Buitenland.
Binnenland.
Booten voor de overvaart naar den tegen-
overliggenden Chineeschen oever waren
er niet; de rivier is echter op deze
plaats meer dan een halve werst (over
de 500 Meter) breed en heeft een sterke
strooming. Men kan zich den schrik
voorstellen die de naar het water ge
jaagde menschen overviel. Op deknieëu
vallend, met ten hemel geheven handen,
smeekten de ongelukkigen, dat men hen
niet op zulk een wijze zou dooden;
sommigen beloofden tot het christendom
te zullen overgaan en Russische onder
danen te zullen worden. Maar als ant
woord op deze smeekbeden joegen de
onbarmhartige voltrekkers der bevelen
van de autoriteiten met geweerkolven,
bajonetten en sabels de om genade
smeekende lieden in het water; zij die
gingen zitten of aarzelden, werden op
de plaats zelve vermoord. Ooggetuigen
die deze massa-verdrinking, die eenige
achtereenvolgende dagen vóór zonsop
gang plaats vond, bijwoonden, vertelden
van schrikkelijke, hartverscheurende too-
ncelcn.
Er werd bijvoorbeeld een Mandsjoc-
rengezin te water gedreven: man, vrouw
en twee kinderen. Elk der ouders bindt
zich een kind op den rug en tracht den
Amoer over te zwemmen, maar spoedig
zinken zij allen te zamen. In een ander
gezin is een kind. De moeder smeekt
haar beulen en de omstanders haar kind
tot zich te nemen om dit ten minste in
het leven te houden, maar niemand wil
haar bede inwilligen. Dan laat zij het
kind aan den oever achter en gaat zelve
in het water. Maar na eenige schreden
keert zij terug om het kind te halen en
het in de armen dragend, gaat zij weer
de rivier in, doch zij keert nogmaals
terug en legt het kind weer neer. De
Kozakken maken aan haar marteling
een einde door moeder en kind neer te
steken. Wat deze ongelukkige moeder
gevoelde, zooals allen, die op deze wijze
gedood werden, kan slechts hij niet
begrijpen bij wien alle menschelijk ge
voel verstompt is. Zelfs de bovenver
melde politiebeambte Sjabanoff vertelde,
dat hij het bij dit moordtooneel niet
meer tot het einde uithouden kon.
Slechts zeer weinigen, alleen eenigen
der sterkste en bekwaamste zwemmers
uit de geheele geweldige volksmenigte
gelukte liet, zooals verteld wordt, bijna
den Chineeschen oever te bereiken, maar
ook van deze gelukkigen bleef slechts
een klein aantal in het leven. Als de
Kozakken zagen dat de zwemmers zich
bijna gered hadden, zonden zij hun
goedgemikte kogels na.
Het kwam voor, dat ook de Chinee-
8che schutters, die achter de wallen op
den Chineeschen oever opgesteld waren,
op de zwemmers schoten, hetzij wijl zij
hen voor Russen hielden of wijl zij over
het algemeen allen Chineezen vijandig
gezind waren, die op Russisch gebied
gebleven waren; zooals sommigen be
weerden was dezen lang voor het be
gin der krijgsverrichtingen de voorslag
gedaan naar hun vaderlond terug te
keeren.
Toen den 17en Juli voor de eerste
maal groote massa's lijken zichtbaar
werden die den Amoer afdreven, werd
het in Blagowesjtsjensk aanstonds ieder
duidelijk dat men de vreedzame, onge
wapende Chineezen en Mandsjoeren die
in de stad woonden verdronken had,
terwijl de gouverneur zelf hun den raad
gegeven had niet naar China terug te
gaan en hij hun volkomen veiligheid
gewaarborgd had. Eu nauwelijks twee
dagen daarna had generaal Gribski trou
weloos zijn belofte verbroken door het
te boetseeren even als de patroon, heeft
hij mij aangemoedigd. En eindelijk, daar
ik geen cent had, heeft hij hij heeft
een hart van goud, de patroon heeft
hij mij op de kunstacademie laten gaan.
Op de laatste tentoonstelling heb ik iets
ingezonden, een kleinigheid „Gij zult
mij mijne voorschotten teruggeven" zcide
hij tot mij, „als gij een groot man zijt,
of neen, gij zult ze aan de kleine terug
geven." De kleine is juffrouw Susanna.
