No. 29. Zaterdag 9 April 1904. ie Jaargang I JLiberaal Org aan voor Amersfoort en Omstreken Uitgave van de Vereeniging ,,DE EEMLANDER' Nog eens over Kinderlectuur. FEUILLETON. HET NOODLOTTIGE TESTAMENT. DE EEMLANDER. Verschijnt Woensdags en Zaterdags. Bureau Ilendrik van Viandenstraat 28. Abonnementsprijs Per jaarf 3.00 Franco per post- 3.50 Per 3 maanden- 0.75 Franco per post - 0.90 Prijs «Ier advertenttën Van 1 tot 5 regels0.40 voor iederen regel meer0.08 (Bij abonnement aanmerkelijke korting Meer actueele onderwerpen deden ons liet vervolg van ons hoofdartikel over: Wat onze jongens niet mogen lezen", eenigen tijd uitstellen. Thans het een en ander over goede kinderboeken. We meenen in ons vorig artikel duidelijk in het licht gesteld te hebben, dat we de keuze van lectuur niet aan onze kinderen mogen overlaten, omdat de kans dan zeer groot is, dat ze lectuur kiezen, die we bepaald scha delijk voor hen achten. Daaruit volgt evenwel volstrekt niet, dat we alle werkjes, die niet zulke nadeelige gevol gen kunnen hebben tot de goede kinder boeken zouden rekenen. Het is niet voldoende, dat wij ouderen ze onscha delijk, of nuttig of zelfs .wol aardig" vinden, in hoogste instantie blijft het oordeel aan de jeugdige lezers zelf. 't Is onmogelijk kinderen tot lezen te dwingen. Evenmin als men ze van a tot z kan voorschrijven, op welke wijze zp zich vermaken moeten. 't Zou een groote dwaasheid zijn, als wij ons bij de keuze van ontspannings lectuur voor onze kinderen alleen lieten leiden door onze eigciVgroote menschen- Bmaak. Veel, wat ons interessant voor komt, wekt slechts matig de belangstelling op van onze meisjes en jongens en wanneer we geen rekening houden met hun smaak, dan loopen we gevaar, juist het tegendeel te bereiken, van wat we beoogden. Geef den kinderen boeken, die ze vervelend vinden, en ge dempt voor hen de bron van veel genot, ge neemt een middel weg, dat zeer veel kan bijdragen tot hun algemeene ontwikkeling, tot ontwikkeling van hun taalgevoel in het bijzonder. Al lezende leeren ze veel meer van „stijl", dan van de beste stijl oefeningen van welken kundigen taal geleerde dan ook. Goede kinderlectuur geeft bovendien niet alleen voedsel voor den geest, maar kan ook bijdragen tot karaktervorming. Door „saaie" boekeu krijgen de lezers een hekel aan lezen. Het schrijven van een goed kinderboek is zéér moeielijk. Het vercischt zoowel paedagogische als letterkundige gaven. Letterkundige gaven eenigszins in den ouderwetschen zin van dit woord. We zien geen kans onder de literaire gene- Onderzoekt steeds nauwkeurig uw innerlijk en vreest de wijsheid, die niet uit het hart komt. 15 „Hallo," riep Berning, „herder, waar zit je?" Daar verhief zich plotseling, dicht voor het paard van het jonge meisje, uit het kreupelhout een man, in gewone arbeiders- kleeren, met donker haar, dat door cen breedgerande stroohoed bijna geheel bedekt werd. Diepliggende oogen keken in de hare, het was een mager bleek gelaat, dat daar zoo onverwacht als uit den grond oprees. Over de lippen van het meisje brak een wilde kreet, krampachtig een steun zoekend greep Toni de teugels van haar paard, dat dadelijk als een pijl uit de boog vooruitvloog en de verschrikte schapen uit elkaar dreef. Slechts enkele sekonden later en ros en berijdster waren door het geboomte aan aller oogen onttrokken. Berning hoorde de plotselinge hoef slagen en toen hij het vluchtende dier bemerkte, gaf hij het zijne de sporen ratio van na 80 mannen aan te wijzen, die wij de gaven zouden toekennen noodig tot het schrijven van een mooi kinderboek. Goede kinderlectuur moet behooren tot het genre van 1830, tot de z.g. romantische school. Een van Lennep, een Schimmel, een Brunings wisten uitstekend den toon te treffen, om de belangstelling van jeugdige lezers op te wekken. Psychologisch zuivere karakter- teekeningen, nóch fijngevoclde natuur beschrijvingen, maken indruk. Voor „woordkunst" voelen onze jongens en meisjes weinig. Eenvoudige, duidelijke doch bovenal levendige stijl, veel dialoog, weinig beschrijving, ziellier het recept voor den vorm. En wat de inhoud be treft? De schrijvers van de door ons gesignaleerde