No. 5
Zaterdag 16 Januari 1904.
ie" Jaargang
Wees V Zelf!
Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstrekenf n„rca«:
Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER".
EEN NABETRACHTING.
FEUILLETON.
Be Moeder van den Rietdekker.
Verschijnt
Woensdags en Zaterdags.
DE EEMLANDER.
(voorloopig)
Redacteur: P. van der Meer Jan. I Beekesteinache Laan 32.
Abonnementsprijs
Prijs der advertentlën:
Per jaar
Franco per post
Per 3 maanden
f 3.00
- 3.50
- 0.75
Van 1 tot 5 regels0.40
voor iederen regel meer0.08
Franco per post
- 0.90
Bij abonnement aanmerkelijke korting.)
Gemeente-belastingen.
De GEMEENTE-ONTVANGER van
Amersfoort, herinnert ieder, vrien het
aangaat, dat met 31 December j.l. de
laatste termijn van de plaatselijke in
komstenbelasting en der straat
belasting over 1903 zijn vervallen,
en verzoekt beleefd, het alsnog ver
schuldigde vóór 1 Februari a.s. te zijnen
kantore te voldoen.
Amersfoort, 15 Januari 1904.
De Gemeente-Ontvanger
voornoemd,
K. v. d. BURG.
Daar de vergaderingen der sociaal
democraten minder talrijk zijn dan in
vorige winters, omdat de zaal .deArend"
(gevolg van PhoegSx-boycot),, vöor
hen niet meer 'verkrijgbaar js "en die
van „Amicitia" nog al.in *3e papieren
loopt, willen wij aan de op zich zelf
weinig belangrijke vergadering, waarin
de hoer Loopuit optrad, een paar be
schouwingen vastknoopon.
Wij noemden de vergadering weinig
belangrijk. Eerstens, omdat de heer
Loopuit een zeer matig oratorisch talent
bezit en ons dus niet vergast op nieuwe
oorspronkelijke beschouwingen, zooals
de heer Troelstra die weet te geven.
Vandaar, dat zijne rede met de uit-
drukking „opgewarmde kost" dan ook
hot best werd gekenschetst.
Maar ook, omdat de partij, tegen wie
de rede volgens aankondiging een
philippics had moeten zijn, op het
appèl ontbrak. Wij kunnen het die
partij (de christelijke) echter maar half
kwalijk nemen. Men mag van zijn tegen
stander op politiek gebied niet eischen,
dat hij op elk moment en op elke
plaats dient klaar te staan, waar men
hem maar gebeft te bestellen.
Do sociaal-democraten zullen evenwel
Schets uit Seeland.
2
Het dorpje lag als uitgestorven in
den feilen gloed der zon.
Hier en daar slechts zat een oude
vrouw aan de huisdeur, half slapend
te breien, en een paar kinderen waren
aan het spelen op een zandhoop. Overi
gens hecrschte er een doodsche stilte,
want het was in het drukste gedeelte
van den hooitijd en ieder die werken
kon, was buiten op het veld.
Zelfs het groote, lichtgele schoolge
bouw, van waaruit gewoonlijk een luid
en verward gegons van stemmen weer
klonk, deelde, nu de kinderen vakantie
hadden, in de algemeene stilte. Alleen
Mads, de rietdekker, was, geholpen
door een leerjongen, heel in de hoogte
aan het werk, want het rieten dak van
het sohoolgebouw moest vernieuwd wor
den en gereed zijn voor de lessen op
nieuw begonnen. Mads werkte dan ook
ijverig voort, legde de bossen stroo op
dat wegblyven, volgens de eigenaardige
wijze, waarop zij gewoon zijn de zaken
uit te leggen, wel weer als angst voor
de geweldige kracht van het sociabsme
brandmerken.
Immers, toen in 1902 een soc.-dem.
leeraar hier ter stede met één stem
meerderheid, werd herbenoemd, dank
zij de persoonlijke bemoeiing van par-
ticuherc zijde ten gunste van dien leeraar
bij de raadsleden, toen heette het in
het eerstverschijnend nummer van „het
Volk" snoevend: „de reactie heeft
het niet aangedurfd." Zoo schrijft het
blad eener partij, die in één adem zoo
wel vrijzinnigen als clericalen beschul
digt van snoeven en brallen.
