No. 85. Zaterdag 22 October 1904. ie Jaargang Wees U Zelf! Liberaal Orgaan voor Amersfoort en OmstrekenS Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER". Het Troonredeleugentje om bestwil. r FEUILLETON. NUMMER 24. DE EEMLANDER. Verschijnt Woensdags en Zaterdags. niireau Hendrik van Viandenstnuit 28. Abonnementsprijs Per jaarf 3-00 Franco per post- 3.50 Per 3 maanden- 0.75 Franco per post- 0.90 Prijs der advertentlën Van 1 tot 5 regels 0.40 voor iederen regel meer0.08 (By abonnement aanmerkelijke korting.) .Niet in elk opzicht bevredigend zijn de uitkomsten van handel en scheep vaart. Die der nijverheid stellen bij meer dan een bedrijf als gevolg van buiten- landsche mededinging, rechtmatige ver wachtingen te leur". Dat staat in de Troonrede. En niet waar, lezer, als zoo iets in een deftig stuk als de Troonrede staat, dan doe je een extra-zware haal aan je Gouwenaar, je zet een heel deftig gezicht, kijkt som ber, schudt vreeselijk bedenkelijk het hoofd en zegt zuchtend: „Nou, nou, 't mot toch wel erg zijn. Uit den mond van Hare Majesteit zelve, heeft liet geklonken door de zalen van 't Binnenhof. Dr. Kuyper, de groot-minis ter, heeft het voor llare Majesteit netjes opgeschreven, als ten minste minister Harte het niet gedaan heeft. *t Zal dus wel erg wezen met handel en scheep vaart en nijverheid. En dan die buiten- landsche mededinging". Ja, zeg je dan verder, na een dubbel zo aren trek aan je Gouwenaar, en een drie-dubbel diepen zucht, het zal op protectie, aanmoeten. Maar nauwelijks voel je die protectiegedachten in je brein opkomen, of je vrijhandelaarsgeweten begint te werken. B 't Zegt, zoo luid 't kan, mijn goede vrind, voor je dat leelijke beest binnen haalt, dat net als 't paard van Troje vol vijandelijke machten zit, moet je eerst eens onderzoeken, of dat Troonrede zin netje soms ook een ministriëel smoesje is van een protectionistisch minister. Als je dat wilt weten, sla je de stati stiek van den In-, Uit- en Doorvoer op over het jaar 1903, uitgegeven door het Departement van Financiën, je schrijft aan het Nationaal Weekblad om het nummer, waarin het adres voorkomt, dat een aantal fabrikanten enz. betrok ken bij de schoenindustrie aan de Tweede Kamer hebben gezonden, je stopt je Gouwenaar nog eens en dan lees je: 8 „Was het werkelijk de bedoeling van de Troonrede, om een mededeeling te doen omtrent den toestand van handel en nijverheid, dan moeten wij consta- teeren, dat deze mededeeling in strijd is met de pas gepubliceerde cijfers in de statistiek van de In-, Uit- en Doorvoer over het jaar 1903, uitgegeven door het Departement vau Financiën. Nagenoeg ieder onzer heeft zijn Gcthse- mané en zijn Calvarie-bery gekend. Zij, die weder opstaan, behooren de aarde niet meer toe. 6.) Het kamp van de klompenmakers bestond uit een groote kegelvormige hut, met mos en aarde bedekt en een loods, met een dak van rijshout, waaronder de grossen gemaakte klompen bewaard wer den. De eigenlijke werkplaats was in de open lucht, en op het oogenblik, dat Norine daar kwam, zat vader Yincartte paard op zijn hakblok en ontwierp, met behulp van zijn dissel, een paar klom pen uit een wilgenboom. Zijn open hemd liet een ingevallen grijsbehaarde borst zien. Hij was een klein kromgebogen man, ongeveer vijftig jaar oud, zeer le vendig, met een wipneus, grootenmond en lachend vochtig oog. Op het geluid van de voetstappen van Norine keek hij op en ontving zijne dochter met een veel betcekenend glimla- Daar staat namelijk woordelijk op de eerste pagina: „Uit de cijfers over 