En ik ben ook voornemens ze terug te
geven, zeker! Die oude Largij is een
opperbeste vent!"
„Welnu kameraad dan, als gij dat
wilt," zeide Jan Dubois. „Wij zidlenge
zamenlijk een flesch drinken op de ge
zondheid van den patroon en op onze
goede verstandhouding."
„Dat kan men niet afslaan, niet waar,
vrienden?"
Jan liep hard weg en kwam weldra
terug met een jongen, die een mand
met flesschen droeg en een andere met
een pasteitrommel op zijn hoofd. Largij
was dien dag afwezig, maar zijne ooren
hadden zeker getuit. Iedereen dronk,
men gaf elkander de hand, men ver
klaarde, dat een jongen, die zulken
heerlijken wijn schonk een „ferme vent"
was en de reus, die goed was aange
schoten, wilde hem met alle geweld om
helzen.
Van dien dag af namen de werklie
den Dubois feitelijk aan. En toen ecni-
mondeling bpvel „de Chineesche onder
danen naar China te expediceren.
Het is aan geen twijfel onderhevig
dat de verdrinking der Chineezen niet
alleen met voorkennis, maar ook op
rcchtstreeksch, hoewel voorzichtig
heidshalve mondeling bevel van den
militairen gouverneur, luitenant-generaal
G. Gribski, plaats vond. Om de verden
king van zich af te wenden, en tegelij
kertijd voor moge'jkc noodzakelijkheid
een rechtvaarding achter de hand te
houden, vaardigde hij, eenige dagen 11a
de verdrinking op groote schaal, een
proclamatie uit, waarin het heette dat
hij „uit de hem ter oore gekomen ge
ruchten, van in de stad en haar omge
ving voorgekomen gevallen van geweld
pleging op en vermoording van Chineesche
onderdanen vernomen had." „Deze mis
daden" zoo stond er verder woordelijk
te lezen „zijn door eenige inwoners
van de stad, de boeren der omliggende
dorpen en door de kozakken bedreven.
Hoewel deze voorvallen uitgelokt werden
door de trouweloosheid der Chineezen,
die de vijandelijkheden jegens de Russen
openden, zal toch voor het vervolg elke
geweldaddigheidtegenoverongewapenden
streng vervolgd worden." En tegelijk
met deze proclamatie vaardigde generaal
Gribski na de inneming van Ssachaljan
door de Russen een tweede uit, waarin
hij in zijn hoedanigheid van hoofd van
het Kozakkcnleger den Kozakken aan
beval, zich naar den Chineeschen oever
te begeven en daar de „Chineesche
benden" te vernietigen met andere
woorden, hij beval den Kozakken na
het vertrek der militairen ter plaatse
vertoevende vreedzame Chineezen van
kant te maken; want na de inneming
van Ssachaljan waren er geen „Chinee
sche benden* meer op den rechteroever
van den Amoer.
Generaal Gribski ging zoover in zijn
huichelarij, dat hij een gerechtelijk onder
zoek omtrent „de gevallen van geweld
pleging op en vermoording van vreedzame
Chineesche onderdanen' aankondigde.
Maar daar dit onderzoek tot het resultaat
zou hebben moeten leiden dat het ver
drinken en vermoorden der vreedzame
Chineezen op het mondeling bevel van
den gouverneur zclven geschied was,
heeft het dat natuurlijk niet vermogen
te ontdekken. Na verloop van verschei
done maanden verklaarde generaal Gribski
dan ook, dat uit de bij hem ingediende
processen-verbaal van het onderzoek
zekere oorzaken van het voorgevallene
bleken en welde onvoldoende eenstem
migheid in de handelingen dor hem
ondergeschikte uitvoerende ambtenaren,
wien hij dit derhalve ter kennis bracht.
Deze verklaring herhaalde haast woord
voor woord de proclamatie van keizer
Nikolaas 11 11a het groote ongeluk op
het Chodinskiveld, welks oorzaken de
tsaar eveneens in dit gebrek aan een
stemmigheid in de beschikkingen der
autoriteiten gevonden had. Generaal
Gribski scheen hiermee te willen zeggen
dat, wanneer gedurende een dergelijke
plechtigheid als de kroning van den tsaar
niet vermeden kon worden, dat op groote
schaal personen den dood vonden, men
niemand voor het dooden van Chineezen
gedurende het beleg van Blagowesjts
jensk verantwoordelijk stellen kon. We
gens het bloedbad en het verdrinken
der vreedzame Chineezen is niemand
uit de rijen der autoriteiten en politie
ter verantwoording geroepen; generaal
Gribski en al zijn ondergeschikten bleven
op hun post. Er is echter aan het licht
gebracht, dat eenige personen uit de
overheid rechtstreeksche schriftelijke
gen tijd daarna een der kameraden ziek
was geworden, paste Jan hem dag en
nacht op. Men noemde hem niet meer
misbaksel.
