No. 24. Woensdag 23 Maart 1904. ie Jaargang TOees U Zelf! Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken Buitenland. Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER". Meditatie over den Maatschappe- lijken vooruitgang. FEUILLETON. HET NOODLOTTIGE TESTAMENT. ACCIJNSONTDUIKING. DE EEMLANDER. Verschijnt Woensdags en Zaterdags. Redacteur. Itnrean I Hendrik van Viandenstraat 28. Abonnementsprijs Per jaarf 3.00 Franco per post| - 3.50 Per 3 maanden- 0.75 Franco per post- 0.90 Prijs der advertentiën Van 1 tot 5 regels0.40 voor iederen regel meer0.08 (Bij abonnement aanmerkelijke korting.) Reactie wil hier niemand". Aldus sprak Dr. Kuyper in de Tweede Kamer. Niemand wil achteruit op den weg, die de maatschappelijke ontwikkeling heeft afgelegd, ten minste wanneer ieder het van zichzelf moet verklaren. Hebt ge ooit gehoord van een persoon of van een partij, die zichzelf reactionnair noemde? Toch zouden wij de gevolg trekking daaruit niet aandurven, dat er dus geen reactionnaire elementen meer in de samenleving zouden zijn. Hetzelfde geldt van het Conservatisme. Want het is een eigenaardig verschijnsel, dat niemand bekent conservatief te zijn; niemand zegt openlijk: nu zijn we ver genoeg, nu moet ons land maar blijven staan waar het staat en geen enkele wet meer veranderen. Neen, vooruit willen schijnbaar alle partijen. Woorden ten gunste van hervormingen heeft zelfs de behoudzuchtigste beschikbaar. Doch het eenige, wat ons den vooruitgang zeiven brengt: de daad die is slechts bij waarlijk vooruitstrevende!»' te vinden. Er zijn inenschen, die in het belaiïg van den mautscliappelijkdn vooruitgang de handen uit de mouw steken, daden ver richten dus. En er zijn er, die slechts spreken over vooruitgang en niet Vorder komen dan het gezegde „ik zou". Deze laatste soort nu zijn de Conservatieven. Wanneer wij het concentratie-idee voor de vrijzinnigen voorstaan, dan vree zen wij geen tegenspraak, als wij dat aldus vertolken: gezamenlijk wenschten wij de vrijzinnigen in de richting te zien wandelen van den maatschappclijken vooruitgang. Want liet liberalisme in zich is vooruitstrevend. Dat zij de grond toon van het accoord. En wij gelooven voorshands in de mogelijkheid van over eenstemming op een paar hoofdzaken, die thans de fracties verdeeld houdt. Waar een wil is, is ook een weg. Daartoe moet men kunnen geven en nemen, moet men zich kunnen schikken naai de inzichten van anderen. De liberale partij moet niet langer zijn de verper soonlijking van het spreekwoordzooveel hoofden, zooveel zinnen. De liberale partij neme de leiding op zich van den maatschappelijken vooruitgang. Wanneer dan, zooals de heer Loopuit tot den heer Tliicl deed, de vraag wordt gesteld 10 Zou hij dan ten gronde moeten gaan, slechts omdat de gedachte aan een mooi meisje hem verwarde en hem zijn zeker steunpunt beroofde Belachelijk! De schoone vrouw zat naast hem op den divan en speelde met zijn vingers. „Binnen een week zullen wij gaan, niet waar, mijn vriend? Ik zeg wij, je moet aan mijn zijde blijven anders heeft het schoone Italië dit jaar voor mij zijn grootste aantrekkelijkheid verloren." Ilij nam haar hand en sloeg haar fraai gevormden arm om zijn hals, ter wijl hij steeds haar hand in de zijne hield, toen trok hij de schoone gestalte aan zijn onrustig kloppend hart. Een lichte twijfel, een onafwijsbaar voorge voel, hadden hem trots alle vertrouwe lijkheid zelfs nu nog niet verlaten. „Binnen een week herhaalde hij half luid, „dat is te gauw" niet het minst voor mijn dierbaarste eenige wcnsch." „Die u hier terug houdt?" vroeg zij lachend. „Juist hier, waar mijn huis staat, waar zij, die ik bemin, mijn vrouw wor den moet. Willen wij nog tot jhet begin van den winter wachten, Emilie?" De „waar is die liberale partij?", dan be hoort zij vóór de stembus van 1905 met het antwoord klaar te staan en te zeggen hier is zij en dit is het program, ten opzichte waarvan overeenstemming is verkregen. Dan moet de liberale partij echter bezield zijn van den geest, die Thorbecko bezielde. De ingrijpende grondwetsher ziening, die in 1844 door Thorbecke met de zijnen met uiterst geringe kans op spoedig slagen werd aanhangig gemaakt, was vier jaar later een feit gewor den; maar