Buitenland. Binnenland. Booten voor de overvaart naar den tegen- overliggenden Chineeschen oever waren er niet; de rivier is echter op deze plaats meer dan een halve werst (over de 500 Meter) breed en heeft een sterke strooming. Men kan zich den schrik voorstellen die de naar het water ge jaagde menschen overviel. Op deknieëu vallend, met ten hemel geheven handen, smeekten de ongelukkigen, dat men hen niet op zulk een wijze zou dooden; sommigen beloofden tot het christendom te zullen overgaan en Russische onder danen te zullen worden. Maar als ant woord op deze smeekbeden joegen de onbarmhartige voltrekkers der bevelen van de autoriteiten met geweerkolven, bajonetten en sabels de om genade smeekende lieden in het water; zij die gingen zitten of aarzelden, werden op de plaats zelve vermoord. Ooggetuigen die deze massa-verdrinking, die eenige achtereenvolgende dagen vóór zonsop gang plaats vond, bijwoonden, vertelden van schrikkelijke, hartverscheurende too- ncelcn. Er werd bijvoorbeeld een Mandsjoc- rengezin te water gedreven: man, vrouw en twee kinderen. Elk der ouders bindt zich een kind op den rug en tracht den Amoer over te zwemmen, maar spoedig zinken zij allen te zamen. In een ander gezin is een kind. De moeder smeekt haar beulen en de omstanders haar kind tot zich te nemen om dit ten minste in het leven te houden, maar niemand wil haar bede inwilligen. Dan laat zij het kind aan den oever achter en gaat zelve in het water. Maar na eenige schreden keert zij terug om het kind te halen en het in de armen dragend, gaat zij weer de rivier in, doch zij keert nogmaals terug en legt het kind weer neer. De Kozakken maken aan haar marteling een einde door moeder en kind neer te steken. Wat deze ongelukkige moeder gevoelde, zooals allen, die op deze wijze gedood werden, kan slechts hij niet begrijpen bij wien alle menschelijk ge voel verstompt is. Zelfs de bovenver melde politiebeambte Sjabanoff vertelde, dat hij het bij dit moordtooneel niet meer tot het einde uithouden kon. Slechts zeer weinigen, alleen eenigen der sterkste en bekwaamste zwemmers uit de geheele geweldige volksmenigte gelukte liet, zooals verteld wordt, bijna den Chineeschen oever te bereiken, maar ook van deze gelukkigen bleef slechts een klein aantal in het leven. Als de Kozakken zagen dat de zwemmers zich bijna gered hadden, zonden zij hun goedgemikte kogels na. Het kwam voor, dat ook de Chinee- 8che schutters, die achter de wallen op den Chineeschen oever opgesteld waren, op de zwemmers schoten, hetzij wijl zij hen voor Russen hielden of wijl zij over het algemeen allen Chineezen vijandig gezind waren, die op Russisch gebied gebleven waren; zooals sommigen be weerden was dezen lang voor het be gin der krijgsverrichtingen de voorslag gedaan naar hun vaderlond terug te keeren. Toen den 17en Juli voor de eerste maal groote massa's lijken zichtbaar werden die den Amoer afdreven, werd het in Blagowesjtsjensk aanstonds ieder duidelijk dat men de vreedzame, onge wapende Chineezen en Mandsjoeren die in de stad woonden verdronken had, terwijl de gouverneur zelf hun den raad gegeven had niet naar China terug te gaan en hij hun volkomen veiligheid gewaarborgd had. Eu nauwelijks twee dagen daarna had generaal Gribski trou weloos zijn belofte verbroken door het te boetseeren even als de patroon, heeft hij mij aangemoedigd. En eindelijk, daar ik geen cent had, heeft hij hij heeft een hart van goud, de patroon heeft hij mij op de kunstacademie laten gaan. Op de laatste tentoonstelling heb ik iets ingezonden, een kleinigheid „Gij zult mij mijne voorschotten teruggeven" zcide hij tot mij, „als gij een groot man zijt, of neen, gij