
zal de A.IJ.V, nog grooter toeloop krij
gen, Gegadigden dienen er echter aan
te denken, dat er niet met dagkaarten
gestrooid wordt, en dat niet iedereen
voor een logé aangezien wordt
(~)OK op andere banen in de stad is
w druk geraden. Vroeger konden we
dat niet zeggen, maar nu zijn er twee
banen bij, welke hun hekken al heel
spoed,ig kiinnen open zetten. Daarvoor
is maar weinig vorst van noode. Wij heb
ben het oog op de tennisbanen van Vol-
tanark en Stort.
Eerstgenoemd park ligt midden tus
schen de huizen en is dus gevrijwaard
voor den feilen Oostenwind Tal van
omwonenden in het Leusderkwartiër
varen bij ..dit baatnje aan huis" wél,
gelijk dat 's zomers ook het geval is.
wanneer het roode gravel tot tennissen
lokt. Het was er gistermiddag heel druk
en het begrijpelijk feit. dat de baan geen
grootcn omvang kan hebben, bleek geen
beletsel te ziin noch voor lengte-, noch
voor rondt e-riiders. *t Stort debuteert dit
jaar en mocht evenmin mopperen over
de belangstelling.
Zaterdagmiddag waren wij getui
gen van hét ondérspuitén der banen.
Dat gaat, luat zoo gemakkelijk, als
met wel zou kunnen denken. In
ieder geval is het een tijdroovend
werk. Nauwelijks is hét water in
aanraking met den kouden grond-
laag, of het bevriest. Op één plek
blijven staan spuiten, is dus uit dan
booze, want men moet een egale, be
vroren vlakte krijgen, welke geen
heuvels vertoont. Voortdurend zicih
verplaatsen met den waterslang is
daarom vereisóhte. Dan blijkt tevens,
dat er heel wat water rondgespoten
moet worden, wil men van een ijs
vloer van voldoende dikte kunnen
spreken. Het mag immers niet voor
komen. dat goed geslepen schaatsén
in bet gravel snijden.
Ook het Zwanenwatér aan den Heili-
genbergerxveg was aardig bevolkt. In de
omgeving werd verder nog hoofdzake
lijk door jongens, op ondergeloopen
land gereden. Tenslotte was er nog éen
buitenbaan waar het hijzonder druk
was en waar eenige honderden prachtig
en vrij van kosten de ijzers ondergebon
den hebben. Dat was op 't Hazewater.
De régéns van de laatste weken hebben
f "N
Uitspraken ten behoeve
van de Winterhulp
Mr- Dr. R. H- baron de Vos van
Steenwiïk:
„Liefdadigheid is een oud-
vaderlandsche deugd; ons
volk heeft deze deugd steeds
betracht. Moge het er ook
thans van doordrongen blij
ven, dat geven zaliger is dan
ontvangen
daar aan den voet van den heuvel een
groot meer geschapen, dat nu een flin
ke ijsbaan vormt. De ligging van deze
baan is ideaal, de omringende bossthen
en de heuvel verhinderen eiken aanval
van den wind van weiken kant die ook
komen moge. Er was gisteren zelfs veel
publiek, dat van den heuvel af een kos
telijk schouwspel kon volgen, den hee-
len, lieven dag lang.
Met al mogen we spreken van een
Sportief week-end. dat om een herhaling
vraagt.
Van wintervreugd gesproken, er zijn in
ons wereldje ook nog levend wezens, die
minder verheugd over dezen gang van
zaken, welke vermoedelijk ook nog sneeuw
met zich brengt, kunnen ziin. Dat zijn de
dieren en vooral de vogels, die nu alle
krachten moeten inspannen, om niet door
voedselgebrek om te komen. Hen te hel-
pen, is ook een vreugdevolle taak!
U wilt ons het abonnements
geld gireereni voor het eerste
kwartaal Mogen Wy U
dan een vriendelyk verzoek
doen. Ontvangen wjj Uwe giro
Da 1 Jan., dan zijn de kwitan
ties reeds aan de bank gegeven
en ontstaat de mogelijkheid
van vergissingen.
