No. 8l
Zaterdag 8 October 1904.
ie Jaargang
Wees 11 Zelf!
Liberaal Orgaan voor Amersfoort enl\Omstreken.
Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER".
Begrootingscijfers.
FEUILLETON.
NUMMER 24.
Voor Vrouwen.
DE EEMLANDER.
Verscliljnt
Woensdags em Zaterdags.
Bureau
Hendrik van Viandenstraat '28.
Abonnementsprijs
f 3.00
- 3.50
- 0.75
Franco per post- 0.90
Per jaar
Franco [per
post;
1 rij s der advertentlën
Van 1 tot 5 regels f0.40
voor iederen regel meer T~0.08
(Bij abonnement aanmerkelijke korting.)
Het is een bekend verschijnsel, dat,
terwijl jaarlijks in de Saten-Qeneraal de
begrootingen uitvoerig plegen behandeld
te worden over het budget in zijn ge
heel, over den eigenlijken voet, waarop
onze staathuishouding geschoeid is, veelal
gezwegen wordt ol dat daaraan slechts
een enkele spreker zijn aandacht ge
wijd blijkt te hebben. Dit komt hier
door, dat bij de begrooting alles geacht
wordt aan de orde te zijn en zoodoende
honderdo onderwerpen in den loop dei-
laatste maand des jaars behandeld wor
den, en dit te sneller naarmate hot
Kerstfeest nadert; wat dau ten gevolge
heeft, dat de afgevaardigden ten slotte
door de vele boomen het bosch niet
meer zien. Dit wordt van jaar tot jaar
erger, zóó zelfs, dat ten vorigen jare de
heer Hees -zijn rede begon met zich te
verontschuldigen, dat hij het nu eens
zou hebben overde cijfers van het
budget!
Over die cijfers willen wij het ook
oven hebben.
Do uitgaven van den staat der Neder
landen, zonder Nederlandsch Indië, zijn
voor het jaar 1905 geraamd op
f 174.883.595,26'
de inkomsten op - 106.016.152,00
zoodat er een geraamd
tekort is van f 8.86L443,26'
zegge bijna 9 millioeu gulden.
Nu wordt er wel altijd gerekend dat
er een paar millioeu, zoo het heet, op
de uitgaven bespaard worden een
besparing die veelal bestaat in het uit
stellen, niet a/stcllen van uitgaven, maal
ais men weet, dat voor 1904 tot dus
ver al zijn toege-taan f 181.446 375,34"
dus ongeveer f5.000.000 meer, dan thans
wordt aangevraagd, dan schijnt het maar
het best nu niet op voel meevallers te
rekenen, vooral niet daar de begroo
tingen voor oorlog en marine voor 1905
slechts iets hooger zijn geraamd dan
1903, maar lager dan nu reedt is toe
gestaan voor 1904.
De getallen zijn n.l. als volgt:
Departement van marine,
1905 1904
f 16.752.976,45 f 17.273.207,37
1903
f 16.2S0.545,75
Uw raad niet op te volgen, beteekent niets,
ntaar dien ten halve .op te volgen, dat is
verschrikkelijk; het is u in een valsch licht
stellen.
2. I.
Ik zou er ook zoo wel eens van door
willen gaan, maar de directeur denkt
er anders over; hij wil niet hebben, dat
er gezegd zou kunnen worden, dat
men zich in de doos verveeldeAllen
zoo frisch als rozen, en dartel als veu
lens. Hij laat ons zingen om aan de
menschen te doen gelooven, dat wij zoo
gelukkig zijn als de vogels inhetbosch.
Wat een dwaasheid! En te denken, dat
ik nog vijf jaar voor de borst heb. Haar
ziet u Hijnheer, ik ben niet van plan,
mijn tijd uit te dienen."
Zijn gelaat helderde op, hij knipte
op geheimzinnige wijze met de oogen,
en eindigde met aan zijn stadgenoot
eenige stuivers, voor wat tabak te vragen.
