No. 47. I Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken Wees 21 Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER". t L. S. Het naderend einde. FEUILLETON. Een Stormachtige Nacht, DE EEMLANDER. Verschijnt Woensdags en Zaterdags. Ei uren 01 Hendrik van Viandenstraat 28. Abonnementsprijs Per jaarf 3.00 Franco per post- 3.50 Per 3 maanden- 0.75 Franco per post - 0.90 l'rijs der adverteutiën: Van 1 tot 5 regels0.40 voor iederen regel meer0.08 Bij abonnement aanmerkelijke korting.) Met het oog op de verkiezing van a.s. Woensdag zal ons eerst volgend nnramer UIÜSDAO14 JUNI verschijnen in een oplaag van 6000 exemplaren. Adver tentiën voor dat nummer kun nen NIET meer norden aangenomen, uitgezonderd familieberichten. Dc regeeringsgezinde pers wandelt niet op rozen. Verdedigster eencr zwakke zaak, heeft zij nog dagelijks de gelegen heid tot dc minder aangename waarneming, dat de aanvallers steeds sterker worden, de verdedigers in kracht verminderen. Over het Staten-verbond der vrijzin nigen verheelt zij nauw haar spijc. Met de zonderlingste argumenten tracht zij over die coalitie haar verwondering te kennen geven, een verwondering die haar teleurstelling verbergen moet. Hoe nu, heet het, zijn de eertijds zoo gespleten groepen der vrijzinnigen weder om aaneengchecht? En laten in het bizonder de democratische elementen zich daartoe vinden? Veten zij wel, dat dit een verbond is op louter negatieve leuzen: geen protectie, geonclericalisme? Dierbare zorg voor de democratie! En dat bij de regceringspers, dc steun van een kabinet, dat alles eerder is dan democratisch! Wel is 't hier de vos die de passie preekt. In één opzicht echter niet, nademaal er van dc slimheid, die den vos heet te kenmerken in bovengenoemde waar schuwing weinig te bespeuren valt. Om nu verder te zwijgen van de al te duide lijke drijfveeren van de welwillende waarschuwers er is voor hun opmer king ook geen schijn van rechtmatigheid Ite ontdekken. Immers hoe kan er in de huidige omstandigheden anders dan een negatief verbond vercischt zijn? Wij willen immers slechts afwerenafweren Hooger onderwijs- en Taricfwct, die aanslagen op onze. volksontwikkeling en volkswelvaart, welke door deze noodlot- tigste aller regeeringen beraamd w orden. De meerderheid der Eerste Kamer is nog vrijzinnig; en volkomen op haar Negatieve hoedanigheden hebben hunne waarde', zij zijn als de schaduw. Naar het Duitsch van ERNST ECKSTEIN.*) Het prachtige snijwerk van dc leu ning, het kostbare tapijt, alles werkte mede om mij een aangenamen indruk te geven. Er bleef mij echter weinig tijd om over deze indrukken na te den ken, want nauwelijks was ik de tweede lichtkroon voorbij, toen in dc huiskamer mijn naam werd geroepen en Erich von Lorm, met uitgestrekte armen en een uitroep van verrassing op de lippen, op mij toesnelde. Hij was nu ongeveer GO jaar en nog altijd zag men dezelfde welwillende trek ken, die alleen wat scherper geteekend waren. Zijn haar was eenigszins grijs geworden, maar gang en houding waren nog even vast en sierlijk als vroeger. Alleen de rimpels in het voorhoofd her innerden mij, dat ook bij dezen beyoor- plaats is dus de, zeker, negatieve, af spraak laten wij vrijzinnigen zorgen, dat de Eerste Kamer niet ministerieel worde omgevormd, niet ook op haar beurt worde tot het willig werktuig in de hand van den minister-agitatDr, dc man die zijn onvrije particuliere propagandaschool in rechten wil gelijk stellen met de in waarheid vrije academiën der wetenschap; die voortgaat ons volk te sphtsen naai de valsche en hatelijke scheiding van christelijk tegenover hcidensch; die in zijn Taricfwct een belastingstelsel heeft uitgedacht, dat, toppunt van perversiteit dc kleine beurzen het zwaarste drukken zal. Af te weren valt dit alleswij vrijzin nigen, democraat of niet, verfoeien die zaken met gelijken afkeer. In verzet daartegen heeft de Kuyperiaansche poli tick ons thans stevig te samen gebracht. De ministerieele pers kan het niet verkroppen; spijtig vraagt zij, waarom wij haar dc Eerste Kamer misgunnen. Iloe nu, vroeg terecht het Sociaal Week blad, moeten wij ook dat deel van het parlement nog in uw handen brengén, gij