Tussc'nen Jan Dubois en George Mir-
beau ontstond langzamerhand eene zon
derlinge en zeer ongelijke vriendschap.
Vol zelfbewustheid door zijne forsche
gestalte, zijn jongen roem die zich lang-
vestigde, beschermde George Jan, die
toch ouder dan hij was en vergunde, dat
hij hem bewonderde. Jan maakte ruim
schoots van deze vergunning gebruik.
Als dan na den arbeid de beide jonge
lieden breedvoerig over kunstzaken spra
ken, dan was het de knappe jongen, de
zelfbewuste man, die na eenige oogen-
blikken meer luisterde dan sprak. liet
gebrekkige ziekelijke schepsel, dat het
nooit zoover kon brengen 0111 met het
teekenstift of in de klei de gestalten
weer te geven, die hij zich zoo schoon
dacht, sprak er toch met bezieling over.
Ilij was een zeer scherpe kritikes en
naar aanleiding van eene tentoonstelling
of eene wandeling door liet museum van
den Louvre, kon hij in 't honderd rede
kavelen en stellingen opperen. Zoodra
hij zijne beschroomdheid kon overwinnen
was Jan zeer belangwekkenddan schit
terden zijne oogen, geheel zijn mager,
wasachtig bleek gelaat werd verleven
digd; men vergat zijne leelijkheid en
wanstaltigheid.
„Wat drommel! waar haalt gij toch
bevelen om de Chineezen in het geheele
Ainoesgebied te verdelgen, verzonden
hebben. Daarom zijn dan ook de slach
tingen van vreedzame Chineezen, bij
massa's en afzonderlijk, in vele dorpen
door de boeren, in de Kozakkenkolonies
door de Kozakken gepleegd. Van de
personen die zich aan het verzonden
der bovenvermelde moordbevelou aan
hun ondergeschikten |schuldig maakten,
hebben zich in het Amoer-gebied een
bizonder beroemdheid verworvende
overste der Kozakken Wolkowinski, de
districts-kapitein Toesloekoff en de Sta-
nowoi-Pristaw (zoo iets als gouveneur)
Wolkoff.
Yoor eenige dagen is in den Neckar
bij Heidelberg, onder een brug een
mcnschcnhoofd, dat blijkbaar al gerui-
men tijd in 't water gelegen had ge
vonden. Men is bezig de rivier af te
dreggen, om liet onthoofde lijk zoo mo
gelijk te vinden; het hoofd was onher
kenbaar.
ITet stadje Kraniehfcld behoort deels
tot Saksen-Wcimar, deels tot Meiningen
Dit leidt tot allerlei competentie-twisten.
Dezer dagen wilden een jongman en een
meisje trouwen, de een in 't Saksisch,
de andere in 't Meiningsche stadsgedeelte
wonende. Op het laatste oogenblik moest
het huwelijk verschoven worden, omdat
de afkondigingen wel in Saksisch
maar niet in Meiningsch Kranichfeld
waren geschied. En 't zotste is, dat de
kastjes, waarin die afkondigingen worden
gedaan, vlak naast elkander hangen!
Prof. Ernest Doudou, de bekende
geoloog, heeft te Tilff, in het hol van
Beauregard, druipsteengrotten ontdekt,
die in grootte en schoonheid de beroemde
grotten van Han- en Bochefort moeten
overtreden. Doudou is al 350 M. ver
binnengedrongen en vond prachtige zalen
en een wonderschoon meertje. Hij meent,
dat de grot zich verscheidene kilometers
ver uitstrekt langs een intermittcerende
beek.
Op de tentoonstelling van St. Louis
zijn een paar schoenen tentoongesteld
die president Roosevelt gedragen heeft
toen hij nog een eenvoudige boeren
jongen was. Het blijkt nu echter dat
die schoenen in staat van deconfiture
zijn, doordat allerlei menschen er piu-
nen en stukken pikdraad van afhalen,
die ze als curiositeit meenemen.
