Advertentiën.
Aladijn en de Wonderlamp.
Bij het bestaan vanstenografische
raadsvei slagen zou in ieder geval veel beter
dan thans mogelijk is, dejuiete waarde van
zulke aangevoerde argumenten desnoods
later onderzocht en beoordeeld kun
nen worden. In het algemeen bedoelen
wij: dat een nauwkeurigstenogra-
fisch raadsverslag ook in onzen
Raad tot een niet ongewensclite
verhooging van het peil der de-
batten zou moeten leiden.
Merkten wij in den aanhef van dit
overzicht op, dat het in den Raad „weer
ouderwets toegegaan was," dan doelden
wij daarmede op het scherpe debat, dat
als een onweersbui uit schijnbaar hel
deren hemel gansch onverwacht, al
thans voor de niet ingewijden! met
heftigheid losbrak, naar aanleiding van
het toch zoo onschuldig er-uit-ziend laat
ste punt de agenda: verzoek van Mej.
van Eijk var.Voorthuisen, leeraresaan
de H. B. S., ont vergunning tot het ge
ven van onderwijs aan de Trompschool
te Hilversum, op welk verzoek door
B. en AA'. gunstig was geadviseerd. De
heer van Esveld opende de bespre
king met de mcdedeeling, dat hij zou
stemmen tegen de inwilliging op grond van
het ongunstig advies van den Inspecteur
van het M. O., en van enkele bezwaren
voortvloeiende uit de combinatie van de
beide betrekkingen, de vroegere en
de tegenwoordige, van'bedoelde lee-
rares.
Tevens bleek, dat ook de directeur
der H. B. S. in ongunstigen zin ad
vies op het verzoek had uitgebracht,
doch verdere openbaarheid werd aan den
inhoud dezer beide adviezen niet ge
geven, hetgeen ten zeerste betreurd inoet
w orden worden, omdat op die wijze geen
oordeel kan worden gevormd over het
gewicht der door de deskundige auto
riteiten aangevoerde bezwaren, uit het
oogpunt van de belangen van het onder
wijs. De heer Jorissen verklaarde
met het voorstel van B. en W. mede
te zullen gaan 0111 de gevraagde ver
gunning aan de leerares te verleenen,
alsmede dat hij met groot genoegen ge
zien had, dat B en AA'. niet meer zoo
veel gewicht hechten aan de adviezen
van den Inspecteur en den Directeur
der II. B. S. als vroeger wel eens ge
schiedde," eene uiting in den mond
van een Raadslid, zóó kras, en in hare
algemeenheid zóó geringschattend voor
het gqpagder genoemde onderwijsmannen,
dat hare nadere motiveering niet achter
wege had mogen blijven; evenmineenig
protest van de zijde van B. en AV. al
ware het alleen omdat bedoelde amb
tenaren zich te dier plaatse niet konden
verdedigen, en zelfs hunne gewraakte
adviezen niet eens voorgelezen werden.
Mr. Prikken schroomde zelfs niet 0111
nóg verder te gaan op dat heillooze pad.
Zelfs dat Raadslid, de welbekende voor
stander van „openbaarheid te pas of te
onpas", die keer op keer in iedere
Raadsvergadering „voorlezing van
stukken" vraagt, verklaarde niet
alleen „geheel mede te gaan met het
geen de heerJo rissenhadgezegd",doch
sprak bovendien als zijn gevoelen uit,
dat de „motieven" van den Directeur
„zóó gezocht en onbetcekencnd zijn, dat
hij blijde was, dat B. en AA', daarover
heen zijn gestapt". De door den direc
teur aangevoerde practische bezwaren
„zijn zóó gemakkelijk te overkomen,"
zegt Mr. P., „dat hij verdere bespre
king niet eens noodig acht, terwijl de
theoretische bezwaren door den direc
teur niet ernstig gemeend kunnen zijn.
(Raadsverslag A. 0. en A. D.)
AA ij zouden het geachte Raadslid wil
len vragen uit welke bron hij al deze
wijsheid geput kan hebben, en of hij
meent, dat zijne machtsspreuken en on
bewezen, ja onbewijsbare beweringen
inderdaad zonder meer geacht kunnen
worden voldoende overtuigingskracht te
bezitten, bloot omdat ze door hem in
de Raad uitgesproken zijn?...