die het volk steenen geeft voor brood? Schamper zeggen dan Standaardl en consorten, dat telkenmale de „dure klompen en petten" tegen dc regeering worden uitgespeeld. Is het niet geoor loofd? willen wij vragen, en zijn die artikelen van volksbehoeften niet aan zienlijk genoeg 0111 in een debat over een onrechtvaardig belastingstelsel ge noemd te worden? Mag dc openbare spreker niet afdalen beneden de artikelen bontwerk, piano's, champagne? Is het noemen van al de rest misschien minder oorbaar? Wij zouden hier van on-demo- cratischc gevoelloosheid spreken als de opmerking niet maar liever bespottelijk moest heeten. Alsof trouwens ook de lijst der volks behoeften met die twee duur gemaakte artikelen uitgeput ware! Waarlijk, de clericale pers is niet te benijden. De zwakheid dezer regeering in w etgevend vermogen kent haar wederga niet en zij, de bevriende pers, mag liet goed praten. Zij moet aannemelijk maken, waarom van al de beloofde wets ontwerpen zoo goed als geen enkele inkomt, waarom van al de inkomende nog maar zoo weinige tot wet zijn ver heven. Uitbreiding ongevallenwet, pen sioneering, ziekte-verzekering op geen velden of wegen te zien; want praatjes rechten sterveling dc jaren niet spoor loos voorbij waren gegaan. „Daar doet gij goed aan, beste Pro fessor, dat gij eindelijk uwe belofte ver vult en mij hier in mijne eenzaamheid opzoekt. Dat wil zeggen," voegde hij er lachend aan toe, „de eenzaamheid is niet zoo erg. Hoor slechts daar binnen, dat babbelt en lacht zoo den geheelcn dag. Ja, ja, wij zijn ouder geworden." Ik antwoordde, dat hij weinig reden tot deze klacht had, want waar dage lijks zulk vroolijk lachen klinkt, daar moet eeuwige jeugd gehuisvest zijn. Met een vreemde uitdrukking in zijn gelaat, trok hij de schouders op. Hij wilde mij nu onmiddellijk doen beslui ten, mijn verblijf op eenige weken te bepalen. Ik dankte voor deze goedheid en gaf een ontwijkend antwoord. „Maar in elk geval leggen wij \oor een paar dagen op u beslag. Ga nu evenwel eerst naar uwe kamer om u wat op te frisschcn en laat mij dan dooi den knecht zeggen, wanneer gij gereed zijt om aan mijne huisgenooten voor gesteld te worden. Hij bracht mij in een aanzienlijk ge meubeld vertrek, waar alles tot de ont vangst van gasten gereed stond. Een bediende had op bevel van den baron een paar kaarsen aangestoken. Na een kwartier was ik van kleeding verwisseld en had ik mijn toilet in orde ge bracht; de gastheer kwam nu terug en omtrent verzending naar Raad van «State wat niemand weten kan zijn onge veer even betrouwbaar als Russische overwinningsbcrichten. De twintigjarige afschaffing der staatsloterij, de zeer be perkte inperking van den vaccinedwang begraven onder parlementaire stukken en commissiën. Heeft dezer dageu de heer Borgesius niet uitgerekend, dat van de twintig hervormingen, die in 1901 vol grootspraak waren toegezegd, in drie-jaren tijds slechts één het snel- vuurgeschut! het Staatsblad bereikt heeft Ja, zucht de ministerieele pers, maai de stakingsdagen hebben ook zoo be lemmerend gewrerkt op het wettenma- ken. Of: dc socialisten houden ook zulke lange redevoeringen. Of: men vergete toch niet, dat onze ministers bij hun optreden voor een taak kwamen te staan, die hun geheel vreemd was. Om alleen op liet laatste te antwoor den want de beide eerste fabeltjes zijn al dikwijls weerlegd Was Dr. Kuyper, die voor dertig jaren zijn intrede in de Tweede Kamer gedaan heeft, in 1901 op wetgevend gebied een nieuwe ling te noemen? Was hij een vreemde in liet parlementaire leven, hij die in de Kamer altijd op den voorgrond is ge treden, die altijd „gestreefd" heeft en geroerd in de politieke sfeer? Stond hij als minister vreemder voor het werk dan Borgesius of Gort van der Linden, de ontwerpers van woning-, gezondheids-, ongevallen-, kinderwetten? Vreemder misschien dan Mr. Drucker, die zonder hulp zelfs van een ambtcnaarslcger, een omvangrijke wetsvoordracht het arbeidscontract ontworpen heeft? De niet-vervulling der plechtige be loften naast de gebrekkige volbrenging van het weinige, dat ondernomen wordt men denke aan de Drankwet-klucht! maakt de regeering toch reeds be duidend zwakker. In deze