Binnenland.
Allerlei.
brinskaja en ondanks het ingrijpen der
overheid per trein naar Smjela, waar de
rustverstoringen zich herhaalden.
Ter onderdrukking der onlusten werd
de militaire macht te hulp geroepen,
die van de wapenen gebruik maakte,
waarbij vijf personen zwaar enjeen groo-
ter aantal licht verwond werd. Een aan
tal personen is in hechtenis genomen.
Een neger-politicus te St. Louis,
die zichzelf gezond van lijf en geest
noemt, heeft plechtig beloofd, dat hij
zich van een hooge brug in de Mi6-
sissipi zal storten, indien Roosevelt niet
tot president der Verecnigde Staten van
Noord-Amerika wordt herkozen. Hij
wedt zijn leven tegen vijf dollars.
Een jonge onderwijzeres uit Gel-
senkirchen, die een bad nam in de Elbe,
is doodgeschoten. Men vermoedt, dat
een strooper haar, zwemmende op den
rug, voor een eendvogel heeftaangezien.
Te Brooklijn is een beeldschoon
Joodsch meisje op de meest tragische
wijze gestorven. Ze was met twee ver-
w anten gaan bidden op het graf van
haar halfzuster, van wie ze zielsveel
gehouden had. Na het gebed opstaande
schijnt ze den rcchtopstaanden zerk te
hebben aangeraakt. De steen viel voor
over en doodde de achtienjarige, zonder
dat de beide familieleden iets ter voor-
komig van het ongeluk konden uit-
richteu.
Herhaaldelijk moet het meisje den
wensch hebben uitgesproken naast haar
zuster begraven te worden. Die wenseh
zal nu spoedig worden vervuld.
Officieel Vlaamsch. Op de postpak
ketten in België wordt de plaats, waar
men op postpakketten het zegel moet
aanbrengen, aldus aangeduid: „Op het
collo te plakken etiquette,"
Prof. Rieder te Munehcn heeft in
de Vereeniging voor morphologie en
physiologic een belangrijke verhandeling
over het onderzoek van maag en inge
wanden bij levenden, door het gebruik
van bismuth in het voedsel mogelijk
gemaakt. Bismuth laat nl. geen X-stralen
door, zoodat na het gebruik daarvan en
behandeling met Röntgenstralen de wer
king van de maag en spijsverteerings-
organen geregeld konden worden op
genomen.
Een welgesteld Antwerpsch koopman,
Karei Rumpf geheeten, vertrok de vo
rige week naar Engeland. Kort daarop
ontving de familie een brief, waarin
Karei berichtte, dat hij ongesteld was
en dus nog wat langer in Londen bleef.
Sedert is hij met achterlating van zijn
bagage in het Charing Cross Hotel ver
dwenen.
Vooraf richtte hij aan vrienden nog
een hoogst merkwaardigschijven, waarin
de onaangename mededeeling, dat hij
als de brief werd besteld reeds een lijk
zou zijn.
In Douglas is door de bevoegde
autoriteit vastgesteld, dat een tweejarig
kind gestorven is tengevolge van het
eten van rottende vruchten, die ze van
de straat had opgeraapt. De rechtbank
die in deze zaak een onderzoek instelde,
beval de overheid aan, den fruitventers
te verbieden rotte vruchten op straat te
werpen omdat deze een voortdurend ge
vaar opleveren voor kinderen
Een loopjongen van een Parijsch
wijnkooper die zonder betrekking was
heeft Zaterdag zelfmoord gepleegd door
van de Are de Triomphe te springen.
meesteres een halsband geborduurd voor
haar toekomstige hond. Manne vond
eigenlijk niet, dat het stond, voor een
hond van zijn ras; hij jankte: de hals
band was veel beter geschikt voor een
wijfjeshond, bij voorbeeld voor het lieve
mopshondje. Maar uit beleefdheid, en
omdat ik hem vertelde, hoeveel steken
de teedere vingers wel op den sierlij
ken band gewerkt hadden, ging hij zoo
getooid des middags met mij uit; wij
haalden de lieve maakster voor eene
wandeling af. Het was prachtig'. De he
melsblauwe linten fladderden aan Man-
ne's hals en juist zulke linten prijkten
onder de blanke kin mijner blonde ver
loofde. Daarbij scheen de zon en er was
geen wolkje aan den hemel te bespeu
ren, ook niet aan mijn hemel en aan
dien van Manne.
