No. 63.
Zaterdag 6 Augustus 1904. ie Jaargang
Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken
Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER".
FEUILLETON.
DE SLAG BIJ WATERLOO.
Verschijnt
Woensdags en Zaterdags.]
f
Bureau
Hendrik van Viandenstraat 28.
Abonnementsprijs
Per jaar f 3.00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Prijs der adverteiitlöii
Van 1 tot 5 regels0.40
voor iederen regel meer0.08
{Bij abonnement aanmerkelijke korting.)
Eeuige opmerkingen over de
organisatie van den Hau-
dcldrijveudeu Midden
stand.
Art. 1.
Er bestaat een Nederlandsehe bond
van vei-eeiiigingeu van den Handeldrij-
venden Middenstand. Deze heeft zijn zete'
te Utrechten is samengesteld uiteen on-
bepaald aantal vereenigingeu van den
Handeldrijvenden Middenstand.
Art. 2.
De bond stelt zich ten doelin fede
ratieve samenwerking de zedelijke en
stoffelijke belangen van den Handel
drijvende!! Middenstand te behartigt n
en tc bevorderen,
liet is naar aanleiding van een ons
toegezonden nummer van liet
„Ofticieele Orgaan van den Ned.
Bond van Ycreenigingen van den
Handcldrijvenden middenstand."
dat we enkele opmerkingen weiischen
te maken over bedoelde organisatie,
vooral met liet oog op een o. i. zeer
gelukkig hoofdartikel, dat in bedoeld
Orgaan voorkomt.
Onze lezers zullen niet van ons ver
wachten, dat we het „Middenstandvraag-
stuk" op zullen lossen, want de kwesties,
die zich daarbij voordoen zijn van zoo
ingewikkelden aard, dat de vakmannen
zelf er op het oogenblik nog geen weg
mee weten, en dat zich nog geen vol
ledig programma van cischen of wen-
sclien heeft ontwikkeld.
Waar de zaak zóó staat is het niet
de taak van de pers om de Midden
standers te vertellen kijk eens Heeren,
dit moet jelui zóó en dat moet je zus
doen. De pers, in 't algemeen, heeft
daar geen verstaud van, en de eenigen,
die de hangende kwesties kunnen op
lossen, of althans de eenigen, die hunne
wenschen in een vorm kunnen gieten,
zoodat het niet blijven „vrome wenschen,"
maar dat ze voor practische verwezen
lijking vatbaar zijn, (lat zijn de Midden
standers zelf.
Zoo ergens dan is ook hier het ,,Iielp
U zelf" de spreuk die elke aldeeling
van den Bond wel met groote letters
in zijne vergaderlokalen mocht neer
schrijven, want hulp van bovenaf moet
altijd min of meer afgedwongen worden.
Hulp van de rcgcering moet voorafge
gaan worden door krachtige actie van
den Bond zelf.
door
ALEXANDER L. KIEL LAND.
Terwijl hij nu de handschoenen en
andere kleine zaken, die de veldheeren
in het vuur van het gevecht over het
slagveld hadden gestrooid om de stel
lingen aan te geven, bij elkander zocht,
kwam hij ook bij den ouden Bliicher.
Hij nam hem op op en bezag hem nauw
keurig.
Het was een hard stuk graniet, ruw
als een kandijklontje, het was hem, als
geleek het op „Maarschalk voorwaarts".
Met een beleefde buiging wendde Hans
zich tot den overste.
„Sta mij toe,ovorste dezen steen mede
te nemen. Hij zal beter dan iets anders
in mijne herinnering deze interessante
en leerrijke geschiedenis, waarvoor ik
u inderdaad zeer dankbaar ben, levendig
houden."
Met deze woorden stak hij Bliicher
in zijn zak. De overste antwoordde, dat
het hem een waar genoegen was ge
weest te zien met hoeveel belangstelling
zijn jonge vriend het verhaal had ge
volgd. En dat was de zuivere waarheid,
want hij was over neef Hans bepaald
verrukt,
Een van de eerste cischen, waarin
deze als elke andere vakyereeniging
heeft te voldoen, dit is dat ze zelf goed
weet, wat ze wil.