AA"ij waardeeren dan ook de goede
bedoeling van Mr. Ileyligcrs, toenhij
verklaarde zijn" stem tegen de inwilli
ging van het verzoek te zullen uitbren
gen, omdat hij zich niet kon vereeni
gen met de afkeurende woorden, die
over afwezige ambtenaren in dcu Raad
waren gesproken.
In den vorm had echter de heer
Plomp gelijk, toen hij verklaarde, dat
deze uiting van Mr. Heyligers niet ge
past was, omdat een Raadslid bij liet
uitbrengen van zijn stem zich alleen
moet laten leiden door het gemeente
belang. Doch ook-slechts i 11 den vorm,
aangezien het toch zeer zeker een gemeen'
tebelang is, dat de adviezen van deskun
dige onderwijsmannen niet in den Raad
besproken worden op de wijze zooals
thans wasgeschieden dat er geen enkel ge
meentebelang door bevorderd kan worden,
wanneer een leeraar op de bedoelde
wijze werkzaamheden verricht buiten
de gemeente. In elk geval zal ieder
weldenkende het met ons afkeuren,
dat een der oudste en der achtenswaar
digste Raadsleden, een man zóó cons
ciëntieus en eerlijk als de heer Heyligers,
een lesje in de openbare Raadszitting
heeft moeten ontvangen over het zuiver
houden der motieven, waarop bij zijn
stem grondt, en wel van de zijde van
het jongste Raadslid, een man als de
lieer Plomp, wiens zclfbchccrsching en
gematigdheid in den Raad niet door
ieder erkend worden. Dat het hierna
Mr. Prikken was, die ten sterkste ging
protesteeren tegen de opvatting van Mr.
Heyligers, heeft ons niet verwonderd.
Zijn protest steunt op de juridisch-
spitsvondige bewering, dat door hem niet
gesproken was over de afwezige ge
meente-ambtenaren zelf, doch
enkel over de uitgebrachte adviezen,
in liet bijzonder dat van den directeur.
AYij zijn overtuigd, dat geen enkel
Amersfoorter kennis kan nemen van de
wijze, waarop de heer Prikken zich in
den Raad over deze zaak uitgelaten
heeft zonder aanstouds overtuigd te zijn
van het vurig streveu van het Raadslid
Prikken om zooveel mogelijk den heer
Buys persoonlijk te treffen; en de oor
zaak van dit streven is voor niemand
een geheim, die bekend is met de
Ambachtsschoolquaestie, ook in den Raad.
Dezer dagen maakte een grappig Amers
foorter ons de opmerking, dat de heer
Buys voor meer dan één Raadslid „de
kop van Jut" voorstelt, waarop te pas
of te onpas zoo krachtig mogelijk ge
slagen moet worden!
Onzerzijds konden wij, 0111 eveneens
grappig te zijn, bedoelden grappenmaker
slechts antwoorden, dat, indien het ge
kozen beeld juist ware, er tevens uit zou
blijken, dat meer dan een Raadslid de
Raadsvergaderingen wel eens voor een
kermisvermakelijkheid aanziet.
Iloe dit ook zij, wij kunnen toch niet
gelooven, dat onder den invloed van het
omschreven debat een meerderheid van
11 tegen 2 stemmen zich geschaard zou
hebben aan de zijde van adressanten,
indien niet de lieer Celosse hierna met
een zakelijk argument was komen aan
dragen, een argument, dat, uitgesproken
door den AVethouder van Onderwijs,
tevens lid der Commissie van Toezicht
op het Middelbaar Onderwijs, groot
gewicht in den schaal heeft moeten
leggen bij de overige Raadsleden.
De verslagen van een paar jAuiers-
foortsche bladen komen over bedoeld
argument in hoofdzaak met elkander
overeen.
