IV I E U W S T IJ D IN G E IV. Artikelen daarop in N°. 2 twee uitzonderingen heeft toegelaten, de eerste, niet betrekking tot renten, waarvan hij volgens den regelals betreffende een zakelijk regt geene kennis zou mogen nemen; de tweedemet betrek king tot de aldaar verder opgenoemde persoonlijke regts- vorderingen wanneer zij een gedeelte zijn eener hoofd som, die meer dan f 200 bedraagt, in welk geval het twijfelachtig zou kunnen zijn, of de gestelde regel wel van toepassing was; doch dat hij beide uitzonderingen heeft beperkt door de voorwaarde: mits de regtstitel niet worde betwistten einde daardoor te voorkomen, dat de Kanlonregterbij het onderzoek dier titels, niet levens implicile kennis zou nemen van vorderingen, hetzij van cene onbepaalde waardehetzij die klaarblij kelijk meer dan ƒ200 bedroegen dat alleen bij deze uitlegging der wet alle tegenstrij digheid verdwijnt, welke anders misschien tussclien de beide nummers van Art. 38 zou kunnen schijnen te bestaan, en zij dus als de meest aannemelijke moet wor den aangenomen dat bij deze beschouwing des Regters het onderzoek naar de overige middelen van verdediging des gedaagden van zelve vervalt; Regt doende in het eerste ressort; Gezien Art. 38 der wet op de R. 0.; 784 B. W. j 129 en 56 Wctb. v. Burg. Regtsv. Verklaren ons onbevoegd om van dit geschil kennis te nemen en verwijzen partijen daar en waar het behoort met veroordeeling van den eischer in de kosten van dit regtsgeding. AMERSFOORT, 23. Oct. Naar wij vernemen is het Programma van het Concert alhier als volgt: 1. «Preis, Lob, Ruhni» van li. Klein, Mannen-Koor; 2. Grand duo-concertant pour Clarinette et Piano-forte, par C. dl. vonWeber; 3. Duo voor Tenor en Bas, uit: il Belisario» van Donizetti4. Grandes Variations pour Piano et Violon concertants, par Osborne et de Beriot5. Die Kapelle, von Kreulzer, en 6. Normanns Sang, von Kücken, Mannen-Koren. 7. Somiuerlied, en 8. Tiirkisclics Schenkenliedvon Mendelssohn Bartholdy Mannen-Koren; 9. Grand divertissement pour Piano et Cor, par Sig. Thalberg10. Wo möcht ieh seynvon Zöllner, Mannen-Koor. 11. «Ah! Perfido» Scène et Aria de L. van Beethovenarranges pour Clarinette et Piano, par Hummel; 12. Chor aus Wilhelm Tell, von B. A. Weber en 13. Die Ehre Gottes aus der Natur, von L. van Beet hoven, Mannen Koren. 22. Oct. Op den 15. October waren Choleralijders in behandeling gebleven4 Dien dag bijgekomen en overleden1 Blijvende4 Welke allen in den loop der vorige week zijn her steld; terwijl sedert geene nieuwe ziektegevallen zijn waargenomen. UTRECHT, 21. Oct. Men mag er zich in verheugen dat de Cholera geheel uit onze stad is geweken. Slechts in de eerste dagen dezer maand zijn nog een paar ge vallen voorgekomen; beide lijders zijn echter gelukkig hersteld. In de verloopene week was er geen enkele Cholerazieke.Wat thans opmerking verdient, is, dat de sterfte in het algemeen buitengemeen weinig is. Was het getal overledenen voorleden week slechts 16, deze week daalde het tot 11. Wij kunnen ons niet her inneren, dat immer een zoo gering getal sterfgevallen hier werd opgegeven. 's GRAVENHAGE16. October. Bij 'sKonings Be sluit van 13. October 1849, n°. 68, is de Luitenant- Kolonel bij het leger in Oosl-lndiö J. van Swielen op voordragt van den Minister van Koloniën, buitengewoon bevorderd tot Kolonel. Daardoor heeft Z. Maj. aan dien Hoofd-Officier laatstelijk Kommandantder troepen uitge maakt hebbende de derde Baliesche Expeditieeen blijk willen geven van Hoogstdeszelfs tevredenheid over den moed het beleid en de volhardingdoor hem zoowel bij die gelegenheid als vroeger aan den dag gelegd en zulks in afwachting van de voorstellen welke van den Gou verneur-Generaal over Nederlandsch Indië worden te ge- moet gezien tot belooning van hen die zich insgelijks bij de gemelde expeditie hebben onderscheiden. Op Donderdag avond zijn de vermoedelijke nieuwe Ministers ten huize van den Heer Thorbecke verzameld geweest, om het door den Koning verlangde Programma op te stellen. Thorbecke heeft echter tot op heden mor gen politieke geloofsbelijdenis dezer Heeren nog niet overgebragt aan Z. M. Intusschen zijn de Ministers ad hoc met moeite te bewegen om te continuëren. De vooruitzigten zijn duister. 