IJit de Omgeving.
Buitenland.
Binnenland.
Allerlei.
Stadsnieuws.
Er doet zich thans te Londen een
nieuwe ziekte voor, onder alle standen
der maatschappij, die de geneeskun
dige wereld in groote verlegenheid
brengt, omdat men er oorzaak noch be
handeling van keut. Het is een soort
van influenza gepaard met hoofdpijn,
vermoeidheid, enz., maar het opmerke
lijke is er bij, dat de patiënten's nachts
niet kunnen slapen, en bij «lag de oogen
niet kunnen open houden.
Met 't oog op de sterke toene
ming van het aantal krankzinnigen in
Engeland, heeft de Regeering een ko
ninklijke commissie benoemd, om onder
zoek te doen naar de behandeling van
idioten en epileptici, onnoozelen, krank
zinnigen, en aadere menschen met gees
telijke afwijkingen, die niet bepaald tot
de krankzinnigen behooren.
- In afwachting van verdere wijzi
gingen in de wetten nopens de rechten
der Joden in Rusland, is reeds nu be
paald, dat de uitsluiting van vestiging in
zekere steden, dorpeu of kringen niet toe
passelijk zal zijn op Joden van zekere hoo-
gere ontwikkeling, hun vrouwen en kinde
ren, noch op kooplieden, die 15 jaren of
langer hun handel uitoefenen, op hand
werklieden, die in hun vak arbeiden, op
militairen in dienst, en op hen, die als
onderofficier den dienst verlaten hebben.
Voorts wordt aan Joder., die een zeke
ren graad van hooger onderwijs bezitten,
en die generlei vonnis te hunnen laste
hebben, vergund hun handel, bedrijf of
beroep overal uit te oefenen.
Wat ontbreekt deu magere? Vet?
Welnu, zegt dr. Gersunij te Weenen,
dan zullen we den patient „zijn vet ge
ven.' Hij neeint een instrument en spuit
hem vaseline en parafine in en de ma
gerheid maakt plaats voor bevallige ron
dingen.
Lie geneesheer heeft het geprobeerd
met een jong meisje en de proef moet
uitstekend zijn geslaagd.
Te Londen waren er, naar een
Engelsch blad onthult, sedert geruimen
tijd geheime Japausche en Russische
agenten, een twintig Japansche en wel
dertig Russen, die elkaar en anderen
in het oog moesten houden. Van de
Russen zijn er velen naar hun land terug;
van de Japanners is ongeveer de helft
naar het vasteland van Europa;
de meeste anderen zijn Zaterdag naar
Amerika vertrokken, vermoedelijk op
weg naar Japan. Wat de reden van dien
uittocht is, weet men niet.
Men weet nog altijd niet, waar
heen de dochter van koning Leopold
de vlucht genomen heeft. De bewering
dat ze te Zurich zou zijn in het gesticht
van zekeren doctor Forel, wordt gelo
genstraft door het Zwitsersclie telegram
bureau, op grond van een nauwkeurig
onderzoek. In geen hotel en geen pen
sion te Zurich is iemand afgestegen, die
aangezien kan worden voor de princes.
Een verzoek om inlichtingen aan de
stichting van dr. Forel werd beantwoord
met een verwijzing naar het beroeps
geheim; doch langs anderen weg meent
het telegrambureau toch zekerheid ge
kregen te hebben dat de prinses ook
daar niet is.
Het Weensche „Obcrhofarschalambt"
heeft op een desbetreffende aanvrage
van Prins Philip van Coburg en den
curator van de prinses, beslist, dat deze
onder de zorgen van haar gemaal terug
gebracht moet worden. Men neemt aan
aan zij zich moest houden. Ter elfder
ure zeide Jan Dubois aan zijne vrien
den, dat hij niet bij de bruiloft konzijn.
Men betuigde zijn leedwezen, men maak
te tegenwerpingen, maar Jan bleef pal
staan. Zeer gewichtige familiezaken vcr-
eischten zijne tegenwoordigheid. Hij zeide
niet, wat dat voor zaken waren en zijn
meester vond hem overdreven geheim
zinnig hem, dien hij bijna als zijn zoon
beschouwde!
