No. 52.
Woensdag 29 Juni 1904.
ie Jaargang
I Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken
Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER'
Achteruitgang van het liberalisme.
FEUILLETON.
Een Stormachtige Nacht.
DE EEMLANDER.
Verschijnt
Woensdags cu Zaterdags.
ltiirciiu
Hendrik van Viandenstraat 28.
Abonnementsprijs
Per jaarf 3.00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Prijs der adrertentiën
Van 1 tot 5.regels0.40
voor iederen regel meer0.08
(Bij abonnement aanmerkelijke korting.)
De Telegraaf heeft het oordeel van
den heer mr. A. F. de Savornin Lohnian
gevraagd over de beteekenis van den
uitslag der jongste Statenverkiezing en
deze deelde aan den verslaggever mede,
dat de geestelijke beteekenis van den
aHoop voor hem de verassende nederlaag
was der linkerzijde. Die nederlaag was
verrassend, wijl de Regeering een harer
zwakste momenten beleefde; dat niette
min een vereenigd, sterk agressief op
treden der linkerzijde niet kon beletten,
dat het Kabinet zelfs nog krachtiger uit
den strijd kwam, duidt op een snellen,
hoewel misschien tijdelijken achteruitgang
van het liberalisme.
Gevraagd naar zijne meening omtrent
de oorzaak, weet de heer Lohman die
allereerst aan de wijze waarop de vrij
zinnigen verband zoeken met de sociaal-
democratie. „De tegenstelling immers
tusschen de sociaal-democratie en de
groote meerderheid van ons volk is zóó
scherp, dat zelfs een tijdelijke verbinte
nis met deze partij een slechten indruk
moet maken".
„Het is niet te weerspreken, en nu
trouwens weer gebleken, dat de linker
zijde, als de nood dringt, heul zoekt bij
de sociaal-democraten; maar het eigen
aardige is, dat de sociaal-democraten
zich die toenadering laten aanleunen,
zonder hunnerzijds iets toe te geven. Zij
persisteeren bij hunne oxclusivistisehe
opvattingen, geven om de liberalen niets,
zoeken kracht in hun isolement. Bij de
Drankwet is dat nog meerdere malen
gebleken. De liberalen zijn niet even
onafhankelijk tegenover de sociaal-demo-
praten.
„Nu M-aag ik: als de klove tusschen
linkerzijde en sociaal-democraten inder
daad zoo groot is, als gaarne wordt
beweerd, waarom dan, als het op een
uiterste keuze aankomt, aansluiting ge
zocht niet bij de z.g. „clericalen" maar,
onveranderlijk bij de sociaal-democraten
Du heer Lohman kan dit niet anders
verklaren, dan uit een geestverwantschap,
welke in diepste kern tusschen linkerzijde
en sociaal-democratie bestaat. Een groot
gedeelte van ons volk is echter per se
tegen die sociaal-democratie, en dat hier
van overtuigend blijk is gegeven, is mede
de beteekenis der verkiezingen.
sijn er die om zich te verdedi-
horens opsteken als een stier-,
0,'en hebben slechts de horens van
slak.
Naar het Duitsch van
ERNST ECKSTEIN.
6. Slot.
Zoo rezen voor mijnen geest allerlei
beelden op en elk beeld was donkerder
gekleurd. Ik zag een bruid, in al hare
frischheid, aan dn zijde van den man
dicu ze lief had, naar het altaar gaan.
In een verren hoek van den grooten
Dom zat Maria ineen gedoken, mijn
ongelukkig, misvormd kind, met een
gebroken hartEn toen de vroolijke
huwelijksstoet haar voorbij ging, zag
zij mij met hare groote, blauwe oogen
verwijtend aan, alsof zij zeggen wilde:
Voor dit leed hebt gij mij dus gespaard.
Dit is het gevolg uwer liefde. Alleen
om u zelf een voorbijgaand verdriet te
bespareu, een verdriet dat door mijn
streven veroorzaakt zoude worden, dus
alleen door zelfzucht hebt gij mij dit
vreesclijk en onverdragclijke lijden op-
Andere fouten zijn, „de dubbelzinnige
houding ook nu weer aangenomen ten
opzichte van de beoordeeling der staking
van 1903".
