Uit de Omgeving.
Stadsnieuws
der wetenschap, dat de Staat, hoe eer
der hoe beter met zijn stelsel van ofil-
cieele Staatsorthodoxie op geheel het
terrein der wetenschap breke en op dien
grond overga tot volledige opheffing
van de dusgenaamde theologische facul
teit aan zijne publieke universiteiten."
„Geld uit de gemeentekas voor kerke
lijke doeleinden te nemen gelijk de
Amsterdamscho gemeenteraad eenige
jaren achtereen deed om Calvinistische
hoogleeraren te salariëeren, noemde Dr.
Kuyper „een staatkundige misgreep."
Hij verheugde zich, dat deze „voor
stadsgeld aangekochte synodale hoog
leeraren" later zijn afgeschaft en verze
kerde: „Dat vroeg of laat de theologische
faculteit van onze publieke univer
siteiten wegvalt, is een even zekere als
goedgeefsche protectie, maar hoelang
ze haar leven nog rekken zal, is zelfs
van verre niet te gissen. Kwijnende
zieken zijn soms taai."
In 1903 in de Memorie van Antwoord
op het Yerslag over het "Wetsonswerp
tot wijziging der wet op het hooget
ond erw ijs verklaarde de minister Kuy
per
„Christelijk hooger onderwijs van
Staatswege en dan natuurlijk, onder
gebondenheid aan een bepaalde belijde-
denis, is met de Staatsinrichting, door
onze Grondwet geijkt, volstrekt onver-
eenigbaar."
Op 24 Februari 1904, bij de alge-
meene beraadslagingen over hetwetsont-
werp betreffende het hooger onderwijs
6prak de minister Kuyper aldus
„Ik kan mij wel indenken in het
standpunt van hem, die zegt: wij zijn
een Christolijk volk, wij vormen dan
ook een Christelijken Staat en Overheid,
wij moeten Rijks-universiteiten hebben
op Christelijken grondslag en dus moet
er ook bij die Christelijke universiteiten
zijn een Christelijke godgeleerde facul
teit, maar, gelijk ik gezegd heb in
de stukken dat is naar mijn vaste over
tuiging niet het standpunt van de Grond
wet. Daarom kan ik er mij niet over
uitlaten, of ik bij eventueele grondswets-
herziening, (ze is door de heeren van
de linkerzijde reeds in tweërlei vorm
aan de orde gesteld), mijnerzijds in
vloed zou aanwenden om in dien zin
een wijziging aan de orde te brengen.
„Mijn standpunt is fcin deze bekend.
Ik heb ten deze altijd kleur bekend en
jarenlang gestreden voor de overtui
ging, dat, zooals wij in Nederland leven
met een geheel gemengde bevolking
van allerlei verschillende priucipiën en
opiniën de staat niet bij machte is om
ten deze een keuze te doen zóó, datwij
in die keuze een bepaald beginsel tot
heerschappij zouden brengen."
Op 10 Maart 1904 daarentegen liet
de minister Kuyper zich bij de beraad
slagingen over de hooger-onderwyswet
volgenderwijs uit:
„Heel anders daarentegen komt de
zaak te staan, zoo men het gesprokene
door de geachte afgevaardigden de hee
ren De Visser en Schokking, opvat als
een nu reeds aan de orde stellen van
de quaestie, teneinde zeker te zijn, dat
bij de (komende reorganisatie van ons
hooger onderwijs de misgreep van 1876
niet bestendig blijve.
„Dan toch verklaar ik gaarne dat het
ook in mijn bedoeling ligt, te trachten
die gewichtige vraag bij de komende
reorganisatie tot zulk een oplossing te
brengen, dat, wat nu feitelijk de facul
teit der godsgeleordheid worde, d. i. een
faculteit, die niet het verschijnsel van
den godsdienst maar de kennisse Gods
tot voorwerp van onderzoek heeft en
wel op grond van de in Christus gege
ven openbaring; niet een faculteit dus
met het vak dogmatiek er los aan ge
hecht, maar zulk een die principieel
theologisch geconstrueerd is."