En toen na het gelukken der Januari-
staking niemand minder dan Mr. Troelstra
schroef: „do leeuw de arbeiders
partij) heeft nog slechts zijn klauw ge
toond," toen „was het zijn noodlot"
(om ons van de woorden van den heer
Loopuit te bedienen), dat dezelfde pen,
waaraan die snoevende tirade ontvloeid
was, een paar maanden later een be
nepen artikel „wat nu?" zou schrijven.
Indien dan ook van vrijzinnige zijde
beweerd is, dat de soc.-democr. met de
Aprilbeweging Dr. Kuyper's positie heb
ben versterkt, daar verklaren wij ons
met die bewering homogeen en zeggen
het snoeven van Oudegeest en Troclstra
heeft do reactionnaire machten in de
kaart gespeeld.
Wie het bever niet over snoeven en
braben moesten hebben, het zijn de
soc.-democratcn.
Is het bovendien ook geen groots
spraak van de S. D. A. P. zich de
arbeiderspartij te noemen, zooals de kop
van „Het Volk" eiken dag weer aan
den volke verkondigt?
Was dat waar, dan had de April-
staking anders moeten verloopen dan zij
verloopen is.
Tegenover de personen der stakors
wenschen wij met alle humaniteit ver
gevensgezindheid toegepast te zien,
orde, sneed ze met een groot mes op
de vereischte lengte en bet zijn ijzeren
spoel, waarom het staaldraad gewikkeld
was, lustig op en neêr gaan.
Beneden in den tuin was meester's
Stine bezig met het waschgoed over de,
tusschen de vruchtboomen gespannen,
lijnen te drogen te hangen.
De meester was een oude jonggezel
en Stine nam zijn huishouden waar. Zij
had vroeger in de stad gediend en
daardoor ecnigszins betere manieren ge
kregen, maar overigens frisch en bloeiend
als een landmeisje.
Mads kon niet nalaten nu en dan even
van zijn werk op te zien, om zijn bbk
met bewondering op haar te laten rusten.
Zij zag er dan ook wel aardig uit in
haar blauw katoen japonnetje met het
roodgeruite voorschoot en het sierlijk ge
plooide kraagje om den hals. Haar ge
laat was vviendehjk en blozend, het
glanzend bruine haar lag in dikke vlech
ten tegen het achterhoofd vastgestoken
en telkens wanneer zij haar stevige
bloote armen omhoog hief, om het
waschgoed over de bjnen te hangen, had
men gelegenheid haar welgevormde,
krachtige buste op te merken.
maar het meedoen aan de staking zelf
moot als een onvergeeflijke fout van de
S. D. A. P. worden aangemerkt.
Wij wenschen hier ook als cmverant-
woordclijk te betitelen het systeem, dat
de S. D. A. P. erop na houdt, om de
arbeiders, die een strijd zijn begonnen,
niet af te vallen, ook al is hun strijd
niet gerechtvaardigd.
Waar wij het een onafwijsbare pbcht
achten van leiders (ook van partijleiders)
om de geleid-wordenden van het vor
keerde pad af te houden, ja zelfs zoo
noodig, af te brengen, daar noemen do
soc.-democraten dat laatste: do arbeiders
in den rug aanvallen.
Van daar dan ook, dat toen Troelstra
in zijn artikol „Wat nu?" aarzelend het
gezond verstand wilde stellen hoven het
meegaan met een verkeerde beweging
hem ibt door zijn partij zóó kwalijk
is genomen, dat hij slechts met moeite
zijn plaats in de partij heeft kunnen
handhaven.
Hierin staan wij lijnrecht tegenover
de soc.-dem., dat wij eerst willen be
oordeeld zien, of een eventueelc strijd
rechtvaardig is, voor hij gevoerd zal wor
den of voor wy hem meestrijden en deze
volgorde niet omgekeerd wenschen.
Wat wij vooral op de soc.-dem. tegen
hebben, dat iB hun strijdwijze. Hun
strijdwijze, die van verdachtmaking niet
afkeerig is niet alleen, maar er vaak
kracht in zoekt.