„Ook thans weer heeft men, inplaats
van er maar liever over te zwijgen, deze
geschiedenis gebezigd om de regeering
te lijf te gaan. Zulk een houding heeft
velen naar de rechterzijde gedreven.
„Dan maar liever den man met de
biceps" redeneerde men; wel niet heel
verheven, maar dan toch practisch".
„Voor nog een derde tactische fout
werd de linkerzijde door deze verkie
zingen gestraft", ging de lieer Lohman
verder. „Ik bedoel haar houding tegen
over de Hooger Onderwijswet. Zeer tot
mijn spijt en thans misschien meer
nog tot den hunnen hebben de libe
ralen bij die gelegenheid weer den ouden,
uitgevochten schoolstrijd opgerakeld. De
oude tegenstelling van licht en duister
nis het licht was dan de openbare, de
duisternis de Vrije Universiteit werd
weer gretig gebruikt. Dat was niet tactisch
en had men aan weerskanten moeten
nalaten. Nu men dat echter niet heeft
gewild, hebben de liberalen het loodje
moeten leggen".
„Ik voor mij, heb allerminst reden om
met de Vrije Universiteit te dwepen, ze
is in haar tegenwoordige richting voor
mij geen ideaal: evenmin ben ik op een
Kooinsch-Katholieke Universiteit gesteld.
Willen anderen liet onderwijs aan de
Vrije bekrompen noemen, het staat hun
vrij. Maar het is hier geen vraag van
persoonlijke appreciatie, maar eene van
eerbiediging ook van liefde en opofferin
voor een beginsel en in deze plicht der
vrijzinnigheid zijn de liberalen te kort
geschoten".
„De uitslag der verkiezingen leert, dat
de groote massa voor het weer opwerpen
van zulke oude leuzen nis „licht of
duisternis" niet meer is warm te maken,
terwijl het stellen van deze leus de frac
ties der rechterzijde dichter bijeen ge
bracht heeft".
Na vóórts nog gewezen te hebben op
de fout om de Tariefwet te maken tot
een politieke kwestie, eindigde de heer
Lobman met als zijne overtuiging uit te
spreken, „dat blijkens den uitslag dei-
Statenverkiezing, de kloof tusschen rechts
en links in den laatsten tijd weer veel
dieper is geworden. Dat betreur ik. Ik
had gehoopt dat een deel der liberalen
den toestand beter ingezien en eeniger-
gedrongen. Slechts om uwentwille be-
strcedt gij den gang der natuur, die mij,
toen ik met een hevige koorts te bed
lag, grootmoedig uit den weg wilde
ruimen.
Zuchtend zonk ik naast het bedje
op mijne knieën. Het bloed steeg mij
naar het hoofd; kort daarna werd ik
ijskoud en rustig, alsof mijn hart ver
kleumd was, door het koele, vreeselijke
besluit, dat ik genomen had.
Op dat zelfde oogenblik sloeg Maria
hare vriendelijke oogen op en steunde
met een bevend stemmetje: „Vader, ik
heb zoo'n pijn. Vader, ik heb zoo'n pijn.
Vader, als gij van mij houdt, help mij
dan toch."
Eene hevige, brandende smart beving
mij bij het hooren dier woorden. Lachend
ging ik naar het doosje morphinepoe-
ders, waarin nog 6 aanwezig waren.
Één voor één opende ik ze en schudde
ik den inhoud leeg in een glas, waarin
ik te voren een weinig lauwe melk had
gedaan. „Mijn arm kind," zeide ik met
gesmoorde stem, „gij zult u niet te ver
geefs op mijne liefde beroepen hebben;
drink dit glas uit, dan zal het u beter
gaan."
