¥o. 49.
Zaterdag 18 Juni 1904.
ie Jaargang
Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken
-= Oplaag 6000 Exemplaren, s-
Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER".
Wees 11 Zelf l
t
Buitenland.
Het wordt tijd.
FEUILLETON.
Een Stormachtige Nacht.
Verschijnt
iVoensdagM en Zaterdags.
DE EEMLANDER.
■tiirean
Hendrik van Viandenstraat 28.
Abonnementsprijs
Per jaarf 3.00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
l'rijs der adverteutiën
Van 1 tot 5 regels 0.40
voor iederen regel meer0.08
(Bij abonnement aanmerkelijke korting.)
Zij, die zich nu abonneeren
Butvangen de tot 1 Juli ver
schijnende nummers gratis.
Er zijn menschen, die onmiddellijk na
en nederlaag den moed voelen wegzin-
I en en die geneigd zijn met een: „het
Beeft toch niets" bij de pakken te gaan
Bederzitten om voor goed het veld te
ruimen aan hun tegenstander. De neder
laag van heden maakt de overwinning van
morgen moeielijk. Dergelijke elementen
werken verlammend op de organisatie,
Verstorend op een gezonde actie. f
De oorzaak van dit verschijnsel ia niet
ver te zoeken en is eenvoudig gelegen
in het feit, dat 't dergelijke personen
ontbreekt aau plichtsbesef.
We denken op 't oogenblik aan de.
verkiezingen natuurlijk, aait de verkiezing
Boor de Staten, die we pas achter dén
hebben en aan de verkiezing, die
e in 1905 zullen krijgen.
Hoewel we gehoopt hadden, dat de
erkiezing in 't district Amersfoort amders
|ou uitgevallen zijn, dan dit op 'ybogen-
lik 't geval is, hoewel 't ons >pijt, dat
c Heer Bolk zijn zetel in de iVovinciale
laten moest verliezen, wij vpor ons zul-
ons door deze teleurstelling niet
ten ontmoedigen en geen oogenblik
arzelen, al onze krachtin aan te wenden,
,ij het dan ook „kleine kracht", teneinde
bereiken, dat de organisatie in het
istrict Amersfoort hechter worde.
We zullen ons door het voorgevallene
niet laten ontmoedigen, maar we zullen
er lessen uit trekken, voor de toekomst.
Niet voor een toekomst, die ver van ons
verwijderd is, maar voor een toekomst,
8ie reeds zoo dicht bij ons ligt, dat we
On/.c geestverwanten nu reeds toeroepen;
laat u toch niet verrassen, door de ver
kiezing van 1905. De stembus van dit
jaar moet ons gereed vinden.
Moeten we weer het onderspit delven
Soit, maar dan moet het zijn: we hebben
Serioren, ondanks ons krachtig werken,
Onze krachtige organisatie.
Dat zijn wij verplicht aan onze begin
selen.
In ieder mensch woont een Pro
metheusbeurtelings schepper, rebel
f. en martelaar.
Naar het Duitseh van
ERNST ECKSTEIN.
Niets was dus natuurlijker, dan dat ik
,de vriendelijke uitnoodiging van den
gastheer aannam en mijn bezoek tot
f'epige weken verlengde. De terugkomst
van Edwin ketende mij nog meer aan
dit gastvrije slot, want zoodra de jonge
(oudheidkenner mijn naam gehoord had,
riep hij levendig uit, dat hij gelukkig
was den man te ontmoeten, wiens ge
schriften hem zulke onschatbare diensten
bewezen hadden.
De eerstvolgende dagen hadden onze
gesprekken, tot leedwezen der jonge
dames, een zuiver wetenschappelijk ka
rakter. Langzamerhand kwam echter de
vroolijke toon weder boven, en daar
Edwin door zijne groote geleerdheid zijn
levenslust en humor niet verloren had,
werd de vroolijkheid som6 zoo luidruch-
"\\c brengen gaarne hulde aan de
mannen, die bij dezen verkiezingsstrijd
vooraan stonden en gedaan hebben, wat
zij kunnen, maar naast die betuiging van
hulde moeten wij er op wijzen, dat deze
verkiezing heeft aangetoond, dat de
organisatie in dit district nog zéér, zéér
veel te wenschen overlaat.