Niet voldoende is het de fouten te
kunnen aanwijzen, maar men moet
tevens studie maken van de middelen,
om die fouten te verbeteren. En juist
hier staat men voor zeer moeielijko
vraagstukken.
Wij denken b. v. aan de kwestie
van oneerlijke concurrentie, een zaak
die indertijd o. a. door Ketelaar in de
2e kamer ter sprake gebracht is. Veel
is daar al over gepraat, door rechtsge
leerden van naam en door mannen van
de practijk, en daardoor is zeker de
studie van de zaak vergemakkelijkt en
althans eenigszins aangegeven in welke
ichting misschien eene oplossing van
die zaak is te verkrijgen. De arbeid,
die er verricht is, heeft ongetwijfeld zijn
nut en wanneer de uitgebrachte rappor
ten over verschillende zaken in de af
zonderlijke vereenigiugen of afdeelingen
worden besproken en getoetst aan de
eischen van ieders ervaring, dan kan
er veel bereikt worden.
Het verzamelen van gegevens, de
^udie, moet een van de voornaamste
punten van het program uitmaken, maar
dit staat ook geen winkelier, kleine fa
brikant enz. enz., die thuis hooren in
don handeldrijvende!! middenstand moet
achterblijven om zich aau te sluiten bij
de organisatie.
Alleen door vereeniging is wat te
erkrijgen. Wanneer wc eeusfetten op dat
gene wat de twee machtigste vakvereeni-
giugen in ons land de Diamantwerkers-
bond en de Bond van Ned. Onderwijzers
door hunne krachtige organisatie tot
stand hebben weten te brengen,
dan ligt reeds daarin een aansporing
tot krachtige aaneensluiting.
Natuurlijk moet de inrichting*van
de Vereenigingeu en van den Algemeenen
Bond een zoodanige zijn, dat algemeene
aansluiting mogelijk zij. Daarover nader.
Doch algemeene aansluiting is niet
alleen wenschenlijk uit eigenbelang,
maar is ook min of meer een eisch van
moraliteit.
Komt de Bond tot bloei, dan zullen
er langzamerhand voordeeien behaald
worden. De wetgever zal gedwongen
zijn rekening te houden met de ver
langens van een zoo talrijke klasse;
doch de voordeeien, die op den duur,
„Maar ga weer zitten mijn vriend; want
na een strijd van vier uren hebben wij
wel rust noodig," voegde hij er lachend bij.
Hans ging op de bank zitten en voelde
angstig uaar zijn vadermoorder. Hij had
's middags tie slapste, die hij bezat aan
gedaan. Gelukkig stond het boord nog
stijf; toch moest hij aan Wellingtons
woorden denken: „Denacht of Bliicher,"
want lang zou het niet meer blijven
staan. Het was een geluk, dat de warme
avondzon de wandelaars verwijderd hield.
Anders zou zich gewis spoedig een tal
rijk publiek gevormd hebben om de twee
hoeren, die met de armen vochten en
in 't rond sprongen.
Zij hadden slechts een toeschouwer
gehad. Het was de schildwacht die aau
den hoek der slotpoort stond. Deze had
zich uit nieuwsgierigheid bizonder ver
van zijn post verwijderd, want de krijgs
man was ongeveer anderhalve mijl van
Brussel naar Waterloo gemarcheerd. De
overste zou hein dau ook al lang een
militaire terechtwijzing hebben meege
deeld, indien de nieuwsgierige soldaat
niet van een zeer groot krijgskundig ge
wicht ware geweest; zooals hij daar stond,
stelde hij de geheele reserve van Wel
lington voor; nu de slag geëindigd was,
trok liij in tie beste orde naar Brussel
terug, en nam zijn verlaten post aan den
hoek bij de slotpoort weer in.