Gelukkig zijn er nog wel meer boe
renschoenen in Amerika!
Montague Holbein heeft zijn nieuwe
poging, om het Kanaal over te zwemmen,
moeten opgeven. Na 10 Y* uur is hij
teruggekeerdde temperatuur van het
water belette hem verder te zwemmen.
Vermoedelijk is hij nu voorgoed van
zijn droom genezen, 0111 't voorbeeld
van kapitein Webb te volgen, de eenige,
wien het voor 11 jaren gelukt is, den
tocht te maken.
Haggerty heeft 't maar 1 uur en 5
minuten uitgehouden. Hij werd door
kramp bevangen en moest naar Dover
terugzwemmen.
Over den 12-jarigen souteneur, die
te Parijs door de politie is gevat, schrijft
een correspondent van de Frankf. Ztg.
Een 12-jarig souteneur. Er zijn won
derkinderen op dc wereld, vroegrijpe
misdadigers, moordenaars, dieven, brand
stichters. Maar de finantieele exploitatie
van Eros door een kind, scheen tot nu
ai die denkbeelden van daan?" vroeg
George soms. Als men niet woorden
standbeelden kon maken, zoudt gij ons
allen overtreffen."
Jan glimlachte droevig. Woorden zijn
maar wind, het gewrocht, dat slechts in
de verbeelding bestaat, wordt alleen door
den droomer gezien.
En toch werd die ongelukkige joiigen
niet ontmoedigd. Indien het mogelijk
ware geweest door wilskracht, geduld
en verstand een ideaal schoon beeld te
vormen, dan zou dat, wat hij trachtte te
maken, een kunstwerk geworden zijn.
Om de waarheid te zeggen was liet niet
meer dan het werk van een goeden
leerling, krachtig geholpen door de raad
gevingen van zijn meester. Want nadat
Abel Largij zich aan zijn leerling ge
wend had, was hij ten laatste aan hem
gehecht geraakt. Beter dan iemand an
ders had hij begrepen, hoeveel teeder-
heid, kieschheid en dichterlijk gevoel in
dit arme, stille en beschroomde wezen
besloten was. En daar men allicht alles
wat van ons zelf uitgaat van dc beste
zijde beziet, zoo beeldde de brave beeld
houwer zich bijna in, dat zijn leerling
met zijne hulp ten laatste nog talent
zou hebben. Eens toen Jan een model
had geboetseerd, dat waarlijk nietkwaad
was, beval de meester hem er een beeld
van te maken. Jan weende bijna van
vreugde; en deze zoo ongekunsteld ge
toonde blijdschap trof den grooten man
toe zoo onmogelijk als een Goliath, die
beneden den maat voor milicien is. Dc
12-jarige Lafène werd op straat dooi
de politie gevat, omdat hij een meisje
van gelijken leeftijd half dood sloeg.
Daarbij riep hij voortdurend: Wat? Je
verkwist je tijd met spelen? In plaats
van te werken? Het bleek dat de arbeid
van Lucie daarin bestond, dat ze kaar
„vriend" dagelijks 3 franken moest ver
schaffen. Voor den rechtbank gedroeg
de knaap zich even cynisch als hij op
straat was geweest. Hij probeerde niet
eens zijn gedrag te verontschuldigen.
Zijn ouders zijn fatsoenlijke lieden en
vermoedden niets van de verrichtingen
van hun zoon. Van erfelijke belasting
zijn hier dus niet veel sporen. De voort
durende omgang met straatgespuis en het
gebruik van absinth, maakte van den
knaap een rekruut voor de galeien.
De proefnemingen met het nieuwe
getrokken automatisch terugloopend ge
schut zijn bij Weenen begonnen.... met
de ontploffing van een caisson met 120
projectielen. Gelukkig konden de om
standers zich uit den weg maken.
Ernstige klachten komen er over de
fabrieken der firma Krupp in Essen,
waar wel een aantal mooie instellingen
voor de arbeiders zijn gevestigd maar
toch ook nog grove misstanden schijnen
te bestaan; er wordt b.v. door vele ar
beiders op schrikbarend-afmattende wijze
overgewerkt, tot geregeld twintig uur
per week toe. Hoezeer de gezondheid,
het huiselijk leven, de vakkennis, de
kalmte die noodig is, 0111 goed werk te
leveren, daaronder lijden, kan ieder
verstaan
Er is enquête gevraagd.
