Buitenland. Binnenland. Allerlei. overwinning, in 1901 door de kerkelijke coalitie bevochten, is voor een niet ge ring deel te danken geweest aan de ijverige werkzaamheid van jeugdige pro pagandisten, van „de jonge garde" dezer partijen. Een ander voorbeeld hebben de jonge liberalen in de sociaal-democraten, aan wier bewonderingswaardige werkzaam heid jong en oud deelnemen, en die daaraan zoo menigen onverwachten tri omf te danken hebben gehad. Men zou zich trouwens zeer vergissen, wanneer men meende, dat aan liberale zijde de jongeren altijd onverschillig hebben toegezien. Er zou menig voor beeld te noemen zijn van belangrijke diensten, bij verkiezingen aan de libe ralen bewezen door jonge helpers, menig voorbeeld van liberale overwinningen aan de stembus, die mede aan deze hulp te danken waren. Maar wat tot hiertoe ontbrak, is de organisatie, en deze juist is gewenscht, want het scheelt voor de uitkomst veel, of de hulp wordt ver leend onder den drang van het oogen- blik en zonder eenige voorbereiding, dan wel of er overleg is en deugdelijk sa menwerking en de hulp naar een be hoorlijk voorbereid plan en op stelsel matige wijze wordt verleend. In Venetië woont gravin Annina Romba Morosini, die eens door koning Hum- bert de schoonste vrouw van Italië is genoemd. Heel Venetië spreekt van de gravin en geen wonder, ze heeft zooveel bekoorlijkheden, datkeizer Wilhelm, die haar sedert 1894 kent, haar heeft willen zien. In de strengste incognito is de keizer naar de stad gekomen en, toeval natuurlijk, hij heeft haar verschillende malen ont moet. En nu? Men begrijpt het: heel Venetië spreekt over de gravin Morosini en den keizer. Dat was nu nog eens met recht een kruistocht door de Middellandsche Zee, waar ze de gelegenheid bood delevens- lijn des keizers te doen kruisen met die van de schoone Italiaansche. Zoo de stembanden des keizers zijn aangedaan, zijn rugggegraat is nog lenig genoeg om hem galantelijk voor een gravin, mis schien een vriendin uit zijn jongelings jaren, te doen buigen. Maar liij vat het ambt van keizer ernstig op. He„berau- schende" van het weerzien van Annina belette hem niet tweemaal, onmiddellijk na zijn terugkomst in het vaderland, een speech af te steken, die rijkelijk met dien ridderlijken krijgszin was ge lardeerd, die een souvenir is aan de talrijke veldslagen, die "Wilhehn mee maakte.... in den geeste. Men zal in Zuid-Afrika zeker met eigenaardige gevoelens lezen, dat de militaire medewerker van de West minster Gazette, over den veldslag aan de Jaloe schrijvende, het verbranden van Antoeng door de Russen noemt een ge val van „stupid vandalism". Misschien hebben de Russen Antoeng wel verbrand, zooals zij Moskou verbrand hebben, om den vijand te beletten er zich te nes telen, maar hoe zijn de dorpen en ste den in Transvaal en Vrijstaat verbrand, niet om strategische redenen, maar als wraak en vreesaanjaging! De Augsburger kbendzeitung ver neemt uit Furth im Wald: Sedert eenige weken komen hier duizenden Russische joden door die, naar zij vertellen, uit hun woonplaatsen verdreven zijn. Bijna elke trein brengt zulke vluchtelingen mede, die reeds vele dagen onder weg zijn, zonder uit hun kleeren geweest te zijn. De menschen die mcerendeels in Russische kleerendracht zijn, leven uiterst armoedig en verkeeren in zeer gedrukte stemming. Hun wantrouwen gaat zoover dat zij zelfs van kleine geschenken, deelnemende vragen enz. niets willen weten. Van hier gaat hun reis naar Frankfort aan den Main, waar zij door geloof8genooten ondersteund worden. Hun doel is Canade, hun inschepings haven Rotterdam. Twintig inlandsche christenen cm een