omstandig heden is het Staten-verbond der v rijzin- nigcu begrijpelijkerwijze voor de tegen partij een nieuwe hoogst verontrustende gewaarwording. Het is voor haar liet begin vun het einde. Een der bladen, De Tijd, spreekt van onzen „aanval", onze poging tot „verovering" der Eerste Kamer. Een klein misverstand! Nog eens, de meer derheid in de Eerste Kamer is nog vrij zinnig; en er valt voor ons dus niets te veroveren, doch slechts te verdedigen. bracht mij in een schitterend verlichte huiskamer, waar ik een aardig gezel schap bij elkaar vond. Baron von Lorm stelde mij voor. Eerst de huisvrouw, een zeer frisch uitziende dame van ongeveer 50 jaar. Hare trek ken hadden iets vriendelijks en uit hare blauwe oogen straalde eenc tevreden heid, zooals alleen huiselijk geluk geven kan. Al zeer spoedig bemerkte men de innige liefde die man en vrouw elkaar toedroegen. Nadat ik eenige woorden met de moeder gesproken bad, kwamen dc beide dochters aan de beurt, frissche, gezonde, blonde meisjes van 20 en 22 jaren. Hunne namen waren Alida en Erna en hoewel zij uiterlijk veel op elkaar geleken, was toch haar natuur en karakter zeer verschillend. Erna, de jongste, had, ondanks hare blonde haren, veel van liet vuur cn de bewegelijkheid der zuidelijke vrouwen, eu herinnerde mij telkens aan liet jonge meisje, dat gedurende mijn verblijf te Granada eiken morgen mijn ontbijt bracht. Alida was ernstiger en iets grooter dan Erna. Zij had meer het zachte en goedige karakter harer moeder. Haar stem klonk dieper en peinzender dan die van de praatzieke Erna en het over vloedige haar, dat golvend over hare schouders viel. was iets lichtergekleurd. Beide meisjes waren allerliefst en gin gen op eigenaardige wijze met hare moeder om. Wij hebben slechts te zorgen, dat de vrijzinnige meerderheid bewaard blijft en wel door, indien de statcnverkiczin gen in vrijzinnigen geest uitvallen, der regeering do gelegenheid tot ontbinding en omzetting der Eerste Kamer daar mede te ontnemen. De inzet is de inspanning waard. Dr. Kuyper heeft gezorgd, dat de inzet groot genoeg was; hij kan verzekerd zijn, dat het bondgenootschap der vrij zinnigen solide is en dc inspanning bij geen hunner ontbreken zal. Om iii beklag; te komen. De Standaard wil in beklag komen. Nog eens komt ze met hare jammer klachten oyer dc booze houding van de oppositie voor den dag- en vult en scherpt ze aau. Blijkbaar is ook de bedoeling om de aandacht af te leiden van de tekortkomingen cn politieke mis grepen van het bevriende Kabinet aan die klachten niet geheel vreemd. En misschien ook heeft men daarin tevens een aanloopje billen hebben om doen en laten van dat Kabinet mooi te praten. Het begint al dadelijk met eenc ver ontschuldiging zoowel voor het stel bewindvoerders, als bij zóóvangrie ven overkropt gemoed zeker te waar- decren! voor de oppositie. Bij het optreden van het tegenwoordig Kabinet stond niet alleen dat Kabinet, maar evenzoo |de oppositie in het land en in de Staten-Generaal voor eenc haar vreemde taak. „De Christelijke partijen waren een halve eeuw lang, 3l/j jaar niet inbegrepen, oppositie geweest; de groepen links hadden die halve eeuw lang liet bewind gevoerd." Men ziet hier krijgen wij weder met dc zonderlinge historische dwaling te doen, die de antirevolutionaire pers sedert de laatste jaren met groote hard nekkigheid ingang] tracht te doen vinden. Zeker niet zonder bedoelingen! De voor stelling, alsof er „eene iialve eeuw" lang geen 'andere partijen tegenover elkander hadden gestaan, dan de „Chris telijke partijen" en „de groepen links", is zoo onjuist mogelijk. Daarmede wordt een goed deel onzer historie gccscamo- teerd. Voor den grooten strijd, dien de liberalen vele jaren te voeren hebben gehad voor de gezonde ontwikkeling onzer instellingen tegen eene machtige partij, die in 1848 slechts noodc had toegegeven en nu onophoudelijk werk- Alida was sedert een paar weken ver loofd. Haar bruidegom, oen jong advo- kaat, die recta ecnigen naam gemaakt had, en Alexis, de oudste zoon des hui zes, een eerlijke, flinke man van 28 jaar, maakten het familiepersonccl vol tallig. In het gezelschap bevonden zich ech ter ook nog een jonge