De voorloopig allerlaatste verklaring
van den minister Kuyper is door hem
afgelegd in zijne rede op Donderdag 7
April jl., bij gelegenheid van het zilve
ren feest van de Unie „Een school met
den Bijbel." Hij sprak toen (zie De
Standaard van Zaterdag 9 April jl.) als
volgt:
De Overheid is voorts niet tegen de
Religie; wat zij niet kan, is haar aan-
kweeken; in dit opzicht kan zij niet
geven wat het volk voor zijn hoogste
ontwikkeling noodig heeft. Zij zelve kan
geen onderwijs doen geven, dat niet is
losgesneden van den wortel desgeloofs.
En voor dat onontbeerlijke goed zorgt
de Vrije School."
Wel wTerden deze woorden gezegd
met het oog op het Lager onderwijs,
maar de vraag dringt zich op, of, waar
zoo principieel gesproken werd, de con
sequentie zich ook niet tot het hooger
onderwijs moet uitstrekken. En moet
men hierin dan dus zien een terugkeer
van dr. Kuyper tot het vroeger door
hem ingenomen en kort geleden plotse
ling door hem verlaten standpunt?
Baarn. Zaterdag IS April zal d«
afdeeling van Toonkunst alhier, onder
leiding van haar directeur, den heer O.
W. S. van der Flier, Mendelssohn's
„Elias" uitvoeren. Als solisten treden
op: Mej: J. Camhier van Nooten, so
praan; mej: Sauerbrey, alt; de heer
Stachelhausen, tenor en de heer Hoes,
has. De uitvoering, welke om half acht
begint, wordt gegeven in de concertzaal
van het hotel Velaars.
ltarncvchl. Door de politie alhier
is procesverbaal opgemaakt tegen een
20-jarig meisje, wegens diefstal van geld
uit de winkellade van den bakker K.
alhier.
Vecnemlaal. Door den Raad de
zer gemeente is machtiging gevraagd
tot de onderhandsche aanbesteding van
eene kazerne voor de marcchausée's
voor de som van f 15840.
Tot onderwijzer methoofdacte aan
de school der Ned. Herv. gemeente
alhier is benoemd de heer P. C. den
Burger van Baarn.
Tot uiterlijk Zaterdag 16 April
wordt degenen, die zich tot heden niet
als aanstaand gasverbruiker hebben op
gegeven, alsnog do gelegenheid gegeven
daarvan ten randhuize opgave te doen.
Na dien termijn zullen de verbruikers
van gaslicht zelf hunne aansluiting moe
ten betalen. Formulieren ter invulling
zijn ten raadhuize verkrijgbaar. Het aan
tal aanvragen bedraagt thans ongeveer
250.
Door de politie alhier is beslag
gelegd op de boeken der coöp. export
slachterij en slagerij „Eigen Hulp", naar
men vermeldt wegens handelingen in
strijd met de eoöperatiewet. De boeken
zijn ter beschikking van den officiervan
justitie te Arnhem gesteld.
Bij de Dinsdag ten raadhuize gehouden
herstemming van een lid voor de kamer
van Koophandel en Fabrieken alhier
zijn van de 202 kiezers opgekomen 56
kiezers.
Hiervan verkreeg de heer H. Meursing
34 en den heer E Klasser 22 stemmen
zoodat eerstgenoemde heer is benoemd.
De heer Meursing moet zich binnen acht
dagen verklaren of hij de benoeming al
dan niet aanneemt.
In de commissie belast met het afne
men van het toelatingsexamen voor het
Kon. Instituut te Willemsoord is be
noemd de heer J. M. Thiel aan de
Hoogere Burgerschool alhier.
Maandag 18 April a.s. zal het25jaar
geleden zijn, dat de Heer M. L. Celossse
tot wethouder onzer gemeente werd
benoemd. Gedurende al dien tijd mocht
hij onafgebroken het wethouderschap
bekleeden, wel een bewijs van het ver
trouwen, dat zijn mede-raadBleden in
hem gesteld hebben. Wij zijn overtuigd,
dat het den jubilaris niet aan blijken
van belangstelling zal ontbreken.