Als de heer Loopuit het heeft over
Dr. Kuyper. die tegenover van der Vlugt
„bakzeil haalt" (de woorden zijn van
den heer Loopuit), dan luidt de verkla
ring „want dr. Kuyper heeft de bbe-
ralen noodig". Dit is insinueeren tegen
over beide partijen. De eenvoudige voor
de hand bggende verklaringvan der
Vlugt had Kuyper schaakmat, wordt
blijkbaar met opzet gepasseerd.
Insinueerend is ook het beweren„de
bberalen hadden hun zaakwaarnemers,
die zij in baantjes hadden gestopt, want
er zit een heeleboel aan vast. Dr. Kuy-
Toen zij gereed was, ging zij naar
binnen om een oogenbbk later terug te
komen met een groote kom vol schuimend,
eigen gebrouwen bier in de hand.
„U zult wel dorst hebben, rietdekker",
zeide zij met een vriendelijken glimlach.
„Wilt u niet eens drinken?"
Men kon wel hooren dat zij een
meisje van opvoeding was: zij zeide „u"
tegen hem. Dat was hem nog nooit te
voren overkomen.
„Ik dank u zeer, juffrouw", antwoordde
hij. Hij zou toch ook toonen dat hij
wist hoe het behoorde.
Zij klom een paar treden van de
ladder op, om hem de kom toe te reiken;
hij boog zich om die aan te nemen,
maar zijn voet gleed uit op het natte
stroo, hij verloor het evenwicht en viel
naar beneden, terwijl bij het nederkomen
zijn eene voet tusschen een paar groote
steenen bekneld geraakte.
Stine zette verschrikt de kom neer en
ijlde op hem toe.
Om God's wil, hebt ge u erg bezeerd
„Ja mijn been doet mij vreeselijk pijn."
Hij trachtte zich met hare hulp op te
richten, maar hij zonk, half bezwijmd
van pijn, opnieuw ter aarde.
per doet dat niet erger dan de libera
len. Hij heeft het van dc liberalen ge
leerd, dat heeft hij zelf verklaard."
Sinds wanneer en voor hoelang vor
men de verklaringen van Dr. Kuyper
een evangelie voor den heer Loopuit?
Accepteert hy ook alle verklaringen van
Dr. Kuyper met betrekking tot de soci
aal-democraten Ook diens verklaring
b.v. dat de soc. dem. zich enkel en
alleen voor de vrije school verklaard
hebben, om daarmede anti-revolution-
naire kiezers te vangen
Maar, indien de heer Loopuit zelf niet
met die maat gemeten wenscht te worden,
waaraan ontleent hij dan hot recht,
anderen er mee te metenP Of moet hier
gedacht worden aan een taktiek, die
onder woorden gebracht, zou luiden: het
doel heiligt de middelen?
Aan dat gezegde deed ons ook denken,
de uiting van Loopuit, dat het Handels
blad zou zijn: Het beste liberale blad.
Wij mecnen, dat in „Het Yolk", een
orgaan dat toch ook wel eens in handen
van den heer Loopuit zal geraakt zijn,
bij herhaling het Handelsblad, wat zui
verheid van beginsel betreft, tot het
minst goede der groote liberale
bladen verklaard was en tot het beste:
de Nieuwe Rotterdammer.
Edoch, de heer Loopuit had het voor
zijn doel noodig, n.l. om van de bewijzen
die voor het grijpen waren, het eene,
het eenigc zelfs, te kunnen grijpen: de
aanbeveling van het Handelsblad om op
Bijleveld te stemmen.
Yan de bewijzen namelijk voor de
stelling: dc liberalen hebben zich in de
armen van het clericalisme geworpen,
om zich het proletariaat van het lijf te
houden. (Woorden van den heer Loopuit)
„Opgewarmde kost! Alles schon dage-
wesen
Voor ons ligt een strooibiljet in het
district Gouda verspreid ten gunste van
de candidatuur-Gorter door de afd. Gouda
van de S. D. A. P.
Wij lezen daarin:
Het meisje knielde naast hem neder
en vroeg op bezorgden toon of hy dacht
dat hij ernstig gekwetst was.
„Och zoo heel erg is het niet", ant
woordde hij met een flauwen glimlach.