IJvert gaf hem -.vat geld, terwijl hij
zijne gift van reni* zedepreek deed ver
gezeld gaan. Bigarreau stopte het geld
Departement van Oorlog,
1905 1904
f 27.026.684,00 f 29.783.020,00
1903
f26.319.175,904
Nu moge men f 43.779.660,45,'zegge
bijna vier-en-veertlg milioen gulden, een
respectabel bedrag vinden voor de beide
departementen van landsverdediging, wie
weet dat voor die beide departementen
in 1904 word uitgegeven f 47.056.287,37
of ruim zeven-en-veertig millioeu gulden,
die twijfelt hard of men er in slagen
zal, de uitgaven zoozeer te beperken,
als men zich thans voorneemt.
De rente van de staatschuld is ge
raamd op ruim 35 milioen; telt men
dit bedrag op bij de 44 milioen voor
oorlog en marine, dan komt men tot
een bedrag van 79 miUioen, of op 10
milioen na de helft van het totaal onzer
staatsinkomsten.
De staatschuld is voor een groot deel
voortgekomen uit vroegere oorlogslee-
ningen en slechts voor een deel uit lee
ningen voor productieve idtgaven en
thans zal weldra op nieuw moeten ge
leend worden, zoodat het rentebedrag
nog zal toenemen.
Voor den eigenlijken staatsdienst blijft
dus over bijna 96 millioen, verdeeld
als volgt:
Iluis eer Koningin f 800.009,
Hooge collegies van staat - 699.000,
Depart, v. buitenl. zaken - 1.014.845
Justitie- 7.022.65150
Binnenlandsche zaken -19.779.021,10
Financiën -27.530.710,83'
Waterstaat -36.064.544,21
Koloniën- 3.019.905.88'
Onvoorzien - 50.000,
De raming van al deze uitgaven te
zamen overtreft, niettegenstaande do mi
nisters verklaren dat alle mogelijke zui
nigheid is betracht we naderen im
mers de verkiezingen! de uitgaven
van 1903 met f 10.218.836,92'. En dat
is, gelijk boven gezegd, nog maar een
raming, waarbij oorlog en marine zich
zeer, zeer hebben bekrompen! Is het
denkbaar, dat de uitgaven zich naar de
raming zullen schikken?
In de millioenenrede, waarmede de
minister van financiën, de staatsbegroo-
ting bij de Staten-generaal indiende, was
deze bewindsman zeer pessimistisch.
Hij kondigde als vrij vaststaande reeds
tu8schen de voering van zijn pet, luis
terde naar de preek, met spotachtigcn
glimlach en onder voorwendsel, dat het
uur om naar het werk terug te keeren,
weldra slaan zou, maakte hij een bui
ging voor den houtvester en verdween.
II
Het nieuwe kerkhof voor de vrouwe
lijke gevangenen bestemd, was een stuk
braakland, dat juist aan den ingangvaii
het bosch lag, en van af de plaats, waar
de jonge gevangenen de kuilen groeven,
keek ineu in het dal van de Aube.
Hen zag in de diepte de kleine kerk,
de twee dorpstraten, die als het ware
tegen een kring van begroeide heuvels
aanleunden; de leien daken van het
oude klooster staken tusschen de den-
nenboomen uit, terwijl de Aube kron
kelend als een zilverachtig lint, schit
terend in de zon tusschen bloeiende wei-
landen liep, tot dat eindelijk heuvelsen
bosschen haar aan het oog onttrokken.