men had dan ook aangepakt. Daar zijn echter naar onze mceuing onder onze huidige liberalen er te veel, die naar de oplossing van het probleem schijnen te zoeken: Vooruitgang door stilstand. Natuurlijk met even weinig kaus op slagen, als het zoeken naar een perpetual mobile. Een sprekend staaltje van dat vooruit gaan zonder verder te komen, leverde dezer dagen het Handelsblad, sprekende over do aanhangige grondwetsherziening. De laatste mcening van dit blad is nu, dat men die herziening thans niet aan do orde moet stellen. Wij zeggen: de laatste opinie, u.l. voorzoover ons bekend; misschien heeft het blad, terwijl wij .dit schrijven, alweer een nieuwere mcening de wereld ingezonden. Immers, eenige weken ge ledén nog gaf-datzcltde Handelsblad duidelijk te hefinen, dat het de gronds- wetsherzieprtig als leus voor do a.s. ver- kiezingprf' wel wilde aanvaardenslechts, voegde het er bij het geschiedde bij bespreking van een voordracht, ge houden door het vrijzinnig kamerlid Mr. Van Kaalte slechts kou het zich niet gehéél verccnigen met het voorstel tot grondwetsherziening, door de vrijzinnig- democraten bij de Kamer ingedienden nu zou het blad wel eens willen weten, of de onveranderde inhoud van dat voorstel werkelijk de minimum eischen der vrijzinnig-democraten waren, dan wel of zij zich bij een andere formuleering van dezen hoofdeisch zouden willen neerleggen. Het klonk hoopvol. Maar uit is 't weer met des Han- delsblad's kortstondige flinkheid. Bakzeil gehaaldteruggezwenkt naar rechts. Grondwetsherziening om tot algemeen kiesrecht te komen heet op dit oogen- blik niet wenschelijk; want, betoogt het Amsterdamsche blad, ten eerste is schoone vrouw bleef in haar gewone beminlijkheid, maar haar hart sloeg sneller en zij kreeg een hoogroode kleur. „Je hebt veroordeelen, schat. Geluk en liefde wonen overal, men moet ze slechts weten te vinden. „Blijven wij tot de eerste sneeuw gevallen is?" vroeg hij dringender. „Wanneer zal die vallen?" lachte de verwende schoone. Toen Oskar evenwel gekrenkt scheen, overlaadde zij hem met liefkooziugen. Hij ging dezen dag vroeger weg als gewoonlijk, zijn hoofd brandde, zijn hart sloeg met stormachtige slagen. Ja, zij beminde hem, het vroolijke wezentje had reeds vele triomfen genoten, maar toch, zij beminde hem, Hoe feeder was niet haar fluisteren, hoe sehalkseh waren die blauwe schitterende oogen, al zijn denken, al zijn voelen werd behcerscht door deze zalige gedachte: „Zij be mint mij!" Thuis wachtten hem weer een half dozijn maanbrieven. Hij opende op goed geluk af zonder bijzondere belangstel ling het dichstbijliggende schrijven, het kon hem niet schelen wat het inhield; zijne verloving met de rijke jonge we duwe zou -hem van de schuldeisc-hers totaal ontslaan, dat wist hij. Maar steeds levendiger interesseerde hem toch, dat gene wat hij in een kort briefje las. Een wissel over vijfduizend gulden, die den volgenden dag verviel, was door grondwetsherziening op dit oogen- blik waarschijnlijk onbereikbaar ten tweede geeft ze, ten schade van nuttige sociale wetten, veel omslag en tijdverlies. Grondwetsherziening op dit oogen- blik waarschijnlijk onbereikbaar dus dan ook maar geen poging gewaagd! Dan maar bij de pakken neergezeten, alsof zoodoende de kans op grondwets herziening ooit zou kannen vermeer deren. Meent men dat die herziening zonder inspanning van hen die haar bc- gooren als een goede gave uit den hemel zal neerdalen? Wij herhalen: welk een andere geest was het, die Thorbecke bezielde, den man, die toch óók het groote voorbeeld is voor liet Handelsblad. Indien het juist is, dat de overwiu- uing der rechterzijde te danken is ge weest aan mindere ingenomenheid der tegenwoordig bestaande kiezers met de beide heilzame wettende ongevallen-en de woningwet, door het vorig kabinet tot stand gebracht, dan kan de gevolg trekking slechts zijn: nietdat men van datzelfde kiezerscorps nog eens vragen moet dat, wat het dus niet of schoor voetend gewild heeft; nog minder dat, men dan van sociale wetgeving in ons land maar voor goed moet afzien;maar dat men allereerst de wetgevende macht eindelijk in Nederland vestige op een meer rechtvaardigen en gezonden grond slag van kiesrecht, omdat alleen dat aan ons land