Advertentiën. Aladijn en de Wonderlamp. Bij het bestaan vanstenografische raadsvei slagen zou in ieder geval veel beter dan thans mogelijk is, dejuiete waarde van zulke aangevoerde argumenten desnoods later onderzocht en beoordeeld kun nen worden. In het algemeen bedoelen wij: dat een nauwkeurigstenogra- fisch raadsverslag ook in onzen Raad tot een niet ongewensclite verhooging van het peil der de- batten zou moeten leiden. Merkten wij in den aanhef van dit overzicht op, dat het in den Raad „weer ouderwets toegegaan was," dan doelden wij daarmede op het scherpe debat, dat als een onweersbui uit schijnbaar hel deren hemel gansch onverwacht, al thans voor de niet ingewijden! met heftigheid losbrak, naar aanleiding van het toch zoo onschuldig er-uit-ziend laat ste punt de agenda: verzoek van Mej. van Eijk var.Voorthuisen, leeraresaan de H. B. S., ont vergunning tot het ge ven van onderwijs aan de Trompschool te Hilversum, op welk verzoek door B. en AA'. gunstig was geadviseerd. De heer van Esveld opende de bespre king met de mcdedeeling, dat hij zou stemmen tegen de inwilliging op grond van het ongunstig advies van den Inspecteur van het M. O., en van enkele bezwaren voortvloeiende uit de combinatie van de beide betrekkingen, de vroegere en de tegenwoordige, van'bedoelde lee- rares. Tevens bleek, dat ook de directeur der H. B. S. in ongunstigen zin ad vies op het verzoek had uitgebracht, doch verdere openbaarheid werd aan den inhoud dezer beide adviezen niet ge geven, hetgeen ten zeerste betreurd inoet w orden worden, omdat op die wijze geen oordeel kan worden gevormd over het gewicht der door de deskundige auto riteiten aangevoerde bezwaren, uit het oogpunt van de belangen van het onder wijs. De heer Jorissen verklaarde met het voorstel van B. en W. mede te zullen gaan 0111 de gevraagde ver gunning aan de leerares te verleenen, alsmede dat hij met groot genoegen ge zien had, dat B en AA'. niet meer zoo veel gewicht hechten aan de adviezen van den Inspecteur en den Directeur der II. B. S. als vroeger wel eens ge schiedde," eene uiting in den mond van een Raadslid, zóó kras, en in hare algemeenheid zóó geringschattend voor het gqpagder genoemde onderwijsmannen, dat hare nadere motiveering niet achter wege had mogen blijven; evenmineenig protest van de zijde van B. en AV. al ware het alleen omdat bedoelde amb tenaren zich te dier plaatse niet konden verdedigen, en zelfs hunne gewraakte adviezen niet eens voorgelezen werden. Mr. Prikken schroomde zelfs niet 0111 nóg verder te gaan op dat heillooze pad. Zelfs dat Raadslid, de welbekende voor stander van „openbaarheid te pas of te onpas", die keer op keer in iedere Raadsvergadering „voorlezing van stukken" vraagt, verklaarde niet alleen „geheel mede te gaan met het geen de heerJo rissenhadgezegd",doch sprak bovendien als zijn gevoelen uit, dat de „motieven" van den Directeur „zóó gezocht en onbetcekencnd zijn, dat hij blijde was, dat B. en AA', daarover heen zijn gestapt". De door den direc teur aangevoerde practische bezwaren „zijn zóó gemakkelijk te overkomen," zegt Mr. P., „dat hij verdere bespre king niet eens noodig acht, terwijl de theoretische bezwaren door den direc teur niet ernstig gemeend kunnen zijn. (Raadsverslag A. 0. en A. D.) AA ij zouden het geachte Raadslid wil len vragen uit welke bron hij al deze wijsheid geput kan hebben, en of hij meent, dat zijne machtsspreuken en on bewezen, ja onbewijsbare beweringen inderdaad zonder meer geacht kunnen worden voldoende overtuigingskracht te bezitten, bloot omdat ze door hem in de Raad uitgesproken zijn?... AA"ij waardeeren dan