buitenlandsch zendeling moeten door Chincesche troepen te Tschentien-fou vermoord zijn. Het bloedbad had plaats op bevel van den Chineesehen generaal, die het garnizoen commandeerde. Hij is sedert gevlucht en heeft zich aange sloten bij rebellen in de provincie Kwan- toeng. Naar hij beweerde omdat hij meelij had met zijn zevenjarig erg huilend zoontje hep een ibewoner van Manne- dorf aan het Zurischer meer onlangs met het kind het water in. Daar her innerde hij zich dat het toch niet fat soenlijk was zelfmoord te gaan plegen, zonder afscheid genomen te hebben van zijn vrouw. Hij liet het kind in het wa ter vallen en keerde aan den wal terug. De merkwaardige vader is gearres teerd, want het kind verdronk natuurlijk. De post van vorst van Samos is vacant. De tegenwoordige titularis heeft zijn ontslag genomen, wegens de zegepraal door de oppositie bij de verkiezingen behaald. Vermoedelijk troonopvolger is de staatsraad Konstantyn Karatheodo- ripasja. In Mold, de hoofdstad van het graafschap Flint in Wales diende, zoo leest men in dc Rordd. Agem. Zlg., onlangs voor de rechtbank een nogai ingewikkelde zaak. Het ging over een eisch tot schadevergoeding: de getuigen waren gehoord en de advocaat van de beleedigde partij wilde juist het woord nemen, toen de rechter Lloyd zijn hor loge voor den dag haalde en verklaarde: Ja hoeren, over 20 minuten gaat mijn treinik moet naar Chester. Willen we de zaak verdagen, of gaat ge mee naar Chester? Vooruit, zeiden de advocaten en de beide partijen, naar Chester. Rechter Lloyd, de advocaten, de griffer en de beide partijen namen plaats in een 2e klas coupé, rechter in het midden. De afstand van Mold naar Chester is 14 mijlen. De rechter bepaalde dus dat elk der advocaten „zeven mijlen lang zou pleiten." Toen men te Chester aankwam waren de pleidooien dus afgeloopen. Eu op het perron van Chester verklaarde de waardige Salomo dat hij over acht dagen uitspraak zou doen. Niet onaardig is de Daily Mail er door studenten ujt Oxford tusschen ge nomen. Een hunner schreef aan het blad, dat het plagen onder de studenten ergerlijk was. Voor allerlei fouten tegen het ge bruik het dragen van verlakte schoe nen, van een hoogen hoed, als men platzak is of te hard werkt wordt men zelfs mishandeld. Het blad zond een verslaggever ter onderzoek, en ter wijl deze met den briefschrijver praatte was liij toevallig getuige, dat een jong student door een wilden troep nagezet werd. Het blad sprak er schande van, en in het nummer van gisteren kwamen een aantal Oxfordsche studenten zijn beschuldigingen staven De een beklaagde zich, dat hij midden in den winter uit zijn bed gehaald en in een fontein ge smeten was, en dat alleen omdat hij van de natuur een hooge stem had ge kregen. Een ander verweet de studen ten anti-semitismezoo hadden zij een Jood8chen vriend van hem met geweld de tanden uit den mond gerukt (ze wa ren echter valsch). En zoo meer. Maar de D a i 1 v Express, de mededinger van de Daily Mail naar dc gunst van het 6ensatielievendc en jingo-gezindc publick, brengt nu uit, dat de heclc geschiedenis verzonnen is om de D a i 1 y Mail er te laten inloopen. Het tooneel, dat haar verslaggever bijwoonde, was komedie. Als een bijzonderheid wordt ge meld, dat bij het Oostenrijksch-Hon- gaarsche leger en waarschijnlijk geldt dit voor alle legers ter wereld voor de eerste maal een Israëliet, de kolonel i on Schweitzertot generaal is bevor derd geworden. Een ingezetene van Verviers nam Maandag een aan een spijker aan een muur opgehangen gieter af, toen er op eens een mees uitvloog, die hem een gevoeligen pik op den neus gaf. Daarop in den gieter