AVethouder Celosse moet dan gezegd
hebben, dat hij er zeer vóór is, dat het
verzoek van de leerares ingewilligd
zou worden. Bedoelde leerares ul. geeft
het meerendeel liarer lessen in het Hulp
gebouw der school, zoodat feitelijk de
Raad hier alleen te maken zou hebben
met het advies van den (waarnemenden)
Directeur in het „werkhuis", den heer
AVesseling. De Directeur der II. B. S.,
die volgens den heer Celosse nGoit één
les van adressante bijwoonde, heeft de
meening van den heer AVesseling over
het verzoek ingewonnen, die gestemd
zou zijn geweest om iu gunstiaen zin
te adviseeren. De Directeur echter, in
zijn advies slechts enkele woorden
van den heer AVesseling aanhalende,
(het zou van belang geweest zijn, te
weten, welke) veroorloofde zich ech
ter de vrijheid in tegenstelling met den
heer AVesseling in ongunstigen zin te
adviseeren, dit juridisch gauwigheidje
dekkende door in zijn advies te schrijven
„naar mijne meening
AVelnu, als deze voorstelling van zaken
de juiste is, zoodat de Directeur opzettelijk
het gunstig oordeel van den waarnemenden
Directeur niet alleen voorbijgezien, doch
zelfs verzwegen zou hebben, dan kunnen
wij ons levendig voorstellen, dat zulk
een wijze van handelen bij ieder
bezadigd en welmeenend Raadslid twij
fel kan opwekken aan de deugdelijkheid
van het advies, en dus heeft kunnen
leiden tot de inwilliging van het verzoek.
Immers men had tusschen twee kwaden
te kiezen. Door te stemmen tegen het
verzoek liep men gevaar eene onbillijke
bejegening van adressante te hebben
bevorderd; terwijl, als men zijn stem
vóór de inwilliging van het verzoek uit
bracht, een niet minder tastbaar gevaar
ontstond, dat men medegewerkt zou
hebben, niet alleen om de belangen van
het onderwijs te benadeelen, doch ook
om het gezag van den Directeur aan de
school te ondermijnen.
Klaarblijkelijk hebben de beide tegen
stemmers genoeg vertrouwen gesteld in
de integriteit van den Directeur om in
ieder geval het laatste gevaar grooter
te achten dan het eerste.
De moraal onzerzijds van de gehouden
debatten over het laatste punt der Agenda
is deze, dat de belangen der school en
dus ook die der gemeente wederom in
de openbare Raadszitting ernstig bena
deeld zijn.
Jfasrhrift.
Bovenstaand Raadsoverzicht moest,
gelijk wij in ons vorig nummer ver
meld hebben, tot heden blijven liggen
wegens gebrek aan plaatsruimte. Sedert
dien heeft zich een polemiek van inge
zonden artikelen in enkele plaatselijke
bladen voorgedaan met betrekking tot
de laatstelijk door ons besproken kwes
tie, welke op nieuw een eigenaardig
licht werpt op de wijze waarop deze
zaak in den Raad kan zijn behandeld,
een licht dat wij onzen lezers niet mo
gen onthouden.
In het Amerf. Dagbl. van 8 Juli 1.1.
en in de (Oude) Amersf. Courant van
9 Juli d. a. v. heeft de heer F. AA'es-
seling onder het opschrift 'Reetifica-
t ie" een paarjingezonden artikelen gepubli -
ceerd, naar aanleiding van wat door
deze bladen was weergegeven van het
door den Wethouder Celosse in den
Raad over deze zaak gesprokene.
De heer AA'nsseling deelt daarin me
de, dat hij zich verplicht acht te
verklaren, dat hij, in deze geheel
de opinie van den Directeur toege
daan zijnde, aan niemand eenig e
mcdedeeling heeft gedaan, waar
uit, ook maar in het minst, het te
genovergestelde zou kunnen wor
den afgeleid.
Omdat voorts de heer AVesseling
van de onderstelling was uitgegaan,
dat de A'erslaggever zich vergist zou
hebben, plaatste de heer Frederiks
onder het artikel een betoog ter bestrij
ding van deze onderstelling, onder aan
haling van een drietal Raadsverslagen,
en eindigende met deze conclusie:
„Het is zeer wel mogelijk, dat één
verslaggever verkeerd hoort, en zich
dus „vergist in het weergeven", maar
dat alle drie onder dezelfde omstandig
heden, geheel zelfstandig werkende
verslaggevers juist op dezelfde punten
in het zelfde euvel zouden vervallen, is
toch wel wat heel onwaarschijnlijk".
Naar aanleiding van de artikelen van
den heer AA'csseling schrijft de heer
Celosse iu dezelfde bladen dato 11
en 12 Juli 1.1. (onder aanhaling van
eenige door hem uit de Raadsverslagen
dier bladen gespatieerde zinssneden)
het volgende, aangaande deze zaak:
„Het verheugt mij den beer AVesse
ling te kunnen geruststellen door de
mcdedeeling, dat de onderstreepte woor
den in de ongecorrigeerde drukproef
van het verhandelde in genoemde Raads
vergadering van den officicelen verslag
gever niet voorkomen, en ik vermoed dat
door liet geraas, veroorzaakt door het
werken in de nabijheid van de Raads
zaal, de verslaggevers niet al het ge
sprokene goed hebben kunnen verstaan."