Het laatste middagmaal, dat men te
zamen in de kleine eetkamer gebruikte,
was eenigfzins treurig, bijna gedwongen.
Suzanna was niet zoo opgewekt als ge
woonlijk en als zij tegen vriend Jan
sprak, was er in haren blik een zacht
en teeder medelijden, dat den armen
jongen pijn deed. Hij dacht nog wel,
dat hij zijn geheim zoo goed had weten
te bewaren.
Aan het dessert werd men wat vroo-
lijker.
Toen zeide Jan:
„"Vrienden, ik heb u geen huwelijks
geschenk gegeven, maar ziehier, wat ik
in plaats daarvan gevonden heb. Het is
eene bestelling voor u, waarde Mirbeau.
Er moet een belangrijk gedenktecken
gemaakt worden, een grafteeken voor
den eigenaar van een kasteel, die sedert
cenige jaren overleden is. De graftombe
was opgedragen aan een beeldhouwer,
die zijne taak geheel verkeerd heeft uit
gevoerd en de erfgenaam van deneige-
dat de regeeringen van het land, waai
de prinses mocht verblijven, zich over
eenkomstig deze beslissing zullen ge
dragen en haar dus zullen uitleveren.
Medegedeeld wordt nog dat ook de
broer van den hotelhouder Weitzer heef t
deelgenomen aan de ontvoering.
De Vogtlandische Ztg. deeltthans mede,
dat men eenige dagen voor de vlucht
sporen van was aan het slot van de
slaapkamer van de prinses heeft gevon
den. De bewaking werd toen dadelijk
verscherpt n.rn. doordat een waker dag
en nacht voor de deur werd geposteerd.
Deze beweert niets van de ontsnapping
gemerkt te hebben. Men neemt echter
aan, dat hij geslapen heeft of een poosje
zijn post heeft verlaten. Ook gelooft men
dat de prinses van het heele plan den
vorigen dag niets wist; daar ze zich
rustig gedroeg. Anders kon ze, tenge
volge van een onbeteekende oorzaak,
opvallend onrustig zijn.
"VVeitzer is vertrokken zonder zijn
rekening te betalen, doch met achterla
ting van koffer en linnengoed.
Wij weten dat de Japanners, de
kunst van zwijgen uitstekend verstaan.
Maar zou iemand zoover durven gaan
zelfs maar te veronderstellen, dat japan
jaren lang een oorlogshaven op de west
kust van Korea heeft bezeten zonder dat
iemand in Europa dit ooit geweten
heeft?
Tocli is het zoo. Het is aan den dag
gekomen door de reis van het meerbc-
sproken schip Mandsjoe maroe, dat met
officieele personen en oorlogscorrespon
denten een kruistocht heeft gemaakt.
Daarbij is een bezoek gebracht aan de
bedoelde haven, Haidsjoe genaamd.
Niemand had tot dusver ooit van die
haven gehoord en de kaarten wezen
land aan op de plek waar ze zijn moest.
Maar toen men een nauwe spleet tus-
schcn de rotsige eilandjes aan de west
kust van Korea doorgevaren was, bevond
men zich in een groote watervlakte,
aan de landzijde door hooge bergen
beschut. En nu bleek, dat de Japansche
Regeering deze haven reeds tijdens den
vorige oorlog met China gebruikt heeft
als maritieme basis, en dat zo in dezen
oorlog een verzamelplaats geweest is
voor de transportschepen die uitgezonden
werden
Het Chr. Schoolblad, dat zijn diepe
verontwaardiging uitspreekt over het be
kende ontslag an het ganschc personeel
der chr. school te Doetinchem, schrijft
over de aanleiding daartoe het volgende:
„De schoolkas te Doetinchem heeft
een tekort; het suppletiefonds heeft een
ruime kas. En nu eischt het school
bestuur, dat het suppleticfonds met zijn
ruim saldo de kas zal bijspringen, 't
üuppletiefonds is een zelfstandige inrich
ting met kon. goedgekeurde statuten.