Het kind ledigde het glas geheel en
dankte mij met hare oogjes. „Een kus,
Papa," zeide zij liefkoozend, en sloeg
beide armpjes om mijn hals. „Wat zijt
gij goed, Papa." Daarna legde ik haar
zachtjes neder, en spoedig viel zij in
mate onzen kant gekozen zoude hebben,
wat op den duur ongetwijfeld van grooten
invloed hatT kunnen zijn. Nu is het
resultaat, dat zij, die de diepe klove niet
begeerden en integendeel het grootste
heil voor ons klein land in eerlijke
samenwerking zien, hun invloed zien
verminderen ten bate van dien der drij
vers. Voornaamste oorzaak hiervan is
de houding der liberalen bij de behande
ling der Hooger Onderwijswet, toen zij
minachtend spraken over wat voor anders
denkenden een heilige zaak is, toen zij
geen gevoeligheden wisten te sparen,
toen zij geheel noodeloos oude wonden
hebben opengereten. Dat is alles zeer
te betreuren".
Wij hechten niet geringe waarde aan
het oordeel van den heer De Savornin
Lohman; het bevat dan ook veel wat
door de vrijzinnigen verdient overwogen
te worden. Maar ditmaal treft ons bovenal
de eenzijdigheid, waarmee de houding
der liberalen wordt be- en veroordeeld.
Deze worden aansprakelijk gesteld
voor het oprakelen van den schoolstrijd,
voor het aanheffen der oude leuze: „licht
of duisternis"; Yoor het maken van de
behandeling der II. O. wet tot een stuk
schoolstrijd.
Wellicht zijn zij het dus ook geweest,
die de natie splitsen in Christenen en
nict-Christenen, geloovigen en heidenen,
aangetast door den geest des verderfs;
die de banier van het Kruis stelden
tegenover de vaan des ongeloofs en het
„Christus of Troelstra!" aanhieven; den
stembusstrijd stempelden tot „een wor
steling tusschen den geest van den Pink
sterdag en den geest des verderfs"?
Of zou de heer Lohman nieenen dat
dit alles niet van invloed is geweest èn
op den strijd èn op den uitslag Wie
aan den actieven strijd heeft deelgeno
men, zal hem daaromtrent anders kunnen
inlichten. Hij onderzoeke welken indruk
op de eenvoudige geloovigen van Almelo
de verklaring van mr. Sybrandi heeft
gemaakt, dat de liberalen God „een aap"
noemen; op die van Oldebroek wat de
pedel der Vrije Universiteit daar heeft
vertelt.
Niet aan de liberalen de schuld, dat
deze verkiezingsstrijd is geworden tot
een godsdienststrijd en de kloof tusschen
rechts en links dieper is geworden dan
ooit; maar aan hen die niet schuwden de
hartstochten tot gloeihitte aan te blazen.
een vasten slaap. Nooit zou zij weder
ontwaken. Ik hield het kleine koortsige
handje vast, totdat het koud was.
Toen verloor ik het bewustzijn
Drie dagen later werd onze Marie
begraven. Ik tooide haar blond kopje
met bloemen en kuste het bleeke voor
hoofd nog eens tot ab.cheid. Niemand
heeft ooit vermoed, dat diezelfde hand,
die toen in stille droefheid dat lijkje
sierde, de arme bloem van den stengel
had gerukt.
Natalie, die zoo spoedig mogelijk was
teruggekeerd, was buiten zich zelve van
verdriet; langzamerhand wende zij er
evenwel aan het heengaan van Marietje
als een hemelschen zegen te beschouwen,
waardoor haar vroegere gemoedstoestand
en rust allengs terugkeerden. Zij begon
zich zelfs gelukkig te gevoelen bij de
gedachte, dat het kind gestorven was,
nog voordat het bewustzijn had van zijn
ellendig bestaan. Tot nu toe had ons
dochtertje nog slechts behoefte (gehad
aan ouderlijke liefde, en daaraan had
het haar nooit ontbroken; nog voordat
zij andere behoeften had leeren kennen,
was haar levensdraad afgesneden.
Honderdmaal sprak zij op deze wijze
tot mij. De herinnering aan Maria werd
langzamerhand flauwer en wanneer zij
haar thans nog gedenkt, dan is het met
een dankbaar gevoel over haar heengaan.