zult ze aan de kleine terug geven." De kleine is juffrouw Susanna. En ik ben ook voornemens ze terug te geven, zeker! Die oude Largij is een opperbeste vent!" „Welnu kameraad dan, als gij dat wilt," zeide Jan Dubois. „Wij zidlenge zamenlijk een flesch drinken op de ge zondheid van den patroon en op onze goede verstandhouding." „Dat kan men niet afslaan, niet waar, vrienden?" Jan liep hard weg en kwam weldra terug met een jongen, die een mand met flesschen droeg en een andere met een pasteitrommel op zijn hoofd. Largij was dien dag afwezig, maar zijne ooren hadden zeker getuit. Iedereen dronk, men gaf elkander de hand, men ver klaarde, dat een jongen, die zulken heerlijken wijn schonk een „ferme vent" was en de reus, die goed was aange schoten, wilde hem met alle geweld om helzen. Van dien dag af namen de werklie den Dubois feitelijk aan. En toen ecni- mondeling bpvel „de Chineesche onder danen naar China te expediceren. Het is aan geen twijfel onderhevig dat de verdrinking der Chineezen niet alleen met voorkennis, maar ook op rcchtstreeksch, hoewel voorzichtig heidshalve mondeling bevel van den militairen gouverneur, luitenant-generaal G. Gribski, plaats vond. Om de verden king van zich af te wenden, en tegelij kertijd voor moge'jkc noodzakelijkheid een rechtvaarding achter de hand te houden, vaardigde hij, eenige dagen 11a de verdrinking op groote schaal, een proclamatie uit, waarin het heette dat hij „uit de hem ter oore gekomen ge ruchten, van in de stad en haar omge ving voorgekomen gevallen van geweld pleging op en vermoording van Chineesche onderdanen vernomen had." „Deze mis daden" zoo stond er verder woordelijk te lezen „zijn door eenige inwoners van de stad, de boeren der omliggende dorpen en door de kozakken bedreven. Hoewel deze voorvallen uitgelokt werden door de trouweloosheid der Chineezen, die de vijandelijkheden jegens de Russen openden, zal toch voor het vervolg elke geweldaddigheidtegenoverongewapenden streng vervolgd worden." En tegelijk met deze proclamatie vaardigde generaal Gribski na de inneming van Ssachaljan door de Russen een tweede uit, waarin hij in zijn hoedanigheid van hoofd van het Kozakkcnleger den Kozakken aan beval, zich naar den Chineeschen oever te begeven en daar de „Chineesche benden" te vernietigen met andere woorden, hij beval den Kozakken na het vertrek der militairen ter plaatse vertoevende vreedzame Chineezen van kant te maken; want na de inneming van Ssachaljan waren er geen „Chinee sche benden* meer op den rechteroever van den Amoer. Generaal Gribski ging zoover in zijn huichelarij, dat hij een gerechtelijk onder zoek omtrent „de gevallen van geweld pleging op en vermoording van vreedzame Chineesche onderdanen' aankondigde. Maar daar dit onderzoek tot het resultaat zou hebben moeten leiden dat het ver drinken en vermoorden der vreedzame Chineezen op het mondeling bevel van den gouverneur zclven geschied was, heeft het dat natuurlijk niet vermogen te ontdekken. Na verloop van verschei done maanden verklaarde generaal Gribski dan ook, dat uit de bij hem ingediende processen-verbaal van het onderzoek zekere oorzaken van het voorgevallene bleken en welde onvoldoende eenstem migheid in de handelingen dor hem ondergeschikte uitvoerende ambtenaren, wien hij dit derhalve ter kennis bracht. Deze verklaring herhaalde haast woord voor woord de proclamatie van keizer Nikolaas 11 11a het groote ongeluk op het Chodinskiveld, welks oorzaken de tsaar eveneens in dit gebrek aan een stemmigheid in de beschikkingen der autoriteiten gevonden had. Generaal Gribski scheen hiermee te willen zeggen dat, wanneer gedurende een dergelijke plechtigheid als de