grondbezitter uit den omtrek, baron von Hemskerke, cn zijn lief vrouwtje. Zij zouden eenige dagen hier logecren, de baron om met Erich de genoegens van de jacht te smaken cn zijne vrouw, om met Alida cn Erna, hare schoolvriendinnen, nog eens naar hartelust te babbelen cn toebereidselen te maken voor liet aanstaande carneval. Erna teekende goed en moest daartoe nu de costumes op papier brengen. Ongeveer een uur na m jne aankomst gingen wij aau tafel. Men vertelde mij, dat de jongste zoon Edwin de volgende week terug verwacht werd, na eene afwezigheid van een jaar. Hij liad eene reis door Italië en Griekenland gemaakt. Ik bemerkte spoedig, dat Edwin de trots der familie was. Reeds vroeger, toen hij nauwelijks zijne kinderschoenen ont groeid was, had Erich mij over zijnen bijzonderen aanleg geschreven, maar verbaasd keek ik op toen ik hoorde, dat deze jonge Edwin de beroemde oudheidkundige E. von Lorm was. Alexis, die zelf ook geen onbeduidenden indruk maakte stemde om het hardst mede in zaam was om die ontwikkeling zooveel mogelijk tegen te gaan, is in die voor stelling geen plaats. Aan deze reconstructie der geschie denis, die aan het volk een geheel valsch beeld geeft, een onjuist begrip, ook van den politiekcn strijd van ónze dagen, dient eindelijk een einde te ko men. De oppositie heeft het excuus van De Standaard, dat zij „als zoodanig ongeoefend is," en daardoor aanspraak heeft op zachter oordcel, niet noodig. Yoor zoover de liberalen bedoeld zijn, heeft hot waarlijk aan oefening, ook in dc oppositie, niet ontbroken! En ook voor de „Christelijke partijen" gaat het excuus van ongeoefendheid hij de bc- oordeeling van haar regeeringsbeloid niet op. Met een beroep op Buijs wat een geluk toch, dat er een prof. Buijs heeft bestaan zegt D e S t a n d- aard, dat men aan een Kabinet, zoo goed als geheel uit aan bewindvoering vreemde personen gevormd, nooit de eischen mag stellen, die uien zou mogen stellen aan een Kabinet, samengesteld uit in 's lands dienst vergrijsde staats lieden. Maar was dan zoo mag ge vraagd worden Thorbeeke niet geheel aan bewindvoering rrcemd, toen hij in 1849 als leidend minister optrad, en is niet dat eerste tijdvak zijner bewmdvoe- ring een schitterend tijdperk zonder weerga in onze parlementaire historie geweest? Behoorde Fransen van de Putte, toen hij voor het eerst minister werd, tot de in 's lands dienst vergrijsde staats lieden? Toen Heemskerk Azn. voor het eerst plaats nam aan de ministertafel, had hij toen persoonlijke ervaring van „bewindvocring"? En hoe was het met Bctz cn Pierson, de mannen, aau wie wij zulke groote hervormingen op be lastinggebied hebben te danken gehad? Kou van Modderman gezegd worden, dat hij aan „bewindvoering" gewend was? Of van Maar waarom verdere namen genoemd? Ieder kan voor zich zelf do lange lijst aanvullen. Wie heeft ooit voor eenig Kabinet dc verontschuldigingen hooren aanvoeren, die De Standaard aanvoert voor het ministcrie-Kuyper Bovendien, wie of wat dwong dr. Kuyper in 1901, zijn Kabinet samen te stellen „zoo goed als geheel uit aan bewindvocring vreemde personen" Wa ren cr niet uit een vorig „Christelijk" 't verkondigen van den roem van Edwin cn aardig was het, hoe hij zich ver heugde met de vleiende verwondering, die zich op mijne gelaatstrekken aftec- kende. Onder de aangenaamste gesprekken ging de avond voorbij; Bij elk woord, dat ik hoorde, voelde ik mij meer in deze familie tehuis. Het toeval had mij in eenen familiekring gebracht, zooals niet gelukkiger cn beter gedacht kan worden. Men gevoelde zich bijna ge dwongen deze menschen te benijden, wanneer zulke lage gevoelens in zoo'n vriendelijke atmospheer hadden kunnen opkomen. Hoe later het werd, des te meer verbeeldde ik mij, dat ik in dezen kring tehuis behoorde en ook vroolijk en gelukkig was. Nog nooit was ik zoo spoedig met eenc familie, waarvan ik alleen den gastheer kende, op vriend- schappelijken voet geweest. Hierheerschte de toon van ware grootheid, en daar door ontstond die snel boeiende ver trouwelijkheid. Alles riep mij als het ware toeDeze menschen zijn gelukkig! {Wordt verrotgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1904 | | pagina 1