N«. 32. Dings dag22. Mei. 1819. NIEUWS- ADYERTENTIE-BLAD mnroiw! AMERSFOORT, R1IENEN WIJK BIJ DUURSTEDE. NIE U W S T IJ D IN G E N. EN EER IN (Semper idem). Dit Blad verschijnt geregeld om de 8 dagen, en wel des Dingsdagstegen ƒ3,60 per jaar.Advertcntiën van 1-6 regels worden geplaatst tegen ƒ0,60; elke regel daarboven 10 Cents, behalve 0,35 Zegelregt bij elke plaatsing. Stukken ter plaatsing moeten ingezonden worden te Amersfoort bij den Uitgever, te Wijk bij Duurstede bij W. F. STRAMROOD, te Rhenen bij GEBR. TAATS, Adres C. G. J. WOLTERS, te Utrecht bij J. H. S1DDRE, en aan bet Postkantoor te Amersfoort. jr Amersfoort19. Mei. Heden overleed alhier de Heer J. A. Leinweberin den ouderdom van ruim vijf en zestig jaar. Op den 24. der vorige maand had bij zijne veertigjarige dienst volbragt als Conrector van het Stedelijk Gymnasium. Allen, die hem in deze betrekking gekend hebbenzullen hem de getui genis moeten geven dat bij een zeer verdienstelijk Onderwijzer was die met de meeste trouw en ijver zijne taak vervulde en zich de liefde zijner leerlingen in hooge mate wist te verwerven terwijl zijne dienstvaardigheid jegens zijne Mede-docenten gcene perken kende. Ook als Lid van bet Zettcrs-Collegie en belast met de uitgifte der Patenten heeft hij zich algemeen achting en genegenheid verworven steeds waar hij kon en mogt de belangen der Ingezetenen voorstaande en met eene zeldzame belangeloosheid, altijd geregeld, een ieder, die hem vraagde, met raad en daad bij te slaan. Als plaatsvervangend Kanton- Regter en als Lid van de Districts-Commissie van het fonds tot aanmoediging en ondersteuning van den gewapenden dienst in de Nederlanden bad bij mede zijne onbetwistbare verdiensten en bij al de werkzaamheden welke deze verschillende betrek kingen hem opleverden wist bij steeds nog tijd uit te woekeren ten dienste van anderen en ten nutte van bet algemeenzoodat zijn verlies niet slechts door zijn talrijk gezinmaar door geheel deze stad, en te regtdiep betreurd wordt. De Collecte bij de Hervormde Gemeente alhier gisteren in de Kerk gehouden voor de Noodlijdende Kerken dier zelfde Gemeente in Nederlandheeft de aanzienlijke biidranre opgele verd van 108,35. Utrecht, 13. Mei. Den 6. Mei in behandeling 2 Cholera- lijders. Van den 7. tot den 13. Mei aangegeven 5, hersteld 7, overleden 1blijven in behandeling 6. Ter gelegenheid van Z. M. plegtige inhuldiging, zijn hij onderscheidene Besluiten van den 10. Mei benoemd: onder anderen tot Kommandeurs der Orde van den Nederlandschen LeeuwG. J. MulderHooglecraar aan de Hoogeschool te Utrecht P. R. FalterKommandant van het personeel der Artillerie, en J. K. Baron van Goltstein, Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Tot Ridders derzelfde Orde: Mr. C. W. MoorreesGriffier der Staten van Utrecht; L. G. Bouricius Arrond.-Directeur der Directe BelastingenIn- en Uitgaande Regten en Aceijnsen te Utrecht; de Maj. Jhr. C. D. P. Singen- donck, van het Reg. Rijdende Artillerie; F. F. J. H. Baron van Heeckeren van de Cloesevan het Rcg. Rijdende Artillerie; B. Bouman, Hoogleeraar in de Godgeleerdheid aan de Hooge school te Utrecht; J. HartmanAartspriester van Utrecht cn Pastoor te Utrecht, en Mr. P. Ras, President van het Hoog Militair Geregtshof te Utrecht. Tot Ridder der Militaire Willems-Orde 4e klasse: de Luiten, ter zee le kl. M. F. Courier dit Dubicart. In