kroning van den tsaar niet vermeden kon worden, dat op groote schaal personen den dood vonden, men niemand voor het dooden van Chineezen gedurende het beleg van Blagowesjts jensk verantwoordelijk stellen kon. We gens het bloedbad en het verdrinken der vreedzame Chineezen is niemand uit de rijen der autoriteiten en politie ter verantwoording geroepen; generaal Gribski en al zijn ondergeschikten bleven op hun post. Er is echter aan het licht gebracht, dat eenige personen uit de overheid rechtstreeksche schriftelijke gen tijd daarna een der kameraden ziek was geworden, paste Jan hem dag en nacht op. Men noemde hem niet meer misbaksel. Tussc'nen Jan Dubois en George Mir- beau ontstond langzamerhand eene zon derlinge en zeer ongelijke vriendschap. Vol zelfbewustheid door zijne forsche gestalte, zijn jongen roem die zich lang- vestigde, beschermde George Jan, die toch ouder dan hij was en vergunde, dat hij hem bewonderde. Jan maakte ruim schoots van deze vergunning gebruik. Als dan na den arbeid de beide jonge lieden breedvoerig over kunstzaken spra ken, dan was het de knappe jongen, de zelfbewuste man, die na eenige oogen- blikken meer luisterde dan sprak. liet gebrekkige ziekelijke schepsel, dat het nooit zoover kon brengen 0111 met het teekenstift of in de klei de gestalten weer te geven, die hij zich zoo schoon dacht, sprak er toch met bezieling over. Ilij was een zeer scherpe kritikes en naar aanleiding van eene tentoonstelling of eene wandeling door liet museum van den Louvre, kon hij in 't honderd rede kavelen en stellingen opperen. Zoodra hij zijne beschroomdheid kon overwinnen was Jan zeer belangwekkenddan schit terden zijne oogen, geheel zijn mager, wasachtig bleek gelaat werd verleven digd; men vergat zijne leelijkheid en wanstaltigheid. „Wat drommel! waar haalt gij toch bevelen om de Chineezen in het geheele Ainoesgebied te verdelgen, verzonden hebben. Daarom zijn dan ook de slach tingen van vreedzame Chineezen, bij massa's en afzonderlijk, in vele dorpen door de boeren, in de Kozakkenkolonies door de Kozakken gepleegd. Van de personen die zich aan het verzonden der bovenvermelde moordbevelou aan hun ondergeschikten |schuldig maakten, hebben zich in het Amoer-gebied een bizonder beroemdheid verworvende overste der Kozakken Wolkowinski, de districts-kapitein Toesloekoff en de Sta- nowoi-Pristaw (zoo iets als gouveneur) Wolkoff. Yoor eenige dagen is in den Neckar bij Heidelberg, onder een brug een mcnschcnhoofd, dat blijkbaar al gerui- men tijd in 't water gelegen had ge vonden. Men is bezig de rivier af te dreggen, om liet onthoofde lijk zoo mo gelijk te vinden; het hoofd was onher kenbaar. ITet stadje Kraniehfcld behoort deels tot Saksen-Wcimar, deels tot Meiningen Dit leidt tot allerlei competentie-twisten. Dezer dagen wilden een jongman en een meisje trouwen, de een in 't Saksisch, de andere in 't Meiningsche stadsgedeelte wonende. Op het laatste oogenblik moest het huwelijk verschoven worden, omdat de afkondigingen wel in Saksisch maar niet in Meiningsch Kranichfeld waren geschied. En 't zotste is, dat de kastjes, waarin die afkondigingen worden gedaan, vlak naast elkander hangen! Prof. Ernest Doudou, de bekende geoloog, heeft te Tilff, in het hol van Beauregard, druipsteengrotten ontdekt, die in grootte en schoonheid de beroemde grotten van Han- en Bochefort moeten overtreden. Doudou is al 350 M. ver binnengedrongen en vond prachtige zalen en een wonderschoon meertje. Hij meent, dat de grot zich verscheidene kilometers ver uitstrekt langs een intermittcerende beek. Op de tentoonstelling van St. Louis zijn een paar schoenen tentoongesteld die president Roosevelt gedragen