ziende, vond hij er een keurig nestje in met eenige eitjes. Hij haastte zich den gieter weer op zijn plaats te brengen en de meesjes zijn weer ijverig aan het broeden getogen. Landing op Liao-tong. Korte telegrammen van verschillende zijden hebben vandaag eindelijk vasteren vorm gegeven aan de geruchten, sedert zoo lang reeds vernomen over plannen tot landing van de Japanners op het schiereiland Liao-tong. Uok thans wist de Japansche overheid op onberispelijke wijze het geheim te bewaren: blijkbaar heeft zij haar maatregelen tegenover de correspondenten zoo goed genomen dat dezen bij 't belangrijke nieuws achter aan komen. Toch is 't zeer waarschijnlijk dat een Japansche transportvloot, terwijl de nieuwe branderaanval de Russen te Fort Arthur bezighield, kaap Liau-ti-sjan is omgestevend |om troepen te ontschepen hetzij in de Kintsjoubaai of bij Fort Adams: beide aan de westkust van het schiereiland, op min of meer grooten afstand ten N.O. van Port Arthur. En bovendien is er een Japansche afdeeling geland te Fi-tse-wo, aan de oostkust van het schiereiland, legenover de Elliot- eilanden. Het is ook niet onwaarschijnlijk dat de Japanners op een derde plaats soldaten ontschepen: in den omtrek van Takoesjan, ten westen van den Jaloe- mond; zij kunnen dat doen nu de Russen zich naar Feng-hwangtsjeng hebben moe ten terugtrekken. Hoe| 't zij, de Amerikaansche gezant die over de waarschijnlijkheid seint der insluiting van Port Arthur aan de land zijde, zal 't wel bij 't rechte eind hebben. Het Krui» in de kolonie Curasao. Wij herinneren aan de bewering van „de Eembode" in haar nummer van 23 Jan., dat de analen van de Fransche rechtspraak de nadeelige gevolgen aan wezen (er werd echter geen enkel cijfer bijgebracht) van het verdwijneu van het kruis op de scholen aldaar. Zij sneed zich daarmede echter duchtig in de vin gers, want wij raadpleegden dc analen van onze gerechtelijke statistiek (wezen zelfs de Eembode den weg, om ons te controleeren) en kwamen tot het resul taat, dat juist het katholieke deel van onze bevolking met het hoogste percent criminaliteit te voorschijn kwam Het paste dus het Katholieke orgaan allerminst, zich te willen verhoovaardi- gen op geringe criminaliteit onder de katholieken. Wij ontvingen juist heden het kolo niaal verslag van de kolonie Curacou (Bijlage van de handelingen der Staten- Generaal.) Daarin vinden wij, dat van de inwoners 7117 behooren tot den Her vormden en 45260 tot den Roomsch- Katholieken godsdienst. Destatistiekvan de veroordeelingen wegens misdrijf geeft aan: 3 van den Hervormden en 152 van den Roomsch-Katholieken godsdienst. Conclusie: De criminabteit i6 er onder de Katholieken achjt maal zoo groot als onder de protestanten. Ook deze statistiek bevestigt dus geen- zins de bewering van de Eembode. Zou het te veel gevergd zijn van onze tegen standster (op wie ten slotte de bewijs last toch rust, niet waar?) indien wij haar mededeeling verzoeken van de Statistiek, waarop zij de zelfverheffende bewering grondde? Of De N. T. C. deelt mede: Een vijf-en-twintigjarig huwelijksfeest herdacht men. Familie van elders, onder welke zoons en dochters met echtge- nootcn, was over gekomen en men zat gezellig bijeen. De bruigom, onder den invloed van het een en ander dat ter eere van den heugelijken dag was ge bruikt, maakte een opmerking over iets, dat eenige jaren geleden was uitgevoerd door een der zoons. Dezen stond dat niet aan. Papa bleef bij zijn opinie en zei een hartig woordje, mama kwain er tusschen met haar poeslief en fluweel zacht geuite meening, de schoonzoons meenden zoontjelief verongelijkt. Met argumenteeren