Het is geen verwijt, dat we onder den
invloed van den ongunstigen afloop van
deze verkiezing onze geestverwanten naar
het hoofd slingeren, 't is slechts een feit,
dat we constatceren op grond van de
ervaring, die we nu hebtien opgedaan.
Wat er aan de organisatie ontbreekt?
't is hier de plaats niet, dit uiteen
te zetten, maar dit willen we wel zeggen,
dat de gehouden stemming ons versterkt
heeft in de meening, dat er in het Kies
district -Amersfoort voor de Tweede
'Kamer „zaken" te doen zijn.
We kunnen winnen, dat is onze vaste
overtuig; ng even vast, als we er van
doordroegen zijn, dat zelfs, al hadden
we een zekere nederlaag voor oogen,
met toch onze plicht blijft, om krachtig
te getuigen voor onze beginselen.
We kunnen winnen in. dit district,
indien we in 1905 voor don dag komen
met een man, die hier in 't district bejtend
en bemind is, met een gematigd liberaal.
De overtuiging staat bij ons vast, dat
zoo iemand hier te vinden is, en dat we
voor hem alen steun kuunen krijgen van
de uiteenloopende fracties der vrij
zinnige partij.
We moeten daarbij bijzaken op zij
zetten; overigens belangrijke geschilpun
ten moeten voor het oogenblik blijven
rusten. Hierbij dient vooral in het oog
gehouden te worden, dat het district Amers
foort, sedert tal van jaren een vast district
voor de verbonden kerkelijke partijen is.
In andere districten kunnen de vrijzin
nigen van verschillende nuancen zich de
weelde veroorloven met eigen kandidaten,
althans bij eerste stemming voor den
dag te komen bier kan «llt niet.
We moeten trachten tot overeenstemming
te komen.
En daar is kans op.
En er is meer dan tiendubbel reden
voor.
Wie ergert zich niet aan de wijze,
waarop door sommigen onzer tegenstan
ders met Dr. Kuyper aan het hoofd, het
Nederlandsche volk als het ware in twee
groote partijen verdeeld wordt.
De partij van Dr. Kuyper en de
tig, dat ik mijne jaren en akademische
positie geheel vergat. Wij speelden sa
men komedie, wij dansten als kinderen,
wij bedachten met de jonge dames
allerlei pandspelletjes; ja, zelfs bracht
mijn jonge collega mij zoover, dat ik
op zekeren morgen in een elegant rij
kostuum te voorschijn kwam en met het
jonge volkje een heerlijke rijtoer onder
nam, hoewel ik in twintig jaren niet in
den zadel was geweest.
Tusschen baron von Lorm en mij her
leefde de oude vrienschap weder, en
werd zoo mogelijk nog inniger dan vroe
ger. Thans hinderde ons het verschil in
leeftijd niet meer, terwijl dit in Hei
delberg somtijds oorzaak was, dat wij
niet als gelijken konden omgaan. Von
Lorm vertelde mij nu geschiedenissen
uit zijn vroeger leven, die hij mij aan
de universiteit verzwijgen moest. Dage
lijks werd onze vriendschap tot beider
genoegen, grooter.
Er waren reeds drie weken verloopen
en nog viel mij de gedachte aan heen
gaan zwaar. Li het park, aan de zuid
zijde van het slot, zag men reeds de
voorboden van den naderenden winter.
Bij elke windvlaag, die door de takken
der eiken gierde, vloog een wolk van
dorre bladeren door het luchtruim, om
op de onherbergzame grintweg neer te
vallen, terwijl de rijp aan de boomen
ons eiken morgen toonde, hoe koud de
oostewind dezen nacht was geweest.
