Generaalgehouden den 3. Meiheeft de Heer van Dam van Isselt aan de Vergadering kennis gegeven van zijn voornemen, om zijn ontslag te nemen als Lid der Ver gadering. 11 ij herinnerde, bij de door hem gehouden toespraak, «dat hij steeds zijne beste pogingen had aan gewend, om eene voor het land heilzame Grondwets herziening te verkrijgen; hij meende thans, nadat dit doel bereikt was, zijne staatkundige loopbaan te moeten eindigen. De reden, waarom hij juist nu zijn ontslag nam, verklaarde hij liever niet kenbaar te maken van de plaats, waar hij op dat oogenblik sprak.» [Onder anderen zeide de Heer van Damechter te dien aanzien: «Laat ik alléén dit zeggen: Er bestaan hier te lande twee partijen; de eene van vooruitgang, die te ver wil gaan; de andere, die men te regt met de benaming van die achteruitgang kan bestempelen. Geen dier twee partijen, mijne Ileeren, kan ik hier vertegenwoordigen. Ik hoop, dat God geve, dat geen van beiden hier ooit de bovenhand bekome; want zoo dit ooit het geval ware, geen twijfel, naar mijn inzien, of het zou uitloopen op het onheil des geliefden Vader lands De toespraak van den Heer van Dam maakte eenen zeer diepen indruk op de Vergadering en op alle hoor ders; schier alle Leden gingen naar den Heer van Dam, om hem hunne deelneming en leedgevoel te betuigen.] In de zitting van den 4. Mei, is ingekomen eene Koninklijke boodschap ten geleide van een Wets-ontwerp tot regeling van uitgaven van het fonds van herbelasting op de grondbelasting. Men verneemt, dat het plan bestaat om de degens der infanterie-Officieren te doen vervangen door sabels, volgens het model bij de Officieren der jagers thans in gebruik. Krachlens Zr. Majs. Besluit van den 22. April 1.1., zullen de Miliciens der ligting van 1848, die bij de verschillende korpsen van het leger in reserve zijn ge plaatst voor den tijd van drie maandenen wel van den 1. Junij tot den 31. Augustus dezes jaars, in wer kelijke dienst worden opgeroepenten einde gekleed en in den wapenhandel geoefend te worden. De lotelin- gen en nommerverwisselaarsdie in het vorige jaar in reserve zijn gesteld, daaronder begrepen, die Miliciens, die in 1848 voor het buitengewone contingent, in ver vanging van manschappen der ligting van 1846 of 1847, zijn ingedeeld, moeten dus op den 1. Junij in de hoofd plaats hunner provincie of bij hun korps aanwezig zijn. Yan den 4. tot den 7. Mei zijn in het Cholera ziekenhuis te Dordrecht opgenomen zeven lijders en zeven overledenhet totaal dér opgenomenen is 19 waarvan 9 zijn overleden. Kampen6. Mei. Gisteren was het een noodlottige dag voor het vlek Grafhorst, een half uur van deze stad gelegen. Te half elf uur barstte, bij den hooiberg van den bakker aldaarplotseling een hevige brand nit de vlammen sloegen van huis lot huis, die allen met rieten daken zijn overdekt, zoodat in twee uren tijds 57 huizen met bijna al de have eene prooi dier vlam men zijn geworden, waardoor 63 huisgezinnen, nage noeg 300 zielen, van dak, kleeding en voedsel zijn be roofd. Ofschoon ten spoedigste 2 brandspuiten en eenige hand-brandspuiten van hier derwaarts zijn vertrokken, kon niets de woede van het vuur temperen, dat nog aangewakkerd werd door den sterken winddie uit het Z. O. woei; slechts een 20tal woningen is van de geheelc plaats overgebleven, terwijl het stadshuis en de school mede zijn verbrand. De rijen huizen ter wederzijde aan de straat langs de Brand of Brandcrsdijk zijn op een enkel na geheel ver nield. De inwoners zijn bij geringe uilzondering allen daghuurders en visschers, en generen zich des winters met het mattemaken. Eén mensclienleven is te betreuren, dal van den SOjarigen grijsaard Berenddie, reeds uit zijne brandende kamer gehaald, er nogmaals inkroop om den noodpenning te nemenwelken