No. 25.
Zaterdag 26 Maart 1904.
ie Jaargang
a.Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken
Uitgave van de Vereeniging ,,DE EEMLANDER".
Buitenland.
GRATIS.
RECHTSZEKERHEID IN PLAATS
VAN WILLEKEUR.
FEUILLETON.
HET NOODLOTTIGE TESTAMENT.
DE EEMLANDER.
Verschijnt
Woensdags en Zaterdags.
Bureau
Hendrik van Viandenstraat 28.
Abonnementsprijs
Per jaarf 3.00
Franco per postj - 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Prijs der advertentlën
Van 1 tot 5 regels0.40
voor iederen regel meer0.08
(Bij abonnement aanmerkelijke korting
die zicli iuet ingang van
1 April a.s. op dit blad abbon-
neeren, ontvangen dc tot dien
datum verschijnende nummers
Onder de vele leemten in de wetge
ving van ons vaderland is zeker ook te
rekenen liet ontbreken eener wettelijke
rechtspositie der openbare ambtenaren.
Eerst nadat deze leemte aangevuld is
zal voor ons land het opschrift, dat wij
zooeven neerschreven, op dit punt be
waarheid worden.
Dat de rechtspositie der opeuhare
ambtenaren met uitzondering van
rechters en officieren niet in een wet
is vastgelegd, dat er dus voor hen zoo
goed als geen rechtspositie bestaat, be-
teekent, dat wettelijke regels ontbreken
voordc wijze van benoemen en ontslaan
der ambtenaren, voor de maatregelen
van tucht die op hen kunnen worden
toegepast, en voor de wijze, waarop zij
tegen zulke maatregelen bij een onpar
tijdig rechter in beroep kunnen komen.
Afgezien van dat ééne deel hunner
dienstverhouding, de pensioneering, voor
hetwelk de wet vaste regels getrokken
heeft, is al het andere overgelaten aan
het vrije beslissen, d. w. z. aan de wille
keur, der regcering. Of de regeering
een ambtenaar op wachtgeld wil stellen
of zij hem naar een ver afgelegen oord
verplaatsen wil, hem ter beschikking
stellen, schorsen, zelfs ontslaan het
is alles aan haar onbelemmerd goed
dunken toevertrouwd. Hen kan, zeker,
vertrouwen hebben in dc beslissingen van
menig rechtvaardig en vrijzinnig denkend
minister; maar een zoodanig magistraat
kun door een meer heerschzuchtig aan
gelegd en hetzij onrechtvaardig, hetzij
opvliegend man worden opgevolgd en
de ambtenaren, door geen wet tegen
willekeur beschermd, zullen zich ook
diens beslissingen, zijn luimen misschien,
moeten laten welgevallen.
Op geen enkel gebied der dienstver
houding wordt het ontbreken eener
ii
Dalberg zag op. „Wat nu nog volgt,
is in dezen brief niet meer van belang,"
zei hij, „het gaat hier slechts om die
zesduizend dollars, die Karei Berniug,
vol vertrouwen hierheen zond aan zijn
broeder voor zijn zuster waar bleef
dat geld? Het is, nadat het in handen
van den adressant was, spoorloos ver
dwenen, alzoo verduisterd, gestolen niet
waar?"
Oskar voelde zich, alsof hij op de
plaats dood zou blijven, de last der be
wijzen drukte hem.
„En wie wil beweren, dat mijn ge
storven tante dat geld toen niet gekre
gen heeft" vroeg hij.
„Ik" riep met vlammende oogen de
advocaat. „Deze brief werd, volgens
den poststempel, vier dagen voor den
dood van dc ongelukkige vrouw ge
schreven, terwijl later, de voor de be
grafenis benoodigde gelden, niet aan-
aanwezig waren, zoodat vroegere huis
vrienden gezamenlijk de kosten moesten
betalen. Waaraan zou de arme vrouw
in die weinige dagen zesduizend dollars
hebben uitgegeven'? Honderden kunnen
verklaren, dat het tot het laatste oogen-
blik Rudolf Arning was, die de lijdster
wettelijke regeling zóó pijnlijk gevoeld,
als op dat van het ambtelijk straffen.