GIREERT ONS DUS NOG
HEDEN, DAN HEBBEN
WIJ DE OVERSCHRIJ
VING NOG VOOR 1
JAN. IN ONS BEZIT
Wilt U het even doen; dank U.
Het bovenstaantde geldt niet
voor hen die ons per automati
sche giro betalen.
ADM. A.Dè
Kamermuziekmiddag in
Amicitia
Voor de Concertvereeniging
x EWOONLIJK wordt een middag,
7 als de violist Willem Noske en
de pianist Marinus Flipse Zondag
middag voor de Amersfoortsche
Concertvereeniging gaven, kortweg
een „viool-middag" genoemd. Dit
concert werd echter aangekondigd
"als een „Kamermuziek-middag" en
deze betiteling is dan ook verreweg
juister, want al ging de belangstel
ling uiteraard vooral uit naar het
spel van onzen jeugdigen, veelbelo-
veriden violist Willem Noske,
toch speelde de viool in dit pro
gramma niet de hoofdrol, uitgezon
derd aan het einde, toen er eenige
virtuoze nummertjes verschenen,
waarbij de piano slechts een be
scheiden-begeleidende functie ver
richt.
Uitvoering van het „Het Nederlandsch
Symphonie Orkest"
TER gelegenheid van de stichting van
de werkgemeenschap van het N.V.V
„Vreugde en Arbeid" werd Zaterdag
avond in de „Valk" een concert aange
boden, waarop het Nederlandsch Sympho
nie Orkest o.l.v. Mr. Harm Smedes musi
ceerde en het Ballet van Xanda Stradows
ka danste. Óm meer dan één reden was
de zaal slecht bezet-
De heer Polder, voorzitter van den
Amersfoortschen Bestuur dersbond, meen
de in een inleidend woord, de schuld daar
voor te moeten schuiven op den korten
tiid van voorbereiding; in een gesprek
met den dirigent bleek echter, dat in an
dere steden, waar het orkest reeds concer
teerde. het bezoek niet beter was. Mr-
Smedes zoekt de schuld dieper, n.l. in de
ontzettend diepe kloof, die gaapt tusschen
de eigenlijke muziekcultuur en de breède
lagen van ons volk. Natuurlijk speelt ook
hei; feit een rol. dat men op 't oogcnblik
wantrouwend staat tegen al wat nieuw is-
En nieuw was hier vooral, dat een orkest
in symphoniebezetting in hoofdzaak speel
de voor arbeiders.
In opzet en uitvoering had dit concert
veel weg van de jeugdconcerten, die het
Nut voor onze schoolgaande jeugd orga
niseerde. Ook hier sprak de dirigént
zijn publiek toe en verklaarde het een
en ander van de te spelen werken. Mr.
Harm Smedès is een innemende per
soonlijkheid, die door baanbrekend werk
reeds \eel voor de muzikale ontwikke
ling van het volk gedaan heeft. Als
directeur van de Haagsche Volksmu-
ziekschool weet hij. beter dan anderen,
hoever ons volk.verwijderd is van het
eigenlijke muziekleven, waarvan door
de daarvoor vereischte scholing slechts
een klein percentage kan genieten.
Zijn voor deze tournee samengesteld
programma laat duidelijk zien, langs
welken weg hij de kloof tracht te over
bruggen. Zeker, er zijn ook andere we
gen; men kan ook niet zooi eel toegeven
aan de publieke smaak en met een Pre
lude van Rachmaninoff of een Strauss-
ballet lokken. Maar ik geloof graag, dat
in Den Haag, waar Smedes werkt, het
muziekbesef organisch groeit, wat door
een enkel concert natuurlijk niet in die
mate mogelijk is.
Het deed mij genoegen, op dit concert
kennis te maken met het Nederlandsch
Symphonie Orkest, dat een unicum in
den lande is. Het bestaat immers uit
werkeloozc musici uit alle muziek
genres, als ik het eens zoo mag zeggen.