ook de goede bedoeling van Mr. Ileyligcrs, toenhij verklaarde zijn" stem tegen de inwilli ging van het verzoek te zullen uitbren gen, omdat hij zich niet kon vereeni gen met de afkeurende woorden, die over afwezige ambtenaren in dcu Raad waren gesproken. In den vorm had echter de heer Plomp gelijk, toen hij verklaarde, dat deze uiting van Mr. Heyligers niet ge past was, omdat een Raadslid bij liet uitbrengen van zijn stem zich alleen moet laten leiden door het gemeente belang. Doch ook-slechts i 11 den vorm, aangezien het toch zeer zeker een gemeen' tebelang is, dat de adviezen van deskun dige onderwijsmannen niet in den Raad besproken worden op de wijze zooals thans wasgeschieden dat er geen enkel ge meentebelang door bevorderd kan worden, wanneer een leeraar op de bedoelde wijze werkzaamheden verricht buiten de gemeente. In elk geval zal ieder weldenkende het met ons afkeuren, dat een der oudste en der achtenswaar digste Raadsleden, een man zóó cons ciëntieus en eerlijk als de heer Heyligers, een lesje in de openbare Raadszitting heeft moeten ontvangen over het zuiver houden der motieven, waarop bij zijn stem grondt, en wel van de zijde van het jongste Raadslid, een man als de lieer Plomp, wiens zclfbchccrsching en gematigdheid in den Raad niet door ieder erkend worden. Dat het hierna Mr. Prikken was, die ten sterkste ging protesteeren tegen de opvatting van Mr. Heyligers, heeft ons niet verwonderd. Zijn protest steunt op de juridisch- spitsvondige bewering, dat door hem niet gesproken was over de afwezige ge meente-ambtenaren zelf, doch enkel over de uitgebrachte adviezen, in liet bijzonder dat van den directeur. AYij zijn overtuigd, dat geen enkel Amersfoorter kennis kan nemen van de wijze, waarop de heer Prikken zich in den Raad over deze zaak uitgelaten heeft zonder aanstouds overtuigd te zijn van het vurig streveu van het Raadslid Prikken om zooveel mogelijk den heer Buys persoonlijk te treffen; en de oor zaak van dit streven is voor niemand een geheim, die bekend is met de Ambachtsschoolquaestie, ook in den Raad. Dezer dagen maakte een grappig Amers foorter ons de opmerking, dat de heer Buys voor meer dan één Raadslid „de kop van Jut" voorstelt, waarop te pas of te onpas zoo krachtig mogelijk ge slagen moet worden! Onzerzijds konden wij, 0111 eveneens grappig te zijn, bedoelden grappenmaker slechts antwoorden, dat, indien het ge kozen beeld juist ware, er tevens uit zou blijken, dat meer dan een Raadslid de Raadsvergaderingen wel eens voor een kermisvermakelijkheid aanziet. Iloe dit ook zij, wij kunnen toch niet gelooven, dat onder den invloed van het omschreven debat een meerderheid van 11 tegen 2 stemmen zich geschaard zou hebben aan de zijde van adressanten, indien niet de lieer Celosse hierna met een zakelijk argument was komen aan dragen, een argument, dat, uitgesproken door den AVethouder van Onderwijs, tevens lid der Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs, groot gewicht in den schaal heeft moeten leggen bij de overige Raadsleden. De verslagen van een paar jAuiers- foortsche bladen komen over bedoeld argument in hoofdzaak met elkander overeen. AVethouder Celosse moet dan gezegd hebben, dat hij er zeer vóór is, dat het verzoek van de leerares ingewilligd zou worden. Bedoelde leerares ul. geeft het meerendeel liarer lessen in het Hulp gebouw der school, zoodat feitelijk de Raad hier alleen te maken zou hebben met het advies van den (waarnemenden) Directeur in het „werkhuis", den heer AVesseling. De Directeur der II. B. S., die volgens den heer Celosse nGoit één les van adressante bijwoonde, heeft de