„Kom nu met mij mede, en blijf van
de ervaring bij andere vakvereeni-
gingen heeft bewezen, dat dit eerst
zeer langzaam gaat dan kunnen
verkregen worden, of beter stellig ver
kregen moeten wordenkomen dau niet
alleen ten goede aan hen, die hun
arbeid, hun tijd en hun geld ten koste
gelegd hebben aaii de verecnigingsbc-
langen, doch aan hen, die niet bij de
vereeniging zijn aangesloten en er nooit
iets voor gedaan, nooit iets voor opge
offerd hebben.
Wanneer er nu geen werkelijk ver
schoonbare redenen zijn, die van aan
sluiting terug kunnen houden, dan zal
men het toch niet in den haak vinden,
dat de een de lasten heeft moeten dra
gen, om de lusten te verkrijgen, terwijl
de ander alleen profiteert, zonder iets
tot het verkregen succes te hebben
bijgedragen. Dergelijke menschen, wor
den in andere vakvereenigiugen wel
eens bestempeld met den naam„klap-
loopers van de vakbeweging" en hoewel
stellig dit woord te sterk is, ligt er in
die benaming toch een grond van waar
heid.
De ervaring opgedaan in andere ver
eenigingeu leert het maar/ al te zeer.
Ieder sluite zich'dus aan en:
men make de aansluiting voor een ieder
mogelijk.
Een eerste eisch daartoe, wij zouden
zeggen een voorwaarde van welks ver
vulling de bestaansmogelijkheid afhangt
is deze:
men onthoude zich van politiek te
brengen in de vereenigingeu.
Zoo spoedig oen vakbeweging een
bijwagen wordt van een of andere po
litieke partij dan is zij ten doode opge
schreven. Politiek leidt tot splitsing en
splitsing tot algehecle ontbinding.
Datzelfde is al eens eer gezegd, doch
dat is een van de zaken, die telkens
herhaald moeten worden.
De niiddenSbindsvereenigingen beden
ken het goed, dat 'took niet geraden
is, zooals b.v. wel eens door inzenders
in de Telegraaf beweerd is geworden,
zich te spannen voor de verkiezingswa
gen van het tegenwoordig ministerie,
hoc lief Dr. Kuyper dan ook gedaan
moge hebben tegen de Middenstanders
en welke mooie woorden hij dan ook
tot hen heeft gesproken.
liet volgen van een politieke partij
moet steeds vermeden worden, of de
tweespalt wordt binnengehaald en ter
avond bij ons soupeeren," zei de overste.
„Het is wel zeer rustig en stil bij ons,
doch ik denk, dat een jongmensch van
uw karakter er niets tegen zal hebben,
om een avond iu eene kalme familie
door te brengen."
Het verliefde hart van Hans klopte
onstuimig van vreugde, hij nam de uit-
noodiging op de hem eigene bescheiden
wijze aan, en spoedig waren zij op weg
naar No. 34.
Wat ging hem van daag toch alles
voor den wind! Ecnige uren geleden
zag hij haar voor de eerste maal en nu
ging hij reeds als een bizondere gun
steling des vaders mede om den avond
familiaar met haar door te brengen. Hoe
meer zij No. 34 naderden, des te dui
delijker trad hem het betooverende beeld
van mejuffrouw Schrappe voor den geest,
het blonde krullende haar op het voor
hoofd, de slanke gestalte en dau de on
deugende, helder blauwe oogen.
Zijn hart klopte zoo hevig, dat hij
bijna niet kon spreken, en toen zij de
stoep opgingen, moest hij zich aan de
leuning vasthouden want het geluk maakte
hem bijna duizelig.
In het salon, eene groote hoekkamer
was niemand aanwezig. De overste ver
wijderde zich, om het meisje binnen te
laten komen; Hans hoorde heui iu de
verte: Betty!" roepen.