Ter gelegenheid van een banket te
Nogent le Rotrou (Eure et Loire), dooi
de brandweer gegeven, heeft Deschanel
oud-president van de Kamer, een* rede
gehouden over de werklieden-pensionee-
ring. Hij bepleitte vroeger 't Belgische
stelsel der verdeeling van de kosten over
Staat, werkgever en knecht, maar hij
was 11a ernstige studie tot voorkeur
voor 't Duitsche stelsel (subsidie aan
alle wederkeerige peusioenkassen voor
werklieden) gekomen. Dat is socialistisch
maar hij vreesde niet 't goede ook van
die zijde te erkennen en over te nemen.
Men moest dus trachten 't Duitsche
stelsel in Frankrijk in te voeren zonder
schade voor de reeds bestaande organ-
nisaties voor wederkeerigen steun.
Dc lieer Marcellus Eniants schrijft in
Neerlandia:
„Wij, Nederlanders schijnen niet in
staat te zijn een geschikt woord om een
koffiehuis- of hotel-bediende mede te
roepen te... behouden.
Lang geleden hadden wij Janiets
later gebruikten wij aannemen; daarna
bezigden wij het Duitse woord kelluer.
Ondertussen schijnt dit Duitse woord
in zijn vaderland in onbruik te zullen
geraken. Boven elke groep kcllner stond
en staat daar telkens een Oberkellner.
De Duitser, die op klinkende titels ver
zot is, geeft uit beleefdheid aan iedere
kellner de naam van Oberkellner, verkort
uit gemakzucht dit woord dan weer tot
Ober en zo komt het, dat tegenwoordig
vrij wel alle koffie-, bierhuis- en hotel
bedienden aangesproken worden met
Ober kortaf.
Het spreekt van zelf, dat de altijd
naapendo Nederlanders nu ook dit Ober
weer overnemen en dat onze taal dus
diep.
Op deze wijze waren 2 jaren zeer kalm
en aangenaam voorbijgegaan. Jan be
hoorde bijna tot het gezin. Alle zon
dagen aten hij en George Mirbeau bij
den meester aan tafel. Suzanna noemde
hem „vriend Jan" en liet zich doorhem
bedienen. Als er op het laatste oogen
blik iets aan het middagmaal ontbrak
en de meid bezig was, dan klauterde
Jan de vijf verdiepingen af om de ver
geten taart te halen of een brood bij
den bakker te koopen. Dit scheen zoo
natuurlijk, veel natuurlijker dan die
kleine diensten aan George Mirbeau te
vragen, die hoe langer zoo meer een
„lieer" werd. Des zomers maakte men
met zijn vieren kleine uitstapjes naar
buiten en ging gebakken visch eten in
een der kleine uitspanningen aan de
oevers der Seine.
De roem van den grooten man, die
bij den dag steeg, veranderden niets aan
zijn volmaakten eenvoud; men bewoonde
nog steeds de vijfde verdieping, Suzanna
maakte nog altijd zelve hare japons
en zij maakte ze keurig, en al de ver
fijnde weelde, waarmede zijne kunst
broeders zich omgaven, wekte in gee-
nen dcele den naapen van Abel Largij
op. Men zeide, dat, hij leefde als een
kluizenaar, in elk geval was hij een
kluizenaar die zich in zijn kluis zeer bo-
hagelijk gevoelde.
George, die nu wat meer in de wc-
allengs verrijkt wordt met een ver
minkt Duits woord.
Moeten wij dit misbaksel kalm laten
binnensluipen?
Ik voor mij houd bij gebrek van een
beter woord vast aan: aannemen. Zelfs
vind ik er iets eigenaardigs in hier een
werkwoord te gebruiken, waar andere
volken een zelfstandig naamwoord bezigen.
Evenwel... een hotelhouder te Zutpheu
keurde dit woord af, omdat het hem
beledigend klonk. Zou deze man Jean
Aicard kennen, die meende te verstaan:
animal? Ik weet het niet en waarom
het beledigend is een bediende te roepen
met een werkwoord, dat op zich zelf
geen beledigende betekenis heeft, werd
mij niet opgehelderd. Mocht men echter
algemeen van oordeel zijn, dat aannemen
inderdaad beledigend klinkt, dan ben ik
dadelijk bereid dit woord prijs te geven.