Van dien tijd af hecrschtc er in onze
familie weder geluk en vrede. Eiken
De vrijzinnigen mogen taktische fouten
hebben begaan, doch niet deze gaven
den doorslag; de zege is behaald door
het beroep op de hartstochten der massa
Voor ons is de achteruitgang van het
liberalisme geene verrassing. De middelen
door de regecringspartij gebruikt staan
den liberalen niet ter beschikking; dit
is hun zwakheid in het heden; hun
kracht echter in de toekomst, wanneer
die middelen zullen hebben uitgediend.
Verklaarbaar-is de achteruitgang voorts
uit het gemis aan eenheid, niet door een
tijdelijke samenwerking te verhelpen.
Wie den achteruitgang wil keeren, helpe
eerst die eenheid op deugdelijken grond
slag te bevestigen.
Dat is de les uit deze verkiezingen
te trekken.
l>c voorgestelde wijzigiiigeii in
de Onderwijswet.
Bij de Tweede Kamer is een wets
ontwerp ingekomen tot herziening der
wet op het Lager Onderwijs, dat als het
eenmaal wet geworden zal zijn voor het
openbaar onderwijs van verstrekkende
gevolgen zal wezen.
Zonder ons in critiek op do voorge
stelde wijzigingen en aanvullingen te
willen begeven, zullen we thans volstaan
met in hoofdzaken den inhoud wreer te
geven van het wetsontwerp; later zal de
gelegenheid zich nog wel voordoen het
onze er van te zeggen.
In de eerste plaats wordt de opleiding
herzien. Hoogst waarschijnlijk althans,
of liever vrij zeker, zal het getal kweek
scholen worden uitgebreid. Aan gemeente
lijke en bijzondere kweekscholen wordt
n.l. onder bepaalde voorwaarden een
subsidie toegekend van ten hoogste
zeventig gulden 's jaars voor ieder les
uur per week, tot een maximum van 140
uren 's weeks. Daarenboven kan voor
ten hoogste 12 leerlingen's jaars, die de
onderswijzersakte behalen f 8Ö0 per leer
ling aan rijkssubsidie worden verleend.
De gekeele subsidie kan alzoo bedragen
f9800 f9600 f19400.
Aan die kweekscholen worden eenige
eischen gesteld omtrent het aantal onder
wijzers, het aantal lokalen en de vakken
waarin onderwijs moet worden gegeven
terwijl de toelating moet geschieden na
aflegging van een examen en aan elke
dag werd de hartelijkheid en liefde in
onzen huiselijken kring grooter en stoor
nissen hadden er niet meer plaats. Ik
heb mijn geliefd kind de ellende van
een ongelukkig leven gespaard, en mij
en de mijnen eene liefhebbende vrouw
en zorgdragende moeder teruggeven."
Erich von Lorm stond op en liep
naar het venstei, klaarblijkelijk om mij
ongestoord over het gehoorde te laten
nadenken. Ik zat als versteend. Het
vreemde en fabelachtige verhaal had
mij ruw uil de rustige wereld van mijn
denken en voelen gerukt, zoodat mij
elke maatstaf, ter beoordeeling van het
gehoorde, ontbrak. Was het verontwaar
diging of bewondering, deelneming of
ontsteltenis, wat in mijn hart opwelde?
Von Lorm wilde geen invloed uitoe
fenen op den uitslag mijner overden
kingen. Wel tien minuten lang stond
hij onbewbeglijk bij het venster, het
heete voorhoofd tegen de koele ruiten
gedrukt, alsof er geen levend wezen in
zijne nabijheid was. Eendoodelijke stilte
heerschte rondom. Een der kaarsen was
reeds lang uitgebrand en de vlam van de
andere flikkerde af en toe met eenroo-
den schijn, door een wind bewogen heen
en weder, zoodat alleen de dichtbijzijde
voorwerpen spaarzaam] verlicht werden,
terwijl het overige gedeelte van de ka
mer in grauwe duisternis gehuld was.