meening van den heer AVesseling over het verzoek ingewonnen, die gestemd zou zijn geweest om iu gunstiaen zin te adviseeren. De Directeur echter, in zijn advies slechts enkele woorden van den heer AVesseling aanhalende, (het zou van belang geweest zijn, te weten, welke) veroorloofde zich ech ter de vrijheid in tegenstelling met den heer AVesseling in ongunstigen zin te adviseeren, dit juridisch gauwigheidje dekkende door in zijn advies te schrijven „naar mijne meening AVelnu, als deze voorstelling van zaken de juiste is, zoodat de Directeur opzettelijk het gunstig oordeel van den waarnemenden Directeur niet alleen voorbijgezien, doch zelfs verzwegen zou hebben, dan kunnen wij ons levendig voorstellen, dat zulk een wijze van handelen bij ieder bezadigd en welmeenend Raadslid twij fel kan opwekken aan de deugdelijkheid van het advies, en dus heeft kunnen leiden tot de inwilliging van het verzoek. Immers men had tusschen twee kwaden te kiezen. Door te stemmen tegen het verzoek liep men gevaar eene onbillijke bejegening van adressante te hebben bevorderd; terwijl, als men zijn stem vóór de inwilliging van het verzoek uit bracht, een niet minder tastbaar gevaar ontstond, dat men medegewerkt zou hebben, niet alleen om de belangen van het onderwijs te benadeelen, doch ook om het gezag van den Directeur aan de school te ondermijnen. Klaarblijkelijk hebben de beide tegen stemmers genoeg vertrouwen gesteld in de integriteit van den Directeur om in ieder geval het laatste gevaar grooter te achten dan het eerste. De moraal onzerzijds van de gehouden debatten over het laatste punt der Agenda is deze, dat de belangen der school en dus ook die der gemeente wederom in de openbare Raadszitting ernstig bena deeld zijn. Jfasrhrift. Bovenstaand Raadsoverzicht moest, gelijk wij in ons vorig nummer ver meld hebben, tot heden blijven liggen wegens gebrek aan plaatsruimte. Sedert dien heeft zich een polemiek van inge zonden artikelen in enkele plaatselijke bladen voorgedaan met betrekking tot de laatstelijk door ons besproken kwes tie, welke op nieuw een eigenaardig licht werpt op de wijze waarop deze zaak in den Raad kan zijn behandeld, een licht dat wij onzen lezers niet mo gen onthouden. In het Amerf. Dagbl. van 8 Juli 1.1. en in de (Oude) Amersf. Courant van 9 Juli d. a. v. heeft de heer F. AA'es- seling onder het opschrift 'Reetifica- t ie" een paarjingezonden artikelen gepubli - ceerd, naar aanleiding van wat door deze bladen was weergegeven van het door den Wethouder Celosse in den Raad over deze zaak gesprokene. De heer AA'nsseling deelt daarin me de, dat hij zich verplicht acht te verklaren, dat hij, in deze geheel de opinie van den Directeur toege daan zijnde, aan niemand eenig e mcdedeeling heeft gedaan, waar uit, ook maar in het minst, het te genovergestelde zou kunnen wor den afgeleid. Omdat voorts de heer AVesseling van de onderstelling was uitgegaan, dat de A'erslaggever zich vergist zou hebben, plaatste de heer Frederiks onder het artikel een betoog ter bestrij ding van deze onderstelling, onder aan haling van een drietal Raadsverslagen, en eindigende met deze conclusie: „Het is zeer wel mogelijk, dat één verslaggever verkeerd hoort, en zich dus „vergist in het weergeven", maar dat alle drie onder dezelfde omstandig heden, geheel zelfstandig werkende verslaggevers juist op dezelfde punten in het zelfde euvel zouden vervallen, is toch wel wat heel onwaarschijnlijk". Naar aanleiding van de artikelen van den heer AA'csseling schrijft de heer Celosse iu dezelfde bladen dato 11 en 12 Juli 1.1. (onder aanhaling van eenige door hem uit de