kan brengen wat het zoozeer noodig heeft: maatschappelijke vooruit gang- Onze medidatie (overpeinzing) bracht ons tot de hoopdat nóch een gedeelte van de liberalen (zooals de N. B. Ct. reeds bij voorbaat) verklaro„samen werking? goed, mits er geen grondwets herziening aan verbonden is," nóch een ander gedeelte te veel op zijn stuk blij ven staan omtrent den omvang der grondwetsherziening. Overeenstemming kan nimmer hier in bestaan, dat de eeno fractie den voet op den nek zet van de andere. Anders is samenwerking een onbegonnen iets. Bij den strijd hard tegen hard tusschen hen, die hand aan hand behoorden; te gaan, is het resul taat: nul. En dat verhoede het gezonde verstand der liberalen aller schakecring. In het welbegrepen belang van den maatschappelijken vooruitgang en den socialen vrede. den crediteur verkocht aan Dalberg, die hem nu tot betalen maande. Zijn vriend en studiemakkcr, die man die zijn benarde omstandigheden zoo door en door kende, had den wissel gekocht en vorderde nu het geld op. Zoodra Oskar cenigermatc van den eersten schrik was hersteld, ging hij onverwijld er uit naar het huis van den advocaat. Dalberg ontving hom ijskoud. „Wat is er van uw dienst?" vroeg hij, als ontmoette hij hem heden voor'teerst. Oskar was niet gekomen om te bid den, het ontbrekende geld zou hij wel weten te krijgen, nu wilde hij reken schap vorderen. „Waarom kocht ge van Wolf en Mes man dien wissel van vijfduizend gulden, Dalberg?" vroeg hij, „is hot soms je bedoeling mij te ruïneeren?" „Ja," antwoordde zonder omwegen de jonge advocaat, „ik wil het in ieder geval onvermijdelijke faillissement, zoo veel mogelijk verhaasten, en wel, om van het aanwezige, zooveel mogelijk te behouden voor de rechtmatige eigenares van „Heuveloord". Oskar staarde hem aan, de woorden gingen onbegrepen langs hem heen. „De rechtmatige eigenares" herhaalde hij. „Ja, voor uw nicht, juffrouw Arm- feld, met wier geld voor jaren het goed van uw voortrcffelijkeu vader gekocht is. U hebt haar bestolen, u en uw vader, ieder op zijn manier of zou u het Bij gelegenheid van het onderzoek in de afdeelingen der Tweede Kamer van het voorstel-Picrson, tot verhooging van den accijns op liet gedistilleerd en don wijn, werd in het afdcelingsvcrslag uitvoerig gewezen op de ontduiking van den accijns op den wijn, op groote schaal gepleegd door vele voorname firma's. Er werd daarbij toen gewezen op de noodzakelijkheid onze aceijnswet in dien geest te wijzigen, dat de ontduikin welke thans, dank zij hare bepalingen vrijwel openlijk wordt gepleegd, straf baar kan worden gesteld. Zooals men weet werd het wetsont werp echter ingetrokken en daarmee bleef de zaak verder rusten. In het Bordeauxsche vakblad, „Feuille Vinicole de la Gironde", komt iemand blijkbaar een zaakkundige, the zich V. teekent, op het onderwerp terug ineen schrijven getiteld ,La Concurrence par la fraude en Hollande". Het invoerrecht (en de accijn) van wijnen met een maximum alcoholgehalte van 18" bedraagt (20 per ILL Deaan- gevoerde wijn wordt vervoerd naar het entrepot (verlengbaar erediet) van den wijnhandelaar en de hoeveelheid door den fiscus op zijn debet geboekt. Om de drie maanden komt deze zich van de aanwezige hoeveelheid overtuigen. Le vert de handelaar wijn af aan een twee den handelaar, naar het buitenland of de koloniën, zoo geeft hij daarvan ken nis en deze hoeveelheid wordt op zijn credit geboekt, terwijl hij enkel accijns betaalt voor den wijn door hem voor consumptie geleverd. Heeft b.v. een handelaar 20 H. L. wijn ontvangen en levert hij daarvan 10 af voor Luhë of aan een anderen han delaar, eji 4 aan binnenlandschc clientele, dan betaalt hij accijns voor de 3 II.L. terwijl binnen drie maanden de fiscus zich komt overtuigen dat nog 6 ILL. aanwezigis. Wat doet nu de handelaar: hij ont vangt 20 H.L. Spaansche wijn, meteen alcoholgehalte van 18", dikw ijls 20° tot 22"; hij mengt deze mot water en ver krijgt zoo 40 ILL. Hij verkoopt voor lagen prijs 20 II.L. aan een anderen handelaar en levert de resteerende 20 H.L. aan zijn clientele. Do eersten worden wèl de laatste niét aangegeven bij den fiscus en deze ontvangt geen willen loochenen dat haar plotseling ontslag bij de gravin niet zeer nauw samenhangt