Dat ook de tuchtmaatregelen tegen
ambtenarenberisping, boeten, schorsing,
en eindelijk ontslag, ten onzent kunnen
worden opgelegd naar vrije beslissing
der hoogste ambtenaren zelf; dat dus
straffen worden opgelegd niet volgens
vaste door de wet getrokken lijnen, niet
door en met beroep op, een onpartijdi-
gen derde, een rechtscollege, maar door
den chef zelf, de gekrenkte en dus niet
meer onbevooroordeelde partij, is een
zoo schromelijke miskenning van de
eerste eischen van den rechtstaat, dat
men niet zonder grond zou kunnen zeg
gen, dat Nederland, waar deze regeling
in gezelschap niet arbeidscontracten
administratieve rechtspraak nog altijd
ontbreekt, op den ccrcnaain „rechtstaat"
nog lang geen aanspraak mag maken.
Zeker, er is meer dan eens op het weg
nemen van dezen grievenden misstand
gewezen; mannen van vrijzinnige rich
ting hebben herhaaldelijk hun stem voor
die zaak verheven. Zeker, al jaren lang.
In 1S98 was het zelf reeds 50 jaar
geleden, sinds voor het eerst in onze
Tweede Kamer op dit ambtenaarsrecht
werd aangedrongen; maar in 1902 was
het in Pruisen 50 jaar geleden sinds de
wet op ambtenaarspositie tot stand
kwam! Tusschen dit en het Nederland-
sclie jubileum is nog een klein verschil
Ook voor het Duitsche rijk werd zulk
een wet reeds nicer dan dertig jaren
geleden tot stand gebrachtSaksen
bezit haar ook, Beieren ook, Oostenrijk
eveneens.
In al deze landen is dus het ambtelijk
straffen, om ons tot dit voorname deel
der rechtsverhouding te bepalen, óf
geheel óf in zijn voornaamste punt, het
ontslag, aan de beslissing der regcering
ontnomen. Een Duitsch rijksambtenaar
wordt evenals ten onzent de rechters
alleen als regel voor zijn leven aan
gesteld. Slechts enkele categorieën van
hulpambtenaren bij leger en vloot en
enkele vier der hoogste ambte
naren, o.a. de rijkskanselier, kunnen
zonder rechterlijk vonnis tusschentijds
d. i. zonder dat zij gebrekkig zijn
geworden, of vóór het bereiken van den
65-jarigen leeftijd ontslagen worden
"Voor al de overige is de uitspraak ver-
eischt van een disciplinair hof voor het
liooger beroep. Het is de Regeering
natuurlijk, die tegenover een ambtenaar,
niet alleen geneeskundige hulp verschafte
maar in alles voor haar zorgde. Uw
vader heeft zich om zijn verlaten zuster
niet bekommerd, hij heeft liet niet eens
noodig geoordeeld, haar dc laatste eer
te bewijzen."
Oskar strekte de hand uit, bleek en
getroffen in het diepst zijns harten. „En
al is dat alles waar," zei hij, „zoo treft
mij daarvan geen schuld, ik wist van
deze zaken tot op dit oogenblik niets.
Laat juffrouw Armfeld nemen wat baai-
behoort, ik doe afstand van alles."
Dalberg kruiste de armen over de
borst.
„En uw eigen misdaad, uw eigen
hartelooze roof, hoe staat het daarmee?
Ga, als je nog zooveel moed bezit, zie
uw offer en spreek nogmaals uit de
hoogte als daar even. Het is uw naam,
die Toni in de koorts fluistert, het is
uw verraad, dat het schoone meisje aan
den rand van het graf bracht."
Oskar wendde zich af. Uit u spreekt
ijverzucht" zei hij met een rust, die vol
komen gemaakt was.
„Ik begrijp dat, en vorder nu niet
de voldoening, die u mij in andere om
standigheden schuldig zoudt zijn. Eisch
betaling van Uw wissel, wanneer u dat
genoegen doet, maar gij geeft een slag
in de lucht, want ik ben van nu af geen
bezitter meer van „Heuveloord."