Op onzen trouwdag had de oppasser
een krans van bloemen om de hals
van het dier gebonden; zoo zat hij voor
mijn bed, toen ik voor de laatste maal
op mijn kamer ontwaakte.
„Wat ben je mooi, Manne!" riep ik.
Daar sprong hij op mijn bed. Maar, hetzij,
dat de krans hem hinderde, of dat ook
honden voorgevoelens hebben ik
weet het niet, maar hij was niet zoo als
anders.
„Zeg eens, oude jongen, wij zullen
elkander in vier weken niet zien, want
de huwelijksreis naar Zwitserland kunt
gij toch moeielijk mede maken; maar
Hij werd letterlijk verpletterd op de
straatsteenen gevonden.
Hoe hij er op gekomer. was, weet
men niet.
Het hoofdbestuur van „Volksonder
wijs" roept de correspondenten en af-
deelingen te wapen tegen de voorge
stelde wijziging der wet L. O. In een
uitvoerig artikel in het orgaan der
ver. wordt o. m. gezegd:
Wij kunnen in de voorgestelde re
geling voor het onderwijs in Nederland
niets anders zien dan een teruggangop
den weg, dien wij ter rustige ontwik
keling na de pacificatie in '89 in het
belang van land en volk voor ons volk-
onderwijs meenden te zien inslaan. Erger
nog, wij oordeelcn de door Minister
Kuyper de Kamer voorgelegde wijzi
gingen een aanslag op die ontwikke
ling in die mate, dat alle vooruitstreven-
den in den lande tot duren plicht hebben
alles in het werk te stellen om de
treurige gevolgen van dien aanslag, nu
deze zeker niet kan worden verijdeld,
zooveel mogelijk te verzachten."
De gebroeders Eekhoff te Nijmegen
die een pakhuis van oud lood, zink en
ijzer enz., in de Nomienstraat aldaar
hebben, kwamen tot de ontdekking, dat
de bovenbewoonster, de wed. J., met
behulp van een zoon een gat in den
zolder had gezaagd, waardoor die zoon,
gedurende het tweetal maanden, dat het
gezin daar boven woont, zich des nachts
van tijd tot tijd toegang tot liet pak
huis had verschaft en daaruit achter
eenvolgens belangrijke hoeveelheden lood
en zink had gestolen en verkocht. Een
zak aldus verkregen oud lood werd
nog op de kanier dier weduwe in be
slag genomen, alsook een partij, reeds
door die vrouw bij een andere uitdrager te
gelde gemaakt.
Het geld voor het monument voor
generaal Karei Van der Heijden, nabij
Arnhem op te richten, is bijeen.
In de aanstaande vergadering van den
Arnhemschen Gemeenteraad komt aan
de orde een adres van de commissie
betreffende plaatsing van het monument
op den Berkenheuvel en overdracht er
van aan de gémeente.
Het Eransche tijdschrift Lu Revue
(voorheen Revue des Revues) heeft aan
een groot aantal theologen en andere
geleerden in verschillende lauden de
vragen voorgelegd: Is als tegenwicht
van het wassend ongeloof een hereeni-
ging van het Katholiscismc en het Pro
testantisme gewenscht'r1 Zoo ja, hoe zou
dit kunnen tot stand komen?
In het nummer van 15 Aug. waren
de antwoorden opgenomen van een aan
tal katholieken, die uiteraard terugkeer
van de Protestanten tot de „moederkerk"
bleken voor te staan.
In het nummer van 1 Sept. zijn nu
een aantal antwoorden opgenomen van
protestantsche geleerden van verschillen
de richtingen. Allen achten de „hereeni-
ging" van beide deelen van het Christelij
ke geloof ondenkbaar, zoolang het ka
tholicisme onvoorwaardelijke gehoorzaam
heid aan het Pauselijk gezag hand
haaft.
De Revue beeft zich ook gewend
tot onzen landgenoot den minister dr.
A. Kuyper, als oud-hoogleeraar in de
theologie aan de Vrije Universiteit. Zij
teekent er bij aan een antwoord van
daarna, mannetje komt uw goede tijd!"
