No. 41 Zaterdag 21 Mei 1904. ie Jaargang Vices U Zelf! Buitenland. j verschijntI Liberaal Orgaan rootAmersfoort en Omstreken i I Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER". CHRISTELIJK OF KERKELIJK. FEUILLETON. TWEE VRIENDEN. DE EEMLANDER. 3Woensdags en Zaterdags.! Bureau Hendrik van Viandenstraat 28. Abonnementsprijs Prijs <lcr mlverteiitiëu Van 1 tot 5 rogels0.40 voor iederen regel meer0.08 Franco per post - 0.90 (Bij abonnement aanmerkelijke korting.) Kerkelijke partijen zijn (dan ook) ten opzichte van hun arbeid op staatkundig gebied' nooit volkomen vrij in hunne bewegingen. Zij moeten rekening blijven houden met hunne leden, die een afwij kende meening - hebben ^omtrent staat kundige vraagstukken), maar niet de volledige samenwerking aanvaarden van mannen van andere godsdienstige mee- uing, die hunne staatkundige zienswijze zijn toegedaan. Het groote bezwaar voor deze partijen vangt aan, wanneer zij als meerderheid tot de regeeriug geroepen worden. Groote en doortastende maat regelen op wetgevend gebied zij n echter, voor zoover zij niet met de belangen van berk en godsdienst in dadelijk verband staan, van zulke regeeringen in don regel niet te wachten. Mr. W. H. de Beaufort. Staatkundige Opstellen. Langzamerhand begint de onderschei ding van de Staatkundige Partijen in Nederland in Christelijke en niet-Christe- lijke partijen het burgerrecht te verkrijgen. En toch kunnen wij ons met die spreek wijze niet vereenigen, hoewel de organen der anti-revolutionairen ons soms, ondanks ons zelf, er toe gesuggereerd hebben, ze over te nemen. Ze is kort en heeft daarom véél voor. Maar dat neemt niet weg, dat 't geèn aanbeveling verdient, door het aanvaarden van dien naapi, ook in de oogen v^n geestverwanten den schijn aan te nemen, of we ook de onderscheiding accepteeren. Door de anti-revolutionairen wordt de naam Chris telijk1' opgevorderd speciaal voor him partij. Zij noemen hunne scholen gaarne „Christelijke" scholen. Spreekt men hier ter stede van „Christelijke school", dan weet ieder, dat daarmee bedoeld wordt, de „School met den Bijbel", van de orthodoxe-protestanten. Niemand zal zich hier een oogenblik behoeven af te vragen, of er soms ook de R. K. jongensschool mee bedoeld kan zijn. Trouwens er is behoorlijk voor gezorgd dien naam te propageeren. Met groote letters kan men 't op den gevel aan het schoolgebouw ver meld zien: „Christelijke School". De Roomsch-Katholieken zijn in dit ra Er gebeurt nooit een slechte daad zonder sporen na te latenhet water van ons leven blijft er altijd door in deining. Uit het Noordsch van 1.) ALEXANDER L. KIELLAND. Niemand kon begrijpen hoe hij aan geld kwam; het meest van allen echter verwonderde zich Charles over het rijke verkwistende leven, dat Alphonse, zijn vroegere vriend en compagnon leidde. Sedert zij de compagnieschap ontbon den hadden, waren de meeste bestellingen en de beste handelsbetrekkingen lang zamerhand in Charles' handen gekomen. Niet omdat hij in eenig opzicht zijn vrocgeren compagnon in den weg trad of trachtte te onderkruipen; maar heel eenvoudig omdat Charles de knapste van hen beiden was. En daar Alphonse nu op eigen wieken moestdrijven, bemerkte een ieder, die hem van nabij gadesloeg, al spoedig, dat hij, ondanks zijne wel willendheid, zijne bevallige manieren en zijn aangenaam voorkomen, ervojstrekt opzicht heel wat bescheidener en heel wat juister, waar ze hunne scholen een voudig Roomsch-Katholicke school noe men. We zouden tegen dien naam „Christelijk" niet het minste bezwaar hebben, indien dat de algemeen gebruikte naam was, voor een bepaalde kerkelijke secte, docli waar, volkomen verklaarbaar, het woord Christelijk in het dagelijksch leven zoo'n geheel andere beteckenis verkregen heeft en losgemaakt is van elk dogma achten we het niet goed in cenig opzicht moe te werken door het toekennen van dit attribuut voor instel lingen van anti-revolutionairen of voor politieke partijen bij sommigen onzer staatkundige geestverwanten, die tot de minder ontwikkelden belmoren, den in druk te helpen vestigen, alsof onze instellingen ou-christelijk, alsof onze beginselen zich zouden verzotten tegen de Christelijke beginselen. Wij wcnschen volstrekt den godsdienst niet te