kwam men niet tot een beslissing, Toen werd het mes getrok ken en de bruigom werd zoo ern stig toegetakeld, dat ijlings de dokter hulp moest verleenen. Zoo iets heet feestvieren! Dr. Kuyper heeft door Tony Szirmai een medaillon doen snijden van zijn beeltenis, dat blijkens de afbeelding daarvan in „De Week" een fraai stuk, werk is. De kop is schoon en scherp, de gelijkenis frappant. Kenschetsend voor de bescheidenheid van onzen premier zijn op de medaille de woorden gesne den: Justus ut leo audax (rechtvaardig en stoutmoedig of alleen moedig als de leeuw.) De Spectator-plaat dezer week geeft het ontwerp eener keerzijde voor deze medaille, in opdracht van de redactie. Daarop is afgebeeld de Nederlandsche leeuw, die met opgeheven zwaard en den pijlenbundel in den linkerpoot par mantig toetreedt op een man, die onze premier wel eens kon zijn en die door zijn houding en 't verliezen van hoed en parapluie toont in moed of stoutmoe digheid bij dezen leeuw ver achter te staan. Rondom de afbeelding staat: „Zie daar een jonge leeuw, I indiende hem tegemoet." Een Texelsche veefokker werd dezer dagen in het veld gevolgd door een schaap, dat blatende achter hem aan draafde en den man bijna met den kop aanraakte. Hij keek om en zag nu dat het schaap al blatende naar een greppel liep en daar bleef ttaan, telkens naar hem opziende. De veehouder liep nu naar de plek en zag in het water eenpasgeborenlam op den rug liggen. Terstond haalde hij het beestje, dat aan de trouwe moeder zorg zijn leven te danken had, op het droge. Te Zaamslag wilde een klein meisje, dat alleen thuis was, naar buiten en sloeg daarom een ruit stuk, van welk glas een stukje bleef staan. Toen zij zich door de geopende ruimte wilde heen werken, verwondde zij zich aan den buik, op welk pijnlijk gevoel zij zich liet vallen, met het gevolg, dat zij zich zoo erg verwondde dat haar de in gewanden uit het lichaam hingen. In dezen toestand liep zij naar de op eeni- gen afstand van haar wonende buren waarna dadelijk geneeskundige hulp werd ingeroepen. Wonderlijk genoeg deed deze gruwelijke verwonding haar zichtbaar geen pijn, hoewel zij nietbui- ten gevaar is. Sinds eenigen tijd worden hier te lan de door de belastingambtenaren op de voorname losplaatsen van verschillende goederen het bruto-gewicht en de tarra opgenomen naar aanleiding van eene ministerieel;' aanschrijving. Het doel hiervan is, den minister van financiën gegevens te verschaffen om van de goederen, naar het gewicht belast bij het nieuw ontwerp-tarief, tot eene betere regeling van de toe te passen wettelijke tarra te komen. De spaar-vcreeniging De Eendracht, door dr. F. van Eeden c. 8. opgericht, om de nog werkeloos gebleven slacht offers van de spoorwegstaking, een 300tal aan brood te helpen, heeft in de War moesstraat te Amsterdam een ruim koop manshuis gehuurd, waarin alles, wat in een gezin noodig is, zal worden opge slagen, en vanwaar de deelnemers iji de vereeniging voor het door hen bespaarde verschillende benoodigheden kunnen la ten komen. Dit is het eerste „waren huis" der maatschappij. Het plan is nu zoo mogelijk in de verschillende steden filialen op te richten. Een vermogend menschenvriend heeft de maatschappij in staat gesteld reeds nu het magazijn te openen. Men deelt aan De Tijd mede, datbij het departement van Oorlog wordtover- wogen of het met het oog op het toenemend gebrek aan officieren en het gemis aan voldoende kazerueering wel wenschelijk geacht moet worden gevolg te geven aan het bij de behan deling der legerwetten aangekondigde voornemen, om reeds in 1905 het laatste regiment Infanterie op te richten. De correspondent