Raadsverslagen dier bladen gespatieerde zinssneden) het volgende, aangaande deze zaak: „Het verheugt mij den beer AVesse ling te kunnen geruststellen door de mcdedeeling, dat de onderstreepte woor den in de ongecorrigeerde drukproef van het verhandelde in genoemde Raads vergadering van den officicelen verslag gever niet voorkomen, en ik vermoed dat door liet geraas, veroorzaakt door het werken in de nabijheid van de Raads zaal, de verslaggevers niet al het ge sprokene goed hebben kunnen verstaan." Over de mededeeling van don lieer Celosse moeten wij opmerken, dat zij een rechtstreeksche tegen spraak niet bevat. Immers, het zou al zeer toevallig moe ten zijn, dat juist de door den heer Ce losse aan de Verslagen der beide bla den ontleende gespatieerde woorden, (die onder eenigzins afwijkenden vorm niettemin vrij wel hetzelfde zeg gen)wél in de drukproef van het of- fieieele Raadsverslag zouden voorko men, en zulks is dan ook geens zins beweerd. Voorts kan het bedoelde geraas on getwijfeld wèl oorzaak zijn geweest, dat de verslagevers „niet al het gespro kene goed hebben kunnen verstaan", maar ook hiervan is door niemand het tegendeel beweerd; terwijl het een zonderlinge zaak geacht moet worden, dat een paar verslaggevers, in de be doelde omstandigheden, onder ecnigs- zins verschi 110 nde be w0ordi n gen den geest of deu z i 11 van het gespro - keneo v c r e e n s t e 111111 e nd zouden be grepen en weergegeven hebben, iu «lieu u let Ook in dien geest of zin inderdaad iets gesproken is. De doorslag kan in deze dus niet gegeven wor den door bloot liet vermoeden uit te spreken, dat zij niet al het gesprokene zouden hebben verstaan, doch door de vraag wat er in bedoel den geest door den heerCelosse wèl gezegd zou kunnen zijn, waardoor de verslaggevers op overeenkomstige wijze li u 11 indruk van liet gesprokene hebben kunnen wéergeven. Iets waarover h e e- lc 111aal niet gesproken is kan door niemand verstaan, en dus ook niet ver keerd weergegeven worden! De heer Celosse zou 0. i. meer be slist en duidelijker in zijn tegenspraak zijn geweest, indien hij kort en bondig verklaard had, dat hij in bedoelden geest niets gezegd had, zoodat door zijn woorden geen enkele verslaggever tot het denkbeeld is kunnen gera ken, dat er een tegenstelling zou hebben bestaan tusschen de meeningen van den directeur en den waarnemen den directeur in deze zaak. Bij Koninklijk Besluit van 8 dezer is benoemd tot ritmeester bij het le regi ment huzaren, de le luitenant II. G.J. Alaas Geesteranus van het eskadron or donnansen. De kapitein J. M. Mazel van het 5e Reg. Inf. wordt 1 Augustus werkzaam gesteld bij de 2e afd. van het Dep. van OorIog.-(Gcnerale staf). De perceelen 1T gisterenavond door NotariB Bolk geveild zijn opgehouden. De Keer S. R. N.Nijenhuis Rijksklcrk 3e klasse bij de Rijks-directe belastin gen (kantoor Amersfoort) is te rekenen van af 1 April 1904 bcvorderdtot Rijks klerk 2e klasse. De afdeeling Amersfoort van den Ne- derlandschen Schutterij kader-Bond zal deelnemen aan den Schietwetstrijd w elke 24, 25 en 26 Juli in den Haag op de vlakte van AVaalsdorp zal gehouden worden. A'oor het toelatings-exai'ncn tot liet Gymnasium alher slaagden gisteren: 1'. N. U. Halting, A. AA'. Verhoef, J. G. F. v. A'loten en J. G. C. Zijnen alhier; G. A. Fijnvandraad te AA'eesp; A. M. K. Harthoorn te Scherpenzeel H. AA'. Nolting en F. J. AA7. AVcstra te Nijkcrk; en R. C. de Lange (voorwaarde!.) te Lecrsum. Twee candidntcn werden afgewezen. I11 den Zoudag te Bussum gereden Grooten stecple-chase over 4800 M. won „Master Freddy", van luitenant G. J. A. A. baron A'an