Ik geloof graag, dat in die anderhalf
jaar. dat het orkest, dat uit den aard
der zaak een sterker komen en gaan
meemaakt 'dan andere vaste orkesten,
samenwerkt, hard geploeterd is, om
reeds dit technische en artistieke peil
te bereiken. Ik kon in de gesprekken
met dirigent en musici opmerken, dat
het saamhoorigheidsgevóel sterk is. en
dat de musici blij zijn, weer te kunnen
werken, dat wérken vreugde beteekent
net als voor iéderen anderen werkman.
ER werd met veel animo en vaak zui
ver begrip gemusiceerd. En als men
de hier juiste maatstaf bij 't beoordee-
len dér prestaties aanlegt, moet ik zeg
gen. dat men reeds een achtenswaardig
peil van musiceeren in orkestverbam
bereikt heeft. Juiste critiék moet op
bouwend zijn, en zoo wil ik graag dc
volgende opmerkingen maken.
Het verschil tusschen piano en forte
is niet groot genoeg, wat de gespeelde
werken de noodige spanning doet mis
sen. Als Harm Smedés daaraan ietwat
meer zorg besteedt, zal reeds veel ge
wonnen "zijn. Zooals de strijkers nu de
solistische trekjes der zeer goede bla
zers begeleidden, was 't geen begelei
ding. Ook een orkest moet leeren luis
teren en lang niet altijd heeft het strijk
orkest het voor den bouw van een werk
meest belangrijke te vertellen. Ook een
kalmer, niet steeds aanvurend dirigee-
ren zal hier waarschijnlijk helpen. Zoo
was 't forte wel stralend, maér mi6ten
de overgangen, de verstilde momenten
hun warme kleur en soepelheid. Dat
was voor mij 't méést opvallend in het
zeèr melodische fluitconcert van Henri
Koemlèr, dat Giliah Rietveld met groote
muzikaliteit en veel bravour blies. Als
Smedes den solist wat meer vrij had
gelaten of alleen maar wat meer ge
volgd was niét. 't orkest, was dat het
geheel ten goede gekomen. Ik heb zelf
vaak ondervonden, dat voor een jong
orkest het begeleiden van een soli6t een
eminente oefening bêteeként in puncto
soepel meegaan.
D EHALVE van de zuivere orkestwerken
-*-* viel er ook nog van dans tè genieten
en wel een tweetal balletten, uitgèvóèrd
door het ballet van Xanda Stradowska-
Met de primitieve middelen, die het too-
neél in de „Valk" bezit, wist men eén
aardige sfeer texscheppen.
Het „Ballet Egyptien" van Luigini
heb ik als orkestwerk steeds ietwat te
langgerekt gevonden. Nu de dans er bij
was. kreeg ik geen anderen indruk.
Misschien dat de uitbeelding der dans
vormen nog meer muzikaal gevarieerd
had kunnen zijn. Dat was in ieder ge
val beter in de „Du und du"-wals uit
de „Fledermaus". Dat was sterk pul-
seerend leven, en dé aardige burleske,
die Xanda Stradowska met, haar vier
danseressen er van maakte, deed de.
bijval tot. een ware ovatie groeien.
Het was een leuke, óüderwetsche
avond. En als die nog eens terugkomt,
zooals de heer Polder het in zijn dank
woord wenschte. hoop ik mét hem op
een volle zaal, die déze dienst aan ons
vaderlandsche cultuurleven tén vólle
waard is.
HANS M. SCHEI FES
WILLEM NOSKE
(Foto Archief A.D.)