van het Hbld. schrijft: Terwijl in bijna alle bladen melding wordt gemaakt van de pracht der IIol- landsche bloeinbollenvelden, weet mis schien het groote publiek niet, dat in het hooge Noorden van ons land een plekje grond is waar dc bewoners niet minder trots zijn op hun, al is het dan ook op bescheiden schaal, in bloei staand bollenveld. Die trots geldt niets slechts het tegen woordige, maar de verwachting is hoog gespannen voor hetgeen de toekomst belooft. Gedurende 4 jaar zijn onder toezicht van den Rijkstuinbouwloeraar te Leeu warden, den heer Leendertz, alhier proef velden aangelegd met het doel te we ten te komen of de grond geschikt is voor bollenteelt en zoo ja, welke bollen zich daartoe het best eigenen. Het re sultaat is dat de grond in alle opzichten aan de gestelde eischen voldoet en dat de proeven met de meest voorkomende handelssoorten uitstekend zijn geslaagd. Na deze goede uitkomsten heeft het rijk gemeend de proefnemingen te moe ten eindigen, en hebben eenige ingeze tenen in overleg met genoemden tuin- bouwleer. ar besloten de zaak verder voort te zetten door een vereeniging op te richten ten doel hebbende het kweeken van bloembollen en aanverwan te teelten onder de ingezetenen van Schiermonnikoog ingang te doen vinden. Reeds is een groot aantal leden toe getreden. Het tarief van Invoerrecliten en de verhouding van het Bui tenland tot Nederland. Tariefverhooging geeft aanleiding tot wrijvingen. Sedert men in Europa de staatkunde van handelsverdragen volgt, is de diplo matie belast men een eigenaardig werk. Voortdurend valt er te onderhandelen over allerlei belangen, welke maar al te vaak met elkander staan in onverzoen- lijken strijd. Sedert een paar jaar reeds tobt de Duitsche regeering over nieuwe verdragen met Oostenrijk, Italië en Rus land. Eenige jaren geleden stonden Spanje, Italië en Frankrijk met elkander op ge spannen voet, niet het minst wegens in voertarieven op wijn. Daar bijna elk handelstractaat opzegbaar is en een jaar na de opzegging eindigt, is er aldoor onrust in de internationale betrekkingen. Steeds zijn er wolken aan den horizont. Indien al tractaten niet worden opge zegd, ziet men maatregelen genomen tot bestrijding, zoo heet het, van ziek ten van menschen, dieren en planten, maatregelen, achter welke zich bescher ming van binnenlandsche vee- en ooft- teelt verbergt. Sommige staten verbie den den invoer van vee, de vrees wordt aanggegrepen voor mond- en klauwzeer. Geen heesters en andere ge wassen binnengelaten! Wie immers weet, of zij niet een of andere kwaadaardige kever verbergen? Bovendien heeft een regeering, welke den invoer wil bemoeie- lijken, de gelegenheid om allerlei dou ane-formaliteiten te bepalen, welke kun nen worden opgevoerd tot merkwaar- digen omvang en tot tergenden last, buiten alle tractaat om. Door dit alles is elders de handels politiek een kaartspel geworden, bij het welk gewoonlijk die regeering de hoog ste troeven in handen heeft, welke aan het hoofd staat van hef grootste en mach tigste land. Zal Nederland verstandig doen door aan een dergelijke speeltafel plaats te neme»? Tariefverhooging geeft aanlei ding tot wrijvingen. Niet lang geleden werd eens voorspeld dat, indien onze regeering die verhooging voorstelt, de buitenlandscho diplomatie het aan drin gende vertoogen in den Haag niet zal laten ontbreken. Onloochenbaar worden de belangen van het buitenland bena deeld. Wel is voor den vreemdeling de Nederlandsche markt bijna nooit geheel onmisbaarhij kan met zijn goederen gewoonlijk nog wel ergens anders heen; maaralles telt meê, en de Nederland sche markt is hem niet