Het licht van de zon speelde zoo dar
tel op die bloemrijke weilanden, op dit
stroomend water en op die bosschen,
die door hun blauwe waas onduidelijk
zichtbaar waren. Leeuworikkeu zongen
in de lucht, terwijl verschillende gelui
den, als het geklots van water, het. ge-
kraai van lianen en kinderstemmen uit
het dorp, op grooten afstand hooibaal-
waren. Het dal bood op dien zomer
morgen een vroolijk schouwspel aan,
suppletoire begrootingen aan van f 635.000
voor oorlog en marine, van f400.000
voor koloniën, voor de posterijen f 16 7.000
en voor den centralen gezondheidsraad
van f 50.000, dus te zamen een slordige
twaalf ton. Z. E. vergat daarbij te wij
zen op de kosten, die de nieuwe onder
wijswet zal vragen of is de bedoe
ling deze als stembus-inzet tot na de
verkiezingen te bewaren? terwijl de
militaristische uitvoering van de leger-
wetten, wanneer zij geheel is tot stand
gebracht, er nog wel meer in zal hakken.
Om het gevreesde tekort te dekken,
wordt aangekondigd een voorstel oin
den accijns op liet gedistilleerd te ver-
hoogen tot f70 per II. L. en 5 op
centen te heffen op de bodrijfs- en de
vermogensbelasting. De minister mag
dan wel zijn collega van binnenlandsche
zaken navolgen in diens methode van
wetgeving, en n.l. deze beide belasting-
verhoogingen in één ontwerp samen
voegen, want anders kon de accijns-
verhoogiiig er wel eens alléén door
komen; en wanneer dan de schoone
drankwet van zijn collega werkelijk eens
zoo goed bleek te werken als diens
bewonderaars voorgeven, dan kon de
verhooging van den accijns wel eens
worden opgewogen door een minder
verbruik
Haar scherts ter zijde, waar moet
het heen met onze staatsfinaniën op
deze wijze?
De middelen houden zich goed, zij
blijven voortdurend stijgen; maar bij
het weinige, dat tot nog toe gedaan is
voor de sociale rechtvaardigheid, staat
een nog grootere taak voor de borst.
Hillioenen en inilliocnen zijn weer
noodig.
Zal men ze door middel van de be-
lastingschroef kunnen krijgen.
Ten deele misschien wel, maar veel
meer nog zal moeten gedaan worden
door betere organisatie van don staats
dienst.
Elke organisatie heeft steeds neiging
om zich uit te zetten en dit gold vooral
van leger en vloot.
In do laatste instantie worden de
legeruitgaven slechts begrensd door de
mogelijkheid om ze te hetalen.
Hoe grooter land, zoo grooter leger
en vloot. Indien derhalve onze milita
risten hun zin hadden, zouden zij nog
meer voor leger en vloot vragen, want
steeds zullen leger en vloot van ons
maar de jonge grondwerkers op het
braakland van Hontgirand hadden er
geen oogen voor. Onder de Argus blik
ken van den hoofdbewaarder Suerrot ver
werkten zij den grond, en men liet hen
nauwelijks tijd om de vliegen te verja
gen, die hen kwamen plagen.
De oudsten groeven en de kleineren
werkten twee aan twee met den krui
wagen. Gekleed in grof linnen kielen,
het hoofd bedekt niet een stroohocd,
voortdurend in beweging op dien grijzen
steenachtigen grond deed het geheel
aan een mierennest denkeu. Als de ben
gels opkeken om zich het voorhoofd af
te wisschen wekte het zonnige groene
dal, in plaats vau kalmte, een soort
stomme ergernis in hun hart op, want
de uitnoodiging tot vreugde en genot,
zoo geheel door de natuur verspreid,
was voor hen een wreede, bittere ironie.
Het vrije gezang van den leeuwerik,
het vroolijk vliegen der zwaluwen aan
den oever der rivier maakten huil den
dwangarbeid nog bitterder, de slechte
behandeling van de bewakers en de gren
dels der gevangenis nog zwaarder te
verdragen; het deed den lust tot verzet
en wegloopen in hun hart ontwaken.
Onder do minst gedisciplinccrden en de
ongeduldigsten onder het juk, behoorde
onze vriend Bigarreau.