vermengen met de staatkunde. We zijn van oordeel, dat èn de staat kunde èn de godsdienst het best ermee gediend zijn, wanneer die twee geschei den zijn. Men versta ons goed. Onze beeldrijke Premier mag zoo gaarne spreken van het „Christelijk zout", dat de spijzen, in casu de wetten van dit Ministerie pioet onderscheiden van hetgeen van andpre ministeries afkomstig is. Van dat zout is weinig te bespeuren, dan alleen bij de Ilooger-Onderwijswct en deze wet heeft geen afider karakter, dan bevoordeeling van de Vrije Doleé- repde) universiteit te Amsterdam. Dat achten we verkeerd. De Staat moet geen gelden beschikbaar stellen voor bepaald Kerkelijke doeleinden, doch overigens zijn ook wij van oordeel, dat de wet geving doortrokken moet zijn van de humanitaire beginselen, die den grond slag vormen van de Christelijke Kerk we denken daarbij niet aan een bepaalde secte. Dat „zout", al is het niet van liet onbescheiden etiquet „Chris telijk" voorzien, zullen we ook eischen in de wetten van een vrijzinnig Ministerie. We zullen daarvan verwachten, dat in hunne wetten doorstraalt het groote beginsel van naastenliefde, steun voor de zwakken, gewetensvrijheid en we zouden ons zeker verzetten tegen een liberalisme, dat nog stond op den bodem van de idieeën van Adam Smith, dat „Staatsonthouding" als eerste staatsplicht in zijn vanen schreef. De practische de man nipt voor was om aan het hoofd eener eigene zaak te staan; en er be stond zulk een persoon, die hem nauw keurig gadesloeg. Charles volgde hem stap voor stap en bemerkte met zijne scherpe oogen iedere fout, iedere ver kwisting, ieder verlies. Alles wist hij in alle bizonderheden, en daarom verwon derde hij zich, dat Alphonse zich zoo lang kon staande houden. Zij waren zoo goed als te zamen op gegroeid. Hunne moeders waren nichten en daar zij in dezelfde straat naast el kander gewoond hadden, en dat is in eene stad als Parijs voor den omgang even goed als bloedverwantschap, kwamen zij op dezelfde school. Yan toen aan waren zij gedurende hunne gansche jeugd onscheidbaar. Do wederzijdschc toegenegenheid overwon het groote verschil, dat hunne karak ters kenschetste en spoedig sloten hunne eigenschappen zoo goed in elkander, dat men ze zou kunnen vergelijken bij de kunstig uitgesneden snikjes hout, waaruit de kinderen zulke schoone beelden kunnen vormen. En inderdaad heerschte er tusschen hen eene zoo schoone verstandhouding, als men zelden onder jongelieden aantreft; want zij vatten de vriendschap niet op als eene verplichting voor den eenen om zich alles van den ander te laten welgevallen, maar zij schenen integen deel te wedijveren elkanders liefde te beginselen omtrent onze houding tegen over andere idividuën of tegenover de gemeenschap, zullen niet afwijken in vele opzichten van die der kerkelijke partijen. De grondslagen mogen andere zijn, doch bij liet in toepassing brengen van onze ideeën, bij het belichamen ervan in wetten, komt het niet in de eerste plaats aan op denphilösopliischen «ndergrond of op liet godsdienstige prin cipe, waarvan we uitgaan, maar dan komt liet aan op de conclusies waartoe onze levensbeschouwing ons geleid heeft. "Wanneer we bijvoorbeeld voorstanders zijn van algemeene dienstplicht, dan zijn wc dit, omdat we dit beginsel rechtvaar dig achten. Yoor de practijk komt het er dan volstrekt niet op aan of we dit beginsel: „we moeten de rechtvaardig heid betrachten" laten steuren op bijbel teksten of kerkelijke dogmata of dat we eenvoudig de rechtvaardigheid huldigen willen, omdat we vinden, dat het onze plicht is rechtvaardig te zijn, zonder het noodig te oordeeien, daarbij op e.en of andere wijze gedocumenteerd te staven, „waarom" we eigenlijk rechtvaardig willen zijn. De partijen, die thans samen werken zouden dunkt ons liet best zijn samen te vatten onder den naam: Partij van ben, wier godsdienstig geloof zich grondt op de openbaring, zonder daar mede tegelijkertijd de valsche tegen stelling te accepteeren, dat de andere partijen staan op het standpunt der Rede. Die naam zou evenwel te lang zijn en daarom achten we het beter, den Heer de Beaufort te volgen in zijn nomenclatuur, waar hij spreekt van „Kerkelijke Partijen". Meteen komt door dien naam uit, dat de vrijzinnigen