1903, vergeleken „met die over 1902, blijkt het dat de „algemeene invoer is vermeerderd met „bijna 14 pet., de invoer tot verbruik „met bijna 4,88 pet., de algemeene uit- „voer met 18,19 pet., de uitvoer uit het vrije verkeer met ruim 6,73 pet., de „doorvoer met overlading inct ruim 18.57 „pet. en de doorvoer zonder overlading „met bijna 11.34 pet- Men ziet hieruit dat deze uitkomsten meer dan bevredigend zijn; bepaald schitterend worden ze echter in vergelijking met de cijfers, die voor komen in dezelfde statistiek van het jaar te voren: „Uit de cijfers over 1902, vergeleken „met die over 1901, blijkt, dat de alge meene invoer is vermeerderd met ruim „7.10 pet. de invoer tot verbruik met „ruim 6.09 pet., de algemeene uitvoer „met bijna 5.84 pet., de uitvoer uit het „vrije verkeer met ruim 5.43 pet., de „doorvoer met overlading met bijna 8.65 „pet. en de doorvoer zonder overladiii| „met bijna 14.87 pet." Als je dit een paar keer goed over gelezen hebt, ga je er eens rustig over nadenken en dan kan je al gemakkelijk tot het volgende besluiten: Algemeene invoer is de invoer van alle goederen, dus daar onder ook begrepen, die waren, welke hier tijdelijk worden opgeslagen, om later naar 't buitenland te worden vervoerd. Yan 1902 tot 1903 nam die invoer dubbel zooveel toe als van 1901 tot 1902. Invoer tot verbruik is de invoer van alle buitenlaud8che goederen, die bestemd zijn om hier in 't land te blijven. Dat zijn dus die goederen met de „beruchte buitenlandsche mededinging" uit de Troonrede, je weet wel, lezer. Nu zou je natuurlijk verwachten, dat die invoer geweldig gestegen is. Mis man, de invoer van 1901 tot 1902 steeg met 6,09 die van 1902 op 1903 met 4,88%, dat is dus aanzienlijk minder en be wijst? "Wel, dat en dal had nou eigenlijk in de Troonrede moeten staan dat onze nijverheid meer en meer de buitenlandsche mededinging hel hoofd biedtja zelfs overvleugelt. En dat komt nog duidelijker uit bij de Algemeene Uitvoer. Die steeg van 1901 op 1902 met 5,84 doch van 1902 op 1903 met 18,19 dat is dus driemaal chen, dat kleine rimpels rondom zijne oogen veroorzaakte. „Wel, wel, kleine meid, gij hebt tijd noodig gehad voor je ontbijt heden mor gen, dunkt mij," Het jonge meisje zette een gewichtig gezicht en riep, op den knorrigen toon van een bedorven kind: „lk raad u bepaald aan te klagen, en dat terwijl ik mij nog wel met uwe zaken bezig hield." „Ei ei, en met welke zaken?" „Hebt ge onlangs niet gezegd, dat ge graag een leerling zoudt hebben?" „Ja, het is waar, de Champenois mis ik duchtig, en ik zou graag iemand hebben, die mij wat hielp. Maar de leer lingen groeien niet als paddestoelen in het bosch." „Ik heb er toch een bij Fontenelle gevonden, en ik heb hem medegenomen ook." „Hei, hei," riep de klompenmaker ontsteld, nu gaat gij wat al te hard van stal; wij moeten den eersten, den besten niet nemen." „Het is niet de eerste de beste," ant woordde het meisje, „het is een flinke stevige jongen, die goed zal werken." „En van waar komt die knaap?" Norine raakte een oogenblik in de war, maar herstelde zich toch spoedig. Het is iemand, die in dienst was bij mandenmakers, hernam zij, maar daar zij hem sloegen, is hij weggeloopen.... zooveel. Een bewijs, dat de inlandsche productie sterk toeneemt. En dat blijkt ook weer uit den uitvoer uit 't Vrije ver keer. Dat is de uitvoer van die goede ren, die iu Nederland zijn gemaakt of eenige bewerking hebben ondergaan. Die uitvoer steeg van 1901 op 1902 met 5,43 doch van 1902 op 1903 6,73 dat is dus in 1903 een toename van ruim