No. 69.
Zaterdag 27 Augustus 1904.
ie Jaargang
Vriend Jan.
Wees 11 Kelfl
1
Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER".
De Broedergemeente te Zeist.
FEUILLETON.
Buitenland.
DE EEMLANDER.
VerschijntI Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken
Woensdag)* en Zaterdags.!
Bureau
Hendrik van Viandenstroat 28.
Abonnementsprijs
Per jaarf 3.00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Prijs der advertent lën:
Van 1 tot 5 regels0.40
voor iederen regel meer0.08
{Bij abonnement aanmerkelijke korting.)
Nadat Ferdinand in den slag van
Praag een beslissende overwinning be
haald had op den Winterkoning, werd
de Majestcitsbricf, waarbij aan de Bo-
heemsche Protestanten volkomen vrij
heid van godsdienst was toegestaan,
ingetrokken en meer dan 36000 huis
gezinnen verlieten Bohemeh, om elders
een woonplaats te zoeken. Enkele Prote-
stantsche gemeenten vestigden zich in
't Ertsgebergte, op 't Bohemerwoud en
in Moravic en kregen daarnaar den
algcmeenen naam van Moravische broe
ders. Toen hun ook daar het leven
onhoudbaar werd gemaakt, gaven velen
gehoor aan de uitnoodiging van graaf
Zinzendorf und Potten do rf en
vestigden zich op zijn landgoed Berthels-
dorf, waar hij in 1723 een godsdienstige
vereeniging gesticht had, waarbij zich,
als steunende op de prediking van Jezus
den Gekruisigde, alle evangelische pro
testanten zouden kunnen aansluiten.
Deze vereeniging nam zoo toe in aantal,
I dat zij eerlang de grondslagen legde van
een klein stadje, dat thans ongeveer
1500 inwoners telt en dat zij stelden
onder des Heeren hoede cn daarom
I Ilernhut noemden. Yan daar de naam
I van Hernhutter.
Graaf Zinzendorf was landraad bij
het bestuur te Dresden; toen men hem
in 1727 het houden van huiselijke gods-
I dicustoefeningen verbood, naui hij ontslag
uit den staatsdienst, studeerde in Stral-
sund en Tubingen theologie, liet zich in
den geestelijken stand opnemen en werd
in 1737 te Berlijn gewijd tot bisschop
der Moravische broedergemeenten.
Van 17361747 werd hij uit zijn
vaderland verbannen wegens invoering
van nieuwigheden in den godsdienst,
doorreisde Europa, West-Indië en Noord-
■Amcrika; was overal werkzaam voor zijn
Broedergemeente en overleed den 9en
Mei 1760 te Hernhut.
Na zijn overlijden werden van 1764
1760 synoden gehouden, waarop de
thans nog werkende verordeningen wer
den vastgesteld.
De geheele broederschap wordt be
stuurd door een Vergadering van Oudsten,
die te Berthelsdorf bijeenkomt en in 3
departementen verdeeld is. Een daarvan
zorgt voor de geestelijke belangen, vooral
Wij hebben idealen als kompas
noodig ter bepaling van de goede
richting.
4.
Maar waarlijk de oude Largij was op
weg om fortuin te maken. Korten tijd
na zijne komst in het atelier, had Jan
Dubois zeer beschroomd tot zijn meester
gesproken over een plan, dat hem door
zijn hoofd ging. Een groothandelaar in
bronzen beelden, dien hij, naar hij zeide,
eens bij zijn vorigen patroon had ont
moet, zou wel genegen zijn om navol
gingen van onderscheiden werken van
den meester in den handel te brengen.
Verscheidene confraters hadden op deze
wijze een klein vermogen bijeengebracht
meer geld dan de werken zelf hun
ooit hadden opgeleverd. Largij weigerde
eerst beslist; men had er al met hem
over gesproken, maar het ging hem ter
harte zijne werken te zien vernederen,
tot plaatsvervangers van uit de mode
geraakte pendules, op schoorsteenman-
voor 't onderwijs; een voor de uitwen
dige cn stoffelijke belangen, cn het derde
voor de zendingszaak. Voor de politiek
heeft, men daar geen plaats.