De storm huilde nog heviger en klonk
soms zoo klagend, dat het was alsof men
kweekschool een leerschool moet ver
bonden zijn. Onder de vakken waarin
onderwijs moet gegeven worden, wordt
o. a. ook genoemd slöjd.
Aan de Rijkskweekscholen en aan alle
bovengenoemde kweekscholen wordt
tevens liet jus promovendi toegekend.Even
als dat thans aan de gymnasia 't geval
is, krijgen die inrichtingen het recht aan
haar eigen leerlingen door de eigen
onderwijzers een eind-examen te doen
afnemen onder toezicht van een of meer
gecommitteerden, door de Ilegeering aan
te wijzen. Bij geschil van gevoelen be
slissen de gecommitteerden. De Nor
maallessen en de particuliere opleiding
blijven bestaan. Yoor die leerlingen wordt
een examen als het nu bestaande ver-
eischt.
De salarissen en subsidies vormen
natuurlijk de hoofdzaak. Dc minima
jaarwedden voor de klasseonderwijzers
worden niet verhoogd, wel die voor de
hoofden van scholen, die iets verhoogd
worden naar het aantal leerlingen, dat
de school bezoekt.
De minima-jaarwedden niet alle mini
ma-verhoogingen en de ininiiiia-uitkee-
ringen voor hoofdacte en verplichte
hoofdaoto worden in 't vervolg door het
Rijk aan de genieenten en aan de school
besturen uitgekeerd, voor 't aantal dooi
de wet gevorderde onderwijzers.
Wie nu evenwel zou denken dat de
gemeenten daardoor ecnig voordeel be
komen bedriegt zich, want 't meerdere
bedrag dat de gemeenten zouden ont
vangen, wordt afgetrokken van de uit-
keering, die de gemeenten uit de schat
kist krijgt volgens artt. 19 van de wet
van 24 Mei 1897 (Staatsblad No. 157).
Alleen de bijzondere' scholen zullen
dus in betere conditie geraken en ook
de bijzondere onderwijzers, daar de ver
plichting op de bijzondere scholen wordt
gelegd de wettelijke minima werkelijk
aan de onderwijzers te betalen.
De jaarlijksche bijdrage ten behoeve
van den scholenbouw van de bijzondere
scholen wordt met 15" vorhoogd, ter
wijl de schoolbesturen bij een ontslag,
waartegen een bijzonder onderwijzer
reclameert, zich onderwerpen moeten aan
de uitspraak van een commissie, wier
werkkring zich over tenminste twaalf
scholen uitstrekt. Drie leden van deze
Commissie worden door de schoolbestu
ren, drie leden door 't onderwijzend
er de smart van eene gepijnigde man
nenborst, de stem van een weenend kind,
in vernam.
Ik sloot mijne oogen. Nog eenmaal
ging alles mijn geest voorhij, zooals ik
het uit Erich's mond vernomen had en
steeds helderder en frisscher, steeds zon
niger en ruimer werd het in mijneborst.
Op eens voelde ik, dat \on Lorm
mijne hand greep. Hij had weder aan
mijne zijde plaats genomen en keek mij
met zijne groote, vragende oogen scherp
aan.
„Zie zoo," begon hij met vaste stem,
gij kent nu mijn geheim. Jaren lang
heb ik het bewustzijn geluid een goed
en edel werk verricht te hebben. Niet
tegenstaande de wet mij veroordeeld zou
hebben, sprak mijn geweten mij vrijik
ben niet de eenige,! bij wien de stem
van liet geweten een andere uitspraak
doet, dan de stem der wet en der gang
bare moraal. Sedert cenigen tijd heb ik
mij echter in het hoofd gehaald, dat
zelfs de grootste wujsgeeren kunnendwa-
len, als zij over eigen handelingen uit
spraak moeten doen en ofschoon mij
thans geen vrees meer behoeft te be
angstigen en ik ook aan de uitspraak
van een rechter in zulk een zaak geeue
waarde hecht, toch gevoel ik tkans be
hoefte aan het oordeel van een' onbe
vooroordeelde. Ik wil van u eene be
vestiging mijner overtuiging. De moderne
humaniteit huldigt het beginsel, dat een