Toen hij den vorigen dag den hout
vester verhet, had hij zich gehaast om
voor een gedeelte van het gekregen
landje zich bevinden tegenover sterkere
legers en sterkere vloot. Nu heeft onze
laatste legcrwet de oorlogstcrkte van
ons tegenweer reeds aanzienlijk uitge
breid en laat men het kabinet zijn gang
gaan, dan zal langzaam maar zeker
deze uitbreiding haar gevolgen doen
zien in de uitbreiding van kader, ka
zernes, vestiugswerken enz. En zoo
zal het financieel evenwicht voortdurend
in de klem blijven of nog sterker in de
klem komen.
Prof Treub heeft een dezer dagen in
een zijner verkiezings-redevooringen te
recht aangemerkt, dat de huidige re
geering ten onzent niet zoozeer het ge
volg is van een kentering in denkbeel
den van ons volk, dan wel van de
angst van de groot-induetriëelen voor
sociale wetgeving.
Welnu, de heeren zullen in de komende
periode de vruchten plukken van hunne
kortzichtige politiek.
Sociale wetgeviug zullen zij van deze
regeering wel niet krijgen. Dilt hebben
zij gewonnen; maar belasting vrijwaring
zullen zij gevoelen door vermeerdering
van defensielasten, omdat de heer Knyper
zijn kabinet heeft versierd met een wet
van den militaristisphen minister van
oorlog; de ontevredenheid onder de be
volking zal toenemen; het voorstel tot
tariefsherziening, dat hunne nijverheid
in haar bloei zal treffen, is meer dan
een bedreiging geworden.
Zullen de begrootingscijfers hen tot
inkeer brengen? Of zal ook van hen
getuigd moeten worden, dat de Goden
met blindheid slaan, wien ze verderven
willen?
Aan het verslag in „het Volk" van
een bezoek aan de nieuwe Huishoud
school te Amsterdam ontleen ik enkele ge
gevens, die ook hier wel eens gelezen
mogen worden, De school staat onder
beheer van mej. S. Heijboom, wat zoo
veel beteekent als dat zij in de beste
handen is. Er is o. a. heel wat voor
de volksvoeding gedaan en menig ar
beidersgezin zal voordeel kunnen trek
ken van het praktische en nuttige on
derwijs.
Er zijn ongeveer 200 leerlingen waar
van 60 voor diensbode hun opleiding
ontvangen; die meisjes komen er op
dertirnjarigen leeftijd en volgen dan ge-
geld een pakje cigaretten en lucifers te
koopen. Deze schatten had hij in den
zak van zijn broek geborgen, en den
geheelen morgen voelde hij er van tijd
tot tijd eens naar, met een soort vader
lijke zorg, vast besloten op te steken
zoodra Suerrot zich een weinig verwij
derd had. Er werd een half uur gerust;
en dan verminderde Suerrot gewoonlijk
zijn onafgebroken, oplettende bewaking,
want verliefd op de waardin van den
Gouden Leeuw, werd hij onwillekeurig
tot den boomgaard, die tegenover de
werkplaats gelegen was getrokken, wijl
op dat uur aldaar gewoonlijk zijne
vriendin te vinden was. Bigarraeu had
hierop gerekend, en zoodra de bewaker
naar den boomgaard was gegaan kroop
nummer 24 als een adder tusschen de
jeneverbesboomen tot aan het bosch,
zocht snel met het oog den hoogsten
boom met de dikst gebladerde kruin,
en klom als een eekhoorn in een oog
wenk 'tot den top. Toen hij schrijde-
liugs tusschen twee takken zat, bedekt
door het dikst gebladerde, stak hij on-
middelijk een cigarette aan, en genoot
met lange teugen van de verboden vrucht.