Over de mededeeling van don lieer
Celosse moeten wij opmerken, dat
zij een rechtstreeksche tegen
spraak niet bevat.
Immers, het zou al zeer toevallig moe
ten zijn, dat juist de door den heer Ce
losse aan de Verslagen der beide bla
den ontleende gespatieerde woorden,
(die onder eenigzins afwijkenden
vorm niettemin vrij wel hetzelfde zeg
gen)wél in de drukproef van het of-
fieieele Raadsverslag zouden voorko
men, en zulks is dan ook geens
zins beweerd.
Voorts kan het bedoelde geraas on
getwijfeld wèl oorzaak zijn geweest,
dat de verslagevers „niet al het gespro
kene goed hebben kunnen verstaan",
maar ook hiervan is door niemand
het tegendeel beweerd; terwijl het een
zonderlinge zaak geacht moet worden,
dat een paar verslaggevers, in de be
doelde omstandigheden, onder ecnigs-
zins verschi 110 nde be w0ordi n gen
den geest of deu z i 11 van het gespro -
keneo v c r e e n s t e 111111 e nd zouden be
grepen en weergegeven hebben, iu
«lieu u let Ook in dien geest of zin
inderdaad iets gesproken is. De doorslag
kan in deze dus niet gegeven wor
den door bloot liet vermoeden uit
te spreken, dat zij niet al het
gesprokene zouden hebben verstaan,
doch door de vraag wat er in bedoel
den geest door den heerCelosse wèl
gezegd zou kunnen zijn, waardoor de
verslaggevers op overeenkomstige wijze
li u 11 indruk van liet gesprokene hebben
kunnen wéergeven. Iets waarover h e e-
lc 111aal niet gesproken is kan door
niemand verstaan, en dus ook niet ver
keerd weergegeven worden!
De heer Celosse zou 0. i. meer be
slist en duidelijker in zijn tegenspraak
zijn geweest, indien hij kort en bondig
verklaard had, dat hij in bedoelden
geest niets gezegd had, zoodat door
zijn woorden geen enkele verslaggever
tot het denkbeeld is kunnen gera
ken, dat er een tegenstelling zou
hebben bestaan tusschen de meeningen
van den directeur en den waarnemen
den directeur in deze zaak.
Bij Koninklijk Besluit van 8 dezer is
benoemd tot ritmeester bij het le regi
ment huzaren, de le luitenant II. G.J.
Alaas Geesteranus van het eskadron or
donnansen.
De kapitein J. M. Mazel van het 5e
Reg. Inf. wordt 1 Augustus werkzaam
gesteld bij de 2e afd. van het Dep. van
OorIog.-(Gcnerale staf).
De perceelen 1T gisterenavond door
NotariB Bolk geveild zijn opgehouden.
De Keer S. R. N.Nijenhuis Rijksklcrk
3e klasse bij de Rijks-directe belastin
gen (kantoor Amersfoort) is te rekenen
van af 1 April 1904 bcvorderdtot Rijks
klerk 2e klasse.
De afdeeling Amersfoort van den Ne-
derlandschen Schutterij kader-Bond zal
deelnemen aan den Schietwetstrijd w elke
24, 25 en 26 Juli in den Haag op de
vlakte van AVaalsdorp zal gehouden
worden.
A'oor het toelatings-exai'ncn tot liet
Gymnasium alher slaagden gisteren:
1'. N. U. Halting, A. AA'. Verhoef,
J. G. F. v. A'loten en J. G. C. Zijnen
alhier; G. A. Fijnvandraad te AA'eesp;
A. M. K. Harthoorn te Scherpenzeel
H. AA'. Nolting en F. J. AA7. AVcstra te
Nijkcrk; en R. C. de Lange (voorwaarde!.)
te Lecrsum.
Twee candidntcn werden afgewezen.
I11 den Zoudag te Bussum gereden
Grooten stecple-chase over 4800 M. won
„Master Freddy", van luitenant G. J. A.
A. baron A'an Heemstra, gereden door
baron A"a 11 Hccckeren, den 3den prijs.
In hot coucours-hippique to Maastricht
gehouden behaalde „Darling" van luite
nant Couvee den 2den prijs in het
Nationaal Spring-concours en den lsten
prijs ill het Internationaal Spring-con
cours.