Doch op de hoogtepunten van dit con
cert, en vooral wel in de Sonate voor
viool en piano van Debussy, welke in
het centrum van het programma stond,
had men inderdaad met kamermuziek
werken te maken, waarin het aandeel
van de beide instrumenten volkomen ge
lijkwaardig is. Deze sonate vormde wat
de vertolking betreft inderdaad het
hoogtepunt van het programma, want
Noske, die voor de pauze wat gereser
veerd was, en in hoofdzaak op het tech
nische (hetgeen dan ook zéér gaaf was)
bleek ingesteld, kwam in deze Sonate
van Debussy eerst „los". Wellicht werk
te het spel van Marinus Flipse inspiree
rend op hem. Filipse is een zeer begaafd
Debussy-vertolker. Hij nam in deze
sonate in artistiek oogpunt de leiding,
en dit was zijn goed recht, want hij is
als kunstenaar r;;per ontwikkeld, dau
zijn jeugdige partner, hetgeen, het leef
tijdsverschil in aanmerking genomen,
zeker geen wonder mag heeten.
Al heeft Willem Noske al heel wat
concerten achter den rug, toch staat hij
nog aan het begin van zijn kunstenaars
loopbaan. Het feit, dat hij de periode
van „wonderkind" zonder gevaren en
remmingen doorstaan heeft, is wel een
stellig bewijs voor zijn diepe begaafd
heid. Als kunstzinnige prestatie heb ik
het tweede en derde deel van zijn vei»
tolking der vioolpartij in Debussy's
sonate het meest kunnen waardeeren,
want daar kwam een aangrijpende be
zieling in zijn spel. Daar bracht hij ge
voelens op ons over, welke des kunste
naars zijn.
De sonate van Loeillet, waarmede hij
zich inspeelde, werd knap gespeeld,
maar stilistisch was deze vertolking
nog niét voorbeeldig. Noske liet ons
meer genieten van de pracht van zijn
instrument en van zijn toon, dan van
de muziek, welke eenvoudiger, minder
nadrukkelijk van karakter is, dan hij
ons wilde doen gelooven. Waaróm eigen
lijk had Noske een vioolconcert van
Mozart op zijn programma geplaatst? Er
bestaat voor hem gelegenheid genoeg,
om zulk een concert met orkestbegelei
ding vóór te dragen. De voor piano ge
reduceerde orkestpartij klinkt, hoevéél
Flipse er nog van wist te maken, wel
erg onnoozeltjes. De vioolpartij wordt
noch gedragen, noch beantwoord in deze
transcriptie. Misschien vandaar dié
voortdurende neiging van den violist tot
mooi-makerij, hetgeen dezè solo-partij, in
haar juiste verhouding geplaatst, zéker
niet noodig heeft! In Mozart merkte men
't geestelijk tekort van dezen begaafden
violist duidelijker, dan wanneer hij een
viool-sonate van Mozart had gespeeld,
hetgeen op deze kamermuziek-middag
vrij wat heter te pas had gekomen.
In de stukken van Voormolen, Hen-
riëtte Bosnians, Josquin Nin en de Falla-
Kreislèr, waarmee het programma (plus
een charmante toegift)' werd besloten,
kon men volop genieten van Noske's vio-
listische kundigheden, zijn goede smaak,
zijn van-huis-uit deugdelijke muzikali
teit en zijn vermogen om effect-volle
stukken zonder uiterlijk vertoon brillant
tot hun recht te brengen.
Wij hebben op dezen middag den jeug-
digpn Noske meegemaakt in éen phasè,
welke vol goerle beloften is. Nu is het.
zijn tijd om zi'c,h in bét w 9 z e n van de
muziek te verdiepen, om zijn betrouw
bare techniek en zijn moien, afgeronden
toon in dienst te stellen van het kunst
werk, om de geheimen te openbaren,
waarvan de kunstenaar van nature en
door zijn diepe beleving van alle dingen
kennis draagt. Wat dit alles betreft staat
Noske op een keerpunt. Doch er waren
(vooral in Debussy's sonate) duidelijke
téekenen, welke erop wijzen, dat Noske
den weg tot het hart der muziek zal kun
nen vinden. Het, vocltallige publiek volg
de hem met belangstelling en toonde zich
dankbaar. Een dankbaarheid, welke
eveneens uitging naar Marinus Flipse,
die Noske niet alleen steunde, maar
waar het er op aan kwam, ook léiddë
en bezielde.
