tig wordt gehouden. Volgens deze stelling ware het beter te bepalen, dat over alle die andere onderwerpen steeds in het openbaar zoude worden gehandeld, tenzij de meerderheid het sluiten der deuren mogt verlangen. Bij de tegenwoordige bepaling, daarentegen is de geslo- tene zitting regel, en de openbaarheid uitzondering. De spreker verklaart echter, dat indien niemand zich met zijne zienswijze vereenigt, hij daarvan geen bepaald voorstel maakt. Niemand het woord opvattende, blijft het hierbij. Art. 84. De voorzitter kan, na gedane waarschuwing', dadeljk uit de vergaderzaal doen verwijderen zoodanige toehoorders, die openlijk blijken van goed of afkeuring gevenof op eeuigerlei andere wijze de rust der verga dering storen. De voorzitter kan daarenboven proces verbaal opmaken en dat ter vervolging opzenden. De bevoegde regter kan den aangeklaagde te dier zake veroordeelen tot eene boete van één tot vijftien guldenof eene gevangenisstraf van één tot drie dagen alles onverminderd de verdere regtsvervolging waartoe termen mogtrn bestaan. liet voormelde proces-verbaal geldt voor schriftelijk bewijs, volgens art. 428 en art. 436 en volgende van het wetboek van Strafvordering. Art. 85. Van het verhandelde in den llaad worden door den secretaris behoorlijke aanteekeningen gehouden die, of vóór het sluiten der vergaderingof in de eerst volgende vergaderingworden gelezen en vastgesteld. Van het behandelde in de vergaderingen met gesloten deuren worden afzonderlijke aanteekeningen gehouden die, of dadelijk, of in eene volgende vergadering met gesloten deuren gelezen en vastgesteld worden. Art. 86. Aan de leden van het gemeentebestuur is verboden om 1°. tegenwoordig te zijn bij het beraadslagen over onderwerpen, die hen, hetzij voor zich zei ven hetzij als zaakgelastigde of zaakwaarnemer, of een van hunne bloed- of aanverwanten tot den derden graad ingesloten in het bijzonder aangaan. 2°. reglstreeks of middellijk deel te nemen aan eenige invordering van belasting, levering of aanneming ten behoeve der gemeente. 3°. als advokaat of procureur werkzaam te zijn in regtsgedingenvoor of tegen de gemeente ge voerd, en 4". tegenwoordig tc zijn bij het opnemen en goed keuren der rekening van eene iurigting, lot welker bestuur zij behoorden. Art. 87. In zooierre dit noodig wordt geoordeeld, kan, op voordragt van den gemeenteraad, door Gede puteerde Staten aan den Baad eene jaarlijksche som voor presentiegeld worden toegestaan. liet bedrag daarvan wordt op het einde des jaars in eene gelijke evenredigheid onder de leden van den Baad verdeeld naar mate van het getal zittingen door hen bijgewoond. De Ilr. Menso wenscht de woorden: in zoo verre dit noodig wordt geoordeeldte laten wegvallen en wil in allen gevalle presentiegeld gegeven hebben. De llr. Both Jlendriksen ondersteunt zulks, doch de Ilr. Kien ziet er de noodzakelijkheid niet van in Bij staking der stemmen verklaart de Voorzitter zich voor het voorstel, zoodat hetzelve is aangenomen. De verdere beraadslagingen worden daarop bepaald op den volgenden dag te elf uur. Zitting van 12. Julij. Tegenwoordig 28 leden. Afwezig de IIII. Beelaerts v. Blokland, Toets v. Amerongen v. Renswoudev. JJar- denbroek, de Ruiter, v. Nellestein, v.Reede, v. d. Heij den en Menso. Na vooi lezing en goedkeuring der notulen worden de deliberatien voortgezet. AFDEELING V. Van de bevoegdheid van den Gemeenteraad. Art. 88. De Baad regelt en bestuurd de huishouding der gemeente, met inachtneming der bepalingen dezer wet. De Hr. Beelaerts v. Oosterwijk wil in plaats der woor den en bestuurt, gelezen hebben: en houdt een wakend oog op het bestuur der huishoudingenz. De Ilr. Kien zegt te herhalen, hetgeen reeds door hem bij de verandering van art. 1. is gezegd, namelijk, dat de Grondwet sprekende van den gemeenteraadeveneens het woord besturen bezigt, even als ook van de Provin ciale Staten. De Hr. Beelaerts beantwoordt zulks, door in het mid den te brengen, dat eene Grondwet slechts algemeenc beginsels aangeeft en algeraeene bewoordingen bezigt, doch dat men in deze wet, die de zaak nader regelt, meer naauwleltend