Hij ging zonder te groeten weg, doo-
delijk getroffen door Dalberg's mede-
over wiens gedrag zij zich te beklagen
heeft, het strafproces aanhangig maakt,
maar daarna is én dc vorm der te volgen
procedure door de wet geregeld én de
uitspraak in hot geding, dus eventueel
bij veroordeeling het ontslag zelf van
deu ambtenaar, aan het onpartijdig
rechtscollege toegewezen. Geheel in de
geest dus gelijk bij ons een rechterlijk
ambtenaar ontslagen kan worden.
Onbegrijpelijk, dat deze eerste reclits-
eiseligeen straf, dan krachtens uitspraak
van een onpartijdig rechtscollege, ten
onzent nog niet tot alle ambtenaren
is uitgebreid. Deze eisch spreekt voor
ambtenaren evenzeer van zelf als voor
de andere staatsburgers. Evenzeer als
wij het opleggen van straffen aan burgers
zonder rechterlijke uitspraak ^zooveel
geldboete of zooveel maanden of jaren
gevangenis op last van den minister van
justitie!" Russisch zouden vinden,
d. i. tyranniek, onvrijzinnig, precies even
achterlijk en onvrijheidslievend moet de
Duitscher ons ambtenaarsrecht noemen,
volgens hetwelk toch ook plaats heeft
„veroordeeling langs adininistratieven
weg". Het vernemen van zulk een opinie
is allicht geen aangename gewaarwording
voor Nederlanders, die zoo gaarne zeg
gen, dat het Duitsche of Pruisische
„massrcgln" op Nederland's vrijen bodem
niet geduld zou wordeu. In dit opzicht
althans kan het voorbeeld dier landen
ons nog aardig wat leeren. Leeren n.l.
de toepassing van den alouden regel, dat
alleen de wet en het recht ons vrij maken
en tegen willekeurige machtsuitoefening
beschermen.
En dat in ons land die rechtsbescher
ming juist den ambtenaren tot heden
ontbroken heeft, is ook voor het alge
meen belang, niet slechts voor die per
sonen, nadeelig. Want ten eerste is elke
volmaking van deu rechtstaat van op
voedende kracht voor het nationale
rechtsgevoel; en ten tweede, gelijk het
lid der Tweede Kamer prof. Drucker
bij zijne interpellatie voor eenige dagen
nog eens helder in het licht stelde
belmoren de ambtenaren tot degenen,
op wie liet politieke en maatschappelijke
leven voor een groot deel drijft; en ter
w ijl voor een opgewekt openbaar leven
een onafhankelijk fiere ambtenaarsstand
vereischt is, heeft het ontbreken eener
wettelijke rechtspositie ten gevolge dat
zij zich meer en meer onveilig voelen
en afhankelijk, hun mecning behoedzaam
deelingen, beroofd van alles. Daar liet
zich niets verbergen, alles was zoo, als
de advocaat, zeide en meer nog hij
zelf had altijd een geheim bij zijn ouders
vermoed. De vader was dood, aan alle
aardsche verantwoording ontrukt, maar
zijn moeder daarentegen leefde, met
haar kon hij over de geheele zaak spre
ken. Of zij het eerlooze zich vergrijpen
van haar man kende, en trots dat den
moed gevonden had het beroofde kind,
zonder hulp en steun in de vreemde te
sturen?
Zijn bloed stroomde sneller, toen hij
de kamer der oude vrouw binnentrad,
zij gaf een schreeuw- van schrik.
„Om Godswil, Oskar, wat zie je er
uit wat is er gebeurd?"
„Stil," zei hij, haar strak onafgewend
aanziende, „geef mij een duidelijk on
omwonden antwoord, moeder! "Waar
bleven de zes duizend dollars, welke
voor lange jaren, oom Karei uit Aus
tralië voor zijn zuster hier heen zond?
Had de bliksem voor haar voeten in
de grond geslagen, de oude vrouw had
niet meer kunnen schrikken, als nu.
Het koude gezicht verloor alle kleur,
de handen grepen in de lucht, als ge
broken zonk de trotsche gestalte in
elkaar.