Roomsch-Katholieken en de partij
des verderfs.
De partij des verderfs.
Dat zijn wij, vrijzinnigen.
De partij des verderfs en des ongeloofs.
Voor zoover onB bekend is, wordt die
vriendelijke terminologie van Dr. Kuyper
tot nu toe niet door de Itoomschen
overgenomen. We zouden hen anders
herinneren hoe zelfs een man als Thor-
becke, door het Katholieke Maastricht
als afgevaardigde naar de Tweede Kamer
werd gezonden. In 1853, dat voor de
Katholieken zoo gedenkwaardige jaar,
zal geen enkel hunner de liberalen als
een partij „des verderfs" hebben ge
kenschetst, integendeel. Doch de tijden
veranderen. En met hen de menschen.
Ook Kuyper, we wezen er herhaaldelijk
op, heeft een tijd in zijn leven gehad,
dat hij niet was „de vriend der Katho
lieken".
Toen was samengaan met de Katho
lieken onmogelijk. Er was een „onover
brugbare kloof" en onze tegenwoordige
Premier had nog een schat van andere
beeldeu in zijn woordenarsenaal om zijn
toenmalige volgelingen duidelijk te ma
ken, dat de Katholieken de „partij des
verderfs" waren, al had hij deze uit
drukking toen nog niet uitgevonden.
Maar, dat is voorbij. En als ge den
Minister onder het oog brengt, waarvoor
hij vroeger gestreden en gebeden heeft,
en hoe dit in flagrantcn strijd is met
zijn woorden en daden van thans dan
zegt de Heer Kuyper maar leukweg:
„Och zie je, dat is oude plunje".
En zijn volgelingen.
Laten we hier Prof. Treub even het
woord geven.
In eene politieke redevoering, te Am
sterdam gehouden, zeidc deze:
De anti-revolutionairen eten alles, wat
dr. Kuyper hun voorzet, voor zoete koek.
Tien jaar geleden sprak hij tegen het
conservatisme en zij juichten hem toe
thans is hij conservatief en zij juichen
hein insgelijks toe. Tien jaar geleden
schreef hij insgelijks, dat de anti-revo
lutionairen nooit met de Katholieken, op
grond van 's lands historie, kuunen
samengaannu verdedigt hij dat samen
gaan. Kuyper wordt in de van de anti
revolutionairen uitgaande strooibiljetten
een buitengewoon man genoemd. Zoo
uit iets, dan blijkt uit het feit, dat hij
trots die contrasten en die draaierij,
Alleen in het middaguur kwame* wij
nog buiten, doch aau afwisseling ontbrak
het ons niet. De bezoekers wisselden
elkander meestal af en gebeurde het
eens een enkelen dag, dat geene vrien
den kwamen, dan winten EdwinenErna
ons door de een of andere klucht scha
deloos te stellen.
Ik was in de gelegenheid dagelijks
deze menschen gade te slaan, en hoe
wel overigens met een scherpen blik
begaafd, had ik toch in dit familiegeluk
geen enkele vlek kunnen bespeuren.
Op zekeren avond liet ik mij hierover
tegen mijn gastheer uit, door lachend
uit te roepen: „Ik moet hier onop
houdelijk aan de Sage van Polykrates
en zijnen wonderlijken ring denken!"
Een minuut lang bleef Erich ernstig,
daarna zeide hij onverschillig: „Ja, wij
zijn gelukkig, en als ik zie hoe alles bij
ons naar wcnsch gaat, overvalt mij een
gevoel van dankbaarheid. Geloof mij
echter, vriend, in weerwil van dit alles
zouden wij thans ellendig en ontroost
baar zijn geweest.... zoo ik daarvoor niet
gezorgd had."