De kapitein J. M. Mazel, van het 5e
Reg. Infanterie, wordt met 1 Aug ge
detacheerd bij het Departement van
Oorlog te 's-Gravenhage.
Bij de Dinsdag gehouden aanbesteding
voor het schilderwerk van de genie was
onze stadgenoot J. R. van 't Hof minste
inschrijver, aan wien het werk is gegund.
Met ingang van 15 April wordt naar
het 5e regiment alhier overgeplaatst de
luitenant A. M. Mol van het 2de regi
ment infanterie, gedetacheerd bij de mi
litaire verkenningen.
De onlangs geplaatste brandkraanwa-
gen in het Politiebureau heeft zijn eersten
dienst bewezen.
Maandagnacht omstreeks 2 uur ont
dekte de Adjunct-inspecteur van Politie
een begin van brand bij den bierhuis
houder Blijenberg, aan het Lieve Yrouwe
Kerkhof.
Fluks werd de brandkraanwagen ge
haald en na eene verbinding met de
Waterleiding naby den heer Lammerts
van Bueren tot stand gebracht te heb
ben, werd het eerst water gegeven.
Een bovenkamertje brandde slechts uit.
Het Burgerlijk Armbestuur is verplaatst
naar het schoolgebouw in de Koestraat.
De voerman v. d. H. uit Hoogland
die eenige weken geleden aan den West
singel onder een der wielen van een
met sparren beladen wagen geraakte en
daardoor een been brak, is titans in het
gasthuis „Aldegonde" overleden.
Hij laat eene weduwe en een groot
gezin na.
Het scheidsgerecht der H. IJ. S. M.
heeft den Hoofdconducteur G. Riphagen
die zich bezwaard gevoelde over eene
straf hem opgelegd, wegens het te vroeg
doen vertrekken van een trein van het
station 8 cherpenzeel, v r ij gesproken.
Maandagavond werd in „Ons Huis"
de jaarlijksche aandeelhoudersvergade
ring van „Volkshuisvesting" gehouden.
Zij werd bijgewoond door 8 aandeelhou
ders gezamenlijk vertegenwoordigende
52 aandeelen, uitbrengende 13 stemmen.
Het jaarverslag werd goedgekeurd;
over de rekening en het beheer van
den penningmeester werd door de ten
vorige jare benoemde commissie schrif
telijk advies van de H.H. Mr. B. II.
Carp, A. J. Krieger en E. M. v. Veen
uitgebracht, hetgeen mededeelde dat de
commissie alles zorgvuldig nagezien en
in volkomen orde bevonden had en tot
conclusie voorstelde den penningmeester
onder dankzegging te déchargeeren voor
liet beheer in 1903; hetgeen geschiedde.
Het dividend werd dienovereenkomstig
vastgesteld op 3°'0 na 18 April te ont
vangen bjj de firma Lamaison
Bouwer Co.
Als bestuursleden werden herkozen
Mej. E. Middelburg en de heer I. van
Hoogstraten, die periodiek aftraden.
In de Commissie tot nazien van het
beheer gedurende 1904 werden gekozen
de Heeren E. M. van Veen, J. van Yol-
lenhoven en A. J. Krieger tot hun
plaatsvervangers de H.H. J. v. d. Plank,
J. W. Middelburg en J. G. Kam; de
beide laatste, ter vergadering aanwezig,
verklaarden de benoeming aan te nemen.
Do voorzitter vroeg thans namens het
bestuur machtiging om enkele panden
met een hypotheek van f 3500 te be
zwaren om de bouwsom te kunnen vol
doen van de 3 nieuwe woningen in de
Gr. Haag. Wel had het bestuur pogingen
aangewend dit geld in aandeelen te
verkrijgen maar met te geringen uitslag
waren dezen pogingen bekroond. Een
der aanwezige aandeelhouders achtte
hypotheeken te duur en daardoor ondoel
matig en verklaarde zich bereid twee
nieuwe aandeelen te nemen; deze
moreele en linancieele steun gevoegd bij
de reeds toegezegde 7 nieuwe aandeelen
gaf 't bestuur vrijheid tot de belofte dat
men dan nog eens opnieuw zou trachten
de resteerendc 7 aandeelen (1750.te
plaatsen vóór 15 Mei als de tweede
termijn moet voldaan worden, jzoodat
het de aanvrage om tot hypotheek te
machtigen introk.
