trekt. Dit alles moet naar het abattoir worden vervoerd, om aldaar te worden gekeurd. Komen de manden en tonnen met vlcesch en geslacht, waaronder vooral levers, welke nóg spoediger aan bederf onderhevig zijn dan versch vlecsch, aan het abattoir te Nijmegen des avonds na 6 uur aan, dan heeft de keuring niet voor den daarop vol genden dag bij opening van het abat toir plaats. Dat deze maatrcgen geen aanleiding tot klachten omtrent bederf heeft gegeven, heeft de ondervinding geleerd niet alleen aan het abattoirs te Nijmegen, maar aan alle abattoir en ook in steden, waar een Bureau voor vleeschkeuring is, zooals o.a. te Dor drecht of voorheen was, zooals bijv. te Utrecht. Wel degelijk is rekening gehouden met den IsraClictischen slager, zoowel als met noodslachting, en de bij uit zondering noodzakelijk geachte slach ting, ook voor den niet-lsraëlitieschen slager, op Zon- of feestdag. Juist in die bijzondere gevallen voorziet alinea 2. Art. 8. De ontwerper eener verordening kan niet altijd rekening houden met de eigenaardigheden der gemeentenaren. Zoo was het eertijds eene eigenaar digheid van vele ingezetenen van Amersfoort, de loozing hunner privaten in de stadsgrachten te doen plaats hebben. Dat deze inrichting erg gemak kelijk 'en goedkoop was, is licht te begrijpen, maar evenmin behoeft het nader betoog, dat die toestand uit een oogpunt van hygiène zeer te verwerpen was en er dan ook door de overheid maatregelen zijn getroffen, ten einde aan deze eigenaardigheid een einde te maken. Zoo kan en mag de ontwerper eener verordering op de vleeschkeuring ook geen rekening houden met de „eigenaardigheden" van het slagers- bedrijf, doch hij moet de keuring zoo danig rpgelen, dat er waarde aan die keuring is te hechten en zal dit het geval kunnen zijn, dan is het een allereerste vercischte, dat het weten schap p e 1 ij k mogel ijk is, het vleesch te keuren. Onmogelijk nu is dit, wanneer bij het te keuren vleesch niet aanwezig zijn de daarbij behoo- rende ingewanden. Juist de ingewanden zijn de organen die de al of niet aanwe zigheid eener ziekte en den aard dier ziekte verraden. En aangezien het noodzakelijk is, de ziekte te kennen, waaraan een dier heeft geleden, om te kunnen nagaan in hoeverre de aan wezigheid der ziekte van invloed is op de bruikbaarheid van het vleesch, Iaat het zich gemakkelijk begrijpen, dat het onderzoek der ingewanden voor eene betrouwbare keuring van vleesch, onmisbaar is. Keuring van vleesch zonder ingewanden, is geen keuring. En voor de contróle nu is het noodig, dat de ingewanden, in art. 8 genoemd, aan het ingevoerde vleesch met hunne natuurlijke h e c h t m i d d e 1 e n en ongeschonden bevestigd zijn ge bleven. Dat dit voorschrift in de practijk wel degelijk uitvoerbaar is, leert de ondervinding op alle plaatsen, waar de keuring van het ingevoerde vleesch eveneens geregeld is, alsmede aan alle abattoirs, zoowel in binnen- als buitenland. Ook bij de keuring van voor export bestemd vee is door den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, bij beschikking van 31 December 1902, ter uitvoering van het Kon. besluit van 21 November 1902, Stbl. 199, het zelfde voorge schreven. De Duitsche Rijksregeling schrijft voor. dat in Duitschland op gcene andere wijze dan bij halve of heele dieren, met aanhechting der ingewanden, mag worden ingevoerd, en op die wijze V worden duizenden dieren daarheen ver zonden, zonder dat zulks tot bezwaren aanleiding geeft. Wat daar kan, is toch ook hier wel mogelijk. Kleinere stukken vleesch dan halve dieren, als hazen achterbouten, ronde billen, enz. kunnen dus alleen betrok ken worden van plaatsen waar een abattoir is, voorzoover ze niet te ver krijgen zijn bij collega's in de stad zelf. Het is moeilijk te gelooven, dat een slager, die dit vleesch bij een collega ontbieden moet, daarvoor een hoogcren prijs zou moeten betalen dan hij aan zijn klant kan berekenen. Van geld bijleggen, in die enkele gevallen van uitzondering, is dus geen sprake, mis schien wel van minder verdienste, want het is natuurlijk goedkooper, het vleesch uit eene naburige Gemeente, desnoods van een noodslachting, ongekeurd te bekomen, maar dat verbiedt nu een maal de hygiène. Art. 11. Dit artikel is wel degelijk door te voeren, getuige