Het hoofd der school heeft dat fonds
met jarenlange toewijding tot welstand
gebracht. Maar een ieder begrijpt toch
zeker wel, dat een suppleticfonds wel
het schoolgeld van leerlingen mag aan
vullen of misschien ten volle betalen,
doch dat de schoolkas geen recht heeft
op iets meer. Toch staat het school
bestuur op dat vermeende recht, liet de
salarissen al eens onbetaald en ontslaat
thans het gehecle schoolpersoneel.
„Voorvallen als die te Doetinchem.
al komen ze niet dagelijks voor, be
wijzen zoo onweersprekelijk, dat er naar
middelen en wegen moet worden ge
zocht om de christelijke onderwijzers
naar van het kasteel heeft zelf een ont
werp gemaakt, dat hij door een talent
vol jong mensch wil laten uitvoeren.
Men heett u gekozen en als ik aan die
keuze wat heb knnnen doen, wees dan
overtuigd, dat ik zelden grooter geluk
heb gesmaakt. Gij kunt voor dit werk
den uoodigen tijd nemen; gij zult er
voorzeker verscheidene jaren voor uoo-
dig hebben. Ik hoop dat het voor u
het begin zal zijn, van eene gelukkige
en voorspoedige loopbaan."
Jan had deze kleine redevoering uit
gesproken, als of hij haar van buiten
had geleerd. Een ieder was zoo ver
rast, dat er een oogenblik stilte heerschte.
Eindelijk dam Mirbeau zijn glas op en
riep uit:
„Leve Dubois, de toovenaar!"
Suzannu stond zachtjes van hare plaats
op en nam beide handen van Dubois in
de hare:
„Dank, goede vriend Jan!" zeide zij.
„Ei zoo! gij hebt dus zulke voorname
kennissen?" zeide Abel Largij. „Sedert
dien avond in de opera, vermoedde ik
dat wel eenigszins."
„Mijn vader kende dien heer zeer
goed, daar hij dikwijls voor hem ge
werkt had," antwoordde Jan. „Verder
verzoekt men u allen nog dit. Over eene
maand hebben wij het mooie jaargetijde;
de jonggehuwden en gij, meester, moe
ten de huwelijksreis in Normandic be
sluiten. Mijnheer Dubois de Lancraij,
tegen willekeur en geweld te beschermen,
't Zijn dieptreurige openbaringen, die
ons wat te zeggen hebben. Hier is voor
elke onderwijzersvereeniging een roe
ping tot onderzoek naar oorzaak en aan
leiding beide en daarna tot krachtig
protest. En voorzeker, de vrijheid is
een kostelijk goed, maar als i r stem
men opgaan, die om een meerdere ver
zekering van de rechtspositie der onder
wijzers bij het bijzonder onderwijs van
overheidswege roepen, dan wordt dat
verklaarbaar."
Aan een tafeltje voor een der café's
in den Haag zat Zaterdagmiddag een
eenvoudig gekleed heer. Een der andere
bezoekers van het café riep een bloe
menmeisje en verzocht het kiud dien
heer een bouquetje aan te bieden, aan
welk verzoek bereidwillig werd voldaan.
Gracieuselijk aanvaardde de heer de
bloemenhulde, hem door het meisje ge
boden. Tot haar verrassing zag zij zich
voor deze attentie door den gehuldigde
rijkelijk beloond.
Zij had, zonder het te weten, een
bloemenhulde gebracht aan gouverneur-
generaal Van Heutsz.
Gestolen op het politiebureau. Toen
den heer F. Zaterdagnamiddag op het
Beursplein tusschen de treeplanken van
twee trams het linkeronderbecn werd
afgeknepen (het been is inmiddels be
neden de knie geamputeerd), overhan
digde hij aan een agent van politic, voor
alle zekerheid, een taschje, waarin pa
pieren, alsook een gouden horloge wa
ren geborgen. De agent deponeerde
dit taschje in den politiepost aan de
Beurs, waarheen men ook den lieer F.
bracht, alvorens hij naar het ziekenhuis
werd vervoerd. Op dat oogenblik w aren
vele nieuwsgierigen dezen post binnen
gedrongen en na hun vertrek bleek het
taschje met inhoud te zijn gestolen.
(N. R. 0.)
Het lijkt wel een beetje al te naief,
maar het is toch werkelijk gebeurd. In
eenige zalen van de tentoonstelling van
Arti et Industriae in Buitenrust in den
Haag hangen bordjes waarop staat „De
hier geëtaleerde voorw erpen kunuen da
delijk meegenomen worden".