Ik had den oppasser nog op het hart
gedrukt toch goed voor Manne te zor
gen; daarna heb ik werkelijk vier we
ken lang niet meer aan hem gedacht.
Nu, dat zal niemand mij kwalijk ne
men. Eerst toen wij weer door de den-
newouden en het vlakke land huisw aarts
reden, zeide ik tegen mijn vrouw; „Wat
zal de hond blij zijn!" Ik zag hem reeds
voor mij, ahof hij tegen mij opsprong,
mij likte en in den hondentaal sprak:
„Goddank, baas, dat ge terug zijt. Ik
lieb al gedacht, dat ge nooit weer
kwaamt!"
Zoo geschiedde het ook. De oppasser
had hem aan het station medegebracht;
wel aan een touw, maar wat baat een touw
tegen zulke razende vreugde! Dat was
een spektakel op het perron; de raen-
schen, die ons omringden lachten er
0111 en hadden er schik in, evenals ik.
In het rijtuig sprong hij op mijn schoot
en zat daar, hijgende en met de tong
uit den bok, terwijl hij van tijd tot tijd
vreugdekreten uitte.
„Vindt gij die aanhankelijkheid ook
niet aandoenlijk, Gretlie?" vraagde ik.
„Jawel! Maar alle honden doen zoo,
Rudolf!"
„Dat weet ik wel. Maar ik vind liet
toch aardig."
„Dat schijnt zoo," klonk het autwoord.
„Maar houd hem asjeblieft vast; hij is
yuil. Zit toch stil, gedrocht! Kijk eens
hem dubbel op prijs te stellen, omdat
liij behalve „gezaghebbend op het ge-
gied der godsdienstwetenschap, ook het
hoofd is van een regeering die beter
dan iemand anders op de hoogte is van
't geen practiscli mogelijk is in de Staat
kunde-" Dr. Kuvper's antwoordt luid
vertaald aldus:
„Mijn antwoord zal zeer beknopt
wezen. Neen ik geloof niet aan de een
making der verschillende Christelijke ker
ken. Ik acht dit volstrekt onmogelijk.
ITet eeuige doel dat uien zon kunnen
bereiken, misschien zou wezen een fe
deratieve coöperatie, om als vrije een
heden, op maatschappelijk en staat
kundig gebied te werken (réagir) tegen
de omverstootende (subversifs) begin
selen die de stabiliteit van den Staat
en de zedelijke ontwikkeling der maat
schappij bedreigen."
Als historisch meldt de N. V Ct. te
Vecndani het volgende: „Vader werkt
op de fabriek en moet reeds te 5 uur
's morgens van huis. Moeder gaat aard
appel krabben en voor haaris met klokke
5 de arbeid ook begonnen. Alle klein
tjes, en dat zijn er vier, moeten vóór
dien tijd naar een vrouw worden ge
bracht, een half uur ver, die ze oppast
en verzorgt. Het oudste broertje, nog
geen acht jaar, is belast met het over
brengen heel in de vroegte. Dommelig
van slaap, volbrengt hij eiken morgen
zijn taak naar behooren. De frissche
buitenlucht maakt hem lekker, en op
geruimd speelt hij tot de schoolklok hem
roept. In het lokaal is alles rustig, ieder
heeft zijn werk; het ventje echter is
moe en suf. de slaap overvalt hem en
hij blijft slapen een gapschen tijd, het
afgematte kereltje. De onderwijzer ziet
alles, hij weet welke taak het ventje
reeds in de vroegte heeft vervuld en
laat hem de schade inhalen, onidat hij
medelijden heeft met den jongen."
Wegens voorgekomen defecten aan
de bepakking der caissons, zijn de rij
proeven met het snelvuur materieel, bij
het 3e regiment veld-arfillerie te Breda,
tot nader order gestaakt.
