No. 58. Woensdag 20 Juli 1904. ie Jaargang Wees 11 Zelf! r Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER". Wat nu ALS MEN VERSTROOID IS. DE Verschijnt Woensdags en Zaterdags. Bureau Hendrik van Viandenstraat 28. Abonnementsprijs Per jaarf 3.00 Franco per 'post- 3.50 Per 3 maanden- 0.75 Franco per post- 0.90 Prijs der adverteutiën Van 1 tot 5 regels0.40 voor iederen regel meer0.08 (By abonnement aanmerkelijke korting.) De liberale meerderheid in de Eerste Kamer heeft een waardig antwoord gege ven op de bedreigingen door het mini sterieele orgaan De Standaard tegen haar genit. Met algemeene stemmen heeft zij haar veroordeclend vonnis uitgesproken over de Iiooger onderwijswet en daarmee hare sanctie gegeven aan de houding der vrijzinnige minderheid in de Tweede. Deze uitslag verheugt ons. Mocht toch worden beweerd dat bij de stemming in de Tweede Kanier politieke overwegingen mede in 't spel waren en invloed uitoefenden, dit kan van onze senatoren allerminst worden gezegd. Mannen als b.v, de heeren Van Weideren Rengers en Boneval Faure laten zich niet door politieke hartstocht vervoeren; hun stem beteekent de ver oordeeling van het stolsel, zooals het in deze wet is belichaamd. Wat nu zal de Regeering doen; ge hoor geven aan de raadgevingen liarof onverantwoordelijke adviseurs, die aan drongen opontbinding der Eerste Kamer; of luisteren naar het advies van de heeren DeSavorniri Lobman en Kolkman, die in de verwerping geen voldoende reden zien tot ontbinding? De Standaard en vooral de kleine pers der qnti-reVolutionairen hebben van den beginne aan aangedrongen op onmid dellijke ontbinding. Wel waarschijnlijk als een schrikbeeld om de vrijzinnige leden der Eerste Kamer, die weten, dat bij Ontbinding hun doodsklok luidt, te.Weerhouden hun stem tegen het ontwerp te verheffen. De meeste vrijzinnige bladen daaren tegen hebben aangedrongen op verwerpen, ofschoon ook hun niet onbekend was, dat een ontbinding der Eerste Kamer aan de daarin aanwezige vrijzinnige pneerderheid een einde zou maken. De Nederlander, het orgaan van den tjieer De Savornin Lohman is van den beginne aan tegen ontbinding ge weest. Zij schreef dienaangaande: „Ontbinding is op zichzelf beschouwd een vrij revolutionair middel, dat alleen ter oplossing van conflicten ver. jledigd kan worden". Wij merken hierbij op, dat de toe passing van zoo'n revolutionair middel nog nooit door eenige regeering heeft plaats gevonden. Ecne vergadering van mensehen is Jafe het samenspel van aeolisehc har pen, wier tonen harmonies of wan- \laidend klinken, alnaar de wind waait Schets uit het Parijsche leven naar LÉON DE TINSEAU. ie en so. ut n «T. 'dg' iq Op een winteravond van het vorige r liep ik op het perron van de Gare Sud op en neer en wachtte op de omst van den sneltrein van 7 uur. sklaps voel ik mij op den schouder ■ppen, ik wend mij om, mijn vriend acques staat voor mij LWaar gaat gij heen?" Kaar Nizza" Ik ook, mijn vrouw is daar Prachtig, dan reizen wij samen!" Terwijl wij onze wandeling over het ej ron voortzetten, praten wij over alle elijke onderwerpen. Terwijl wij den twagon voorbijgaan zeg ik tot ques: „Dat is me oen handwerk! In welken «stand moeten die arme postambtenaren Er zijn reeds meer wetten, die dooi de 2de Kamer waren aangenomen, dooi de le Kamer verworpen, maar nog nooit heeft eenige regeering daarin aan leiding gevonden, de leden der 1ste Kamer met groot verlof naar huis te zenden. 't Zou daarom een heel eigenaardige toepassing zijn der „christelijke" beginse len, wanneer door dit anti-revoluti- naire ministerie zoo'n revolutionair beginsel in toepassing werd gebracht. Wij voor ons gelooven evenwel niet dat Dr. Kuyper daartoe zal overgaan. Of hij het niet gaarne zou willen, om op die manier bijtijds ziju Hooger-Ouder- wijswet in veilige haven te. brengen, dat is een tweede vraag. Maar Kuyper zal meer zijn gedachten bepalen tot het behouden van Kamerzetels dan de Libe rale tegMistemmers in de Eerste Kamer, die ter wille van hun zetel nief' huil beginsel wilden verkrachten. Kuyper ziet vooruit én wetende 'dat hij in eigen kring op heel d-at tegenstand zal stuiten >,oo hij tot Olftbinding der Eerste Kamer overgaat] zal hij vooral het oog naar 1905 gericht houden. Er moet evenwel iets gedaan worden. Kalm doorgaan, alsof er niets gebeurd ware is voor de regeeving onmogelijk, daarvoor is het échéc dat ze leed te groot. Vermoedelijk is de Haagsehe Courant de beste raadgeefster. Dit blad brengt in herinnering, dat tijdens het debat in de Tweede Kamer door Mr. Lohman een motie werd aanhangig ge- i ïaakt, die voor allen „effectus civilis" een Staats-examen eischt. De minister Kuyper heeft zich tegen dien middenweg niet verklaard. De motie bleef echter hangende. Maar verwerpt nu de Eerste Kamer de II. O.