kerk en staat van elkaar gescheiden wenschcn te houden. We kunnen ons voorstellen, wat onze kerkelijke tegenstandeis zullen aanvoe ren om uitsluitend -voor zich den naam „Christelijk" op te eischen. Zij beweren natuurlijk dat geen enkele godsdiens tige secte, wier kerkleer niet gegrond vest is op de Openbaring op den naam Christelijk kan aanspraak maken en dat dus voor hen den naam Christelijk en „Op de Openbaring rustend" hetzelfde beteekent. Zij zullen natuurlijk aan de Remonstranten en aan de Moderne Pro testanten enz. het recht ontzeggen zich Christelijk te noemen en hoewel wij aan onze staatkundige geestverwanten, die tot dergelijke kerkgenootschappen be- verwerven. Als Alphonse tegenover Char les eene hoogere mate van genegenheid toonde, zoo was hij zich daarvan vol strekt niet bewust, en hij zou onge twijfeld over zulk een mislukte compli ment gelachen hebben, indien iemand er hem opmerkzaam op had gemaakt. Want, daar het leven hem zeer gemak kelijk en eenvoudig toescheen, zoo viel het hem nooit in, dat hij zich tegen over zijnen vriend eenigen dwang moest opleggen. Hij vond het even natuurlijk, dat Charles zijn vriend was, als dat hij de beste danser, de beste ruiter, debeste schutter was en dat de gelieele wereld voor hem op 't aangenaamst was inge richt, want Alphonse was een der meest verwende gelukskinderen; alles bereikte hij zonder de minste inspanning. Zijn gchecle bestaan was hem als een elegant kleed; en hij droeg het met zulk eene ongedwongene beminnelijkheid, dat de menschen vergaten naijverig op hem te worden. En dan hij had zulk een knap uiter lijk, hij was groot en slank van gestalte, had bruin haar en groote open oogen; zijne gelaatskleur was frisch en zijne tanden schitterden als hij lachte. Hij wist best, dat hij er goed uitzag, maar daar iedereen hem van zijn vroegste jeugd af verwend had, was zijne ijdel- heid van eene vroolijke onschuldige soort, zoodat zij zijn hart niet bedierf. Hij hield buitengewoon veel van zijn vriend; hooren sterk zouden afraden het slechte voorbeeld van de anti-revolutionai ren om zich bij uitstek „Christelijk" te noemen te volgen, toch moeten wij niet meehelpen door steeds van Christelijke partijen te spreken, de meening in do hand te werken of ook naar onze opinio alleen de anti-revolutionairen en Roomsch- Katholieken op dien naam aanspraak hadden. Laat ons spreken van „Kerkelijke Partijen". Aan het hoofd van dit artikeltje plaat sten we een paar citaten uit het in ons blad reeds eer besproken, belangrijk werk ran Mr. W. H. de Beaufort van Leusden, met het doel om te doen uit komen, dat deze in zijn „Staatkundige Opstellen" ook herhaaldelijk spreekt van: „kerkelijke partijen". Afgescheiden hier van zijn de citaten op zich zelf de moeite waard om ze onzen lezers onder de oogen te brengen. Vooral de laatste uitspraak van den voormaligen Minister wordt prachtig geillustrcerd door de regeeringsdaden van dit Kabinet, Dr. Knyper heeft in zijn Hooger-Onderwijs- wet uitstekend de belangen van de Kerk gediend, zij het dan ook alleen maar van de dollecrcndc kerk, doch meer en meer blijkt, dat van hem geen vruchtbare Sociale wetten te wachten zijn, omdat hij natuurlijk, hoewel van onmiskenbaar democratischen aanleg genoodzaakt is samen te werken met menschen, die eigenlijk in staatkundigen zin zijn tegen standers zijn. De zoogenaamd-Christe- lijke geestverwanten van den heer Kuyper noodzaken hem den Man der Kleine Luvden met zijn staatkundige ideeën van vroeger te breken. Op de Admiraliteitseilanden werden 5 menschen door de rtienscheneters gedood en opgegeten. De Duitsche krui ser Condor verscheen daarop voor het dorp on schoot het in brand. Do bewo ners hebben toen de schuldigen uitge leverd. Ze werden doodgeschoten. In liet land van de toekomst, te Rou- bell bij Melbourne kreeg liet kantoor van de Chartered Bank onlangs bezoek van eenige roovers. Ze bonden den beambte, lieten de brandkast met dyna- soms vermaakte hij zich en de omstan ders ermede hem te plagen en zich vroo- lijk over hem te maken; maar hij kende Charles' gezicht zoo goed, dat hij 't da delijk bemerkte als hij te ver gegaan was. Dan sloeg hij oogenblikkelijk zijn goedigen natuurlijken toon weêr aan en bracht den ernstigen en