de keuring op andere plaatsen, waar ze evenzoo geregeld is (bijv. Dordrecht en voorheen Utrecht). Het artikel moet dan ook blijven be staan, in verband met het aangevoerde op art. 4. Art. 13. Het direct, of althans binnen een uur verplicht stellen der keuring zou, alleen reeds met het oog op de tegen woordige uitbreiding der stad en in gevallen van gelijktijdige kennisgeving van slachting, ondoenlijk blijken te zijn. De verordening zegt niet, dat de Keurmeester het twaalfde uur na den tijd voor de slachting opgegeven komt keuren, maar binnen de 12 uur na dien tijd. Het vleesch dient na de slachting te besterven, indien men zijn klanten niet van taai vleesch bedienen zal, en juist in dien bestervingstijd komt de Keurmeester keuren. Natuur lijk zal de Keurmeester het belang der slagers, vooral in den zomer wel zóó- vecl voor oogen houden, dat hij niet 't uiterste oogenblik voor de keuring zal afwachten. Niet zonder beteekenis toch luidt de instructie voor den Keur meester: „en streeft er steeds naar, aan het vleeschverkoopèrsbedrijf zoo min mogelijk belemmeringen in den weg te leggen". De bestaanbaarheid van dit artikel is gebleken onder de vóór de oprich ting van het Gemeenteslachthuis te Utrecht vigeerende verordening. Volgens ingewonnen informatie bij den Directeur van het abbattoir aldaar, vroeger te keurmeester, heeft deze regeling nimmer aan het vleeschvcr- koopersbedrijf storende belemmerin gen in den weg gelegd. De slagers hadden hun slachttijd er geheel naar geregeld. Art. 14. De ondervinding leert, en wel het hest aan abbattoirs, dat bijna alle slagers op vaste tijden slachten. Het opgeven van den tijd voor de slachting is dus niet zoo bezwaarlijk. De slager moet toch ook aan den Rijks-ontvanger den tijd van slachting opgeven. Is de termijn van 3 uren, daarvoor bepaald, verstreken, dan kan hij weer 3 uren verlenging van slachttijd aanvragen. Dat kan dc slager dan toch bij den Keurmeester ook doenOp andere plaatsen is het wel degelijk mogelijk; waarom dan hier niet? In die enkele gevallen, dat een slager beslist om vleesch verlegen zou zijn en bijv. op een Zon- of feestdag zou moeten slachten, kan altijd eene uit zondering worden gemaakt, zooals dan ook in het 3e lid van art. 13 wordt gezegd. Art. 15. De argumenten tegen artikel 7 te berde gebracht, zijn daar ter plaatse o.i. voldoende weerlegd. Mitsdien blij ven wij, op de daar aangevoerde gronden de bestaanbaarheid van art. 15 ook hand haven. Geen enkel artikel verbiedt den sla ger, 'savonds of 's nachts te slachten. Alleen wordt in art. 14 gezegd, dat wanneer de keuring niet vóór des middags 12 uren en minstens 4 uren vóór de slachting is aangevraagd, de Keurmeester niet verplicht is, de keuring nog dienzelfden dag te verrichten. De slager kan rustig 's nachts slach ten, als hij maar zorgt, bijtijds de keu ring van het ter slachting bestemde vee te doen plaats hebben en van den tijd van slachting kennis te geven, opdat dan 's morgens terstond de keu ring van geslacht te zijnen huize en winkel of slachtplaats kan geschieden. Vinden de slagers het keuren in de warmste zomermaanden des ochtends van af 7 uren te laat, welnu, dan kan in de maanden Juni. Juli en Augustus, de keuring des morgens te 6 uren aanvangen en de verordening in dien zin zonder eenig bezwaar worden ge wijzigd. Art. 16. Dit artikel moet blijven bestaan in verband met het betoog, ter verdediging van art. 4 aangevoerd. Art. 21. Het is met eenige speling, b.v. 3 uren, evenals bij den accijns, zeer zeker doenlijk den tijd van slachting te be palen. Met de aangifte voor den accijns wordt niet anders gehandeld, zooals bij art. 14 reeds is opgemerkt. Dc bepaling is in verband met con trole noodigde ondervinding in andere steden heeft de uitvoerbaarheid be wezen. Art. 29. Dit artikel is juist in het belang van den slager en wel met het oog op evcntueele afkeuring en het cischen van schadevergoeding door den slager van den verkooper van het afgekeurde dier. De slager toch zal, wil hij aanspraak op schadevergoeding kunnen maken, in de eerste plaats aan den verkooper de identiteit van het afgekeurde dier moeten bewijzen, hetgeen hij niet kan als de huid niet aan het geslachte dier bevestigd is gebleven. Ook in abbattoirs, bijv. in