„Hij liegt, Oskar, hij liegt, uw vader
had niets ontvangen
„Haar, moeder," hield de jonge man
vol, „ik weet het ik heb voor een half
verbergen en den aan geen wet gebonden
machtigen broodheer bedeesd naar- de
oogen zien. Tot groote schade van een
gezond en krachtig maatschappelijk leven.
Ons dunkt, dit alles zijn redenen te
over, dat met de wettelijke regeling van
der rechtspositie der ambtenaren geen
jaar langer meer mag worden getalmd.
Do oorlog' zonder kruit.
Uit het Zuid-Amerikaanschc staatje
Uruguay komen telkens berichten, die
aan gebeurtenissen doen denken, welke
de maatschappelijke verhoudingen op
zijn ergst schijnen te bedreigen.
Evenwel een ecnigszins diepgaande
blik leert ons, dat het zoo heel erg niet
met de zaken daar is gesteld. De Uru-
guyauen zijn vruchtbare leerlingen van
president Castro, een type in zijn soort.
Ze spelen met oproer, burgeroorlog, staat
van beleg met een vrijmoedigheid, alleen
geëvenaard door den Freisinn waarmee
een aanvoerder van een bende ontevre
denen er zich generaal noemt. Wie in
Europa president van eenkiesverecniging,
leider van een vereeniging voor den
vrijwilligen wapenhandel is of een cere-
wacht aangevoerd heeft bij de inhuldiging
van een plattelandsburgemeester, zou
zich in Ziud-Amerika generaal noemen
en omdat die lieden daar allemaal een
zeer romantische nuance zijn van den
Calibri8chen rooverhoofdman, gaat dat
generaalschap, dat bovendien wel eens
een vet postje kan zijn en qualitate qua
kans geeft op het presidentschap van de
republiek, hun buitengemeen goed af.
Wc moeten ons er dus niet al te veel
van voorstellen als we lezen, dat generaal
Zus generaal Zoo verslagen heeft!
De bekentenis moet ons van het hart
hoezeer het ons ook spijt de belangwek
kendheid van de betrokken berichten te
moeten declineeren!
Verder dient tot goed begrip van de
berichten van het Zuid-Amerikaansch
oorlogsterrein er de aandacht op geves
tigd, dat de generaals Zoo en Zus ook
iu dat opzicht een merkwaardig soort
krijgslieden zijn, waar ze, evenals hun
strijders, arm als Job, doch rijk aan
avontuurlijken zin, met buitengewone
snelheid weten te manoeuvreeren.
Zoo moet het verklaard worden, dat
uur in Dalberg's handen zijn ontvang
bewijs gelezenZeg mij alles waar bleef
het geld?"
Zij wrong haar handen, sidderend
over het geheele lichaam. „Het is leu
gen, leugen Wil uw oom de
zaak aanhangig maken?"
„Dat weet ik niet, moeder, dat is mij
ook hetzelfde, want de schiüd des va
ders valt niet meer goed te maken. Ik
geef „Heuveloord" met alle rechten,
voor zoover de schuldeischers er geen
beslag op zullen leggen, aan mijn nicht
Toni, en
Een gil kwam over de lippen der
oude vrouw, haar oogen bliksemden.
„Dat kun je niet doen, Oskar, dat
niet! Zij zal in mijn huis niet komen!
O, jij moet bij mij blijven tot iederen
prijs, jij mijn eenige zoon, jij moogt
voor de vijanden niet wijkenWaar
is het bewijs, dat wij die som aan die
zieke vrouw niet gaven? Dat geld kan
haar immers door andere personen ont
stolen zijn, zij heeft misschien schulden
daarmee betaald of het verkwist! Heu
veloord is jou eigendom, het zal je eigen
dom blijven, zoolang ik leef."