Waar buitenlandsche reizen al niet
goed voor zijn! Pas is onze reislustige
premier uit het buitenland terug, ofinet
nog meer ijver dan vóór de vacantie
gaat hij aan het regeeren, of beter: aan
het alleen-heerschertje-spelen. En de tijd
zal niet ver meer zijn, dat veiligheids
maatregelen als in Rusland plegen ge
nomen te worden bij reizen van den
Czaar, ook hier worden nagebootst als
Z. Exc. de minister van binnenlandsche
zaken het in het hoofd krijgt een Gere
formeerd Ziekenhuis te openen of een
Katholieke keukenprinses voor haar
50-jarigen trouwen dienst een medaille
op den borst te spelden, zooals onlangs
in den Bosch. Althans voor het voorge
nomen bezoek bij de opening van het
Gereformeerde Ziekenhuis in du Ter-
haarstraat te Amsterdam waren op hoog
bevel buitengewone politiemaatregelen
genomen om de veiligheid van Z. Exc
te verzekeren, Nog juist op het aller
laatste oogenlilik echter (echt Russisch)
werd het bezoek «(getelegrafeerd, zoo
dat alle moeite vergeefsch was.
Als we niet oppassen zitten we, voor
dat we het vermoeden onder een neo-
Russisch régime, en we zullen alvast
een bizondcr dikke winterjas aanschaf-
uaar mijn japon, Rudolf?"
Maar Grcthe hoe komt gij aan dat
leelijke woord? En wat schaadt een
beetje zuivere modder, die gij af kunt
schuieren. Ach, sla hem toch niet, liet
dier is uitgelaten van blijdschap!"
Mijn vrouwtje had den opgewonden
Manne een oorvijg toegediend, die hoe
bekoorlijk de straffende hand ook was,
hem toch pijn moest hebben gedaan;
want hij sprong schreeuwend van mijn
schoot en vluchtte achter mijn beenen,
waarbij hij mij verwonderd aanzag. Ik
kon niet anders, ik moest hem streelen
„Oude jongen, het was zoo kwaad niet
gemeend
„Rudolf," zeide de kleine boosdoenster,
ongeduldig aan mijne zijde opspringende,
„nu zijn wij in de B. straat; hoe heer
lijk!" En hare oogen zagen mij aan,
zoo vertrouwend, zoo innig, dat het mij
roerde. In deB. straat stond onze nieuwe
woning.
Zij boog het hoofd uit het rijtuig,
terwijl haar hand de mijne vasthield.
„Mama en Miete zien uit het ven
ster!" juichte zij, en wenkte en knikte,
en toen het rijtuig stil hield, sprong zij
er als de wind uit en de trappen op; ik
haalde haar eerst in aan de met bloemen
versierde deur der etage, waarop onze
woning was. Daar lag zij in de armen
der statige vrouw, uit wier ernstige oogen
nu tranen stroomden".
„Mama! Mama! Ik ben zoo ge
ien om beter beveiligd te zijn tegen
slagen met den knoet.
Van Rusland en de Russen gespro
ken, de Russische dames schijnen ook
zoo heel makkelijk niet te zijn. Zoo
kwam dezer dagen een Russische dame
in een winkel te Koningsbergen een en
ander uitzoeken. De winkejufofruw liet
haar ook een Japansche kop en schotel
van groote waarde zien, waarop de Rus
sin zoo toornig werd, dat zij den haar
aangeboden kop op den grond in hon
derd stukken smeet, met den uitroep:
„zoo moest het alle vervloekte Japan
ners vergaan!"
De winkeljuffrouw deed haar klant
opmerken dat zij de kosten had te be
talen. De dame had daar niets tegen,
maar toen haar door de juffrouw de
schotel werd aangeboden, als behoorende
tot den koop, kreeg de Russin opnieuw
een aanval van toorn en wierp ook den
schotel op den vloer, ditmaal met den
uitroep: „Zoo moest het alle vervloekte
Duitschers vergaan!"
Gelukkig was de winkeljuffrouw ook
niet op haar mondje of liever haar handje
gevallen, en nu was het haar beurt om
op te treden. Zij gaf haar klant een
flinken klap in 't gezicht, uitroepende:
„Zoo moest het alle vervloekte Russen
vergaan."
Nu, we kunnen niet zeggen, dat ze
haar klant 't haar toekomende niet heeft
gegeven, en we haar gedrag eerder goed
keuren dan dat van een van Oirscliot's bur
gers. Dezer dagen vond n'. een dienst
meisje op den openbaren wegeen bank
biljet van f 40, dat in tweeën was ge
scheurd. Zij spoorde den rechtmatigen
eigenaar op, gaf liet verlorene terug,
en ontving tot belooning.... een standje,
wijl het biljet stuk was.