min of meer zwaarmoedigen Charles hartelijk aan het lachen. Charles had van zijn jongensjaren af Alphonse bovenmate verwonderd. Hij zelf was klein en leelijk, stil en terug getrokken. De schitterende hoedanig heden van zijnen vriend verbreidden ook haren glans over hem, en gaven zijn leven iets aangenaams. Zijne moeder zeide dikwijls: „Deze vriendschap is voor mijn Charles een waar geluk: anders werd hij zeker nog zwaarmoediger." Charles verheugde er zich steeds over, als Alphonse bij iedere gelegenheid werd voorgetrokken; hij was trotsch op zijn vriend. Hij maakte zijn schoolwerk voor hem, zeide hem bij 't examen voor, deed bij de leeraars een goed woordje voor hem en vocht voor hem met zijne mede scholieren. Op de handelsschool ging hot even eens. Charles werkte voor Alphonse en deze betaalde hem met zijne onverge lijkelijke beminnelijkheid en zijn onver anderlijke goede luim. Toen zij later, ofschoon nog zeer jong, op hetzelfde mict springen en maakten zich meester van 1700 pond, waaronder 800 pond in goud. Daarna vertrokken de heeren in liet rijtuig van den directeur, dat juist voor de deur stond. Marchand kondigt in do Patrio aan, dat hij een openlijke verklaring zal geven van de redenen van zijn ontslag en inmiddels alles desavoueert, wat daar omtrent geschreven itf. Hij verzekerde nog liet gevoel te heb ben dat hij zijn plicht gedaan had door niet langer een uniform, die tot niets diende, te willen dragon. Als Frankrijk hem echter noodig heeft is hij gereed. De Tsaar zou hom zelfs gevraagd heb ben aan Koeropotkine toegevoegd te mogen worden, wien hij in eenig opzicht nuttig kou zijn. Een botsing tusschen een trein en een huis is zeker niet alledaagscli. Eenige wagens van een tren der Londen and N. W'. spoorweg volbrachten dit te Tus sesbridge, na een voorafgaande botsing niet soortgpnooten. Toen men de wa gens weer uit het huisje trok (het was niet. groot) viel het in. De bewoners waren gelukkig niet thuis. Revolutionaire eieren. Iemand, die 20 jaar in Rusland is geweest en thans te Berlijn terugkeerde, doet interessante mededeeliugen over de revolutionaire propaganda in het land van den Tsaar. Voor liet binnensmokkelen van revolu tionaire strooibiljetten gebruikt men o. a. eierschalen. Berlijnsche geestverwanten sturen aan lnin vrienden te Moscou een bezending Paaschoieron. Maar 'tzijn alleen maar schalen, waarin de biljetten verborgen zijn. Ze worden ten deele publiek verkocht, en komen zoo in han den |van het publiek en van de politie. De Berlijnsche berichtgever zegt er niet bij, of de eierenkoopers allemaal tevree zijn met deze papieren eieren. In het dorpje Appenweyer in Ba den zoo verhaalt de geschiedenis, was voor jaren een portier, met een enorme stem. In het koor van de kerk werkte hij, dank zij zijn orgaan, als bas mee. Op een Zondag, nadat hij te voren nacht dienst. had gehad, was hij gedurende het gezang ingeslapen. Juist op hot oogenblik, dat hij in moest vallen, wekte een ribbestoot van zijn buurman hein uit den slaap. Maar inplaats van de ver wachte passage uit hot gezang, bul- bankiers-kantoor werkzaam waren, ge beurde het eens, dat de principaal tegen Charles zeide: „Van den 1 Mei zal ik uw salaris verhoogen." „Ik dank u, antwoorde Charles, ook uit naam van mijnen vriend." „Het salaris van mijnheer Alphontc blijft hetzelfde," hernam de chef en schreef door. Charles vergat dezen morgen nooit. Het was de eerste keer, dat hij boven zijnen vriend werd voorgetrokken. Hij had dit voorrecht te danken aan zijn kennis van handelszaken, waarop hij zich als jong koopman bizonder had toegelegd; de chef der firma, de rijke bankier, had hem in persoon deze erken ning van zijne verdiensten medegedeeld. Wat hij ondervond, was lioni zoo vreemd, dat het hem bijna voorkwam als een onrecht zijnen vriend aangedaan. Hij vertelde Alphonse niets van deze gebeurtenis; daarentegen deed hij hem het voorstel twee vacante betrekkingen bij de Lyonsche credietbank te ver krijgen. Daartoe was Alphonse dadelijk bereid, want hij hie'd van veranderen en liet nieuwe prachtige bank-ctablissemcnt op de boulevard beloofde hem veel moer, dan het sombere kantoor in de rue Bergère. {Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1904 | | pagina 1