heeft toen hij nog een eenvoudige boeren jongen was. Het blijkt nu echter dat die schoenen in staat van deconfiture zijn, doordat allerlei menschen er piu- nen en stukken pikdraad van afhalen, die ze als curiositeit meenemen. Gelukkig zijn er nog wel meer boe renschoenen in Amerika! Montague Holbein heeft zijn nieuwe poging, om het Kanaal over te zwemmen, moeten opgeven. Na 10 Y* uur is hij teruggekeerdde temperatuur van het water belette hem verder te zwemmen. Vermoedelijk is hij nu voorgoed van zijn droom genezen, 0111 't voorbeeld van kapitein Webb te volgen, de eenige, wien het voor 11 jaren gelukt is, den tocht te maken. Haggerty heeft 't maar 1 uur en 5 minuten uitgehouden. Hij werd door kramp bevangen en moest naar Dover terugzwemmen. Over den 12-jarigen souteneur, die te Parijs door de politie is gevat, schrijft een correspondent van de Frankf. Ztg. Een 12-jarig souteneur. Er zijn won derkinderen op dc wereld, vroegrijpe misdadigers, moordenaars, dieven, brand stichters. Maar de finantieele exploitatie van Eros door een kind, scheen tot nu ai die denkbeelden van daan?" vroeg George soms. Als men niet woorden standbeelden kon maken, zoudt gij ons allen overtreffen." Jan glimlachte droevig. Woorden zijn maar wind, het gewrocht, dat slechts in de verbeelding bestaat, wordt alleen door den droomer gezien. En toch werd die ongelukkige joiigen niet ontmoedigd. Indien het mogelijk ware geweest door wilskracht, geduld en verstand een ideaal schoon beeld te vormen, dan zou dat, wat hij trachtte te maken, een kunstwerk geworden zijn. Om de waarheid te zeggen was liet niet meer dan het werk van een goeden leerling, krachtig geholpen door de raad gevingen van zijn meester. Want nadat Abel Largij zich aan zijn leerling ge wend had, was hij ten laatste aan hem gehecht geraakt. Beter dan iemand an ders had hij begrepen, hoeveel teeder- heid, kieschheid en dichterlijk gevoel in dit arme, stille en beschroomde wezen besloten was. En daar men allicht alles wat van ons zelf uitgaat van dc beste zijde beziet, zoo beeldde de brave beeld houwer zich bijna in, dat zijn leerling met zijne hulp ten laatste nog talent zou hebben. Eens toen Jan een model had geboetseerd, dat waarlijk nietkwaad was, beval de meester hem er een beeld van te maken. Jan weende bijna van vreugde; en deze zoo ongekunsteld ge toonde blijdschap trof den grooten man toe zoo onmogelijk als een Goliath, die beneden den maat voor milicien is. Dc 12-jarige Lafène werd op straat dooi de politie gevat, omdat hij een meisje van gelijken leeftijd half dood sloeg. Daarbij riep hij voortdurend: Wat? Je verkwist je tijd met spelen? In plaats van te werken? Het bleek dat de arbeid van Lucie daarin bestond, dat ze kaar „vriend" dagelijks 3 franken moest ver schaffen. Voor den rechtbank gedroeg de knaap zich even cynisch als hij op straat was geweest. Hij probeerde niet eens zijn gedrag te verontschuldigen. Zijn ouders zijn fatsoenlijke lieden en vermoedden niets van de verrichtingen van hun zoon. Van erfelijke belasting zijn hier dus niet veel sporen. De voort durende omgang met straatgespuis en het gebruik van absinth, maakte van den knaap een rekruut voor de galeien. De proefnemingen met het nieuwe getrokken automatisch terugloopend ge schut zijn bij Weenen begonnen.... met de ontploffing van een caisson met 120 projectielen. Gelukkig konden de om standers zich uit den weg maken. Ernstige klachten komen er over de fabrieken der firma Krupp in Essen, waar wel een aantal mooie instellingen voor de arbeiders zijn gevestigd maar toch ook nog grove misstanden schijnen te bestaan; er wordt b.v. door vele ar beiders op schrikbarend-afmattende