Utrecht, blijft de huid der runderen aan het hoornstuk verbonden tot na de keuring. Heeft de keuring plaats gehad, dan wordt, door de huidenppkoopers. de huid van het dier verwijderd. Echter is aan abbattoirs het bevestigd laten van den huid niet noodig, omdat de runderen daar niet alleen gekeurd, doch ook geslacht worden. Indien men nu aan een abbattoir, zelfs zonder ver plichting, de huid aan het geslachte dier op èén plaats bevestigd laat, en de noodige reiniging daar zeer goed plaats heeft waarom kan zulks dan bij den slager in zijn slachthuis niet? Dat reiniging wel degelijk mogelijk is, leert de ondervinding pok bij nood- slachtingen immers ook in dat geval moet dc huid op éèn plaats aan het geslachte dier bevestigd blijven, totdat de verificatie is geschied. Hiermede meent de Gezondheids commissie de verschillende bezwaren der Slagersvereeniging voldoende te hebben weerlegd. Mocht de Raad er toe kunnen be sluiten, het door U aangeboden ontwerp tot wet te maken, dan zal deze regeling, zóó lang voorbereid, zóó lang ook reeds noodig, een stap op den goeden weg zijn. Wat behartiging der volksgezond heids-belangen betreft, staat ons land achter bij vele omliggende Rijken, met name Duitschland. Toch. hoewel Rijks keuring nog uitbleef, neemt het aantal plaatsen in ons land, die abbattoirs oprichtten, toe, terwijl andere, die nog niet tot dit betere konden overgaan, voorloopig afdoende maatregelen trof fen op de wijze zooals nu door U wordt voorgesteld. De ondervinding leerde, dat overal waar het slagers- bedrijf gereglementeerd werd, verzet der belanghebbcn, die hun eigen be lang meenden verkort te zien, ontstond, maar ook dat, eenmaal ingevoerd, de geopperde bezwaren niet steek houdend bleken te zijn en dat zij zeker niet opwegen tegen het nut, dat de gemeenschap uit de regeling trok. Nieuwe, deugdelijke bezwa ren nu zijn dan ook in deze Gemeente door de slagers niet te berde ge bracht. Bij een milde toepassing der ver ordening, zooals men die van een goed Keurmeester mag verwachten, is het zeer wel mogelijk, dc hygiënische eischen te vereenigen met tegemoet koming aan de billijke wenschen der handelaren, op wier bedrijf contróle moet bestaan in het algemeen b elan g. De Gezondheids-commissie voornoemd, Dc Voorzitter, D. VAN DER WERF. De Secretaris, W. D. CAUDRI. Het Adres der Slagersvereeniging. Aan den Raad der Gemeente Amersfoort. Geeft met den mecsten eerbied te kennen het Bestuur de Slagers-vereeniging te Amersfoort, welke vereeniging niet tegenstaande den twijfel der Gezond heids-commissie werkelijk bestaat en wel uit 26 zelfstandig werkende slagers- patroons en vleeschverkoopers, dat het kennis heeft genomen van de missive der Gezondheids-commissie dd. 31 December 1903, No. 104, groo- tendeels inhoudende een repliek op de bezwaren door ons, bij uw College ingediend tegen de voordracht van B. en W. 10 October 1903, No. 4028, dc reorganisatie der vee- en vleesch keuring betreffende dat het, in opdracht van de ver eeniging als belanghebbende, zich de vrijheid veroorlooft, als dupliek op bovengenoemde missive het volgende onder Uwe aandacht te brengen. Voor en aleer wij de Gezondheids commissie op den voet volgen, meenen wij Uw geacht College er op te moeten wijzen, dat het betoog der Gezondheids commissie in hartstochtelijken toon is geschreven, hetwelk zeer te betreuren is omdat daardoor te kort is gedaan aan de objectiviteit die men met recht van een officieel lichaam mag ver wachten. Het eerste gedeelte van het betoog der Gezondheids-commissie kunnen wij gerust niet stilzwijgen voorbijgaan. De Slagers-vereeniging heeft in haar bezwaarschrift reeds dadelijk gezegd, dat zij tegen de keuring zelve geen principieel bezwaar heeft. Alleen komt zij er tegen op: le. dat de kosten der reorganisatie in den vorm van keurloon op den slager worden verhaald; 2c. dat de keuring wordt ingericht op een wijze die het slagcrsbedrijf in hooge mate belemmert en groote schade zal berokkenen aan de leden der Slagersvereeniging. Wij hebben onze bezwaren, zeer ge- détailleerd en met redenen gestaald, aan Uw geacht College kenbaar ge maakt en behoeven dus deze niet nogmaals herhalen. Het is der Gezond-

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1904 | | pagina 7