de Orde der Eikenkroon, tot Ridder met de Ster, de Heer: C. Kepreu, Generaal-Majoor. Tot Ridders, de Heeren: Jhr. F, W. van Postel, P. A. C. van Wickevoort trommelinKap. R.F. de BruijnM. T. Elout, F. C. H. Baron van Tuijll van Serooskerken1ste Luit., allen van het Reg. Rijdende Artillerie en J. J. Sas, Offic. van Gcz. Ie kl. 2e rang. [In het geheel zijn, bij gelegenheid der Inhuldiging, door Z. M. benoemd 429 Ridders, te weten: ITot Grootkruis2. Kommandeur15. Ridder140. II. Militaire ff'illems-orde: 4de klasse. 'Tot Grootkruis III. Eiken Kroon Ridder met deSter. 7. 3. 8. 49. Zitting van den 15. Mei. Kommandeur. Ridder205.] De Tweede Kamer der Staten- Generaal heeft in hare zitting van heden tot haren Commics- Griffier benoemd den Heer Mr. A. Uyttenhooven, Advocaat bij Hoogen Raad der Nederlanden. Daarna heeft zij een aanvang gemaakt met de algemecne beraadslaging over het wetsontwerp betrekkelijk de uitoefening van het regt van verceniging en ver gadering. Die beraadslaging zal morgen ochtend worden voortgezet. Uit eene zekere bron weten wij dat Z. M. na hel oogenblik van den dood van II. D. Vader, noch als Kroonprins, noch als Koning ecnige gelden uit 's Rijks Schatkist heeft getrokken. Als Kroonprins kan Z. M. geen inkomen meer genieten en het inko men der kroon voor Willem III is nog niet bepaald. Dit is almede eene der redenen waarom aan zoo velen nog gcene subsidie kan worden verleend. Deze toestand is intusschen on houdbaar voor den Koninklijken Schouwburg in den Haag en wanneer weder alles tot de vorige iinantiële gesteldheid cn orde terug keert, hopen wij dat aan die nationale zaak de onder steuning zal geschonken worden die zij zoo ruimschoots verdient. Een nieuw bewijs van de zucht van den Directeur, den talent rijken Peters, om gunstig op den volksgeest le werken, vinden wij in zijne welgelukte poging om van den auteur van Joan Houtersz, den lieer Schimmeleen vadcrlandsch gelegenheids stuk le verkrijgen, Oranje en Nederlandhetwelk thans in bovengeuoemden schouwburg wordt opgevoerd. De hoofdpersonen daarin zijn If illeiu III, de Rugter, Tromp, van Beuningen Rurgersdijkenz. In dit stuk vooral boeit het tooneel waar Willem 111 in zijn huisvertrek over de toekomst peinst, en waarin de toekomst in het beeld van den Genius van het Stamhuis van Oranje hem verschijnt en hem bemoedigend wijst op de rij zijner doorluchtige nazaten. Voortreffelijk is die greep van den jongen auteur. Als de Genius aan de laatste Vorsten van Oranje is genaderd vraagt Prins Willem III naar Koning Willem II. «De tweede Willem,» zegt hij. «De tweede Willem hcerscht, wordt hij door 't volk bemind?» En daarop antwoordt de Genius met de woorden van Tollens'j Dat hij geliefd werd bij zijn leven Dat hij beschrcid wordt in zijn graf. Eenige regels verder vraagt Willem III naar zijn naamgenoot j maar de toekomst antwoordt hem dat haar blik niet in Gods raadsbesluit vermag te diingen. En daarop roept de kinderlooz Prins in geestverrukking «Hij wordt mijn Zoon, in mijn spoor zal hij tredei Holland! hou de oogen op hem steeds gericht. Hij zal mijn Zoon zijn met zulk een verleden Is hij zich zeiven een toekomst verplicht.» Wij behoeven naauwclijks te zeggen met hoeveel geest tooneel door het publiek werd ontvangen en welk een

Historische kranten - Archief Eemland

Arrondissementsbode van Amersfoort | 1849 | | pagina 1