Verscheidene malen reeds moet het
nu voorgekomen zijn, dat bezoekers rus
tig weg een mooie vaas of pul onder
den arm namen en er mee weg wil
den gaan zonder betaling. Zij waren
in liet volle vertrouwen dat dit mocht.
Het stond immers op dat bordje.
De inzender heeft er nu van gemaakt:
De hier geëtaleerde en gekochte voor
werpen kunnen dadelijk meegenomen
worden.
Iedereen kent de geschiedenis van
den brief „aan Boerhave in Europa",
die in weerwil van het onvolledig adres
toch terecht kwam. Ook de beroemde
briefkaarten verzameling van den aloni-
bekenden Dudok de Witt, alias Kees
den Tippelaar, van Slangenvecht levert
menig bewijs van den scherpen speurzin
der postambtenaren; maar wat de Ain-
sterdamsche post dezer dagen heeft ge-
praesteerd is nog niet vaak vertoond.
Aan het Amstordamsche postkantoor
word n.l. een brief bezorgd met het
volgend „veelzeggend" adres:
„Aan den korporaal Herman die ver
schenen Zondagavond om 9 uur op
wacht stond aan de poort als zij maar
vragen of hij een meisje kan van het
laat u dit als eene gunst vragen. Hier
is bovendien zijn uitnoodigingsbrief met
zijn adres."
Mirbeau nam den brief aan en zag
zijn vriend met oogen vol achterdoch
tige nieuwsgierigheid aan. Het schrift
was hom volkomen onbekend.
„Hij heet dus Dubois, even als gij?"
„Dubois de Lancraij. Dubois is zulk
een algemeene naam! Bovendien be
weerde mijn vader, dat de beide families
zeer in de verte verwant waren. De
oude heer van het kasteel was op dit
punt veel minder zeker," voegde Janer
glimlachend bij.
Hij was zoo volkomen op zijn ge
mak, dat Mirbeau niet meer dacht aan
het flauwe vermoeden, dat door zijn
hoofd was gegaan. Men begon over dit
onverwachte geluk te spreken, dat den
jongen beeldhouwer zoo goed te pas
kwam.
Het huwelijk werd voltrokken en Jan
was er niet bij tegenwoordig.
Eene maand later, op een schoonen
namiddag in Juni, reed in vluggen draf
een rijtuig bespannen met twee prach
tige paarden. Het ging door het hek van
een park en snelde voort over het fijne
zand van eene breede oprijlaan.
(Slot volgt.)
duitsche seemansmision Catherine, dan
komt de brief wel in handen als de
brief niet teregt is dan komt ik hem
zelf een Zondag terug halen maar hij
komt wel in handen.
„Zijn adres is de '2c kazerne attelarie
van de Muiderpoort af Alhier (Amster
dam)."
Bij al haar vertrouwen in de Amstor
damsche post (denk maar aan dat zege
vierend slot: „maar hij komt wel in
handen") vond Ivatrientje het toch raad
zaam om aan de achterzijde ook nog
een en ander op te schrijven. In een
hoekje van het couvert stond behalve
haar volledig adres dan ook:
„De brief niet open breken voor dat
hij in handen is als u blieft,"
terwijl in een ander hoekje was gekrab
beld:
„De post deze brief niet waarom laten
stuuren."
Dit laatste was gelukkig niet noodig,
en evenals in elke ouwerwetscheu roman
kregen ze elkaar ten slotte, d. w. z. de
korporaal den brief. Of-ie Katrientje
ook krijgt, dat zal veel van zijn eigen
optreden afhangen.
Als 't hem mocht gelukken, dan is
't te hopen, dat zij de huishoudkunst
beter verstaat dan de „kunst van het
woord" of meer bepaaldelijk de techniek
van onzen Hollandschen zinsbouw.