Hij stond voor haar, lijkbleek, zwaar-
ademend. „Het is zooals ik dacht," zei
hij, „gij wist alles, gij hebt het gestolen
geld steeds ons eigendom genoemd, en
daarvoor de beroofde een arm weer
loos kind aan de ellende prijsgege
ven! Ga, ik ken u niet!"
vandaag gemeld wordt, hoe het leger
der Blanco's onder bevel van een op
perbevelhebber Saravia van alle zijden
is ingosloten; en morgen de mededee-
ling volgt dat hij alweer 10 mijlen van
de plaats des onhcils verwijderd is en
daar de bevolking met zeldzamen Frei
sinn brandschat.
Een anderen keer luidde het nieuws
dat Saravia, de man van het oogenblik,
over de grenzen was terug gedreven
en twee dagen later heette het dat hij
voor de poorten van Hontevideo stond.
Tot wanhoop van ieder, die zich maar
ondernemer van een nieuw-agentschap
noemt, werd niet den volgenden dag
en ook niet den daarop volgenden ge
meld, wat de held der Blanco's voor die
niet aanwezige poorten van Hontevideo
uitvoerde.
Eerst zeer veel later beweerde men
dat hij omsingeld was vóór die afwezige
poorten, welk feit definitief een eind
scheen te makenaanhet heldenbestaan van
Saravia, toen hij opeens weer over dc
Rin Negro trok en zich nestelde in het
noorden des lands.
üp die manier is er geen peil op te
trekken, en de journalistiek rijdt ton
aanzien van die Zuid-Amerikaanschc ge
beurtenissen dan ook een scheever schaats
dan ze ooit te voren gereden hoeft. Ze
doet juist als officieren, die manoucvre
hebben gehouden. Daar wordt een regi
ment in de pan gehakt; hier voerde de
cavalerie een bloedrijke charge uit en
ginds deed de artillerie prachtig werk.
En als 'avonds vriend en vijand in zang
lustige verbroedering terugkeeren dan
is er geen druppel bloeds gevlooid en
liggen alleen onder de tafel van de her
berg, waar het hoofdkwartier gevestigd
was, een paar flesselien te zieltogen.
Zoo gaat het laten we het eens
vooral zeggen - ook in Zuid-Amerika.
Hocht liet eens gebeuren dat een paal
mannen er het leven bij inschieten, dan
dient dat om aan te toonen dat liet
weikelijk ernst is, iets dat anders nie
mand zou willen gclooven.
Uit welke onzalige combinatie de
burgeroorlog, zooals hij ongeveer zonder
pauze in Zuid-Amerika vertoond wordt,
dan het aanzijn te danken heeft? Het
antwoord is niet moeilijk: uit de com
binatie van krijgszin, die een vermomde
modificatie van roofzucht is, en de poli
tiek. Als de hoogste subtiliteit in poli
tieke en staatkundige zaken, heeft elke
Toen wierp de oude vrouw, wild ver
twijfelend, zich voor zijn voeten en om
klemde zijn kniën.
„Erbarmen, Oskar, erbarmen die
man liegt - o, hij liegt!"
Haar in het hart haars zoons was elk
gevoel voor haar verstikt. Hij bevrijdde
zich bijna ruw van haar, en ging er uit,
zonder een verzoen'lijk woord tot huur
gesproken te hebben.
Eerst nadat de deur van zijn eigen
kamer, achter hem in 't slot gevallen
was. Ademde hij vrijer. Aan het open
venster tredend, zweefden zonder dat hij
het bemerkte, de verwelkte bladeren
om hem heen, zijn longen haalden volop
de koude Octoberlucht binnen. Hoe wei
nig minuten toch voldoende zijn om al
oeze plannen te vernietigenNu wilde
Oskar, hoe eerder hoe liever naar Italië
afreizen, de eerste sneeuw zou hem ver
ver van hier vinden. Een zonderling
lachje omzweefde zijn lippen Emilie!
Juist nu, nu het in mijn ziel zoo stormde,
geloofde hij haar lachje te zien, den
druk liarcr zachte hand te voelen.
Nu eerst weg van hier, mijlen ver,
geheel buiten de grenzen, ean wilde hij
haar alles zeggen, al de ellende, die zoo
plotseling over hem gekpinen was, voor
haar zijn hart uitstorten, waarmede hij
dan tevens de diepte van haar gevoel
voor hem kon leeren kennen.
(Wordt vervolgd.)