Op de verschillende broedergemeenten
is het woord toepasselijk, dat ons vermeld
is in het tweede hoofdstuk van de Han
delingen der Apostelen:
En allen, die geloofden, war on bijeen
en hadden alle dingen geuieen en aan
ieder werd gegeven naardat elk van
noode had.
Een gemeeente der Hernhutters ves
tigde zich te IJselstein, doch vertrok
vandaar in 1746 naar Zeist, waar zij ter
weerszijden van de groote laan, die naar
het „Huis te Zeijst" voert, verscheidene
aanzienlijke gebouwen stichtte, het Oos
terplein en het Westerplein: twee groote
woningen voor ongehuwde het broe
der huis voor de mannen, het zuster
huis voor de vrouwen, een weduwen-
huis, woningen voor de gehuwden,
een winkelhuis, en daaronder de werk
plaatsen.
In 1767 werd de grondslag gelegd
voor een huis van samenkomst, dat sedert
1770 voor de godsdienstige bijeenkom
sten gebruikt wordt. In Zeist wonen
tusschen de 40 en 50 huisgezinnen en
daarenboven in het broeder- en zusterhuis
nog een groot aantal mannen en vrouwen,
die daar tijdelijk verblijf houden.
Dagelijks worden in iedere gemeente
godsdienstige samenkomsten gehouden,
die gewoonlijk een half uur duren en
bestaan uit een korte leerrede, een
bijbelverklaring, berichten omtrent de
zendingszaak, gezang en gebed. Behalve
de gewone christelijke feestdagen worden
drie gedenkdagen gevierd: 1 Maart de
instelling van de oudsten (1456), 6 Juli
de marteldood van IIusz (1416) en 13
Augustus de vernieuwde organisatie van
de broederschap (1727). Het jaar wordt
geëindigd met een godsdienstige bijeen
komst; iedere maand wordt het avond
maal gevierd; eenige uren te voren ver
eenigen zich de broeders en zusters op
het voorbeeld der eerste christenen aan
een liefdemaaltijd, waar men thee gebruikt
met gebak.
Het doel der broederschap is: aan
kweeking van een christelijk leven onder
de gemeenteleden en uitbreiding van het
Koninkrijk Gods. Daar zij gesteld zijn
op een reinen christelijken wandel, zoe
ken zij eenvoud en zuiverheid van zeden
tels in burgerwoningen. Toen had Jan
gesproken van „Juffrouw Suzanna" en
nadat Largij duchtig zijn hoofd had ge
krabd, had hij er in toegestemd met den
handelaar in bronzen beelden te onder
handelen. Dit had hem al een aardig
pak banknoten opgebracht, waarmede
hij eigenlijk niets wist aan te vangen.
Het denkbeeld, dat de kleine Suzanna
nu een volwassen, huwbaar meisje was,
kwam Yan tijd tot tijd zeer onaange
naam bij den beeldhouwer op. Wat
zou hij beginnen als zij hein verliet? Want
kijk! dat kind was waarlijk allerliefst.
Zij ging wel wat vrijpostig met hem
om, beknorde hem, las hem de les, gaf
hem raad als een echt klein vrouwtje,
dat het haren plicht achtte om de man
nelijke wezens, die zij onder haar bereik
had, te besturen, maar zij deed dit alles
zoo vroolijk, zoo liefdevol, dat hij ei-
verrukt over was. Ilij schold zichzelf uit
voor een ouden domkop, als hij er aan
dacht, hoe hij haar van zich had willen
wegjagen, er een boerin van had willen
maken!