wijze overgewerkt, tot geregeld twintig uur per week toe. Hoezeer de gezondheid, het huiselijk leven, de vakkennis, de kalmte die noodig is, 0111 goed werk te leveren, daaronder lijden, kan ieder verstaan Er is enquête gevraagd. Ter gelegenheid van een banket te Nogent le Rotrou (Eure et Loire), dooi de brandweer gegeven, heeft Deschanel oud-president van de Kamer, een* rede gehouden over de werklieden-pensionee- ring. Hij bepleitte vroeger 't Belgische stelsel der verdeeling van de kosten over Staat, werkgever en knecht, maar hij was 11a ernstige studie tot voorkeur voor 't Duitsche stelsel (subsidie aan alle wederkeerige peusioenkassen voor werklieden) gekomen. Dat is socialistisch maar hij vreesde niet 't goede ook van die zijde te erkennen en over te nemen. Men moest dus trachten 't Duitsche stelsel in Frankrijk in te voeren zonder schade voor de reeds bestaande organ- nisaties voor wederkeerigen steun. Dc lieer Marcellus Eniants schrijft in Neerlandia: „Wij, Nederlanders schijnen niet in staat te zijn een geschikt woord om een koffiehuis- of hotel-bediende mede te roepen te... behouden. Lang geleden hadden wij Janiets later gebruikten wij aannemen; daarna bezigden wij het Duitse woord kelluer. Ondertussen schijnt dit Duitse woord in zijn vaderland in onbruik te zullen geraken. Boven elke groep kcllner stond en staat daar telkens een Oberkellner. De Duitser, die op klinkende titels ver zot is, geeft uit beleefdheid aan iedere kellner de naam van Oberkellner, verkort uit gemakzucht dit woord dan weer tot Ober en zo komt het, dat tegenwoordig vrij wel alle koffie-, bierhuis- en hotel bedienden aangesproken worden met Ober kortaf. Het spreekt van zelf, dat de altijd naapendo Nederlanders nu ook dit Ober weer overnemen en dat onze taal dus diep. Op deze wijze waren 2 jaren zeer kalm en aangenaam voorbijgegaan. Jan be hoorde bijna tot het gezin. Alle zon dagen aten hij en George Mirbeau bij den meester aan tafel. Suzanna noemde hem „vriend Jan" en liet zich doorhem bedienen. Als er op het laatste oogen blik iets aan het middagmaal ontbrak en de meid bezig was, dan klauterde Jan de vijf verdiepingen af om de ver geten taart te halen of een brood bij den bakker te koopen. Dit scheen zoo natuurlijk, veel natuurlijker dan die kleine diensten aan George Mirbeau te vragen, die hoe langer zoo meer een „lieer" werd. Des zomers maakte men met zijn vieren kleine uitstapjes naar buiten en ging gebakken visch eten in een der kleine uitspanningen aan de oevers der Seine. De roem van den grooten man, die bij den dag steeg, veranderden niets aan zijn volmaakten eenvoud; men bewoonde nog steeds de vijfde verdieping, Suzanna maakte nog altijd zelve hare japons en zij maakte ze keurig, en al de ver fijnde weelde, waarmede zijne kunst broeders zich omgaven, wekte in gee- nen dcele den naapen van Abel Largij op. Men zeide, dat, hij leefde als een kluizenaar, in elk geval was hij een kluizenaar die zich in zijn kluis zeer bo- hagelijk gevoelde. George, die nu wat meer in de wc- allengs verrijkt wordt met een ver minkt Duits woord. Moeten wij dit misbaksel kalm laten binnensluipen? Ik voor mij houd bij gebrek van een beter woord vast aan: aannemen. Zelfs vind ik er iets eigenaardigs in hier een werkwoord te gebruiken, waar andere volken een zelfstandig naamwoord bezigen. Evenwel... een hotelhouder te Zutpheu keurde dit woord af, omdat het hem beledigend klonk. Zou deze man Jean Aicard kennen, die meende te verstaan: animal? Ik weet het niet en waarom het beledigend is een bediende te roepen met een werkwoord, dat op zich zelf geen beledigende betekenis heeft, werd mij niet opgehelderd. Mocht men echter