hij reeds jaren met zooveel zorg had opgegaardhij is echter dood en zeer beschadigd uit de vlammen gehaaldin zijne handen klemmende ongeveer 50. Door de verpachting der losse landerijen van de stad Kampen waren de hoofden der huisgezinnen bijna allen te Kampenom land te pachteneerst daar werd hun de toestand bekenddoch voor velen reeds te laatdaar bj de aankomst alreeds hun erf in puin was verkeerd. Armoede is het doorloopende kenmerk van Grafhorst, dat bovendien steeds door zware rampen is getroffen ge worden; geen wonder derhalve dat thans al de getroffene huisgezinnen in de diepste ellende verkeeren, hoezeer allen zijn gehuisvest te Kampen, IJsselmuiden en Kamper-Eiland, waar zij dadelijk, zooveel men dit ver mag, liefderijk verpleegd worden. (Amst. Cour.). De Residentie is vervuld van allerlei geruchten aangaande den toestand des boedels van wijlen Koning Willem II. De waarheid is, dat, na de oproeping van den Thesaurier des Konings, de pretentien als uit den grond schijnen op te komenmaar dat er middelen genoeg voorhanden zullen zijn om ze te dekken, als.de bewijsbare van de onbewijsbare zullen gescheiden zijn. Wat de finanliële inzigten en maatregelen van den jongen Koning betreft, Z. Maj. weigert volstrekt in be talingen te treden, eer H. D. weet, wat de Tweede Kamer hem zal hebben toegestaan voor zijne civiele lijst. Van daar die aanvankelijke schorsing van pensioe nen, toelagen, wachtgelden en subsidiën, zoo als aan de Koninklijke schouwburgen en meer andere. Volgens latere en meer naauwkeurige berigten uit Berlijn is het ons aangenaam te kunnen meldendat de uitwijzing der echtscheiding tusschen H. K. H. de Prinses Marianne der Nederlanden en Prins Albert van Pruissen niet alleen minder nadeelig dan vermeld was, maar zelfs voordeelig voor H. K. H. is uitgevallen. Zoo is bereids H. K. II. in het bezit harer drie kinderen gesteldzijnde de jonge Prinses Charlotte, Prins Albert en Prinses Alexandrineheden per tweeden trein van den Rijn- Spoorweg te Amsterdam aangekomen, en door hunne Vorstelijke Moeder van het Station afgehaald. Volgens berigt van Dr. GobéeOfficier van Ge zondheid te Leijdenzijn van 't Garnizoen aldaar onlangs aan de Cholera gestorven 5 personen; van deze waren twee bekende dronkaards; een derde had vroeger sterk alcohol (jenever of brandewijn) gedronken; de vierde had tot daags vóór zijn' dood veel gebruik gemaakt van Jlolloway-pillen; de vijfde was een jongen van 12 jaren. Met genoegen vernemen wijdat er in de vorige week eenige ansjovis is gevangen. De toestand van Duitschland wordt meer en meer van ernstigen en verontruslenden aard. In alle Duitsche landen neemt de spanning toe. De Rijks grondwet is alom de groote en algemeene spil der met eiken dag onstuimiger wordende beweging. Volksvergaderingen, met en zonder wapens, hier hartstogtelijkdaar meer gematigd, elders wild en dreigend, zijn overal aan de orde van den dag. Het Gemeentebestuur der Stad Keulen heeft andermaal besloten, dat de op den 5. Mei bepaalde Vergadering, ondanks deze door den Koning is verboden, toch voortgang zal hebben, en nu op den 8. dezer, eene tweede oproeping is openbaar gemaakt in de Köln. Zeitung van den 5.; de eerste werd, zegt men, in de Rijn-provinciën met geestdrift ontvangen. Verder bevat genoemde Zeitung eene gelijksoortige op roeping, insgelijks tegen 8. Mei, uit Paderborn aan geheel Westfalen. In Keizerslautern (Beijeren) werd den 2. Mei eene Vergadering gehouden van 68000 menschen, gepresideerd door een Notaris, tevens Lid der Frankforter Nationale Vergadering. De genomen be sluiten zijn der Beijersche regering hoogst vijandig. Den 3, Mei is in de Stad Hannover de Polytechnische

Historische kranten - Archief Eemland

Arrondissementsbode van Amersfoort | 1849 | | pagina 2