Zoo werd het bekende „stank voor
dank" nog weer eens voor de zooveel-
ste maal bewaarheid.
In Frankrijk gaat het echter juist an
dersom. Daar is tenminste de oud-beul
Deibier, monsieur de Paris, zooals hij
in de wandeling heette, op zeer h oogen
leeftijd op zijn villaatje gestorven.
Zes jaar geleden werd hij gepensio
neerd. Wie den strammen rentenier niet
zijn opgewekte wijze van doen tegen
kwam, kon niet denken, dat hij twintig
jaar lang beulswerk had verricht.
Tot de misdadigers die hij „behan
deld" heeft behooren Ravachol enVail-
lant, de beide beruchte anarchisten en
de moordenaars Prauzini en Prado. De
hooge leeftijd die Deibier bereikte toont
aan, dat een handwerk, dat aan andcrer
leven een eind maakt, liet eigen
best kan verlengen.
Geen wonder dat Ds. Rudolph zoo
happig is naar het beulsbaantje!
Varia.
Meezeil. De rneezen zoeken op de
boomen al het ongedierte dat er zich
bevinden kan, zoowel in volkomen staat
als in gedaante van eieren of van pop
pen; in dit opzoeken leggen zij won
derbare vlugheid, behendigheid en ge
duld aan den dag.
Men rekent dat iedere mees jaarlijks
200.000 kerfdieren, eieren of poppen
verslindt.
Men verzekert dat een koppel meezen
gedurende de omtrent 21 dagen dat het
zijn jongen moet voeden, ougeveer40,000
rupsen onder groote en kleine, verbruikt.
Men schat eindelijk dat een nest mee
zen, bestaande uit 15 of 18 vogelen, op
één jaar ons van 24 millioen schadelijke
kerfdieren verlost
Om dit alles behoort men niet alleen
lukkig!"
De eerste minuten gingen voorbij
onder woorden van verw elkoming, vreug
detranen en uitroepen van blijdschap,
en nu w aren wij in ons tehuis, tusschen
de gezelligste vier muren, die men zich
denken kan. Het laat zich begrijpen,
dat wij beiden in den zevenden hemel
waren: arm in arm gingen wij van de
eene kamer in de andere, gevolgd door
moeder en zuster. Voortdurend klonk
het van de lippen van mijn vrouwtje:
„Hemclsch! niet waar, Rudolf! Bekoor
lijk! O, gij goed moedertje!"
En nu zaten wij aan tafel in de eet
kamer op de tafel lag fijn damast, aan
de muren en op het antieke buffet prijk
ten majolica schotels en kannen, voor
mijn plaats lag het zilveren trancheer
mes en vork, voor Grethe's plaats de
soeplepel, en mijn oude oppasser, in
bruine livcrei met zilveren knoopen,
droeg glimlachend het eerste gerecht
op. Het was prachtig!
Tusschen mij en mijn vrouwtje echter
zat zoo recht als een kaars op de acli-
terpooten mijn of liever onze Manne,
en zijne verstandige oogen zagen smee-
kend naar mij op, als wilde hij zeggen:
„Baas, vroeger, toen gij alleen waart,
gaaft gij mij altijd wat mede, al hadt
gij maar brood met worst. Krijg ik van
daag niet--?" Toen nam ik in mijn ge
lukkige stemming het vleugelbeen mij
ner poularde en zeide: „Daar oude
de meezen te beschermen en, door alle
middelen de vernieling ervan tegen te
gaan, maar ook hun vermenigvuldiging
te bevorderen door het uithangen van
toestellen hetzij in hout, hetzij in
potaarde waarin de vogeltjes in alle
veiligheid hun nestjes kunnen maken.
Dure kabinetjes. Het fijnst bewerkte
sigarenkabinet, dat ooit gemaakt werd,
is het eigendom van den Koning van
Portugal. Het is ruim 1.50 Meter lang,
56 centimeter breed en 90 centimoter
hoog. Het buitengedeelte bestaat uit
fijn bewerkte wit ivoren tegeltjes en is
gemonteerd met zilver. Deze enkele kist
heeft het kapitale sommetje gekost van
28750 gulden.