Wanneer alle 16 aandeelen geplaatst
zijn, kan de huur dezer 3 woningen in
de Gr. Haag ongeveer f 0.15 per week
goedkooper worden gesteld. Wie helpt
„Volkshuisvesting" daarmede?
Maandagavond 8 uur hield de werk
lieden vereeniging „Onderlinge Hulp"
haar 10de Algemeene ledenvergadering
in de bovenzaal van „DeKeizerskroon"
Aanwezig waren behalve 10 bestuurs
leden 77 leden.
De voorzitter, de heer D. Gerritsen,
heette de vergadering hartelijk welkom
en deed dat met bijzonder veel genoe
gen, daar de vergadering een bijzonder
karakter droeg, daar tevens het 10-jarig
bestaan kon herdacht worden.
Veel nut heeft de vereeniging in die
tien jaren gesticht, het bestuur heeft er
dan ook ernstig over gedacht, den dag
feestelijk te herdenken en plannen zijn
al gemaakt om binnenkort den leden
met hunne vrouweneengezelligenavond
aan te bieden in Amicitia. (Applaus.)
Moeielijk is het evenwel voor het be
stuur om de wijze van feestviering vast
te stellen, liet beste zal zijn als de leden
zelf dien avond orgaiuseerden. Wie daar
voor de gelegenheid is, laat die zich bij
het bestuur opgeven.
Wanneer we de resultaten der 10
jaar nagaan dan zien we dat de veree
niging er zeer gunstig voor staat. Op
het oogenblik is er een saldo van
f 1931.23. Verblijdend is het, dat de
uitgaven steeds gedekt zijn door de bij
dragen der leden, zoodat het reserve
fonds is gevormd door de giften van
particulieren.
De secretaris, de heer L. van Achter-
bergh en de penningmeester, Jhr. mr.
B. W. Th. Sandberg verdienen een
woord van hulde en dank voorhetvele,
dat zij voor de vereeniging hebben ge
daan (Applaus), terwijl ook de overige
bestuursleden zich veel moeite hebben
gegeven, waarvoor zij den dank der
leden verdienen. Ook de stichter der
vereeniging, de heer Pels-Rycken, thans
Eere-voorzitter, die tot zijn spijt niet
aanwezig kon zijn, verdient onzen dank.
In 1903 bedroegen de Ontvangsten
f1158 89, de Uitgaven f 1019.21, tegen
f5 8 en f312 in het eerste jaar. Onder
de ontvangsten komt voor f112 aan
vrijwillige bijdragen, tegen f 383 in
1893. Aan ziekengeld is uitgekeerd f 3,
f786.95 en f229.26 in de drie klassen
o. a. werd uitgckecrdjaanecnlidf 142.50,
aan een ander f75, aan twee f40, aan
vier f 25, doch de meeste kregen f 5 en
zelfs minder.
Moeielijk blijft het nog steeds voor
het bestuur om te voorzien ingeval een
lid een ongeval treft. De Rijks-verzeke
ringsbank w-acht gewoonlijk zeer lang
met de uitkeering, vandaar dat het be
stuur besloten heeft de eerste 3 weken
steeds de volle uitkeering te geven.
Elk geval wordt op zichzelf beoordeeld,
maar moeielijk blijft het steeds de meest
billijke maatregelen [te nemen De een
zal soms bevoorrecht worden boven den
ander, maar zoolang nog niet alle be
drijven verzekeringsplichtig zijn voorde
Ongevallenwet zal het moeielijk zijn
deze zaak goed te regelen. Als eenvan
de leden een beter inzicht heeft, laat
hij het dan zeggen.
De secretaris behoeft, na hetgeen de
voorzitter heeft mcgedeeld het jaarver
slag hiet uit te brengen, daar deze
reeds alles daaruit heeft besproken. Bij
de nu volgende verkiezing van 4 be
stuursleden werden de aftredenden de
heeren D. Gerritsen, L. van Achter-
bergh, L. M. Verhey en J. A. Stoopen-
daal herkozen terwijl dezelfde gecommit
teerden tot het nazien der rekening en
verantwoording over 1903 werden be
noemd voor 1904.