't Zal merkwaardig zijn het programma der gedoodverwde Ministers te kennen en het oordeel des Konings daarover te vernemen. In alles is gebrek aan eenheid; maar er heerseht goede ver standhouding tusschen den Koning en Prins Frederik. Een dag of wat geleden kwam laatstgemelde bij Willem III en vroeg, de kamer binnentredende: uehbien, quia, fait le grand, hommc?» De Koning antwoordde daarop: Le grand homme n'a pas encore ricn fait.Willem III leeft stil en ingetogen; hij verlaat zijne werkkamer niet dan om met de Koningin thee le drinken of te dejeuneren. Twee malen daags wandelt hij een half uur in den tuin achter het paleis. Dit alleen zpu genoeg zijn om de lastertaal te logenstraffen, die door eenige der beruchtste periodieke pamfletten in de laatste dagen is verspreid. Wat de laatsten aangaat, hebben wij bespeurd dat de postkantoren het hunne er aan toebrengen om de verspreiding er van tegen te gaan; maar het welden kend deel der Natie zal ze wel uit zich zelf uit hunne woningen weren. Willem III heeft zijne gebreken maar nog niet eens dezulke, die men in 1840 en 1841 Willem II toedichtte, en hoe wordt deze Vorst thans vergood! Een duidelijk bewijs dat het der volksmeening meestal faalt aan grondig onderzoek. Willem III is tegen zijne inferieuren niet buitengewoon beleefd; maar geenszins zoo onbeleefd als de laster het wil doen voorkomen. Aan zijn goed hart en eene sterk geprononceerde zucht tot regtvaardigheidblijven wij steeds gelooven tot men ons het tegendeel zal hebben bewezen. Dat hij een Program ma van de nieuw te benoemen Ministers heeft gevraagd, is eene daad van gezond verstand, die algemeen door het publiek wordt erkend. Zondagsbl Bij Koninklijk besluit van den zestienden dezer zijn benoemd tot buitengewoon Adjudant de Baron De Girard de Mieiet van Coehoorn, Jhr. Merkes van Gendt en Von Goedecke en zijn genoemde Heerenmet uitzondering van de tweede, die Ier dispositie van het Ministerie van Oorlog is gesteldwederom ingedeeld bij het wapen waartoe zij vroeger behoorden. Tot Adjudant is benoemd de eerste Luitenant Adjudant von Schönsledt. L. M. heeft nu vier gewone Adjudanten: de Kolonel de linze Domme, de Ritmeester Graaf van Lijnden, de Kapitein Constant de Rebecque en gemelde eerste Luitenant Von Schönsledt. Woensdag bij het vertrek der alhier in garnizoen geweest zijnde Liinburgsche jagers, bevond zich bij de barrière der Stad, eene vrouw, welke een kind op den arm had, en die bij het zien van een der jagers, dat kind in de hoogte hield en hem toevoegde Wel aan, moet gij uw kind nog niet eens vaarwel kussen De jager nam het kind aan, en de moeder spoedde zich weg, zoo dat de goede jager met het kind op het paard bleef zitten. [Zondagsbl.). ARNHEM, 12. Oct. De Justitie laat zich veel gelegen liggen aan de mishandeling van de oude afgeleefde vrouw te Harderwijk, welke men, als verdacht van looverij, aan den openbaren weg heeft aangevallen en geslagen; heden zijn teil dien aanzien onderscheidene personen door den Heer Regter-Commissaris gehoord. 's HERTOGEiNBOSCH13. Oct. Gisterenavond, ruim elf uur, was het logement van Isaac de Jong alhier liet tooneel van eene verschrikkelijke misdaad. Zekere Philip Nathan Hartog27 jaren oud, parapluie- maker en geboren in Hannover, die sedert een paar dagen met eene Israëlitische familie bij de Jong gehuis vest was, en dezer dagen te vergeefs getracht had met de twee en twintigjarige dochter van die familie, Betje Staal genaamd, eene vroeger bestaan hebbende, doch afgebroken liefdesbetrekking weder aan te knoopen, sloop dien .avond, toen alles in het huis van de Jong in diepe rust lag, met een knipmes gewapend, in de kamer, waarin het bedoelde meisje sliep, vatte haar in den slaap bij de keel en sneed haar zoodanig met zijn mes in de strot, dat een ontzettend bloedverlies schier onmiddellijk den dood ten gevolge had. De vermoorde sliep met hare zuster op den grond voor het bed harer ouders. Op hel gereutel der onge lukkige is de moeder wakker geworden en heeft dadelijk om hulp geroepen; de logementhouder de Jong zag het eerst den dader, nog met het mes gewapend, en riep hem toe: «gij moordenaar,» waarop hij antwoordde: «Ik ben de moordenaar; maar ik heb mijn bloed gekoeld ik ben gewroken, zij moet sterven en ik wil ook voor haar sterven.» Nog denzelfden nacht is door den Heer Regter-Commissaris en door den Heer Officier van Justitie de instructie begonnen. Hartog bekende alles en daar onder, dat hij 14 maanden met het meisje verkeerd haddat de ouders later tegen die verkeering waren geweest, en zijn slagtoffer ook niets meer van hein had

Historische kranten - Archief Eemland

Arrondissementsbode van Amersfoort | 1849 | | pagina 3