Indianenboeken en detec tive romans kennen hunne jeugdige klanten wel, en de graagte, waarmede hunne letterkundige producten door tal van lezers verslonden worden geeft een vingerwijzing, van de richting, waarin de kinderschrijver, die gelezen wil worden zich tc bewegen heeft, die niet straffeloos verwaarloosd kan worden. Veel actie en boeiende intrige zonder te stranden op de klippen, die wij in ons vorig artikel panwezen. De eischen zijn gemakkelijk te stellen, doch de honderdtallen van kinderboeken onder de niet-schadelijkc, die door degenen voor wie ze bestemd zijn, tot het „genre ennuyeux" gerekend worden, wijzen er op, dat het niet zoo gemak kelijk is aan die eischen te voldoen. Gelukkig evenwel, dat we op enkele schrijvers en vooral schrijfsters kunnen wijzen, die er werkelijk in geslaagd zijn, in hooge mate zelfs, te beantwoorden aan de eischen, die wij meenden te moeten stellen, en die dus ook, naar wij bij ervaring weten in den smaak vallen van de lezers en lezeressen. We denken b.v. aan liet laatste werkje (voor zoover ons bekend is) van den bekenden kinderschrijver Kievit, getiteld „de Goede Kameraad", een „leuk jongensboek bij uitnemendheid. De schrij ver brengt ons in gezelschap van een troepje flinke jongens met echte, ondeu gende jongensstreken, guitige, vroolijke knapen. Het boek weet bij den lezer sympathie op te wekken voor een fermen jongen, die hoewel hij niet voor een klein geruchtje vervaard is en tenville van een en rende het met lossen teugel na, tot eindelijk een halve mijl verder, de bruine zijn razende vaart inhield en beide paar den weer, sidderend, met schuim bedekt, naast elkander stonden. „Wat bezielt toch dien knol?" riep Berning, die zijn nicht als uitstekend paardrijdster kende en dan ook weinig ongerust was; „ben je - Maar Toni," onderbrak hij zich, „pas op je valt! Wat scheelt je?" Zijn arm steunde de vallende, hij zag tot zijn groote schrik dat het meisje te vergeefs probeerde te praten; dat haar krijtwitte lippen gesloten bleven ofschoon zij zwaar ademde. „Kind," riep hij, „mijn lieveling, wat scheelt je?" Daar strekte zij de hand uit, èèn enkel woord, nauwelijks verstaanbaar, kwam over haar lippen „Oskar!" „Wat?" riep Berning, „Wat zeg je?" Toni weende luid. „Oskar ik heb hem gezien. Niemand anders dan hij is de herder!" „O onmogelijk! duizendmaal onmo gelijk! Zijn neef hier in zoo'n onderge schikte betrekking? Hij kon het niet gelooven. „Kom," zei hij, „laten we het onder zoeken." Toni's bleeke gezicht werd vuurrood. ,U alleen, oom," riep zij gejaagd, „laat mij hier blijven." vriend, die laag behandeld wordt, er geen bezwaar in ziet zijn vuisten tc gebruiken, toch een afschuw heeft van minne en gemeene streken. Nooit sentimenteel, nooit ruw, vol vermakelijke, doch niet-onmogelijko avonturen, eenvoudige, goed verzorgde taal, levendige dialoog! Een dergelijk boek heeft opvoedkun dige waarde. Aardig en ongezocht trekt de schrijver te velde tegen het vooroor deel vaak door eene onverstandige om geving aangewakkerd, dat sommige jongens hebben tegen Joden, aardig en ongezocht predikt hij de leer, dat de waarde van den mensch bepaald wordt door karaktereigenschappen, niet door stand of geld of andere toevallige fac toren. Niet te lange beschrijvingen en nimmer zedepreeken. 't Is een genot, ook voor ouderen met dit frische boek kennis te maken We vestigen op dit boek de aandacht, omdat dit zoo uitstekend geschikt is onze opinie, omtrent goede kinderboeken te illustrperen. De andere werkjes van dien schrijver kennen wc alleen uit recensies, die éven gunstig zijn, als onze meening ovef1 „de goede Kameraad" en die dus stellig evenzeer aanbeveling verdienen. „De goede Kameraad" is een jongens boek doch er is geen enkel bezwaar tegen, dit juweel van een boek ook in handen te geven van onze dochters, die het evenzeer met genoegen zullen lezen. Trouwens een scherpe scheiding te maken tusschen meisjes en jongens boeken achten wij onnoodig. De prach tige z.g. meisjesboeken van de helaas te vroeg overleden Tine van Berken, zullen onze jongens stellig ook gaarne lezen, als ze maar niet met een vooroordeel tegen meisjesboeken behept