De Hoofdcommissie tot het oprigten van een Metalen
Standbeeld ter eere van Laurens Coster heeft bekend
gemaakt, dat zij met den Heer Roijer in onderhande
ling is gelreden, niet dit gelukkig gevolg, dat zij dien
Kunstenaar het vervaardigen van het groole model heeft
opgedragen en dat de eerste hand aan het werk gelegd
is. De Commissie doet tevens een nieuw beroep op de
medewerking barer Landgenootenwelke medewerking
zij niet kan ontberen, zal bet model, de werkplaats des
Meesters verlatende, in metaal worden overgebragt, en
het denkbeeld alzoo worden verwezenlijkt, hetwelk,
eenmaal geopperd, door het gansche land weerklank vond.
Is het jagen in eene verhuurde en af'gepaalde jagt
zonder permissie van den huurder, een volgens de Wet
strafbaar feit? Deze voor de jagt allerbelangrijkste vraag
is ontkennend beantwoord door den Hoogcn Raad, bij
arrest van den 30. October j.l.
Men acht het niet overbodig te herinneren, dat
de guldens, die het jaartal 1340 voeren, koers zullen
houden en door een ieder kunnen aangenomen worden.
's HERTOGEN BOSCH7. Nov. De lieer M. van Maaren
Aannemer alhier, die bij de ramp van 28. October zoo
deerlijk gekwetst werd, is in den nacht van Zondag op
Maandag 1.1. overleden. Hij is het elfde slagtoffer van
dit betreurenswaardig ongeluk.
Wij vernemen dat de vrouw van II. van den Braak
van Harenwelke laatste bij het springen der stoom
boot op 28. Oct. omkwam, ten gevolge eener ontijdige
bevalling van twee kinderen, overleden is. Deze onge
lukkige vrouw mag dus ook onder de slagtoffers dier
ramp gerekend worden. De Noord Brabander logen
straft echter dit beiigt, tot onze blijdschap.
Een Belgisch Blad ineldt de bijzonderheid, dat de
mieren, bij welke men waargenomen heeft, dat zij, door
hun instinkt geleerd, hunne eijeren in den herfst steeds
in den grond brengen tot beneden de diepte, die de
sterkste vorst in den volgenden winter bereiken zal
ditmaal die eijeren anderhalf voet diep gebragt hebben,
hetgeen dus, zoo de waarneming doorgaat, een zwaren
winter zou voorspel len.
In het Departement van Mayenne is een zonder
ling voorval geschiedwaarmede de regter zal gemoeid
worden. Een burgerwacht was ten gevolge van dron
kenschap gestorven, zoo meende men althans. Twaalf
man en een sergeant geleidden het lijk grafwaarts. De
kist werd in de kuil gelaten, onder het g< bed des
Priesters en het geknal van twaalf geweerschoten; doch
toen de sergeant het laatste schot deed, kwam er een
akelig gestcen uit de kist, dat de omtanders schrik
aanjoeg. Dadelijk werd de kist opgehaald en het deksel
losgebroken; toen zag men den beg ra ven e in een bloedig
lijklakcn zich opbeuren. De linker zij was hem door
boord door een kogel, dien den sergeant vergelen had
uit het patroon te nemen, en hij eischt nu eene schade
vergoeding van dengene, wiens verzuim hem redde van
eene ontijdige begrafenis. AinstCour.)
Te Baden zijn de buitengewone krijgsgerigten op
geheven. De gewone, gerigten zouden in den loop dezer
week hunne zittingen heropenen. Do staat van beleg in
het groothertogdom is weder voor eene maand verlengd.
In de omstieken van Potsdam hield zich, op eene
afgezonderde plaats, eene vrouw oidedig met de kunst
van waarzeggen uit de kaarten, en misleidde bij her
haling de onkundigen, van wien zij voor hare profetiën
2 grosschen ontving. Aangeklaagd bij de Regtbank al
daar, werd zij vrijgesproken, op grond dat het niet be
wezen was, dat hare bezoekers inderdaad aan die waar
zeggerijen hadden geloofd. Thans heeft het hof van appèl
dit argument verworpen en haar veroordeeld tot 6 maan
den tuchthuisstraf en openbare tentoonstelling.
Het schijnt thans zeker te zijn, dat Haynau in
Hongarijë niet meer den Alva spelen mag. De algemeene
kreet, die wegens zijne onmenschelijkheid door geheel
Europa opsteeg, is eindelijk tot de Keizerlijke Regering
doorgedrongen, althans uit Weenen wordt gemeld, dat
in den Ministerraad besloten is, de doodstraf voor zuiver
staatkundige misdaden in Hongarijë niet meer toe te
passen. Een koerier is met dit berigt naar Pesth ver
trokken. De processen zullen desniettemin ten einde
gebragt worden. Ook zullen zekere cathegoriën gevormd
worden, waaronder men de beschuldigden zal bevatten
de uitwerking van dezen maatregel zal nagenoeg gelijk
6taan met eene amnestie voor minder gecompromilleerdcn.
Aangaande de kwestie nopens de uitlevering der
op Turksch grondgebied uitgeweken Hongaren verneemt
men, dat de Porte zich verbinden zal, geene renegaten
aan te stellen en alle vlugtelingen onder geleide uit
Widdin naar Candia te laten vervoeren, en dat daar
mede aan de zaak een einde zal worden gemaakt.