Betty! welk een lieve naam, en wat
paste die naamgoedbij haar liefelijk wezen.
wijl natuurlijk de eenvoudige reden,
waarom men zich organiseert, uitge
drukt wordt'door de bekende spreuk:
„Eendracht maakt macht" zou men ter
stond de klacht van een organisatie
gaan verlammen, door die weer in
twee partijen tc gaan verdeelen, die in
politieken zin lijnrecht tegenover elkaar
staan.
Aan den anderen kant schijnt 'tons
toe, dat men vreest de handen aan
koud water te branden, indien men zich
onthoudt van zaken, die absoluut buiten
de politiek staan, omdat er een ver ver
wijderde mogelijkheid bestaat dat de
een of ander heel ongemotiveerd de
politiek er wel eens met de haren bij
zou kunnen sloepen.
We deuken b.v. aan het geval van
reeenten datum, dat we hier in Amers
foort gehad hebben n.l. „óf de vereeni
ging Handel en Nijverheid zich met
de verkiezing van dë Kamer van Koop
handel zou inlaten." De Kamer van
Koophandel staat geheel buiten de po
litiek en als men nu ook bang is, hiel
de betrokken kiezers van voorlichting
te dienen, dan vreezen wij, dat die vrees
ook in andere opzichten de werkkracht
der plaatselijken vereeniging zal belem
meren. Zooals we zeiden, men diene
te zorgen, dat het lidmaatschap voor
ieder mogelijk zij en daartoe is de voor
naamste eisch: „geen politiek" doch
van den anderen kant, als dit eenmaal
vaststaat, dan schudde men elke koud
watervrees van zich af, want wanneer
men de voorzichtigheid te ver drijft,
dan kan er onmogelijke krachtige actie
van eene middeiistandsafdeeling uitgaan.
Tot zoover onze opmerkingen. Thans
komen we tot het artikel uit de Mid
denstandsbond, dat ons aanleiding gaf
tot het vorenstaande en dat we hier
thans gedeeltelijk laten volgen omdat het
onze onverdeelde sympathie heeft. We
achten het belangrijk genoeg om dit
ook te brengen onder de oogen van
lien, die dit orgaan niet ontvangen,
omdat stellig de z.g. Middenstandskwestio
een belangrijk deel van de sociale kwes
tie is.
Bedoeld artikel heeft tot opschrift:
„Het internationaal instituut."
Op ons Middenstands-Congres te Am
sterdam werd de wenschelijkheid uitge
sproken, nadat de Nederlandsehe Bond
De gelukkige minnaar stelde zich reeds
voor, hoe aangenaam het wezen zou, als
hij 's middags van zijn werk tehuis
kwam iu de keuken te kunnen roepen:
„Betty, is het eten al klaar?"
Op dit oogenblik trad de overste met
zijne dochter binnen. Zij ging recht op
Hans af, gaf hem de hand en heette hem
welkom.
„Maar" voegde zij er dadelijk bij,
„gij moet mij niet kwalijk nemen, dat
ik u onmiddellijk weder verlaat, want
ik heb een omelet op het vuur en dat
is een gewichtige zaak."
Met die woorden verdween zij weder.
De overste trok zich ook terug om zijne
kleeding in orde te brengen en Neef
ilans was wederom alleen. De ontmoe
ting had slech s cenige seconden geduurd
en toch was het Hans, alsof hij van trap
tot trap in een diep, zwart hol was ge
vallen. llij hield zicli met beide handen
aan den Imogen rug van een ouden
fauteuil vast; hij hoorde of zag niets
meer, maar herhaalde werktuigelijk de
woorden: „Dat was zij niet, dat was
zij niet. Neen! dat was „zij" niet". De
dame, die hij zoo even gezien had, en
die de werkelijke juffrouw Schrappe zijn
moest, had volstrekt geen blond krullend
haar op het voorhoofd; integendeel, zij
droeg haar donkere lokken glad wegge
streken. Zij had volstrekt geen ondeu
gende helder blauwe oogen, maar ern
stige donker grijze, in éen woord, zij
van Vereenigiugen van den Handeldrij-
vcndeti Middenstand was gesticht, om
ook internationaal tot cenige toenade
ring der Middenstanders te geraken.