„Ja, maar als men zulk eene groote
dochter heeft moet men niet alleen aan
zichzelf denken; zij zou toch een man
moeten hebbenals hij er nu maar
een kon vinden geheel naar zijn zin,
die er in zou toestemmen kalmpjes de
oude woning op de vijfde verdieping te
betrekken? Men zou zich wat be
helpen en de noodige plaats wel vinden.
in het dagelijksch leven te handhaven;
zonder zich door kleeding van hun mede
burgers te willen onderscheiden, dragen
zij een onopgesierd gewaadde zusters
hebben alle gelijke mutsjes, maar aan
het witte, blauwe en roode lintje daaraan
onderscheidt men weduwen van getrouw
den en ongetrouwden.
In 't algemeen worden geen vermaken
toegestaan, waaraan de beide seksen
deelnemen; dansen is verboden, alleen
onschuldige gezelschapsspelen worden
geoorloofd geacht.
Op overtreding volgt een liefderijke
vermaning; bij volharding in 't verkeerde,
uitsluiting van het avondmaal; tenslotte
uitbanning. Voortdurend toezicht, ijverige
cn onafgebroken werkzaamheid en de
goede voorbeelden doen overtredingen
tot de grootste zeldzaamheden behooren.
Een gemeente is verdeeld in koren
men heeft een koor van kinderen, van
knapen, van meisjes, van ongehuwde
broeders, van ongehuwde zusters, van ge
huwden, van weduwnaars en van wedu
wen. Ieder koor heeft een koorver
zorger, die met de leiding der inwendige
cn een koorbestuurder, die met die
der uitwendige aangelegenheden is belast,
liet koor der gehuwden bestaat uit alle
echtparen, die wel in afzonderlijke huizen
wonen, maar toch onder één bestuurder
staan. De bestuurders der koren brengen
de omstandigheden en belangen van hun
afdeelingen ter keunis van de oudsten,
in wier raad ook de leeraar zitting heeft;
daarnaast heeft men nog opzieners, die
te zorgen hebben voor de voedingsmid
delen, voor de orde cn voor het weg
nemen van alle oorzaken van verdeeld
heid.
Het overlijden van een broeder of
zuster wordt met bazuingeschal bekend
gemaakt, en aangezien ieder koor zijn
eigen dooden-melodie heeft, weet men
onmiddellijk tot welk koor de overledene
behoort. Rouw oyci* een overledene wordt
niet gedragen; hij wordt in een licht
geverfde kist naar 't kerkhof gebracht
en zijn rustplaats aangewezen door een
zerk Yan ongeveer een vierkanten meter.
Op den Paaschmorgen vcreenigt de
gemeente zich op het kerkhof, om zich te
verheugen over de opstanding.
Het onderwijs is bij de Hernhutters
in den vollen zin een voorwerp van aan
houdende zorgen.
Zeist had in de eerste helft der 19de
eeuw een bloeiende jongens- en een
Deze. gedachte drong zich aan den
beeldhouwer op en ten laatste sprak hij
er over met Jan. Hij had zich aange
wend alles met zijn leerling te be
spreken. Het was eigenlijk wel een grap
pig denkbeeld met een jongen man over
de toekomst van Suzanna te spreken,
maar Jan waswrel een weinig anders dan de
andere jonge lieden.
„Ziet gij, jongenlief! het is zeer lastig
geen moeder te hebbben als men een
jong meisje is. Tot nu toe heeft Suzanna
daarover niet veel te klagen gehad; als ik
haar wel een weinig als een jongen heb op
gevoed, dat is te zeggen, als ik haar
vergund heb zich zelve op te voeden,
zoo goed en zoo kwaad als het ging
zoo heeft dat niet veel kwaad ge
daan omdat haar aard zoo zacht en zoo
echt vrouwelijk was. Maar nu moet men
haar in de wereld brengen Géorge
zegt het meermalen men moet dan
sers en vrijers aan haar voorstellen
maar waarlijk! ik kan mij mijzelf in dat
vak niet voorstellen. Bovendien heb ik
geen kennissen. De enkele mij bekende
kunstenaars zijn voor het meerendeel
geen gehuwde personen, die jongelui
ontvangen en laten dansen. Het is een
lastig geval!"