WOUTER PAAP.
Kersttentoonstelling met „een goed doel'
L. ET Gilde speelt in de bovenzaal van
zün Huis aan den Zuidsingel de rol
van gastheer. Tijdens de Kerstdagen en de
weken welke er op volgen heeft het de
blanke wanden van züti schilderijcnzaal af
gestaan aan een groep Rotterdamsche
kunstenaars, die vergeleken met alle an
dere confrères in den lande wellicht het
meest van den oorlog geledai hebben-
Tengevolge van de vervoersmoeilijkheden
is niet alle werk. dat voor deze expositie
bestemd was, gearriveerd, zoodat er wat
veel „wit" is in de groote zaal- Maar
gaandeweg zal dat beter worden, wanneer
het nog ontbrekende inderdaad aankomt.
T ENTOONSTELLINGEN als deze
kunnen ten zeerste nuttig zijn. Het
Amersfoortsche publiek is zoo langza
merhand met de kunst van de Gilde-
leden vertrouwd geraakt, en de belang
stelling kan extra geprikkeld worden,
wanneer ook eens groepen van elders
hun tijdelijken intrek in het Gildehuis
nemen. Vergelijking is in de kunstwaar-
deering en in de ontwikkeling van
smaak en kunstzin een belangrijk
element.
Rotterdam heeft in de geschiedenis
van de Noord-Nederlandsche schilder
kunst niet zoo'n prominente rol vervuld
als Utrecht, Delft, Haarlem en Amster
dam, en hoewel er vermoedelijk wel be
langrijke kunstenaars te noemen zijn,
wier wieg in de buurt van de Rotte
stond, van een eigen „Rotterdamsche
schilderschool", heeft men toch in die
historie nooit gehoord. Gedurende de
negentiende eeuw bloeide de schilder
kunst vooral in Den Haag en Amster
dam, maar geleidelijk heeft ook de
waakzame koopmansstad aan de Maas
haar aandeel genomen in de evolutie
van de beeldende kunsten. Dat, nog lang
nadat de eigenlijke Haagsche School
was uitgebloeid en deze strooming een
algemeen aanvaarde Nedèrlandsche be
weging was geworden, juist in Rotter
dam een kern van schilders bleef, die
trouw zwoer aan de beginselen van de
Haagsche School is niet zoo'n wonder,
wanneer men ook den socialen kant
van het vak in 't oog neemt; en b.v. be
denkt, dat bewoners van een groote stad
met een aan natuurschoon tamelijk
arme omgeving juist gebrand moeten
zijn op werk, dat aan het onmiddellijk
contact met het landschap zijn ontstaan
dankt.
Dat het realisme in een stad van"
koophandel een taai leven moet hebben
ligt eveneens voor de hand.
Nièttemin heeft ook het expressio
nisme hier, vooral na den oorlog,
grónd onder de voeten gekregen,
waarbij figuren als Chabot, Bieling,
Quirijn van Tiel e.a. naar voren
traden, krachtige persoonlijkheden,
die het ideaal hadden Rotterdam
ook op kunstgebied hoog op te stoo-
ten midden in de vaart der volke-
DE groep, die hier thans exposeert,
is buiten Rotterdam, althans in
Midden-Nederland nog weinig bekend.
Ik geloof niet, dat. deze schilders een
homogeen gezelschap vormen, dat
artistiek gelijke of verwante idealen
vertoont, maar wel kan men zeggen
dat het realisme in hun werk een be
langrijk aandeel heeft. Tot de zuivere
realisten kan men Mc. LeanLabots,
én den portrettist H. Mees rekenen, met
romantisch realisme zou nien het werk
van Aiban kunnen omschrijven. Van
Hoogewegen is verwant aan Breitner
en Sluyters, maar heeft evenals mevr.
W. J. ReuchlinLucardie veel te dan
ken aan het expressionisme.