onverschillig. Het zal voor Nederland geen voordeel zijn, indien het gesleept wordt in den strijd van allerlei belangen des buiten lands en wanneer de vreemde Mogend heden in wedijver treden om ieder voor zich de slagen van het nieuwe Neder landsche tarief zooveel mogelijk te be antwoorden. Al werden geen bijzon dere maatregelen tegen onze uitvoerhandel genomen, ons gedrag zou den protec- tionistisclien stroom elders versterken en deze is rechtstreeks togen dien han del gekeerd. In Engeland bestaat een machtige politieke partij, welke de landen, die in hooge tarieven heil hebben gezocht, bedreigt met tarieven van Engela»ds zijde. Deze beweging is voornamelijk gericht tegen Duitschland, Frankrijk, België en Rusland. Indien zij slaagt, heeft Nederland goede kans om bij deze weèrwraakspolitiek der Engelscben buiten schot te blijven. Voor onzen' handel op Engeland zou dit een bron van onbere kenbare winst zijn: een begunstigde po sitie voor den Nederlandschcn handel, begunstigd boven nagenoeg alle andere staten van Europa, zou er uit voort vloeien! Is het dan aanbevelenswaard, juist in dit tijdsgewricht, ons zóó te gaan gedragen dat wij verdienen in Engeland met dezelfde zwarte kool te worden aangeschreven als waarmee de anderen er geteekend staan? Op het oogenblik, dat onze vrijgevige staatkunde ons het uitzicht opent op een kostelijke positie in den Eiuopeeschen handel, deze staat kunde overboord werpen wie durft dit aanraden? Vereenig. v. h. Vrije Ruilverkeer. Jokkernlj. Eén onzer kamerleden kan zich blijk baar nog slecht losmaken van guiten streken, evenals de Genestet uitroepende „O zalig, wien de jongenskiel nog om de schoud'ren glijdt!" Deze grappenmaker haalde n. 1. toen een der sprekers met den ernst, die een volksvertegenwoordiger past en in parlemientairc bewoordingen zijne be schouwing hield over minimum hoeveel heid, een fleschje van 1 deciliter, gevuld met een lichtbruin vocht en met Dr. Kuypers portret versierd, te voorschijn. Dit „Kuyperiaantje" zooals de geijkte term dreigt te worden, deed de reis door verschillende eerbiedwaardige handen tot ten slotte de kommies-grifier jhr. Heelaerts van Blokland het „Kuijperiaantje" in zijn laadje deed verdwijnen. Een en ander had de aandacht der kamerleden eenigszins afgeleid en dies een eenigs- zins gramstorige uitdrukking op hetge- laat van den voorzitter gebracht, die echter, toen hij het corpus delicti in het oog had gekregen, ondanks zijn waar digheid toch niet kon nalaten eens even te lachen. Dat niet alleen De Eemlander „up to date" tracht te zijn, maar dat er ook in 't buitenland actieve bladen zijn, be wijst een Belgisch blad door dezer dagen aan zijn lezeressen een recept te geven van „olifants-ragout". Men zal be grijpen wat ik bedoel, als ik er bij ver meld, dat de olifant uit den Gentschen dierentuin aan een slager daar ter stede is verkocht. Of 't aanbieden van dat recept echter wel heel beleefd mag heeten, daarover kunnen we ons natuurlijk niet uitspre ken. Zeker is het niet zoo hoffelijk als het optreden van een Londenschen in breker, die een beleefden brief op het „terrein zijner werkzaamheden" achter liet, waarin hij den bewoner van het huis meedeelde, dat hij dezen diefstal alleen had gepleegd om in de gevan genis te komen, daar hij verdiensten en dakloos wa6, en dat hij zich met het gestolene bij de politie zou aanmel den. Inderdaad heeft hij zijn belofte ge houden, en het gestolene teruggebracht, en derhalve zal hij weldra terechtstaan voor zijn eerlijkheid. Misschien wordt hij vrij gesproken',en dan blijft hem

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1904 | | pagina 2