Een der leden bracht bij de rondvraag
het in de vorige vergadering genomen
besluit in verband met de invoeringder
ongevallenwet ter sprake en vroeg ot
dit voor- of nadeelig heeft gewerkt voor
de vereeniging. Hij meent van nadeelig
daar er nu door de ongelijkheid der
uitkeeringen tweespalt is gekomen, iets
waarvan men vroeger niet hoorde, van
daar dat hij voor wil stellen, om ieder
uit te koeren naar zijn volle contributie.
Na een langdurige discussie hierover
wordt besloten schriftelijk het voorstel
in stemming te brengen. Het voorstel
werd aangenomen met 62 tegen 12 en
3 blanco's. Het bestunr onthield zich.
Door de gevallen beslissing vervalt
dus het besluit genomen in de verga
dering van 2 Juni 1903.
Naar aanleiding van de opmerking
van een der leden, dat er nu bevoor
rechte leden waren, die dubbele uitkee
ring kregen krachtens de Ongevallenwet
en van „Onderlinge Hulpwekte de
voorzitter |de leden op om in hun vak-
vereeniging propaganda te maken, voor
opname van alle werklieden in de onge
vallenwet.
De vice-voorzitter herinnert er aan,
dat bij de opening de voorzitter hulde
heeft gebracht aanverscliillende bestuurs
leden. Hij wenscht nu een woord van
hulde te brengen aan alle leden voorde
vriendschappelijke wijze waarop zij steeds
met het bestuur samenwerkten. Maar in
't bijzonder wenschte hij dank te bren
gen aan de voorzitter, aan wien de
vereeniging zeer veel te danken heeft.
Applaus
Nadat de vooizitter den laatsten spre
ker had bedankt, sloot hij de vergade
ring.
Ken Centrale.
Het groote voordeel van evenredige
vertegenwoordiging bestaat hierin, dat
zij een veel gezonder ontwikkeling van
het politiek bewustzijn en van het
politiek leven met zich brengt dan het
vigeerende meerderheidsstelsel.
Immers iedere stem in een of anderen
politieken zin uitgebracht komt dan tot
zijn recht. Of men als liberaal in het
Zuiden des lands woont, waar de libe
rale stemmen thans in het niet verzin
ken tegenover de overstelpende Katho
lieke meerderheid, of in Veendam b.v.
dat overwegend vrijzinnig is een stem
is een stem. In beide gevallen oefent
men door het uitbrengen van zijn stem
zijn invloed uit op de richting, waarin
ons land geregeerd zal worden.
Heel anders is de toestand bij ons
tegenwoordig meerderheidsstelsel. De
liberaal in Maastricht en de katholiek in
Veendam kunnen denken: ik zal mij
zelfs den gang naar de stembus maar
besparen, want „het helpt toch niets".
De eerste denkt en doet dan ook werke
lijk zoo, en mogen een beschamend
voorbeeld zien in de antirevolutionnairen
en katholieke kiezers, die hetzij hun
partij meerderheid hetzij deze minderheid
vormt op hun post, d. w. z. aan de
stembus zijn.
Zoo is ons meerderheidsstelsel bij uit
stek geschikt om de politieke belang
stelling in vele districten langzaam maar
zeker uit te dooven.
Liberale minderheden geven den strijd
o zoo spoedig verloren en waar eertijds
opgewektheid heerschte, ziet men al
spoedig het politieke leven opdrogen.
Al kunnen wij hunne houding niet
billijken begrijpen kunnen wij het voor
districten, waar de liberalen ver in de
minderheid zijn.
Uit welke gegevens is men echter
ger eclitigd de conclusie te trekken, dat
liet district Amersfoort daartoe behoort?