een vierde meer dan in 1902. En de door voer geeft even mooie cijfers te lezen. Die steeg van 1901 op 1902 met 23,52 en van 1902 op 1903 met 29,91 °/0,dat is een vierde meer. Maar weet je, wat nog 't mooiste bij dien doorvoer is? Er is doorvoer zonder overlading en doorvoer met overlading. Aan die door voer zonder ov.erlading valt voor onze havenarbeiders niets te verdienen, doch zie je, van de doorvoer met overlading daarvan moeten ze 't hebben. En nu neemt volgens de cijfers van het Depar tement /an Financiön zelf, die doorvoer zander overlading af doch de doorvoer met overlading, waaraan de centjes ver diend worden, die verdrievoudigde. In de 'I roonrede had dus moeten staan Met blijdschap kan vermeld worden, dot onder het thans gevoerde stelsel de nij verheid de buitenlandsche mededinging geheel de baas wordt en ons land een goede toekomst tegemoet gaat. Dat had er moeten staan, als de Troon rede door de ministers uiet misbruikt was geworden om de Tariefwet door een valsche voorstelling van zaken aan te prijzen. En zie, lezer, als je dat overpeinsd hebt, doe je een zwaren haal aan je Gou wenaar en zegt met het Nationaal Week blad „Eischen politieke berekeningen het nu eenmaal om de achting voor de Troon rede te ondermijnen, dan eerbiedige men ten minste de Koningin die haar uit spreekt." Waarom vrouwen geen auto mobiel kunnen besturen. Een der meest bekende New-York - sche genecsheeren laat nooit na, als een zenuwachtige dame hem consulteert, haar voor te schrijven, een automobiel te koopen en die zelf te besturen. Dit middel, dat om zijn kostbaarheid niet onder ieders bereik is, biedt zeer ernstige gevaren: ten eerste voor de voorbijgangers, die groot gevaar loopen om te komen door een nieuwbakken chauffeuse, en ten tweede voor de on- Ik kwam hein bij Fontenelle tegen, hij had honger, ik heb hem wat eten ge geven." De klompenmaker schudde bedenke lijk het hoofd. „Een mooie aanbeveling," pruttelde hij, „het is wat liefs Norine, je dadelijk beet te laten nemen, door een land- looper." „Ik laat mij niet beetnemen, ik heb hem goed uitgevraagd en nu staikvoor hem in; ik weet, dat gij veel genoegen van hem hebben zult. Maar als u mij niet vertrouwt, staat het u natuur lijk vrij hem niet te nemen! Ge zult dwaas handelen, en de jongen zal on derweg van honger omkomen maar enfin!" Zij sprak deze laatste woorden op boozen toon uit, blijkbaar niet al te best gehumeurd, wel wetende dat deze ma nier van doen nooit geheel zonder uit werking bij onzen vriend Yincart bleef. „Wie zegt, dat ik hem niet zal nemen." antwoordde hij, half overgehaald. „Ik zeg niet van neen, maar ik koop geen kat in den zak, ik wil hem eerst zien. Waar is hij?" „Ik zal hem u zenden. Daarenboven is u niet met hem getrouwd, en als de Champenois terugkomt, kunt ge Claude Pinson nog altijd wegsturen, als zijn werk u niet aanstaat." Terwijl dit gesprek over zijn lot be-j sliste, klopte het hart van Bigarreau gelukkige zieke, niet gewend haar ze nuwen te behcerschen en daardoor ieder oogenblik er aan bloot gesteld om haar door één verkeerde handeling van al haar oogenblikkclijke en toekomstige kwalen voor goed te verlossen. Als door een gelukkig toeval deze raad niet al te veel voetgangers het leven kost of de zenuwzieken naar de andere wereld helpt, dan schijnt de uitwerking van dit paardemiddel aan het wonder baarlijke te grenzen. De Amcrikaansche dokter is misschien over het algemeen niet aan te bevelen omdat hij tamelijk lichtvaardig het leven zijner patiënten in de waagschaal stelt, als psycholoog