Daarmee is de richting van hun
werk. hun stijl van werken in grove
trekken aangeduid, maar nog niets ge
zegd over de picturale hoedanigheden
.en nog weinig over den geestelijken on
dergrond.
K. van Hoogewegen is een man
van breede allure, die op groote
formaten en veel met het mes
werkt. Hij toont zich, wat men ge
woon is een „schilder van ras" te
noemen, iemand met krachtig posi
tief talent, een uitgesproken colorist
die zoowel in het damesportret met
het fraai behandelde zwart van het
costuum en het wit van de sjaal
virtuoos te werk gaat, en nog boven
dien in het gelaat innerlijke waar
den weet te leggen.
Virtuoos is ook het bloemstuk, knap
van bouw, evenals net damesportret,
maar het verwijdert zich niet ver van
de oppervlakte.
In Tête de Gwane toont mevr. Reuch-
in—Lucardie "zich een portrettiste
van talent, die geen groot formaat noo
dig heeft om véél te kunnen zeggen. De
zwakke zijde wellicht van v. Hoogewe-
gen's portret, de achtergrond, is hier
juist bizonder uitgewerkt, het coloriet is
van een groote warmte, en de finesses
van het gelaat, ,de haardracht, de naak
te schouders etc. getuigen alle van een
ongewone verzorging.
In het Duinlandschap zijn de penseel
streek en de behandeling der verschil-
e'ide plans de voornaamste eigenschap
pen. De fiksche penseelstreek correspon
deert met en pittig rhythme, trwijl de
verschillende plans mee den lucieden
atmosfeer bepalen.
H. Westendorp heeft een helder en
hecht geschilderd gezicht op Oegs geest
ingezonden, waar een realistische visie
tot een meer synthetisch verband is ver
breed. Iets dergelijks ontdekt men in
het Gezicht op de Meren, waar de be
wolkte luqlit, op zwart af. een dreigend
accent aan het vlakke water en den pol
der geeft, terwijl enkele fleurige blanke
zeiltjes van luxe-boootjes daar geestig
en speelsch tegen afsteken.
LABOTS is vertegenwoordigd in twee
stillevens, van een gladde, zakelij
ke peintuur, die in alle opzichten ver
antwoord is. Ook ruimtelijk en coloris-
tisch is het smetteloos, maar bij alle
kwaliteiten is het mij een beetje saai.
McLean huldigt eveneens een zakelij
ke peintuur in academischen stijl, maar
zijn temperament is van een breèderen
zwaai.
Zijn Rotterdamsche arbeider is
welhaast te „openbaar" (om een ge
liefde uitdrukking van Plasschaert
te gebruiken). De knoestige gestalte,
en face gezien, is tot in de wenk
brauwen, de plooien in het vest en
den broek, de gele borstelharen op
armen én handen, accuraat en mi
nutieus geschilderd, terwijl ook de
kop in al zijn verweerdheid en zijn
karakteristieke plooien volkomen
,.af" is.
Wat ontbreekt is wellicht die dosis
poëzie of teederheid, die de figuur niet
alleen als object maar ook als subject
beziet. Van des schilders inwendige
roerselen krijgt men wellicht wat niecr
te zien in het gezicht op brandend Rot
terdam, geen „groote" visie, maar wel
ee.n pakkend picturaal effect met mooie
détails. Vooral de opwolkende rookto-
rens zijn uitnemend geschilderd en de
bloeiende vruchtboom op den voor
grond is in zijn dramatische tegenstel
ling een sprekend repoussoir. De stoet
van vluchtende menschfiguurt jes, is
meer illustratief dan beeldend in het
geheel opgenomen.
De twee portretjes van Herman Mees,
een jongen en meisje, zijn beide char
mante pastels, terwijl het herfstgezicht
van G. J. Alban evenals zijn duinland
schap kundig werk is, waarbij bet. eerst
genoemde misschien wel wat zoet is uit
gevallen.