Over 't hoe en wanneer sprak men
niet, doch liet bleek wèl, dat onze Mid
denstanders voelden, dat een band tus-
sclien de verschillende landen in de
Middenstands-actie goede vtuchteu kon
opleveren.
liet Congres benoemde een commissie,
óm over die gewenschte toenadering
een rapport uit te brengen, zoo moge
lijk wat in die richting te doen, en Dr.
Nouwens, de man die zooveel voor den
Natioiialcu Bond gedaan had, professor
Noordtzij, de voorzitter van het Congres
en de lieer Thijs Plet, de Nijmecgsche
.Uiddcnstamlskampiocu, bij welke drie
heeren zich de Kegeerings-vertegenwoor-
diger, de hoer Tutcin Nolthenius, als
welkome en* hooggeëerde vierde aan
sloot, werden benoemd tot deze commissie.
De heer Nolthenius heeft het al in
ons blad medegedeeld: de commissie
vond het niet noodig tot een volgend
Congres te wachten, en eerst een rap
port uit te brengen. De wenschelijkheid
tot oprichting va» een Internationale
Middenstands-stichting bleek zóó groot,
dat men zelfs de handen aau het werk
sloeg en het „Internationaal instituut
voor de bestudcering van Middenstands-
vraagstukken" werd in September 1903
te Stuttgart opgericht.
Niet een Internationale Bond, mani
eën stichting Ie bestudeering van Mid-
dciistaiids vraagstukken.
Dat houde men wel iu het oog!
Artikel 1 der Statuten zegt dat het
Instituut dient „ter bestudeering en be
spreking der economische vraagstukken
„die den Middenstand raken, met uit
sluiting van alle confessioneels of poli
tieke vraagstukken, zelfs al zouden die
„de economische belangen van den Mid
denstand raken".
Hetzelfde gezonde en noudzankclijke
beginsel derhalve als dat, waarop onze
Bond rust.
En veder gaande, zal volgens art, 2
der statuten door liet internationaal In
stituut geen propaganda worden ge
maakt voor een of ander hervormings
programma, noch zal invloed worden
uitgeoefend of getracht uit te oefenen
op de aangesloten of belanghebbende
groepen van Middenstanders.
Studie derhalve staat op den voorgrond.
geleek niets op de geliefde.
Na de eerste ontroering begon het
bloed van neef Hans te koken; een
wilde smart maakte zich van hem mees
ter, liij raasde tegen den overste,
tegen juffrouw Schrappe, tegenooinFrits
tegen Wellington, en tegen de geheele
wereld.
Hij wilde den grooten spiegel en al
de meubels tot splinters slaan en dau
het venster uitspringen; of hij wilde hoed
en stok nemen, de trappen afstormen
en nooit weer liet huis binnenkomen;
in ieder geval wilde hij geen oogenblik
langer blijven dau hoogst noodzakelijk
was. Langzamerhand kwam hij iu eeue
kalmere stemming, maar een diepe zwaar
moedigheid maakte zich van hem mees
ter. Hij had de onnoembare smart onder
vonden van in zijne eerste liefde be
drogen te worden, en toen hij zijn beeld
in den spiegel aanschouwde, schudde hij
weemoedig het hoofd. De overste kwain
weer binnen, netjes opgeknapt. Hij be
gon een gesprek over de politiek van
den dag. Hans hatl moeite hem korte
mets beteekenende antwoorden te geven;
het kwam hem voor, dat de interessante
overste Schrappe geheel verdwenen was.
En nu herinnerde Hans zich, dat deze
hem op weg naar huis, na het souper,
de geschiedenis der veldmanoeuvre te
Schonen beloofd had.
Wordt vervolgd.)