zijn. De werkjes van Tine van Berken kunnen we onvoorwaardelijk aanbevelen. Het zijn frissche, aantrekkelijke boeken. De gezonde humor, waarbij heiligenlevens- ernst onder een opgewekte levensbe schouwing verborgen is 'tis misschien geen hooge kunst, daarover van onze zijde geen oordeel maakt die boeken ook lezenswaard voor ouderen van dagen. Wij althans hebben nimmer een werkje van deze begaafde kinderschrijfster na lezing zonder groote voldoening ter zijde gelegd. Voor jonge kinderen zijn deze werkjes niet geschreven, doch voor kin deren boven do 13 of 14 jaar zijn ze uitmuntend geschikt. Hij begreep haar en maakte geen tegenwerpingen, doch reikte haar de hand, en sprong trots zijn zes en zeventig jaren vast en zeker in het zadel. „Is hij het, zoo wil ik den zoon mijns broeders niet verloochenen," dacht de oude man. Toni bleef alleen. Het paard at het gras voor zijn pooten weg, de stille zachte zomerlucht waaide om haar ver hit hoofd, het nerveuze trillen harer lippen en handen duurde voort. Hoe duidelijk en helder was in die weinige minuten haar alles weer voor den geest gekomen; als stond hij nog voor haar, zoo zag zij die ingezonken oogen en den grooten verwilderden baard, die het geheele gezicht bedekte. Onbedwingbare zuchten ontsnapten hare borst. Toen hij voor jaren voor de laatste maal aan hare zijde stond, was het m het elegante boudoir van de gravin Hartenstein daar omgaf hem alle com fort, alle weelde van den rijkdom, hij regeerde als gebieder over uitgestrekte goederen en nu? een der minste dienaars van zijn eigen oom. Zij vreesde het oogenblik, waarop hij in deze diepe vernedering, tegenover zijn bloedverwanten zou staan; een sid dering doorvoer haar lichaam en toch was iedere gedachte onbewust een gebed, dat de oude hem vinden zou. Nogmaals Oskar's spoorverliezen zou voor haar erger wezen dan de dood. Uit het feit, dat we in dit artikel de aandacht gevestigd hebben op de namen Kievit en Tine van Berken behoeft gelukkig de gevolgtrekking niet gemaakt te wordeu, dat dit de eenigen zijn, wier letterkundige producten onder de rubriek „Goede kinderboeken" mogen vermeld worden. Vooral ook uit den vreemde met name uit het Engelsch is veel tot ons gekomen, dat uitstekend voor onze kinderen geschikt is. We denken hierbij (voor ouderen) aan De kleine Lord van Burnett de werkjes van Louise Alcott, en van Mevr. de Presensé enz. Een feit is het ook, dat zich bij kinderschrijvers en schrijfsters het verschijnsel voordoet, dat soms naast zeer aanbevelenswaardige boeken, pennenvruchten voorkomen, die wij bepaald onzen kinderen niet in han den zouden geven. Onder de historisch - romantische werk jes van Andricssen b.v. komen er maar eenige vóór, die in den smaak van de lezers vallen. De meeste worden verve lend gevonden. De geschiedkundige verhalen van Louwerse zijn ongetwijfeld beter. Vele andere boeken en hoekjes van dien kinderschrijver achten we be paald ongeschikt. Thórèse Hoven, die wij als romanschrijfster niet bewonderen heeft aardige kinderverhalen geschreven Haar romans behooren thuis, dunkt ons in een tijd, die achter ons ligt, doch juist daardoor heeft zij de eigenschappen die hare kinderverhalen zoo aantrekkelijk maken. Hetzelfde geldt van den overleden infanterie-officier P. F. Brunings, die een groote reeks van romans geschreven lieeft ridderromans noemde Busken Iluet ze allen blij eindigend, van weinig diepgang, doch vaak tintelende van humor. Voor zoover wij weten, heeft hij niet veel voor kinderen geschreven doch wat hij gegeven heeft, doet 't ons betreuren, dat deze schrijver zijne talenten niet meer in die richting heeft aangewend. Ten slotte laten we een lijstje volgen van schrijvers en boeken, die o. i. aanbevelenswaardig zijn, doch moeten daaraan déze opmerkingen laten voorafgaan, dat die lijst uit den aard dei- zaak niet volledig kan zijn, en als wij dus zéér verdienstelijke kinderschrijvers niet vermelden, dit ons niet ten kwade mag geduid worden, daar wij natuurlijk maar over beperkte gegevens te beschik ken hebben, terwijl wij om plaatsruimte te hesparen, niet alle pennevruchten van En Berning kwam terug alleen Zij bemerkte reeds uit