Heemstra, gereden door baron A"a 11 Hccckeren, den 3den prijs. In hot coucours-hippique to Maastricht gehouden behaalde „Darling" van luite nant Couvee den 2den prijs in het Nationaal Spring-concours en den lsten prijs ill het Internationaal Spring-con cours. „Darling" werd gereden door luitenant G. J. Maris. Te 's-Gravenhage is overleden onze vroegere stadgenoot Jhr. A. AA7, van Holtlie, kapitein der Inf. U. 1. L., R. M. AV. O. Dr. P. Groeneboom Jr., thans leeraar in de oude talen aan het gymnasium te Utrecht, komt voor op de voordracht voor de benoeming van een corrector aan het gymnasium te Zutfen. A an 13 tot 20 dezer zal in hetvoor- 1 ïalige paleis Buitenrust aau den Sclie- veningschen weg tentoongesteld worden het monument voor Suriname bestemd ter nagedachtenis van den oud-gouver neur dier kolonie jhr. mr. T. A. J. van Asch van AVijck. Het gedenkteeken, vervaardigd door Charles van AA'ijk bestaat uit een liard- steenen voetstuk van bijna 3 M. hoogte, waarop een meer dan levensgroote buste is geplaatst, omgeven door een draperie. De gelijkenis van den kop wordt geroemd. Tegen het onderste gedeelte van het voetstuk is een bronzen palmtak aan gebracht, terwijl dit voetstuk zelf rust op een breed hardsteenen grondvlak, dat afgesloten wordt doorhangende bron zen kettingen. In eene daartoe gehouden openbare vergadering jl. maandag in het café „De Arend", uitgeschreven door de af- deeliug Amersfoort van den A. N. Typ. B. 0111 tot het oprichten van een vak school voor typografen te geraken, werd nadat den lieer AA7. Hekkenberg. als inleider, het nut van dergelijke school duidelijk uiteenzetten, een vak school opgericht, met aanvankelijk 27 leden. Het comité dat daarna gekozen werd zal de voorloopige werkzaamhe den op zich nemen, en o. m. zal zij zich bezighouden met liet ontwer pen van de statuten. Men schrijft ons het volgende waar aan we gaarne een plaatsje verleenen, daar ook ons de zaak zeer sympathiek is. Ken tienjarige. Om maar met de deur in huis te val len, deze Tienjarige is: de„Vereeniging tot opvoeding van halfverweesde, ver laten of verwaarloosde kinderen in het huisgezin." Blijf bij die drie woor den: halfverweesd, verlaten, verwaar loosd, eens een oogenblik met uw ge dachten stilstaan, en ze onthullen 11 een zee van ellende. Van kinderleed, maar ook van oudersmart. Sta niet te vlug klaar met uw ver wijt aan het adres van de ouders dier ongelukkigen. AA'ant meerendeels zijn het weduwen, die door de harde nood zakelijkheid, om overdag als dienstbode het levensonderhoud voor zich en de kiuderen zoo goed en kwaad als liet gaat bijeen te garen, de opvoeding van hare kinderen welmoeten verwaarloozen. Maar ook als de verwaarloozing der kinderen rechtstreeks gevolg is van de zedelijke ontaarding der ouders, mogen dan d i e kinderen daarvan de dupe worden? Mogen wij het lijdelijk aanzien, dat zulke kinderen rechtstreeks tot misda digers opgroeien? Ik zal 11 niet gaan voor rekenen, dat één rijksdaalder aan deze ongelukkigen besteed, later twee rijks daalders aan uitgaaf voor gevangenissen bespaart. Het geldt hier geen zaak van koophandel, het is een zaak van het hart. De vacanties zijn voor uw eigen kin deren aangebroken of zullen weldra aan breken. Gij zint er reeds op, hoe ge hun de vaciiiiticdagen aangenaam zult maken, waarbij op een gulden meer of minder in vele gevallen niet zoo hauw wordt gekeken Ik doe een beroep op uwe offervaardigheid voor die ongelukkigen, die dat alles moeten missen. Ilestce één van die rijksdaalders voor het lidmaat schap of anders één gulden voor het donateurschap van bovengenoemde zoo nuttige