-wet om den daaraan thans verbonden „effectus civilis", dan komt in de Tweede die motie-Lohman nood wendig aan de orde vóór de tweede behandeling van de opnieuw- ingediende wet. En daar aanneming van die motie vrij waarschijnlijk is te achten, zullen dan daarna een deel der vrijzinnigen èn in de Tweede èn in de Eerste Kamer zich bij de wet kunnen neerleggen. Van ontbinding behoeft bij toe lichting in dezen zin geen sprake te zijn. Van stoornis in den gang van zaken evenmin. En wat 't voornaamste is Nederland krijgt, ja, de niet-gewensehte H. O.-wet, maar ontdaan van het kwaad. wel verkeeren, als zij eindelijk te Mar seille aankomen!" „Ja", antwoordde Jacques, „dan is men tamelijk wel geradbraakt. Ik kan uit ondervinding spreken. Ik heb ook eens tweehonderd mijlen ver in zulk een hok meegereden" „Jij! Jij in een postwagen? Hoe kwam dat?" „Dat zal ik je dadelijk vertellen! En die komische geschiedenis is eigenlijk tevens de geschiedenis van mijn huwe lijk". De bel luidde voor de laatste maal. Wij stapten in, maakten het ons in on zen coupé zoo gemakkelijk mogelijk en Jacques begon als volgt: „Een zekere blonde gravin, die jij ook wel kent want ik verdenk er je van, schavuit, dat ook jij haar het hof ge maakt hebt deze bekoorlijke gravin was toen sedert twee jaren, weduwe, en men dacht levendig, ja, zeer leven dig aan oen huwelijk met mij. Ten tijde dat deze geschiedenis voor valt, het was in den herfst, bevond de gravin zich op hare bezittingen in Bar. V ij schreven elkaar bijna eiken dag, ik, om haar mijne hartstochtelijke gevoe lens te schilderen, zij om hare lange dagen ecnigszins te bekorten en mij met allerlei boodschappen te belasten, want ik vertoefde toen te Parijs. Ter zelfder tijd de sterveling, wien niet iets der gelijks overkwam, werpe den eersten dat zij in haar tegenwoordigen vorm zou medebrengen". Wij vermoeden dat de weg, door de Haagsehe aangewezen, zal worden inge slagen. De redenen daartoe, waarmede wij volkomen instemmen, ontwikkelt liet Handelsblad als volgt: „Dr. Kuyper is vóór alles partijleider en bewerker van liet kiezersvolk. Nu kan voor de verkiezingen in 1905 niets hem ongewensehter zijn dan dat hij door ontbinding der Eerste Kamer de wet op het Hooger Onderwijs heeft door gedreven. Die wet ontmoet toch reedu in zijn eigen kamp verzet. Ontbinding der Eerste Kamer zou zijn Regèering stempelen lto| een absolute partij-regee ring. Dit wil zij nu wel zijn, maarliefst zóó, dat het'den kiezers niet blijkt, en dit wapen aan zijn tegenpartij te geven zou een van dr. Kuyper niet te ver wachten tactische fout ziju. Hoeveel mooier staat liij tegenover de kiezers, als hij zich hun kan voorstellen als den man, die een lievelingsdenkbeeld op zij schoof voor de politieke rust in ons vaderland, als hij kan beloven, dat een nieuw voorstel zal inkomen, waarbij de Theologische Faculteit in haar ouden luister ook aan de Rijks-Universiteiten wordt hersteld, indien slechts de kiezers het leven van het Ministerie bevestigen. En dan welk een voortreffelijke veront schuldiging voor het niet tot stand komen van een werkelijk „Christelijke" wet levert die liberale Eerste Kamer niet op Weliswaar, zij heeft tot dusver het Kabinet nog niet de minste moeilijkheid m den weg gelegd, maar heeft zij eens één wet verworpen, dan heet zij in ver kiezingsstijl de alles belemmerende kracht, waardoor het ministerie belet werd de zegeningen over ons uit te stor ten, welke het beloofde, maar die tot dusver evenmin door het Christelijk als door het on-Christelijk deel van ons volk u orden bespeurd. Wij spreken niet eens van het