„Zoo ik daarvoor niet gezorgd had,"
deze woorden, zoo vreemd uitgesproken,
herhaalde ik, toen ik des avond in mijn
kamer kwam om te bed te gaan. Die
woorden kon ik op bijna alle zaken toe
passen, zij beteekenden eigenlijk niets
en toch gevoelde ik, dat er meer ge
wicht aan gehecht moest worden, dan
steeds zulk een grooten invloed op het
christenvolk heeft, dat hij een buiten
gewoon man is.
Een buitengewoon man is Dr. Kuyper
zeker. En wanneer we deze woorden
van Prof. Treub hier tot de onze maken,
dan bedoelen we dit niet alleen in den
ironischen zin, die deze er aau gaf, doch
willen we daarmee gaarne erkennen,
dat de Eerste Minister zeer groote be
kwaamheden bezit, Dr. Kuyper is ge
leerd, is iemand met organiseerend talent,
een journalist, zooals er weinig in Neder
land gevonden worden enz. enz., doch
dat neemt niet weg, dat we 't een groote
rantp voor 't land zouden vinden indien
het Ministerie Kuyper aanbleef.
En daar is gevaar voor. Dr Kuyper
is niet alleen oen groot man, maar ook
een handig man, die op een onbegrij
pelijke wijze zijn partij bij elkaar weet
te houden.
Hij doet, betrekkelijk, wat hij wil
Hij geeft een wet tegen den ziuvande
meerderheid aan zijn partijgenooten
wc bedoelen de Hooger Onderwijswet
een wet uitsluitend om de belangen der
gereformeerden te bevorderen en 't
gelukt hem, die wet er door te krijgen.
Hij komt geen enkele van de stembus
beloften na, waarop zijne volgelingen in
1901 gekozen zijn, doch desalniettemin
ze blijven hem trouw, met hem zal men
den strijd voeren tegen: de partij des
verderfs. En geen andere leus schijnt
er noodig dan deze, om het fanatisme
der kerkelijken op te wekken.
De heer Meilink Czn. te Amsterdam,
een der antirevolutionaire kandidaten
heeft de leus reeds aangeheven.
„De banier, waaronder wij zullen
strijden zal zijn: „Het Evangelie," de
leuze zal zijn „voor Kuyper."
De moderne godsdienstoorlog.
Rome en Dordt tezamen strijdend
onder de banier „Het Evangelie" kan
het aandoenlijker?
De Staten-verkiezingen hebben ons
reeds een voorproefje gegeven van den
strijd, die ons wacht en de wijze, waarop
men den strijd in 1905 deukt te voeren.
We hebben „kleine kracht", aldus
Dr. Kuyper, en zeker, we erkennen, dat
we niet kunnen beschikken over een
leger van volgelingen, zóó gedwee, als
dat van Kuyper. Wij vrijzinnigen bemin
nen de vrijheid van gedachten, we wen
schen ons geen inzicht in politieke
vraagstukken te doen voorschrijven.
zij schijnbaar uitdrukten.
Ik ging naar het venster: Het stormde
buiten geweldig. De takken der cike-
en pijnboomen wreven en hogen zich
onder hunne drukkende last en maakten
daardoor een kermend en kreunend ge
luid en de dakpannen, die naar beneden
vielen, dreunden zoo akelig, dat het was
alsof de natuur zijn doodenzang hield.
De hemel was zwaar bewolkt en de nu
en dan zichtbaar wordende ster, scheen
alleen dienst te moeten [doen om het
zwarte gewaad, waarin de gehecle na
tuur zich gehuld had, beter te doen uit
komen. Mij overviel een angstig gevoel.
Boven in het dakvenstertje zag ik het
licht uitdoen. Felix, de bediende die al
tijd. het laatst te bed ging, had dus zijn
nachtleger ook opgezocht, om ondanks
de woedende elementen, behagelijk in
te slapen.
Ik kon aan tlapcn niet denken. Meer
dan een uur lang bleef ik aan het ven
ster gekluisterd. Allerlei zwaarmoedige
gedachten vlogen door mijn hoofd. Plot
seling hoorde ik de groote gangklok
één uur slaan. Hoe spookachtig klonk
dit in de stilte van den nacht. Juist
wilde ik onwillekeurig de kamerdeur
afsluiten toen er zacht geklopt werd.