Toch zeker niet uit den uitslag van
de laatste verkiezing voor de 2e Kamer
in 1901. Immers toen brachten van de
7046 kiezers: 2410 hun stem uit op
Jhr. mr. II. M. v. Asch v. Wijck, 2089
op Mr \V. H. de Beaufort, terwijl 2497
kiezers van hun kiesrecht geen gebruik
maakten, thuis bleven dus. Van welke
kleur zijn die laatste kiezers? Hot is
moeilijk te zeggen. Zou het echter te
boud gesproken zijn, als wij beweren,
dat toch wel 322 van 'die 2497 (dus
nauwelijks het achtste gedeelte) op
den heer de Beaufort gestemd zouden
hebben, indien zij waren opgezocht en
voorgelicht? En daardoor toch reeds zou
de heer de Beaufort zijn gekozen ge
weest.
Maar juist dat opzoeken en voorlich
ten van Kiezers, o. a. door middel van
openbare vergaderingen, laat van vrij
zinnige zijde vaak al heel veel te wcu-
schen over. Het te verbloemen zou
struisvogelpolitiek zijn. Vooral geldt dat
van ons Kiesdistrict. Dat kan ook niet
wel anders, want de vrijzinnigen in ons
district zijn jammerlijk ongeorganiseerd.
Er bestaat geen band, geen voeling,
geen samenwerking tusschen hen.
„Bestaat" schrijven wij, maar er zijn
teekenen, die hoop geven, dat het spoe
dig moet zijn „bestond."
Enkele flinke mannen hebben het
plan ter hand genomen, om te trachten
tot oprichting van een „Centrale" te
komen. Op de advertentie in dit num
mer zij dan ook de attentie gevestigd.
Zij meenen, dat door de vorige ver
kiezing allerminst het bewijs is gele
verd, dat het ondoenlijk zou zijn, iemand
als Mr. de Beaufort gekozen te krijgen.
Nu de teleurstelling, teweeggebracht
door het niet nakomen van do vele en
velerlei beloften van de tegenwoordige
regcering, alsmede de aanval op de
Hervormde Kerk, gelegen in de aan
hangige wet op het Hooger onderwys,
vele kiezers de oogen moet hebben ge
opend, nu zijn de kansen op een even
tueel succes stellig nog aanmerkelijk
gestegen.
Doch dan moeter worden aangepakt en
wel zonder verwijl. Dan dienen velen
Maandagavond op te gaan, om finon-
tiëel en moreel het comité bij te vallen
en zich aan te sluiten. Het comité wil
er geen gras over laten groeien. Een
ontwerp-rcglement heeft het reeds ge
reed (het wordt Zaterdag afgedrukt).
Maandagavond kan dus een flinke „af
deeling Amersfoort" tot stand komen,
waardoor de tegenwoordige Kiesver-
eeniging „Amersfoort" zich kan blijven
bepalen tot Gemeenteraadsverkiezingen,
wat wij zeer juist gezien achten.
Maatregelen zijn reeds door het comité
genomen, om onmiddellijk, nadat de
eerste afdeeling, de moederafdeeling
zouden we haar willen noemen, is op
gericht, openbare vergaderingen te hou
den in de omliggende gemeenten, en
wel in de eerste plaats tc Baarn en te
Zeist, om ook daar afdeelingen van „de
Centrale" te stichten.
Hulde aan de activiteit der heeren.
Wij steunen hun plan van heeler harte.
Dat ditmaal blijke, dat „liberaal" en
„lauw" niet hetzelfde is. Dat nie
mand Maandagavond achterblijve
De helft van het 4e eskadron le rog.
Iiuz. uit Deventer zal onder bevel van den
ritm. E. W. baron v. d. Capellen, deel
nemen aan regimentsoefeningen van het
5e reginf. tc Amersfoort, onder leiding
van den kolonel W. A. T. de Meester.
Sport.
De feestavond, aangeboden door U.
D. I. ter gelegenheid van de uitreiking
der medailles behaald op het Voetbal
concours, zal niet zooals het plan was
a. s. Zaterdag, maar Zaterdag 23 April
gehouden worden.
Het derde elftal van U. D. I. sloeg
Zondag j. 1. op haar terrein een ge
mengde le en 2e elftal van Hellas uit
Utrecht.