de verte, dat hij niets ontdekt had. Zij zocht steun aan den dichstbijstaanden boom. „Het was een visioen, Toni," zei hij bedrukt, „een verschijning geen wer kelijkheid. De hut is leeg, ik heb alles doorzocht, maar geen levende ziel ge- onden? „Ook niet den herder?" Hoe schitterden haar oogen, hoe ver anderde haar stem; de oude man werd van minuut tot minuut treuriger. „Ook hem niet, Toni, geloof mij, het was een visioen. Wellicht is hij in dit oogenblik gestorven." Zij schudde van neen. „Neen, hij leeft, hij is hier, ik heb hem gezien, zooals ik u zie, Oom. Wil je niet iets doen om hem op te sporen?" Alles" antwoorde levendig de farmer, alles, mijn lieveling. Laat ons naar huis terugkeeren; de rentmeester moet dadelijk den herder tot ons sturen en is deze een ander, dan laat ik de ge heele omgeving doorzoeken. Als je wer kelijk een levend mensch gezien hebt, dan moet hij terug te vinden zijn. Bij hun thuiskomst kreeg Tomkins bevel, den herder te halen; bange oogenblikken gingen voorbij, Toni stond met gevouwen handen rusteloos aan 't venster, toen kwam Ook deze bode terug en verklaarde dat Bob de herder niet de schrijvers, die wij geschikt achten opsommen. Voor hen, die uitvoeriger ingelicht wenschen te worden verwijzen wij naar de: „Rapporten der Commission voor Schoolbibliotheken, benoemd door de Amsterdamsche afdeelingen van het Ned. Ond. Genootschap" uitgegeven te Amster dam bij Ten Brink en De Vries (tot 1895), welke rapporten voortgezet worden in het orgaan van genoemde onderwijzers- vereeniging. Wij putten bij het samen stellen van onderstaand lijstje gedeeltelijk uit genoemde „Rapporten". Aan de ver melding van den leeftijd achter elk werkje kan men natuurlijk geen absolute bcteekenis hechten Men moet daarbij eenigszins met den individucelen aanleg van den lezer of de lezeres te rade gaan. Agatha. Heinde e]n ver door Aga tha, Knoppers e. a. voor 10a 12 jarigen. Andricssen (Suze) Het Klaverblad Sneeuwklokjes enz. voor 9 a 11 jarg. Andriessen (Suze) Het leven op den Erekenstein voor 18 a 15 jarigen. Alcott (Louise M.) Vertelselboek van Tante Jo, voor 9 a 11 jarigen. Berken (Tine van) Een klaverblad van vier enz. enz. voor 14 jarigen en daar boven. Bertin (M) Twee verhalen uit het Fr. voor 12 jarigen. Bouwmeester (J. C.) Prettige uur tjes voor 9 a 11 jarigen. Brcemen (B. H. van) Arme Jacques en kleine Puck voor 9 jarigen. Brunings (P. F.) Mijn vriendin Cor voor 14 a 15 jarigen. Burnett De kleine Lord voor 15 jarigen e. d. b. Ce 11 a De dochter van den dans meester, Tegen den Stroom, (lp de heide enz. enz. voor 12 jarigen e. d. b. Colomb (Mevr.) De erfgenamen van Vauclain, Het kasteel Rulamant enz. enz. voor 12 tot 15 jarigen. Goeverneur. Jongenspret, Meisjes vreugd. enz. voor 9 10 jarigen. Halt (M. R.) Wie wil, die kan. (His- toirc d'un petit homme) voor 13 15 jarigen. Hevermans (Ida) Vertellingen van de Maan voor 10 a 11 jarigen. Henty (G. A.) De jonge Vaandrig Vert, van Titia v.d. Tuuk voor 12 a 13 jarigen. Kievit (C. Joh) De Twee Neven, Fulcs de Minstreel enz. voor 11 a 13 jarg. te vinden was. „Zelfs de honden zoeken hem," berichtte de man, „in zijn hut liggen alle dingen, ook het boek waarin hij zoo vaak lag te lezen, maar Bob zelf is er niet." De farmer en zijn nicht keken elkaar aan, In ieder geval bevestigde het ver dwijnen van den herder, datgene, wat Toni geloofde gezien te hebben, maar waar zou men hem nu zoeken. De renl meester werd nogmaals in 't bijzijn van het meisje ondervraagd. „Heb je dien man van nabij gekend, Tomkins. Hoe heet hij? Wat was oorspronke lijk zijn vak?" ,0, mijnheer, wat dat betreft, ik heb hem voor een geleerde gehouden. Hij kwam meer dan twee jaren geleden hier heen en zocht in Adelaide een be trekking als schrijver, men kent dat, de heeren kunnen zich in 't begin aan den eigenlijken arbeid niet wennen en toen de nood hoog kwam heb ik hem meegenomen naar deze boerderij, waar hij sedert schapen hoedt, llij noemde zich tegenover mij Robert Hcuveloord." Tot hiertoe had Toni haar kalmtehe- waard, bij 't hooren van dezen naam brak zij in luid snikken uit. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1904 | | pagina 1