Heil zat zoo heerlijk daar in de hoogte
tusscheu het friesche groen, en bespeurde
door de takken de daken van liet dorp,
het schitteren van de Aube, verder tus
schen de twee rijen heuvels, hetgolven
van het graan, afgewisseld door een
schakeersel van klaverbloemen. De me-|
durende twee jaar het onderwijs van
912 en van 25 uur, zij loeren koken,
wa8schen, behandeling der wascli, strij
ken, verstellen, huishoudelijk werk, voe
dingsleer en gezondheidsleer. Als zij
do school verlaten en zij hebben een
goed getuigschrift, dan zijn de meis
jes niet alleen in staat de huishouding
van vreemden te voeren, maar tevens
om later hun eigen huishouding te voe
ren zij hebben ook den volkspot leoren
koken en zijn toegerust met de kennis
om met f 10 per week zoo verstandig
mogelijk toe te kunnen. Zij weten dan
hoe zij zooveel mogelijk voordeel kunnen
halen uit een kleinen beurs. Ik geloof,
dat er niet veel arbeidersvrouwen zullen
zijn, die het dan zullen verbeteren; een
goede berekening opmat en is een heele
kunst. Voor fl,50 per maand lecren
zij dit alles; zeker niet te duur voor
een grondige opleiding maar daarom
toch nog niet bereikbaar voor ieders
inkomen. Dat de school er op uit is
zooveel mogelijk tegemoet te komen
aan de behoeften der arbeidersgezinnen
bewijst wel het gebruik der hooikisten,
stoomkokers en kranten. Kranten om
een kokende ketel eten gewikkeld, doen
ook het eten gaar worden, besparing
in brandstoffen en een beter denkbeeld
van de voedingswaarde der spijzen zijn
grootc aanbevelingen.
De zoo gevormde dienstmeisjes zijn
zeer gezocht; wenschelijk zou het echter
wel zijn, dat er nog veel meer geplaatst
konden worden. Er komen ook veel
meisjes voor een opleiding in liet op
doen der wascli of alleen voor strijken,
deze bezoeken dan alleen enkele cur
sussen. Waschvrouwen hebben er zich
nog geen aangemeld wat wel te be
jammeren is, omdat het linnengoed dan
met meer kennis van zaken zou worden
behandeld en waarschijnlijk minder te
lijden had. 's Avonds worden er ook
aparte lessen in koken gegeven: voor
eerstbeginnendeu, voor den burgerpot,
voor de fijne keuken; er is een cursus
in het strijken voor dienstboden, weke
lijks een les van 2 uur die f 5 voor 5
lessen kost; dus tegen 50 ets bet uur.
Het onderwijs voor dames, die dit
geheel willen volgen, kost f 250- per
jaar.
Even wil ik hierop wijzen, want de
„biefstukschool"(!) waar hier in Amers
foort van zekere zijde zóó tegen ge
werkt werd en nóg wordt, kan natuur
reis floten tusschen het kreupelhout, de
basterd nachtigalen kweelden in de wil-
genbooinen, aan den oever der rivier
en een frisch windje wiegde hein als in
een hangmat. Hen was er zoo goed,
zoo aangenaam, dat Bigarreau zijn tijd
vergat en Suerrot met een roos in den
mond terug komende, miste onmiddelijk
bij den eersten oogopslag een der ge
vangenen uit het kleine troepje.
„Waar is nummer 24?" riep hij.
De jongens wisselden een stommen
blik van verstandhouding, maar stelden
zich mot een stil schouderophalen te
vreden.
De opzichter dacht dadelijk, dat num
mer 24 weggeloopen was en werd bleek
van schrik. Zijne onrustige blikken dron
gen door het kreupelhout, en ontdekten
toen in den top van een jongen boom
de lichte spiraalachtige kringetjes van
blauwe rook. Dat was onnatuurlijk en
de knaap moest zich dus daar verscho
len hebben. Suerrot sprong naar het
bosch; in een oogwenk was hij aan den
voet van den boom en toen kostte het
hem weinig moeite de hangende beenen
van Bigarreau te ontdekken.
IVordt ren olgd).