Jan wist geen raad te schaffen. Hij
stamelde, bloosde, verbleekte toen en
zijn meester die zijn steekbijtel han-
teerdo, bemerkte niets. Hij sprak maar
altijd, zich vergenoegende inet een los
bloeiende meisjeskostschool, waar de kin
deren uit de aanzienlijkste familiën in
Nederland hun opvoeding ontvingen, een
echt christelijke, geheel bevrijd van al
wat aan de kcrkgenootschappelijkc ge
schillen herinnert.
De verschillende gemeenten van Europa
tellen ongeveer 12000, die in Amerika
8000 leden. Verder hebben de broederge
meenten ongeveer 400 zendelingen, zoo
mannen als vrouwen, in West-Indië,
Groenland, de Kaap de Goede Hoop en
Australië.
Vooral in onze West-Indische bezit
tingen zijn de zendelingen der Hernhut
ters hoogst nuttig en weldadig geweest
voor de negers, die daar in de dagen
van den slavenhandel uit Afrika zijn
ingevoerd.
Waarlijk deze broederschap verdient
aller belangstelling, want in haar ge
meenten, al zijn zij dan ook klein,
openbaart zich al de kracht, al de liefde
van het ware christendom, zij leeren ons
de waarde van christelijke beginselen
zonder politiek. Z. C.
De bulldog iu den omnibus.
In Parijs is dezer dagen het volgende
gebeurd, waardoor een oude grap tot
werkelijkheid is geworden. In een om
nibus op den Boulevard des Capucines
zat een man en naast hem een groote
bulldog. De conducteur kwam binnen.
„Ga alsjeblief met dien hond weg",
zei hij tot den bewusten heer.
„Het valt mij niet in", antwoordde
deze.
„Dan verzoek ik u met mij mee te
gaan."
„Ik denk er niet aan."
„Dan zal ik een agent roepen."
„Wat mij betreft twee, en dan?"
„En dan? Dat zult u wel zien."
En hij roept een agent, die vol waar
digheid op het tooneel verschijnt en in
't eerst met vaderlijke zachtheid optreedt:
„Maar u weet toch, dat het niet geoor
loofd is, honden in den omnibus mee te
nemen."
„Dat heb ik ook nooit tegengespro
ken".
„Ga dan toch weg met den hond."
„Geen denken aan."
„Geef mij dan uw naam en adres op."
„Graag, als u dat interesseert."
woord, dat Jan op goed geluk zeide.
Suzanna gehuwd! Maar ja, dat was iets
waaraan men zich van te voren moest
gewennen; iets onvermijdelijks; iets waar
aan hij zou sterven, zonder dat iemand
ooit zou vermoeden welke kwaal hem
vermoordde. Soms was hij op het punt
iets te zeggen; iets vermetels en onwaar
schijnlijks, maar dan weerkaatste een
spiegel zijn beeld; hij zag hoe klein
en nietig hij was, bijna gebocheld, een
misbaksel
Op zekeren dag was er goed nieuws in
het atelier van den ouden Largij, of
eigenlijk twee goede nieuwtjes. De mees
ter wrerd gekozen als lid van het Insti
tuut en terzelfder tijd vernam men, dat
het beeld van Jan op de tentoon
stelling wras toegelaten, waar George
Mirbeau eene belangrijke groep had in
gezonden. Men omhelsde elkander al
lachend, men schreeuwde, men was uit
gelaten. En toen Suzanna middelerwijl
binnenkwam om oom te halen, omringde
men haar al juichend en had men wel
zin om haar ook te omhelzen. Haar oom
belastte zich met dat deel van den ar
beid
„Omhels het Instituut in mijn per
soon!"