Maar wie verschaft mij dan een ander
Nederlands woord in de plaats van het
Duitse kellner, dat over de grenzen in
onbruik geraakt, en in de plaats ook
van het Duitse Ober, dat ginds een ver
minking en bij ons een onzinnigheid is?"
Aan den heer J. Vellenga, hoofd cencr
school voor M. U. L. O. te Rotterdam,
viel de onderscheiding te beurt, dat zijn
werk „English for Continental Pupils"
door den Minister van Onderwijs in
Frankrijk is geplaatst in den catalogus
der boeken, die den Leeraren aan de
Rijksscholen voor Middelbaar Onderwijs
«11 Gymnasia worden aanbevolen.
Naar Het Volk in een hoofdartikel
schrijft, moeten dc Russen, die het socialis
tisch congres te Amsterdam bijwoonden,
zijn achtervolgd door spionnen. En „de
Amstcrdamsche politie heeft aan die
Russische spionnen handlangersdienst
bewezen. Er was een fotograaf in het
gebouw, een partijgenoot, die met voor
kennis van de congrescommissie enkele
opnamen zou nemen. Tot dezen heeft
Batelt, de chef der Amstcrdamsche
recherche zich gewend met de vraag
oui de Russen te fotografeeren, „u moet
maar opgeven wat het kost." Anders
gezegd, op geld komt het niet aan. Deze
man, toen een handlanger der Russische
bloedlionden-politie, vond een flinke
weigering natuurlijk."
„Maar wij zouden toch wel eens even
aan de Amsterdams chc burgerij willen
vragen, of zij ermee ingenomen is dat
de door haar betaalde politie op die
manier in dienst wordt gesteld van den
tsaar, en aan den burgemeester van
Amsterdam, of dc recherchedienst waar
voor hij verantwoordelijk is, met zijn
medeweten voor Russischen speurder-
dienst is gebruikt."
- De Minister van Biiinonlandsche
Zaken brengt ter kennis van belang
hebbenden, dat de examen ter verkrij
ging van akten van bekwaamheid voor
het middelbaar onderwijs (niet uitzonde
ring van die voor het hand-en recht
lijnig teekenen en boetseeren, de gym
nastiek, de Hoogduitsche en Engelsenn
talen, de landbouwkunde, de tuinbouw «11
houtteelt en de voorhet lager onderwijs in
de wiskunde, bedoeld in art. 6ö van de. wet,
op het lager onderwijs, dit jaar in de
laatste helft van October zullen worden
gehouden.
Zij die zich aan deze examens wen-
schen te onderwerpen, moeten zich vóór
10 September e.k. bij het Departement
van Binnenlandsehe Zaken aanmelden.
Voor nadere bizonderheden zie Slaatscl.
van 21 en 22 Augustus.
reld kwam, en zoo goed als ieder an
der een bloem in het knoopsgat wist te
steken, had zijn meester wel willen in
lichten en trachtte Suzanna op zijn hand
te krijgen. Largij dong eindelijk mede
naar een zetel in het Instituut; echter
niet zonder veel aarzeling, want de ge
dachte aan de bezoeken, die afgelegd
moesten worden, joeg hem grooten schrik
aan hij bromde, als hij aan den ver
loren tijd dacht en begon te hakkelen,
zoodra hij zich in zijne verbeelding in
tegenwoordigheid van de heeren leden
van het instituut zag! George drong aan
op eene geheel veranderde leefwijze; hij
was op den zoek gegaan van naar den
nieuwsten smaak ingerichte woningen,
sprak van groote gastmalen die aan de
aanstaande confraters gegeven moesten
worden. Ilij was geheel in zijn element!
Maar Largij, die alleen bij de gedachte
aan zulk eene omwenteling al rood werd,
bromde in zijn grijzen baard:
..Als zij van mij gediend zijn, dan
moeten zij mij nemen, zoo als ik ben.
Zij zouden er met dat al toch niet zoo
veel vinden als ik," zeide hij half in
scherts, half overtuigd, dat hij, Abel
Largij, van alle beeldhouwers in Frank
rijk het meeste talent had.
Wordt vervolgd.)