vereeniging. Meld ti, vóór ge met uwe kinderen de weelde van den zomer gaat genieten, hetzij als lid, hetzij als donateur aan bij den heer C. L. 1>. Mnupier, Rioter Bothstraut 3 alhier. Een zonderlinge rectificatie. Onze le zers zullen zich herinneren, dat wij in ons nummer van 6 Juli j.l. eeneerstige beschuldiging richtten tot de Redactie van de „Stem des A'olks", naar aanlei. ding van de insinuaties vuil haren Amers foortschen correspondent, die zij maar zonder commentaar harerzijds in hare kolommen opnam. De Redactie noemt, gemakshalve, van deze beschuldiging maar geen nota, ter wijl haar correspondent, van wien wij op grond van zijne aan den dag tre dende onbeholpenheid vermoeden, dat hij ons stukje niet heeft begrepen, ineent zich, zonder verder van de Eem land or te gewagen op de volgende wijze te kunnen verdedigen: „Amersfoort. I11 het nummer der vorige „week komt o.m. voor een stukje over de „benoeming van personeel aan het Stadhuis, „waarin het vermoeden wordt uitgesproken „dat de weth. Celosse niet juist handelde. „Dit blijkt geheel onwaar te zijn, en ik bied „ais correspondent gaarne mijn excuus aan hoewel het niet iets was van inij zclfi „doch de plaatsing werd verzocht door ,,een vertrouwd persoon naar ik mcen- ,,de, zekere boshuizen alhier. Daar liet „mij te doen is 0111 de waarheid te ver kondigen zonder aauziens des persoons, ,zoo zal ik ook de eerste zijn, die wanneer „hij dooromstandigheden, onafhankelijk van „zyn wil, eenige onwaarheden neerschreef deze te herroepen. I11 een noot voegt de Red. v/d Stem des A'olks er gemoedelijk bij „Overtuigt de correspondent zich niet wie de berichtgever is?" AA'e hebben in het adresboek van Amersfoort gezocht, maar den naam „Roshuizen" er niet in aangetroffen. A'einioedelijk zal dit ook alweer een drukfout zijn. Over de wijze, waarop de correspon dent zijn schuld op een ander meent te mogen afwentelen, zullen wij maar zwijgen. AA'e hopen echter dat de„waar heid" betere schutsengelen moge heb ben, dan den Amersfoortschen correspon dent van de Stem des Volksanders zou het treurig met haar gesteld zijn. Burgerlijke stuud van Amersfoort van 9 tot 12 Juli 1904. GEBOREN: Johanna, d. van J. de A'rije eu C. L. M. de Itooij. -Catha rine Hendrika, d. vau J. Meijer en A. Quick. Reijer, z. van R. ICorstanje en M. den llartog. C'ornelis Wilhel mus, z. van K. II. Kamselaar en C'. AA'. J. Berendonk. Dirk, z. van J. AA'. Engelenburg en M. E. Tiekman. Jacoba Susanna, d. van G. AA', van Lot- tum en S. E. Montfoort. Maria, d. van G. ter Beest en J. van Eldert. - Jacoba, d. van AA', van Dicrman en A. A. Iluijting. Francisca Hendrika, d. van P. AV. L. Zeeman en P. M. üirksen. OA'ERLEDEN: Gerrit C. Kroesen, oud 8 mud. Align van der AA'iel, oud 28 jaren. Albertus P. F. Reeders, oud 41 jaren. Gerritje van de A'unrst, oud 6 mnd. Hendrik van der Veen, '20 jaar, ongeh. nciiouavuuim; - utrecht. flff"" VoorlooRig Bericht. A'ercciiigde Tooneeiisten, Directie: A. Saalkorn. Zondag 17 Juli en vervolgens eiken dag gedurende de kermis. EERSTE OPVOERING VAN: Groot Toovcrspel in drie afdeelingen of tien Tafereelen, naar aanleiding var, liet verhaal uit de „duizend en een nacht' door AV. N. PIJPERS. Muziek van S. BENAA'ENTE Regie A. SAALBORN. Nieuwe decoration en machineriën van den Clief-Tooneelmeester der Utr. Schouwburg, J. ME1NKE. Nieuwe Costumes van J. MULDER, Costumier te Utrecht. Electrische ver lichtingen en lichteffecten. Optreden van het Ballet-Ensemble „Exelsior" en de solo-danseres Mej. LUCIE DONK, van de Kon. Fransche Opera te 's-IIage.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1904 | | pagina 3