Nog erger maakte het een rijk Lon-
densch Lord. De vertegenwoordiger der
Henry Clay Bock Company richtte er
een rooksalon in, dat de fabelachtige
som van 7000 pd. st. of ruim 84000
goede Hollandsche guldens kostte.
Le Fumeur.
Een dure snuifdoos. De heeren Du-
veen, de groote antiquiteiten handelaren
te Londen, kochten op de laatste ver-
kooping van Hawkin's collectie voorde
fabelachtige som van 160,000 francB, plus
de kosten, eene snuifdoos, stijl Louis XY,
gedateerd 1758 en geteekend door Hai-
nelin. Atchie! Le Fumeur.
Shag. Hoe komt men aan den naain
„shag" voor die eigenaardige soort tabak,
welke velen boven alles in hun pijp
verkiezen? In een der grootste tabaks
fabrieken van Engeland, zoo luidt de
overlevering, merkte een daar werkzaam
meisje op, dat de tabak onder het mes
uitkomende, aan de snijbank hangen
bleef en riep luidkeels uit „look, what
a shaggy beard" Kijk eens, wat een
ruige baard.... De fabrikant vond de
opmerking zoo aardig, dat hij aan die
bijzondere snede van tabak den naam
gaf van „shag." Hij had er een enorm
succes mede. Le Fumeur.
Een belasting op het gewicht.
Een Zweedsch gemeentebestuur, dat be
hoefte had aan vermeerdering van in
komsten, ten einde eenige groote wer
ken te kunnen voltooien, heeft naarhet
schijnt een geheel nieuwe belasting uit
gevonden. Ieder persoon die meer weegt
dan een bepaald gewicht, moet hier
voor belasting betalen. 61 K.G. is het
maximum gewicht, dat men mag berei
ken om vrij van belasting te zijn. Bij
een gewicht van 61 90 K.G. wordt
15 fr. per jaar betaald voor 90 100
K.G. 30 fr. per jaar. De ongelukkigen,
die nog zwaarder zijn dan 100 K.G.
moeten behalve deze 30 fr. nog 10 fr.
betalen voor elk pond boven dit ge
wicht.
Een geneeskundig Engclsch tijd
schrift raadt aan deze nieuwe belasting
allerwege in te stellen; dit zou een
goede vermeerdering der algemcene
inkomsten opleveren.
Uit een zeker oogpunt is deze nieuwe
belasting misschien te verdedigen Men
is in den regel niet dik en vet als
men er de middelen niet voor bezit het
te worden. Immers wie zijn het dikst
in deze wereld? Zij die overmatig lui
zijn en dus weinig of geen beweging
nemen en al degenen die het grootste
deel van liun leven doorbrengen met
veel en lekker eten. Mogen zij danvoor
deze twee onnoodige dingen ook geeu
belasting betalen?
En het mooiste van deze belasting is,
dat niemand haar kan ontdniken en
minder betalen dan hij volgens zijn ge
wicht verplicht is.
schelm; hebt gij ook wat. Wel, wat zeg
je daarvan?"
„Maar, Rudolf," riep Grethe met huis-
vronwelijke waardigheid, die haar aller
liefst stond, „hoe verkwistend."
„En het nieuwe tapijt!" zeide schoon
mama, en zag mij doordringend aan.
„Ja, Rudolf," zeide mijne jonge schoon
zuster, „dat dier zal al het mooie nieuwe
goedje van Grcthe bederven!"
Zij hadden misschien gelijk maar
het deed mij leed, het verstoorde mijn
vreugde. Mijne vrouw bespeurde het;
zij greep naar mijn hand: „Wees niet
boos, Rudolf!"
„Neen! neen!" Maar ik kon niet
nalaten naar den hond te zien, hoe hij
aan den poot knabbelde. Hij bemerkte,
dat ik mij omkeerde, hief den kop op
en kwispelde met den staart.
„Neem Manne mede," beval ik den
oppasser, „geef hem eten in de keu
ken."
Maar geen poularde! zeide de oude
dame.
„Tot uw dienst!" zeide Philip, greep
Manne bij den halsband en verdween
met hem.
(Wordt vervolgd).