algemeen van oordeel zijn, dat aannemen inderdaad beledigend klinkt, dan ben ik dadelijk bereid dit woord prijs te geven. Maar wie verschaft mij dan een ander Nederlands woord in de plaats van het Duitse kellner, dat over de grenzen in onbruik geraakt, en in de plaats ook van het Duitse Ober, dat ginds een ver minking en bij ons een onzinnigheid is?" Aan den heer J. Vellenga, hoofd cencr school voor M. U. L. O. te Rotterdam, viel de onderscheiding te beurt, dat zijn werk „English for Continental Pupils" door den Minister van Onderwijs in Frankrijk is geplaatst in den catalogus der boeken, die den Leeraren aan de Rijksscholen voor Middelbaar Onderwijs «11 Gymnasia worden aanbevolen. Naar Het Volk in een hoofdartikel schrijft, moeten dc Russen, die het socialis tisch congres te Amsterdam bijwoonden, zijn achtervolgd door spionnen. En „de Amstcrdamsche politie heeft aan die Russische spionnen handlangersdienst bewezen. Er was een fotograaf in het gebouw, een partijgenoot, die met voor kennis van de congrescommissie enkele opnamen zou nemen. Tot dezen heeft Batelt, de chef der Amstcrdamsche recherche zich gewend met de vraag oui de Russen te fotografeeren, „u moet maar opgeven wat het kost." Anders gezegd, op geld komt het niet aan. Deze man, toen een handlanger der Russische bloedlionden-politie, vond een flinke weigering natuurlijk." „Maar wij zouden toch wel eens even aan de Amsterdams chc burgerij willen vragen, of zij ermee ingenomen is dat de door haar betaalde politie op die manier in dienst wordt gesteld van den tsaar, en aan den burgemeester van Amsterdam, of dc recherchedienst waar voor hij verantwoordelijk is, met zijn medeweten voor Russischen speurder- dienst is gebruikt." - De Minister van Biiinonlandsche Zaken brengt ter kennis van belang hebbenden, dat de examen ter verkrij ging van akten van bekwaamheid voor het middelbaar onderwijs (niet uitzonde ring van die voor het hand-en recht lijnig teekenen en boetseeren, de gym nastiek, de Hoogduitsche en Engelsenn talen, de landbouwkunde, de tuinbouw «11 houtteelt en de voorhet lager onderwijs in de wiskunde, bedoeld in art. 6ö van de. wet, op het lager onderwijs, dit jaar in de laatste helft van October zullen worden gehouden. Zij die zich aan deze examens wen- schen te onderwerpen, moeten zich vóór 10 September e.k. bij het Departement van Binnenlandsehe Zaken aanmelden. Voor nadere bizonderheden zie Slaatscl. van 21 en 22 Augustus. reld kwam, en zoo goed als ieder an der een bloem in het knoopsgat wist te steken, had zijn meester wel willen in lichten en trachtte Suzanna op zijn hand te krijgen. Largij dong eindelijk mede naar een zetel in het Instituut; echter niet zonder veel aarzeling, want de ge dachte aan de bezoeken, die afgelegd moesten worden, joeg hem grooten schrik aan hij bromde, als hij aan den ver loren tijd dacht en begon te hakkelen, zoodra hij zich in zijne verbeelding in tegenwoordigheid van de heeren leden van het instituut zag! George drong aan op eene geheel veranderde leefwijze; hij was op den zoek gegaan van naar den nieuwsten smaak ingerichte woningen, sprak van groote gastmalen die aan de aanstaande confraters gegeven moesten worden. Ilij was geheel in zijn element! Maar Largij, die alleen bij de gedachte aan zulk eene omwenteling al rood werd, bromde in zijn grijzen baard: ..Als zij van mij gediend zijn, dan moeten zij mij nemen, zoo als ik ben. Zij zouden er met dat al toch niet zoo veel vinden als ik," zeide hij half in scherts, half overtuigd, dat hij, Abel Largij, van alle beeldhouwers in Frank rijk het meeste talent had. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1904 | | pagina 2