IN de benedenzaal ontmoet men goed
deels werk van afdeeling II van het
Gilde, dat men op de verkoopexpositie
omstreeks Sint-Nicolaas reeds heeft loe
ren kennen. Laat ik nog eens extra
attent mogen maken op de zeer bizon-
dere „doeken" van Jo KruyderBou-
rnan, fantastisch appliqué-werk, dat
zoowel door compositie als kleur een
zeer persoonlijk cachet draagt.
De vorige maal heb ik nog ver
zuimd op iets nieuws in de gilde-
tentoonstellingen attent te maken:
de portefeuille. Ditmaal is er
werk te zien van Determeyer, Be
zaan, Willem van Dam, Maria J.
van Everdingen, de Cler en J. C.
Nijland. Ik weersta de lust om hier
in bijzonderheden op in te gaan.
Mijn bespreking zou anders te uit
voerig worden.
De gave, subtiele teekeningen en
litho's van Paul Determeijer, de fraai
doorwerkte etsen en houtsneden van
Bezaan zijn van een zeer verschillenden
stijl, en toch is het, aesthetisch niveau
vrijwel gelijk. Het is eén kwestie van
persoonlijken smaak, aan welk van de
twee men zijn voorkeur geeft. Willem J.
van Dam is spontaner en wel eens vlak
ker dan deze twee, minder g aaf ook,
maar van een tintelende bceldingslust,
die altijd weer bekoort en treft. Meer
romantisch en sierend van geaardheid
is het teekenwerk van Maria J. van
Everdingen. meer schoolsch en analy
tisch dat van Nijland, terwijl de Cler
het humoristische element vertegen
woordigt. Humor die soms chargeerend,
soms wrang aandoet, maar altijd esprit
bezit. Vooral zijn ex-libris vertoonen een
geestige inventie en, ook in het kleine,
een compositaire gebondenheid, die in
alle opzichten ontwapenen.
C. A. SCHILP<
Bij ontstentenis van dr. R. Miedema
is de tentoonstelling in de groote zaal
geopend door den heer F. J Herman.
Het A. K. G. heeft met het samen
stellen van deze expositie willen toonén,
dat het meeleeft met hetgeen den Rot-
terdamschen collega's is overkomen en
dat het zich gaarne gebonden weet aan
zustervereenigingen. Mocht deze ten
toonstelling slagen, dan zal dit als een
aansporing worden opgevat tot een
soortgelijk contact met èndere organi
saties op dit gebied.
De opbrengst van deze Kersttentoon
stelling, zoo zei de heer Herman ten
slotte, zal aan de Rotterdamsche artis-
ten ten goede komen. Dus hoopte hij,
dat het succes grooter zal zijn.
Vervolgens heeft mevrouw Ciska
Rruce op prettige wijze de tentoonstel
ling ingewijd door het zingen van een
aantal Kerstliederen.
Jaap Elzenaar begeleidde haar hierbij
np de piano.
P\E stadsbeiaardier S. A. van Kalveen
X-J zal op den Kerstavond van Dins
dag £4 December tusschen 7 en 8 uur
het carillon bespelen.
Het programma luidt als volgt:
1. Morgen kinderen, zal 't vreugde
wezen.
2. 't Is een <j!agh van vroolijckheijdt.
3. De Boodichap van Maria.
4. Nu sijt. wellekomme.
5. Kerstnacht. L. Noiriet.
6. Ik zal U wat heerlijks vertellen.
J. C. Tiene.
7. Kerstnacht. dezelfde,
8. Komt nu, gij herders Boheemsch.
9. F.en reis is ons gesproten.
10. IIerde*6. hoe! ontwaakt gij niet?
11. Stille nacht.
12. De herdertjes lagen bij nachte.
13. F,ere zij God.
Op Oudejaarsavond zal er klokken
spel zijn van half zeven tot zeven uur.
KAASMARKT
AMERS FOORT, 23 Der Aangevoerd
erden li wagens, wegende 2800 K.G.
Prijzen van 39 tot 41.50 per 50 KiG.
Handel vlug.