„Ik denk alleen maar dat mijn been
gebroken is."
„Groote God!" jammerde zij en toen
zich tot den jongen wendende: „Toe,
loop zoo hard je kimt naar zijn moeder
en laat haar dadelijk meekomen.
De jongen repte zich weg. Mads vroeg
om drinken.
Zij hield de kom met bier aan zijn
lippen en ondersteunde zijn hoofd, ter
wijl hij gretig dronk. Hij keek haar aan
met een dankbaren blik uit de verwon
derde bruine oogen. Zooveel deelnemende
vriendelijkheid was iets geheel nieuws
voor hem.
Toen kwam Sidse aanloopen met den
jongen op haar hielen. Zij had haar
kruiwagen bij zich en was zeer uit haar
humeur.
„Zoo, akelige jongen heb je je nu
weer eens een ongeluk op den hals ge
haald viel zij uit. „Nooit van mijn
leven heb ik anders dan verdriet en er
gernis van hem gehad! Natuurlijk kan
„Don liberaal? Den candidaat der
klericalen, Bijleveld, brachten zij door
hun stemmen nog onlangs in de Kamer.
Zij kiezen liever zwart <lan rood
(vette letter niet van ons), als zij maar
het bezit kunnen verdedigen en den
arbeid onderdrukken.
Welke zijde zult gij kiezen? Dezijdo
van het ministerie dat voortgaat den
arbeid te onderdrukken, den nachtarbeid
voor vrouwen invoert? Of dc zijde van
de liberalen, die met de klericalen onder
één deken liggen?"
Wij zien hier het schema van de lede
van Loopuit voor ons.
Alleen: het strooibiljet was eerlijker,
want het was gericht zoowel tegen don
liberalen als tegen den clericalen tegen-
candidaat. Terwijl de heer Loopuit het
alleen zou hebben tegen de „Kuype-
riaanscho christelijke politiek in ons
land" en in verband daarmede ook alleen
een anti-revolutionnair tot debat was
uitgedaagd.
Wij noemen de beweringen (niet uit
zondering van hot geval-Bijleveld, dat
ook wij betreuren) aantijgingen,
waartegen wij ons met hand en tand
wenschen te verdedigen. Juist, omdat
de liberalen niet onder één deken willen
liggen met de clericalen in hun reac-
tionnair optreden, werd o.a. dit blad
opgericht.
Bovendien Dr. Kuyper, wiens woord
voor den heer Loopuit zooveel gezag
heeft, zal eerder geneigd zijn, te be
weren, dat wy met de soc.-democraten
onder één deken liggen.
Nóch het een, nóch het ander is
waar. Wij wenschen, ondanks mogelijke
verschilpunten, slechts onder een deken
te liggen met alle onderschrijvers van
de liberale ideeën.
Wij meenden deze uiting als nabe
trachting te moeten stollen tegenover
de stoute beweringen van den lieer
Loopuit.
hij nu weken en maanden in zijn bed
blijven en leven van het weinige dat ik
met moeite verdien, om niet eens te
spreken van wat er heengaat aan dok
ter en ap'theker.
„Foei! Ge moest u schamen, Sidse",
viel Stine haar in de rede, „ge moest
hem bever troosten en opbeuren, don
stumper, dat zou vrij wat beter zijn dan
zoo tegen hem uit te varen."
„Bemoei jij je maar met je eigen za
ken", antwoordde Sidse. „Jij zult wel
schuld aan liet ongeluk hebben, ik be
grijp er alles van; natuurlijk heeft hij
met jou malbgheid zitten maken en niet
op zich zeiven gelet, en zoo is hij naar
beneden gevallen."
Stine bet verlegen het hoofd hangen:
zeker goed beschouwd, was het haar
schuld. Zij had hem de kom zóó niet
moeten toereiken, maar zy had het met
een goede bedoeling gedaan, zeide zij.
„Ja. ja, dat dacht ik al", gromde
Sidse. Maar help mij nu hem op den
kruiwagen leggen, dan zal ik zien, dat
ik hem naar huis krijg".
Zij tilden hem met vereende krachten
op, en Sidse kruide weg, geholpen door
den jongenmaar Mad6 gilde het uit