Vergeleken echter bij 't geen men
in de kaap-kolonie soms onder de oogen
krijgt is haar taaltje nog Hoog-Neder-
landsch. Men leze maar eens wat on
langs op de achterzijde van een circu
laire stond:
„Strand Verzorging huis. net meest
berekend in Oost Londen. Schoonheid
en beschaafdheid een bijzonderheid. Pro
viandeeren voor huisgezinnen. Verlicht
door clectrisch licht. Ook rijtuigen
te huren. Satisfactie gewaarborgd. Be-
stingige kostangers een groot reductie.
Rijtuig ontmoet gasten op ontvangst van
brief of telegram. A'crvcrschingen gege
ven op lokaliteit. Mrs. S. Young, eige
nares.'
Gelukkig was de voorzijde in het
Engelsch gesteld, zoodat men de bedoe
ling van Mrs. Young toch kan begrijpen,
want zelfs met behulp van het Groot
Nederlandsch w oordenboek, of van Dale
is er niets van dit Hollandsch te maken,
liet Engelsch orgincel van dit taalmon-
ster luidt:
„When visiting East London go to
the Beach Accomodation House. Clean
liness and civility a speciality. Families
catered for. Electric light throughout.
Satisfaction guaranteed. Permanent boar
ders at reduced rates. Mrs. S. Young
proprietress."
Men ziet, 't is wel noodig, dat het
nationale Onderwijs in Transvaal krach
tig gesteund wordt en dat „alleman"
zijn best doet om het smeulende Hol-
landsche element aan te blazen. Juist
het omgekeerde van 't geen wordt voor
geschreven te Uithoorn' waar „alleman"
moet blusBchen.
Daar had n.l. de gemeenteraad in de
politieverordening een artikel opgenomen
dat geestelijken van de brandweer zijn
vrijgesteld. Gedeputeerden echter, van
oordeel, dat in Uithoorn, „alleman"
moet blusschen, hebben verzocht dit ar
tikel in te trekken, daar zij het anders
ter vernietiging aan de koningin zouden
voordragen, 't Is uu maar te hopen, dat
spoedig een Uithoornsche waterleiding
komt, zoodat de Gedeputeerden hun
verzoek kunnen intrekken en de geeste
lijken zich voortaan al een aan het „geeste
lijke blusschingswerk" van „vlammende
hartstochten" en „brandende zonden"
knnnen wijden.
Baarn. Dat onze gemeente in ons
land een goeden naam heeft en in de
laatste tijden meermalen tot vergader
plaats van belangrijke vereenigingen
wordt gekozen, blijkt ook thans weer.
De Nederlandsche Maatschappij voor
Tuinbouw en Plantkunde (Bescherm
vrouwe: H./M. de Koningin-Moeder) zal
Woensdag '28 Sept. a.s. in het Badhotel
haar 53e Alg. Yerg. houden. Het lijdt
gecir twijfel, of de afgevaardigden, uit
alle ileelen des lands hier saamgekomen,
zullen van ons vorstelijk Baarn een aan
gename herinnering meenemen.
Dezen winter zullen als gewoonlijk
weer vier Nutsavonden gegeven worden.
Ditmaal zullen geen lichtbeelden worden
vertoond. Voor Nieuwjaar zullen optre
den de heer P. H. Lamberts Jr. uit
Amsterdam met ernstige en luimige
voordrachten, en de heer J. C. van den
Berg, die een rede zal houden over
Prins Willem Hl, voor wien men een
standbeeld zal oprichten.
Omstreeks twaalf uur brak Maan
dag aan een zijsteeg van de Veldstraat,
in een woning met rieten dak, brand
uit door een nog onbekende oorzaak.
In een ommezien stond liet huis, door
drie arbeidersgezinnen bewoond, in lichte
laaie. Aan blusschen viel niet te denken,
evenmin als aan het redden van den in
boedel; zelfs zijn nog eenige kippen ver
brand. Voor de brandweer kon aan
rukken, had het vuur- reeds een nabij-
staande woning, eveneens met riet ge
dekt, aangetast, die ook spoedig in de
asch werd gelegd. Met vijf stralen wist
men den brand te beperken, zoodat men
om twee uur het vuur meester was. Uit
het tweede huis, door twee families
bewoond werd nog iets van den inboedel
gered. Alles was verzekerd, de inboedels
evenwel laag.