„Darling" werd gereden door luitenant
G. J. Maris.
Te 's-Gravenhage is overleden onze
vroegere stadgenoot Jhr. A. AA7, van
Holtlie, kapitein der Inf. U. 1. L.,
R. M. AV. O.
Dr. P. Groeneboom Jr., thans leeraar
in de oude talen aan het gymnasium te
Utrecht, komt voor op de voordracht
voor de benoeming van een corrector
aan het gymnasium te Zutfen.
A an 13 tot 20 dezer zal in hetvoor-
1 ïalige paleis Buitenrust aau den Sclie-
veningschen weg tentoongesteld worden
het monument voor Suriname bestemd
ter nagedachtenis van den oud-gouver
neur dier kolonie jhr. mr. T. A. J. van
Asch van AVijck.
Het gedenkteeken, vervaardigd door
Charles van AA'ijk bestaat uit een liard-
steenen voetstuk van bijna 3 M. hoogte,
waarop een meer dan levensgroote
buste is geplaatst, omgeven door een
draperie. De gelijkenis van den kop
wordt geroemd.
Tegen het onderste gedeelte van het
voetstuk is een bronzen palmtak aan
gebracht, terwijl dit voetstuk zelf rust
op een breed hardsteenen grondvlak,
dat afgesloten wordt doorhangende bron
zen kettingen.
In eene daartoe gehouden openbare
vergadering jl. maandag in het café
„De Arend", uitgeschreven door de af-
deeliug Amersfoort van den A. N. Typ.
B. 0111 tot het oprichten van een vak
school voor typografen te geraken,
werd nadat den lieer AA7. Hekkenberg.
als inleider, het nut van dergelijke
school duidelijk uiteenzetten, een vak
school opgericht, met aanvankelijk 27
leden. Het comité dat daarna gekozen
werd zal de voorloopige werkzaamhe
den op zich nemen, en o. m. zal zij
zich bezighouden met liet ontwer
pen van de statuten.
Men schrijft ons het volgende waar
aan we gaarne een plaatsje verleenen,
daar ook ons de zaak zeer sympathiek is.
Ken tienjarige.
Om maar met de deur in huis te val
len, deze Tienjarige is: de„Vereeniging
tot opvoeding van halfverweesde, ver
laten of verwaarloosde kinderen in het
huisgezin." Blijf bij die drie woor
den: halfverweesd, verlaten, verwaar
loosd, eens een oogenblik met uw ge
dachten stilstaan, en ze onthullen 11
een zee van ellende. Van kinderleed,
maar ook van oudersmart.
Sta niet te vlug klaar met uw ver
wijt aan het adres van de ouders dier
ongelukkigen. AA'ant meerendeels zijn
het weduwen, die door de harde nood
zakelijkheid, om overdag als dienstbode
het levensonderhoud voor zich en de
kiuderen zoo goed en kwaad als liet gaat
bijeen te garen, de opvoeding van hare
kinderen welmoeten verwaarloozen. Maar
ook als de verwaarloozing der kinderen
rechtstreeks gevolg is van de zedelijke
ontaarding der ouders, mogen dan d i e
kinderen daarvan de dupe worden?
Mogen wij het lijdelijk aanzien, dat
zulke kinderen rechtstreeks tot misda
digers opgroeien? Ik zal 11 niet gaan voor
rekenen, dat één rijksdaalder aan deze
ongelukkigen besteed, later twee rijks
daalders aan uitgaaf voor gevangenissen
bespaart. Het geldt hier geen zaak van
koophandel, het is een zaak van het
hart.
De vacanties zijn voor uw eigen kin
deren aangebroken of zullen weldra aan
breken. Gij zint er reeds op, hoe ge hun
de vaciiiiticdagen aangenaam zult maken,
waarbij op een gulden meer of minder
in vele gevallen niet zoo hauw wordt
gekeken Ik doe een beroep op uwe
offervaardigheid voor die ongelukkigen,
die dat alles moeten missen. Ilestce één
van die rijksdaalders voor het lidmaat
schap of anders één gulden voor het
donateurschap van bovengenoemde zoo
nuttige vereeniging. Meld ti, vóór ge
met uwe kinderen de weelde van den
zomer gaat genieten, hetzij als lid, hetzij
als donateur aan bij den heer C. L. 1>.
Mnupier, Rioter Bothstraut 3 alhier.