op de keuze van woorden behoort toe te zien. Verworpen met 21 tegen 7 stemmen. De Hr. v. Beeck Calkoen acht het eenvoudigst, hier de eigen woorden der Grondwet te bezigen. Aan genomen met 18 tegen 10 stemmen. De Hr. Both Jlendriksen wil het slot van dit artikel lezen: van deze en andere wellen, en levens aan de Regering den wensch te kennen gevenom ophelderin gen nopens de eigenlijke attributen van den Raad en Burgemeester en Wethouders. Aangenomen zonder hoofdelijke stemming. Art. 89. Door tusschenkomsl van Gedeputeerde Staten, worden aan Onze goedkeuring onderworpen de besluiten van den Raad tot het invoeren wijzigen of afschaffen eener plaatselijke belastingen tot het vaststellen der daartoe betrekkelijke reglementen. Art. 90. De regels voor het heffen der plaatselijke be lastingen worden door eene afzonderlijke wet vastgesteld. Art. 91. Aan de goedkeuring der Gedeputeerde Staten worden onderworpen de besluiten van den Baad, omtrent: 1°. den aankoop, verkoop, ruiling, vervreemding en het bewaren of verpanden van de bezittingen, geregtigheden en inkomsten der gemeentemet uitzondering van de voormelde handelingen be treffende roerende goederenvan niet meer dan 150 waarde; 2°. het sluiten van dadingen betrekkelijk onroerende goederen en regten der gemeente. 3°. het doen van geldopnemingen; 4°. de tarieven ter vergelding van diensten van wege de gemeentevan gebruik van gemeente-eigen dommen of geregtigheden genoten 5°. het voeren van regtsgedingen van wege de ge meente 6°. de begrooting van inkomsten en uitgaven en de rekening der gemeente. N°. 1. De Hr. Kien verlangt dat aan de goedkeuring der Gedeputeerden alleen zullen worden onderworpen de aanknopen en verkoopen van onroerende goederen, daar zulks anders, vooral in groote steden, schier niet na te komen is. De Ilr. Both Jlendriksen vindt dit wat al te ruim en wil daarvoor eene bepaalde, doch grootere som, behouden; hetwelk de vorige spreker beantwoordt, met de opmer king, dat het tot nu toe steeds geweest is zoo als hij het nu voorstelten daarover nimmer klagten zijn gerezen terwijl daarenboven de Gedeputeerden toch altijd de be grooting goedkeuren. De Hr. Belaerts v. Oosterwijk merkt ook nog op, dat in de memorie van toelichting op dit artikel, is aange haald art. 141 Gw. hetwelk echter slechts doelt op on roerende goederen. Aangenomen zonder hoofdelijke stemming. De Hr. v. Boetselaer vraagt, of ook het aannemen van legaten door gemeenten zal moeten goedgekeurd worden door Gedeputeerden De Hr. Verloren zegt, dat art. 947 Burg. Welb. daar toe goedkeuring des Konings vordert. De Hr. v. Boetselaer antwoordt, slechts inlichtingen van de Begering hierover te verlangen. Aangenomen zonder hoofdelijke stemming. De Hr. v. Marienhoff verlangt ophelderingenomtrent hetgeen men verstaat onder inkomsten: b. v. of hooigras, hakhout, enz. daaronder begrepen zijn. Zonder stem ming aangenomen. N°. 2. De Hr. v. Boetselaer vraagt inlichting: of het verdeelen van markten en andere gemeentegronden hier niet mede onder begrepen is Aangenomen zonder hoofdelijke stemming. De Hr. Kien wenscht, dat de gemeentebesturen van eene afwijzende beschikking der Gedeputeerden in hooger beroep zullen kunnen komen bij den Koning, even als in de Belgische gemeentewet id" voorgeschreven. De Voorzitter gelooft, dat zulks reeds vanzelf spreekt, maar dat men het ligt kan vragen. Aangenomen zonder hoofdelijke stemming. Art. 92. De Raad maakt verordeningen omtrent de huishouding der gemeente, en zendt, binnen tweemaal vier en twintig uren na het vaststellen, afschrift daarvan aan Gedeputeerde Stalen. Deze geven van den ontvangst van het afschrift ten spoedigste aan den gemeenteraad berigtzoodanig dat dit berigt uiterlijk binnen acht dagen na dien waarop het afschrift bij Gedeputeerde Staten is ingekomenaan den gemeenteraad moet geworden. Na ontvangst van dit berigt, wordt de verordening, zoo noodig, afgekondigd, ten ware dat berigt de mede- deeling bevatdat de zaak aan Onze beslissing is onder worpen.

Historische kranten - Archief Eemland

Arrondissementsbode van Amersfoort | 1849 | | pagina 2