Klarii'ii hi. Dat de lieve jeugd graag
is naar fruit, niemand zal 't haar kwa
lijk nemen, doch dat zij 't mijn en dijn
niet weet te onderscheiden, dat bijna
geen tuin of gaard veilig voor haar is,
is toch wel wat erg. Dag in, dag uit
hoort men in dezen klachten: 't ware
daarom te wenschen, dat eenigen van
deze jeugdige boosdoeners op hee-
terdaad werden betrapt.
Eemnes. De burgemeester van Eem-
nes waarschuwt tegen een persoon, zich
noemende Klaas Blij, volgens zijn zeg
gen geboren Afrikaner, die ouder het
doen van meer tragische verhalen om
trent zijn lot in en na den Transvaal-
schen oorlog, vertelt zijn vrouw en twee
kinderen in de concentratiekampen te
hebben verloren. Hij heeft getrachtdoor
allerlei verhalen, in deze gemeente gel
den in te zamelen voor zijn terugkeer
naar Transvaal, doch merkende dat er
in die gemeente menschen waren, wien
het bekend is dat Klaas Blij geen ge
boren Afrikaner kan zijn, is hij spoor
loos verdwenen, het ingezamelde geld
grootendcels bij een ingezetene achter
latende.
Zeer waarschijnlijk zal hij in andere
gemeenten onder allerlei onware verhalen
ook gelden trachten in te zamelen.
Signalement: middelbare lengte, blond
haar (zeer dun, bijna kaalhoofdig),kleine
dunne knevel, dito baard, grijze oogen,
kiomme neus en heesche stem, spreekt
r.u eens Afrikaansch en dan weder Hol
landsch. Hij is in het bezit van eenige
stukken en brieven waarin de naam van
K. Blij voorkomt, benevens van een lijst
der gehouden collecte in de gemeente
Eemnes.
Harderwijk. Als een ergerlijk
staaltje van kwaadwillligheid in deze
stad moge dienen, dat Vrijdagavond om
streeks half tien het ondergedeelte dei-
winkelpui van den heer Zikking, Schoen
makerstraat, geheel is overgoten met
kooiteer.
De heer Z. heeft de politie hiervan
in kennis gesteld, en het zal zeker de
wensch van ieder zijn die met veront
waardiging deze ergerlijke baldadigheid
heeft aanschouwd, dat de dader worde
opgespoord en zijne verdiende straf
niet zal ontgaan.
Vergadering van den Raad der ge
meente Amersfoort op Woensdag, den
7 September 1904 des namiddags ten
3 ure.
Punten van behandeling:
1. Voorstel tot boeming van een tij
delijk leeraar in de natuurkunde aan de
inrichtingen voor Hooger en Middelbaar
Onderwijs.
2. Benoeming van leden der commis
sie van wetgeving wegens periodieke
aftreding van de heeren Celosse en Mr.
van Voorst Vader.
3. Samenstelling der afdeelingcn.
In de Remonstrantsche kerk treedt
Zondag ten 10'/2 uur op Ds. J. van
Loenen Martinet uit Bussum.
Een aardig nummer van hette's-Gra-
venhage gehouden Concours hippique
was het jachtpaarden-concours.
Eerst moest overeen hek gesprongen,
daarna afgestegen om het paard door
een dicht begroeid laantje te leiden,
vervolgens weer te paard over een sloot,
afstijgen een hek openen en behoorlijk
ook weer sluiten, een tweede hek, daar
na weer opstijgen en een drietal hin
dernissen nemen om vervolgens over een
smal eu hoog houten bruggetje te rijden,
daarna weer over sloot en andere hin
dernissen om ten slotte den eindpaal te
passeeren, waar genoteerd werd hoeveel
tijd men voor den rit had noodig gehad.
In dit nummer behaalde luitenant D.
.1. C'ouveë een bestuursprijs.
Het slotnummer was wel het belang
rijkste, en vooral het onderhoudendste
voor het groote publiek, n.l. het spring
concours, waar, behalve vier prijzen in
geld, nog een eereprijs, aangeboden door
jhr. F. Van Loon, was te behalen.
Twaalf paarden kwamen uit. Luite
nant Beerninck uit Roermond bereed er
drie, en moest ten slotte voor de volg
orde der prijzen met zichzelf concur-
reeren.