Zij liet zich dit geen tweemaal zeg
gen en riep half lachend, half schrei
end uit:
„Daar kunt u ten minste niet in een
boezeroen heengaan. Wat zult u mooi
„Ja, ik moet toch proces-verbaal
opmaken."
„U spot, waarom dan?"
„Waarom? Omdat u uw hond niet
meenemeu wilt.
„Hadt mij dat maar direct gezegd,
antwoordde de passagier met een be
leefd (achje; die hond is heelemaal niet
van mij."
En werkelijk behoorde do hond aan
een Eugelschinan, die met groote be
langstelling den loop van het gevecht
gevolgd had en nu opstond en met den
hond verdween. Tel.
Van de protesten in de contra-
bandequaestie heeft Engeland weinig
pleizier. De Daily Telegraph zegt, op
grond van nauwgezette navraag aan het
ministerie van buitenlandsche zaken te
Petersburg, stellig te kunnen verklaren,
dat de Russische regeering, wel verre
van de opvatting van Engeland in do
nota van Lansdowne van den 16n dezer
te billijken, van die nota [tot op den
avond van 23 dezer geenerlei notitie
had genomen. Intusschen heeft de En-
gelsche regeering aan graaf Lamsdorf
een nieuwe nota van protest doen over
handigen in verband met de aangelegen
heid van de Comedian.
De Japaiische socialist Katajama,
in dit geval geen zeer zuivere bron dus,
beweert, dat het verlangen naar vrede
in Japan steeds toeneemt en dat er reeds
iemand is gezonden naar president Roo
sevelt om zijn bemiddeling te verzoeken.
Een Daily Mail-correspondent, die
van Liaujang per spoor naar Europa
reisde, zegt, dat de koren- en haver
velden in Mandsjoerije zoo uitgestrekt
zijn als vroeger nog nooit, voornamelijk
in het Oostelijk gedeelte van het gewest.
De approviandeering van het Russi
sche leger zal zoo zonder veel transport
kunnen geschieden. De correspondent
meent, dat Rusland over 2 jaren beter
in staat zal zijn om oorlog te voeren
dan nu cn vraagt of dit ook met Japan
het geval zal zijn.
Een ontdekking deed de Wiener
Allgem. Ztg., die mededeelt, dat gene
raal Stössel, de dappere verdediger van
Port-Arthur, uit Oostenrijk afstamt en
wel uit Brünn, uit een Joodsche familie.
Hij verliet Oostenrijk op jeugdigen
leeftijd en ging tot het orthodox geloof
zijn in uw groenen geborduurden rok!"
Daaraan had de beeldhouwer niet ge
dacht. De geborduurde rok maakte hem
stil.
„Meester," zeide Jan Dubois, „wij
zijn allen zoo gelukkig, dat u mij eene
gunst niet zult weigeren. Ik wilde gaarne
op mijne wijze uwe verkiezing vieren.
Juffrouw Suzanna heeft mij bekend, dat
zij zoo gaarne eens eenmaal in baai-
leven in een mooie loge in de opera
wilde zitten. Zaterdag is geen abonne
mentsdag en dien avond zou ik misschien
plaatsen kunnen vinden. Wilt u mij ver
gunnen u beiden daarheen te geleiden?
Mirbeau zal ook van de partij zijn en
daarna zullen wij gaan soupeeren bij
Brébant."
„Maar hij is gek, hij is gek!.... mom
pelde de beeldhouwer. „Zeg eens, weet
gij hoeveel dat alles zal kosten? Hebt
gij soms geërfd van Monte Christo?"
„Dat is mijne zaak. Men is niet zoo
dikwijls gelukkig in zijn leven, dat men
zulk een dag niet door een dwazen steek
zou teekenen. Juffrouw Suzanna kom
mij te hulp!"
Wordt vervolgd).