voortreffelijk excuus tot niet- afdoening der Tariefwet, dat gelegen is in het voortbestaan van een Eerste Kamer, welke die wet toch zou verwerpen. Het is dr. Kuyper vooral te doen om in 1905 opnieuw in de Tweede Kamer de meerderheid te hebben. Dan is hij aan het regeeren gewend, en dan zullen wij alle gevolgen van Kuyperiaansch bewind in straffen vorm ondervinden. Yerzet dan de Eerste Kamer zich nog, steen op mij had ik of beter gezegd trachtte ik een andere, minder ernstige liefdesbriefwisseling in der minne tot een goed einde te brengen. In dit ge val was de persoon in kwestie geen gravin. Mijn brunetje woonde in Nor- mandië en de zaken stonden tusschen ons reeds zoo, dat zij mij vertelde, dat zij mij aanbad. Arme Louise! Slechts op één punt bestond er een zekere over eenkomst tusschen haar en de gravin: beiden hadden de manie, mij niet bood schappen te belasten. Op zekeren morgen ik vermoedde, voor den duivel, niet, dat ik dienzelf den dag nog naar het Zuiden zou rei zen bracht men mij twee brieven aan mijn bed, in elk waarvan ik een lange lijst met alle mogelijke commissies vond. Gelukkigerwijze kon ik alles in liet Louvre krijgen. Ik sta op, ontbijt, schrijf mijn beide antwoordenvuri aan de gravin, koel en gelaten aan Louise en spoed mij daarop naar het Louvre Ik zoek de gewenschte stalen uit, doe ze in de nog open enveloppcs, maak deze dicht, steek ze in mijn zakenjuist als ik het gebouw verlaat, komt Maxime voorbij, die in zijn wagentje naar het Bois rijdt. Hij neemt mij op vertelt mij zijn gewone grappen, en het had maar weinig gescheeld of ik zou mijn brie ven vergeten hebben, wanneer niet de blauwe lantaarn in de Rue de Maria- nan mij daaraan herinnerd had. lan wordt zij ontbonden, niet omdat zij zich verzet, maar omdat zij op liet doode punt is". Om de aangehaalde redenen gelooven wij niet, dat de Eerste Kamer thans zal ontbonden worden. urr dTFersT" De verwerping «Ier 11. O.-wet. De Nederlander zegt, dat het ge volg van deze verwerping nu zal zijn, dat ook voortaan een door repetitoren afgericht jurist zelfs zonder liet schrijven van een dissertatie bevoegd wordt ver klaard om tot ambten benoemd te worden, maar dat een studie, met serieusc waar borgen omringd en imperatief eindigend in een dissertatie, onbevoegd maakt, alleen omdat de examens zijn afgenomen door bijzondere hoogleeraren. Het blad is overtuigd, dat de toekomst over deze verblinding der liberalen recht zal doen. De Tijd, die liet middel door den heer Lohman aangewezen liet ver- lecnen van het radicaal van meester in de rechten, enz uitsluitend aan een speciale staatscommissie niet durft aanbevelen, kan het oog niet sluiten voor de waarschijnlijkheid, dat de Regeering tot toepassing van het voor haar zelve hoogst onaangename middel van ont binding der Eerste Kamer als het eenig overblijvende zal gedwongen worden. Van harte zal het blad zich verheugen, „indien de schranderheid van onzen premier en zijn ambtgenooten nog een anderen uitweg weet te ontdekken. Doch herhaald dient tegenover sommige, reeds nu ingebrachte bedenkingen, dat, indien het thans tot een ontbinding der Eerste Kamer mocht komen, de Regeering en haar vrienden do verantwoordelijkheid voor de toepassing van dit, in andere omstandigheden geweldige, soms zelfs revolutionaire middel met gerust hart kunnen aanvaarden. Het middel werd hun door de liberale meerderheid dei- Eerste Kamer zelve als liet ware opge- dwongen. Eerste plicht van ons tegen woordig Kabinet is de heerschappij dei- christelijke beginselen in het landsbestuur te handhaven; tegenover dezen hoogeren plicht komen beschouwingen van lagere orde, hoewel ook haar waarde bezittende, niet in aanmerking". Ten slotte legt hot blad de verant woordelijkheid voor een eventueele ontbinding op de liberalen. Ik laat stilhouden, stap uit, koop postzegels, gooi het epistel aan de gra vin in de bus, en terwijl ik den post zegel op de tweede enveloppe plak, voel ik, dat die in plaats van stalen zijde stalen katoen bevat. Het koude zweet breekt mij uit; ik scheur de enve- veloppe openvriend, ik had mij ver gist. Mijn brief aan Louise ging naar Bar, en, te duiker, dat zou natuurlijk aan al mijn huwelijksplannen