De Keizer van Rusland heeft ter voorziening in
de buitengewone uitgaven, door den oorlog in Hongarijë
veroorzaakt, besloten tot eene nieuwe uitgifte van rijks
schatkistbiljettenen wel ten beloope van 7 seriën, elk
van 3 millioen zilveren roebels.
De Opperbevelhebber van Hongarije, Generaal llaynau,
is weder in Pesth aangekomen.
Tot dusverre zijn in Hongarijë, na de executie van
den Baron de Perenyigeene doodvonnissen ter zake
van zuiver staatkundige misdrijven, voltrokken. Wat
deswegens bepaaldelijk is of zal worden beslistis niet
met genoegzame* zekerheid bekendmaar de misdaad
van eenige Hongaren die te Güns ettelijke gevangene
Croaten uit hunne kerkers hebben gehaald en die lie
den, op de openbare straat, in koelen bloede wreedaardig
hebben vermoordschijnt niet onder de bedoelde mis
drijven te worden begrepen. Deze liedenten getale van
twaalf, die sedert op Kufstein gevangen zijn gehouden,
zijn dezer dagen van daar naar Güns teruggebragt
aldaar teregtgesleld en gezamenlijk verwezen tot de straf
des doods met den strop.
FRANKFORT, 4. Nov. Te Bremerhaven wordt een
huis gebouwd voor Landverhuizers, waarin 2700 personen
geherbergd en 3000 gespijzigd kunnen worden. Deze zaak
zal aan een streng toezigt der Overheid zijn onderwor
pen die tevens de verplegingskostcn zal betalen. Het
gebouw beslaat eene oppervlakte van 30,000 vierkante
voeten is drie verdiepingen hoog en bevatbehalve
tien zeer ruime zalen; waar voor goede ventilatie is
gezorgd, ook aanzienlijke bergplaaten voor goederen,
twee afgescheiden lazareths met ziekenzalenbad- en
kraamkamers; waterbakken, welke de zalen en wasch-
kamer van water voorzienen bij het ontstaan van
brand elke ruimte onder water kunnen zetten; groote
stoomkeuken eene kapel of kerk welke 300 personen
kan bevatten; predikantswoning, gezelschapszaal, over
dekte bazaar, enz.
HAMBURG. Naar men uit Flensburg meldt, moet
de vrede tnsschen Denemarken en Duitschland reeds
gesloten, en zou de bekendmaking daarvan eerstdaags te
verwachten zijn. De grondslagen zouden zijn: Een zelf
standig Sleeswijk met eigen bestuur, leger, finantiën
landdag enz., mei Hulslein alleen verbonden door een
gemeenschappelijke!! Stedehouder, de Universiteit en
Hof van Appél terwijl de Ministeriele Departementen
voor de beide Hertogdommen afgescheiden zouden zijn,
maar de vloot gezamenlijk met Denemarkendoch de
Sleeswijkers niet genoodzaakt zijn, om bij de Decnsche
Marine te dienen. De erfvolging zoude aan: eene nadere
regeling zijn voorbehouden. Velen twijfelen echter, of
men wel zoo ver gevorderd is.
Dezer dagen heeft zich te Antwerpen een zonder
ling geval voorgedaan. De Justitie meende iemand gevat
te hebbendie beschuldigd was aldaar een moord te
hebben gepleegdmaar in plaats van dezen bad men
iemand anders gearresteerd, die met den bedoelden per
soon zeer veel gelijkenis had en toevallig niet minder
schuldig was dan deze. Hij was namelijk een geruimen
tijd te voren bij verstek veroordeeld wegens het ver
moorden zijner vrouwmaar had zich tot heden toe
welen schuil te houden.
Zaak van JEAN BAPTISTS DE LOEIL.
Het Provinciaal Gereglshof in Zeeland heeft, in des-
zelfs Zitting van den 25 October 1849, in zake van
J. B. de Loeil, oud 58 jaren, wonende te Koewacht,
beschuldigd van moedwiliigen doodslag zijner Echtgenoot
F. van Petegiies, voorafgegaan van onwettige aan- en
vast-houding van dezelve, gedurende den tijd van meer
dan eene maand, gepaard met ligchamelijke pijnigingen
na van de verklaringen van 47 getuigen en het verslag
van 5 deskundigen te hebben kennis genomen, uitspraak
gedaan bij het navolgend Arrest:
Aangezien aan dezen Hove uit de onder cede afgelegde
verklaringen van 39 getuigenin derzelver onderling
verband beschouwd, en voorts uit de in judicio voor-
gelezene processen-verbaal, door bevoegde autoriteiten
opgemaakt, en eindelijk uit de opgaven en gedeeltelijke
erkentenissen van den bcsch. zelvcn, de navolgende daad
zaken en omstandigheden wettig en overtuigen bewezen
zijn
dat de besch., zoo niet vroeger, althans zeker reeds
in den jare 1846, zijne huisvrouw F. van Peteghem slecht
bejegend heeft, door haar te mishandelen, honger te
laten lijden en de noodige kleeding te onthouden;
dat hij reeds in dat jaar zijne vrouw nu en dan meestal
opgesloten heeft gehouden op het zoogenaamde kelder
kamertje, zijnde een vertrekje, hetwelk het licht ontving