Een zonderlinge rectificatie. Onze le
zers zullen zich herinneren, dat wij in
ons nummer van 6 Juli j.l. eeneerstige
beschuldiging richtten tot de Redactie
van de „Stem des A'olks", naar aanlei.
ding van de insinuaties vuil haren Amers
foortschen correspondent, die zij maar
zonder commentaar harerzijds in hare
kolommen opnam.
De Redactie noemt, gemakshalve, van
deze beschuldiging maar geen nota, ter
wijl haar correspondent, van wien wij
op grond van zijne aan den dag tre
dende onbeholpenheid vermoeden, dat
hij ons stukje niet heeft begrepen, ineent
zich, zonder verder van de Eem land or
te gewagen op de volgende wijze te
kunnen verdedigen:
„Amersfoort. I11 het nummer der vorige
„week komt o.m. voor een stukje over de
„benoeming van personeel aan het Stadhuis,
„waarin het vermoeden wordt uitgesproken
„dat de weth. Celosse niet juist handelde.
„Dit blijkt geheel onwaar te zijn, en ik bied
„ais correspondent gaarne mijn excuus aan
hoewel het niet iets was van inij zclfi
„doch de plaatsing werd verzocht door
,,een vertrouwd persoon naar ik mcen-
,,de, zekere boshuizen alhier. Daar liet
„mij te doen is 0111 de waarheid te ver
kondigen zonder aauziens des persoons,
,zoo zal ik ook de eerste zijn, die wanneer
„hij dooromstandigheden, onafhankelijk van
„zyn wil, eenige onwaarheden neerschreef
deze te herroepen.
I11 een noot voegt de Red. v/d Stem
des A'olks er gemoedelijk bij
„Overtuigt de correspondent zich
niet wie de berichtgever is?"
AA'e hebben in het adresboek van
Amersfoort gezocht, maar den naam
„Roshuizen" er niet in aangetroffen.
A'einioedelijk zal dit ook alweer een
drukfout zijn.
Over de wijze, waarop de correspon
dent zijn schuld op een ander meent
te mogen afwentelen, zullen wij maar
zwijgen. AA'e hopen echter dat de„waar
heid" betere schutsengelen moge heb
ben, dan den Amersfoortschen correspon
dent van de Stem des Volksanders
zou het treurig met haar gesteld zijn.
Burgerlijke stuud van Amersfoort
van 9 tot 12 Juli 1904.
GEBOREN: Johanna, d. van J. de
A'rije eu C. L. M. de Itooij. -Catha
rine Hendrika, d. vau J. Meijer en A.
Quick. Reijer, z. van R. ICorstanje
en M. den llartog. C'ornelis Wilhel
mus, z. van K. II. Kamselaar en C'. AA'.
J. Berendonk. Dirk, z. van J. AA'.
Engelenburg en M. E. Tiekman.
Jacoba Susanna, d. van G. AA', van Lot-
tum en S. E. Montfoort. Maria, d.
van G. ter Beest en J. van Eldert. -
Jacoba, d. van AA', van Dicrman en A.
A. Iluijting. Francisca Hendrika, d.
van P. AV. L. Zeeman en P. M. üirksen.
OA'ERLEDEN: Gerrit C. Kroesen,
oud 8 mud. Align van der AA'iel, oud
28 jaren. Albertus P. F. Reeders,
oud 41 jaren. Gerritje van de A'unrst,
oud 6 mnd. Hendrik van der Veen,
'20 jaar, ongeh.
nciiouavuuim; - utrecht.
flff"" VoorlooRig Bericht.
A'ercciiigde Tooneeiisten,
Directie: A. Saalkorn.
Zondag 17 Juli en vervolgens
eiken dag gedurende de kermis.
EERSTE OPVOERING VAN:
Groot Toovcrspel in drie afdeelingen
of tien Tafereelen, naar aanleiding var,
liet verhaal uit de „duizend en een nacht'
door AV. N. PIJPERS.
Muziek van S. BENAA'ENTE
Regie A. SAALBORN.
Nieuwe decoration en machineriën
van den Clief-Tooneelmeester der Utr.
Schouwburg, J. ME1NKE.
Nieuwe Costumes van J. MULDER,
Costumier te Utrecht. Electrische ver
lichtingen en lichteffecten.
Optreden van het Ballet-Ensemble
„Exelsior" en de solo-danseres Mej.
LUCIE DONK, van de Kon. Fransche
Opera te 's-IIage.