den bodem inslaan. Nu viel er niet te aarzelen; ik ver zoek Maxime, alleen verder te rijden, en vlieg het postkantoor binnen om mijn domheid weer goed te maken. Ja wel je denkt misschien, dat dat zoo gemak kelijk ging. Men neemt mij niet achter dochtige blikken op; men doet mij een kruisverhoor ondergaan, om mij met een preek over het onbetamelijke van de verstrooidheid te beloonen. Kortom, je weet, dat geduld mijn Jort niet is, ik wordt woedend en lees allen flink de les. Daar schiet mij te binnen, dat een mij ner oude schoolkameraden een aanzien lijke betrekking bij de posterij n be kleedt-, ik spring in een fiacre en rijd naar de Rue de Qrenette. Mijn vriend was niet op het kantoor; hij was voor Ambtszaken naar dat in de Rue Jean Jacques Rousseau. Er verloopt een half uur, eer ik mijn man vind. ij spoeden ons te zamen terug naar de Rite de Grenelle, en verlaten die met oen be De Maasbode meent, dat van defe rentie voor een minderheid geen sprake meer kan zijn, „nu de Regeering tegen over haar ernstigen wil en haar onver moeide werkzaamheid allerwegen niet anders ziet dan bedekte en openlijke tegenwerking, felheid van oppositie, kleineering en minachting van haargroote zorgen voor 's lands belang. „Het is dan ook onze stellige over tuiging zegt het blad dat hier niet anders dan radicaal moet worden ingegrepen. „Aan het beleid der Regcering, reeds menigmaal in heete strijdvuren beproefd en gestaald, zal ons Christenvolk deze quaesticuse zaak gaarne en met liet volste vertrouwen overlaten". Wat zij zich voorstelt te doen, acht De Maasbode welgedaan. Het Centrum heeft hoop, dat de Regeering beter het karakter dei- Eerste Kamer weet hoog te houden, dan de meerderheid dier Kamer zelve. „Wij hebben af te wachten". „Slechts lijkt het ons onjuist, de ont binding der Eerste Kamer als de eenig mogelijke oplossing der ontstane moei lijkheid voor te stellen, gelijk door sommige bladen is geschied. „Een andere uitkomst lijkt ons wel degelijk mogelijk, zonder het prestige del' Regeering te krenken noch aan den goeden loop van zaken bedenkelijk afbreuk te doen". De Stichtsehe Courant meent, dat, zal een Kamer-ontbinding haar volle beteekenis hebben zij de beide Kamers behoort te omvatten. „Voel meer dan in een ontbinding der Eerste Kamer alleen, zouden wij ons daarom kunnen vinden in een ontbinding van de beide Kamers tegelijk. „Want men vergete niet, dat de bot sing, die nu plaats had, er niet alleen een is tusschen de Eerste Kamer en het Kabinet, inaor evenzeer een tusschen de beide takken der volksvertegenwoordi ging- „En op dien grond zouden wij het volkomen constitutioneel achten wanneer beide Staatslichamen gelijktijdig ontbon den werden. „En van de samenstelling der nieuw verkozen Tweede Kamer zou het dan moe ten afhangen welke gedragslijn het Kabinet verder zou hebben te volgen. velschrift van den minister in den zak, waardoor alle brievenbussen in het rijk voor mij geopend moeten worden. Maar toen ik in de Rue de Marignan terugkwam, was het 5 uur 40 minuten en zag ik daar juist een postwagen voor de deur staan, op her punt om naar het hoofdkantoor in de Tuilerieën te vertrekken Mijn brief was natuurlijk in die rammelkast. Ik beveel mijn koetsier, het rijks voertuig te volgen. Wij bereiken de Tuilerieën. Ik geef mijn bevelschrift af en ontvang zeer beleefd het volgende antwoord „Mijnheer, in den tijd van drie kwar tier moeten wij twee- of driemaal hon derdduizend brieven, die naar alle mo gelijke richtingen moeten verzonden wor den, sorfeeren. Gij zult het dus begrij pelijk vinden, dat liet positief onmogelijk is, den uwen uit dien chaos te visschen. Er blijft voor u geen ander middel over, dan u tot het spoorwegpostkantoor aan de Gare de Lyon te wenden; zoodoende zult gij misschien, te meer, daar gij een aanbeveling van den minister hebt, uw doel bereiken!" Ik stap weer in mijn fiacre, kom op den Boulevard Mazas en al spoedig sta ik voor twee van zulke rijdende post kantoren, als wij er zooeven een zagen. Eerst wil men mij naar den duivel jagen, maar ik smeek hen, laat hen mijn bevel schrift zien. Daarop zegt de chef, die

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1904 | | pagina 1