Een oogenblik werd ik angstig, mijn hart
bonsde en hoe wijsgeerig mijne beschou
wingen anders ook waren, thans scheen
de phantasie mij in hare macht te heb
ben.
Zelfs willen we oordeelen, een zelfstan
dige meening willen we ons vormen.
Vandaar onze verdeeldheid in vele op
zichten. „Vrijheid van denken", dat is
onze kracht maar óók onze zwak
heid. Vrijheid, die ontAardt in losban
digheid, voert tot anarchisme. En thans
is er eenheid noodig in den strijd
die ons wacht. Eenheid tegenover
de kerkelijke partijen, die ouder het
opwekken van den godsdienstigen harts
tocht, met ongekende felheid den strijd
zullen aanbinden. We hebben het gezien,
hunne organisatie is uitstekend. Bewon
derenswaardig hebben zij hier in dit
district gestemd. We kunnen gerust
zeggen, alle gereformeerden in het
district Amersfoort zijn propagandisten
geweest voor den heer van den Burg.
De organisatie der Vrijzinnigen, daaren
tegen zelfs hier in Amersfoort liet alles
te wenschen over.
het wordt tijd, hoog tijd, dat dit vcr-
andere.
Vrijzinnigen in liet district Amersfoort
organiseert U.
Uit het district Termonde wordt
de volgende origineelc partij-samenwer-
king tusschen Katholieke-democraten
en liberalen gemeld. De gekozen Katlio-
lieke-democraat Daens zal 3 jaar zitting
hebben en dan bedanken, waarop hij voor
de rest van zijn zittingstijd door den
liberaal Planquaert wordt vervangen
Maandag werd te Leuven dooi
de jongliberalen een feestelijke omme
gang op touw gezet, om hun overwin
ning bij de verkiezingen te vieren. Er
waren ongeveer 30ÜÜ menschen in den
stoet, die de nieuw gekozen liberale
vertegenwoordigers ovaties brachten. De
clericale VlaauiBche studenten trachtten
echter dit den liberalen te beletten, maar
werden afgeslagen. Zij bestookten daarna
de liberalen van koffiehuizen uit met
alle mogelijke voorwerpen, die natuur
lijk teruggeworpen werden. Tegen tien
uur stonden de twee vijandelijke par
tijen klaar om een gevecht te beginnen,
toen twee agenten verschenen die twee
op misdadigers afgerichte honden bij
zich hadden. In enkele oogenblikken
was het gehcele plein als schoongeveegd.
Te Madrid is een populaire ar
tieste Felisa Gonsalez liet slachtoffer
Met een luide zenuwachtige stern riep
ik: „Wie is daar?" Het verdrom mij,
dat ik mijne angst niet overwinnen kon
en door eene krachtige stemverheffing
dacht ik het bonzen van mijn hart tot
rust te brengen. Het was meer dan be
lachelijk, dat een flink, verstandig man
zoo zenuwachtig kou zijn, dat een ge-
ruisch, zoo gemakkelijk en natuurlijk
te verklaren; hem geheel van streek
bracht.
„Ik ben het," klonk de slem van mijn
gastheer. In het volgende oogenblik trad
Erich von Lorm, met een flikkerende
kaars in de hand, langzaam de kamer
binnen. Hij zag ongewoon bleel^ en
ernstig. Zonder eon woord te zeggen,
zette hij den kandelaar op tafelen reikte
mij daarna, met een blik, die om ver
geving vroeg, de hand.
„Gelukkig, dat gij nog op zijt," fluis
terde hij op eigenaardig doffen toon.
„De ring van Polykrates liet mij niet
slapen."
„Hoe moet ik dat verstaan?"
„De weinige woorden, die wij heden
avond bij den haard wisselden, hebben
mij doen besluiten, u deelgenoot van
een geheim te maken.
(.Wordt vervolgd.)