met de woorden, die ik zelf den dag te voren tot u sprak, is het niet waar, dat uw verraad, uw egois tiscli wantrouwen haar het hart gebro ken heeft? Zij ligt doodziek ten huize van den braven ouden dokter, zij is verlatener als eenig schepsel op de wereld, ongelukkiger dan wie ook alles door uw schuld en die van uw vader. Gij beiden zijt haar beul geweest Oskar had die hartstochtelijke woor den aangehoord, zonder ze tc onderbre ken; wat daar zoo plotseling zoo onge dacht voor zijn blikken opdook, was een spook, dat hem ontzette. Toni ster vend innerlijk werd hij diep getrof fen door de vreeselijke aanklacht. Eerst toen Dalberg zweeg, voelde hij, dat ook, de tegeii zijn vader uitgespro ken zware beschuldiging, niet zonder verdere verklaring kon worden geaccep teerd. „Verklaar u, over hetgeen mijn vader betreft wat duidelijker," zei hij koud. „Gij begrijpt, dat woorden als deze op bewijzen moeten steunen." „Natuurlijk, ik was daarop volkomen voorbereid. Zie hier, herkent ge het handschrift van den gestorven heer Ber- ning?" Hij hield een ouden, geel ge worden brief bij het licht en bracht, toen Oskar toegrijpen wilde, met snelle beweging zijn schat in zekerheid. cent accijns. Worden de resteerende 20 H.L. bijgeval niet alle verkocht, dan worden ze vóór de dricmaandelijksche opname plaats hooft, tijdelijk uit het entrepot verwijderd en daarna weder teruggebracht. Dit verklaart hoe men in Nederland wijnen verkoopt van 10° voor den prijs van 140 fres., de rechten inbegrepen. Kwamen deze wijnon uit Bordeaux, zoo zou men moeten beginnen met van dien prijs af te trekken f 52, of ongeveer 108 fres., voor vracht en rechten, zoodat de prijs van den wijn 32 fres. per okshoofd zou bedragen, een prijs, waarvoor men natuurlijk geen Bordeaux kan leveren. liet merkwaardigste bij 't gehecle geval is wel dat de fiscus zich houdt als wist hij nergens van, hoewel van een groot, wellicht het grootste deel van den in omloop gebrachten wijn, langs dezen weg geen accijns wordt ontvangen. In stede van versterking dor inkom sten te zoeken in verhooging der rechten, zou de Minister goed doen eerst te zor- gfn dat de schatkist krijgt wat haar toekomt. Tariefs- of accijnsverhooging zal de zucht naar ontduiking nog slechts doen toenemen. Het woord van den dichter „Bischt harde plicht, dat gij een vriend bevecht" wordt door weinigen verstaan. Waarheidsliefde legt vaak de verplich ting op, anderen, zelfs zijn beste vrien den, harde waarheden te zeggen. Velen zien hierin niet de edele kern, maar slechts „de behoefte om anderen iets onaangenaams te zeggen". Een politiek avonturier De oorlog. Do stemming in Tokio. Een der steunpilaren van de Duitsche conservatieve partij, Freiherr von Hammerstein is dezer dagen overle den. Als laatste afscheidsgroet aan den penvoerenden tegenstander debiteert de Frankfurter Ztg. de kwalificatie van politiek avonturier, ter aanduiding vau den 60 jarigen journalist, die na een langdurig lijden te Charlottenburg over leden is. De verdediging der conservatieve leer was hem, in zijn blad, de Neue Preus- zische Zeitung, meer bekend als de „Je bent zeker van de juistheid mij ner bewering?" vroeg hij. „Zoo veel ik zie, heeft dat mijn ge storven vader geschreven Geef mij het blad, opdat ik den inhoud leer kennen." Dalberg ging naar de tafel. „Veroorloof mij, dat ik het u voor lees," sprak hij op ironischen toon, „dit dokument is van onschatbare waarde." En toen na een korte inleidiug gege ven te hebben, las hij als volgt: „Het is bedroevend, zooals je reeds bericht werd, beste broeder; onze arme Ilen- riëtto heeft haar man verloren en leeft nu met haar ecnigste kind. Gelukkig dat zij, door de zesduizend dollars, die je voor haar gestuurd hebt, en welke ik haar dadelijk ter hand heb gesteld, voor ellende althans bewaard blijft. Je verwacht dat ik voor onze ongelukkige zuster, niet minder doen zal dan jij zelf, Karei; geloof mij ik heb reeds offers gebracht die ver boven mijn krachten gingen. Hoeveel hielden wij van het kleine schepseltje met haar madonna- oogenHcnriöttc laat je duizendmaal bedanken, zij is ziek, de arme kan op 't oogenblik zelf niet schrijven." (IPordf vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1904 | | pagina 1