is hij bepaald bewonde renswaardig. Er is geen beter middel om iemand van denkbeeldige kwalen te gciezen dan haar te gewennen aan werkelijke gevaren. Een zenuwachtige vrouw is zoo onder den indruk van het besturen eeuer automobiel, dat zij thuis gekomen, zich niet meer door muizenis sen of spookgestalten laat bang maken. Door een merkwaardige samenloop wor den juist de zwakheid Yan geest en van karakter, die haar afkeerig moesten ma ken van het besturen eener auto,- er door genezen als het middel dus niet zooveel gevaren opleverde, was het pro baat en voor ieder raadzaam om te be proeven. Wie zich geheel niet beheer- 8chen kan, leert nu do minste beweging steeds vooruit te bedenken, haar aan dacht geheel te bepalen, bij den weg, die ieder oogenblik allerlei bezwaren kan opwerpen en haar de verplichting oplegt het leven harer medemenschen te sparen; maar deze kunst is er juist eene, die do vrouwen het moeielijkst zullen leeren. Iemand die afgetrokken is, zal slechts door een harde les hiervan te genezen zijn en dus ongeschikt om het besturen te leeren; iemand die te hard wil rijden, zal het zeker haast nooit leeren, omdat dan de koelbloedigheid zóó groot moet wezen dat men zeker geen last van zijn zenuwen zal hebben en het geneesmid del dus onnoodig is. Dikwijls ook wei gert de machine in een of ander opzicht te gehoorzamen, wel is er dan dikwijls maar een kleinigheid noodig om haar in orde te krijgen, maar daardoor wordt een grondige kennis van de technische inlichting vereischt. Ieder zal deze moe ten bestudeeren voor men zich wagen kan aan het besturen; de dames zullen zeer onrustig, en duurde de tijd, die hij in het wilgenboschje verscholen door bracht, zeer lang. Sinds lang was hij niet bewogen geworden door zulk een angstig en toch weldadig gevoel. De ont moeting met Norine, de wijze waarop zij hem geholpen had, alles was voor dezen jongen, die tot op heden als een paria beschouwd en behandeld was, zoo geheel nieuw, dat het in zijn oog als een wonder voor kwam. Hij was bang dat deze ongehoopte kans eensklaps weer zou verdwijnen, zooals die blauwe blaasjes, die hij een oogenblik op de oppervlakte der beek zag verschijnen, om daarna voor goed uit een te 6patten. De minuten schenen hem ongelooflijk lang toe, en ofschoon hij slechts een kwartier gewacht had, begon hij reeds te wanhopen. „Ach," zuchtte hij, men wil mij niet gebruiken...." Op hetzelfde oogenblik hoorde hij op eens aan den kant van de werkplaats driemaal het somber geluid van: „Koek.... koek.... koek....koek.... koek....koek Hij sprong op en liep naar de afge sproken plaats. Weldra zag hij Norine tusschen twee stapels hout naar hem toe loopen. „Kom gauw," riep zij geheel buiten adem, „vader wil het met jcprobeeren. Ik heb hem gezegd, dat ge Claude Pin son heet en dat gij bij mandenmakers dienst zijt geweest, die je sloegen. dus waarschijnlijk dat werk liever aan het andere geslacht overlaten. Deze week passeerde hier oen auto door een dame bestuurd; zij had echter een heer naast zich die zeker wel bekend was met de techniek; ik hoop dat z\j goed thuis kwam. De buitenwegen zijn nog niet zoo gevaarlijk; in een groote stad ech ter zou ik er me liever niet aan wagen om door haar gereden te worden, het mocht dan eens gaan als met die Pa- rijschc zangeres die op een der boule vards iemand omverreed en doodde. UIT DE PERS. De Stichtsche Courant geeft een goeden raad aan de anti-revolutionaire kiesver- cenigingcn. Het blad schrijft n.l. Wij raden den besturen onzer Kics- vereenigingen ten zeerste aan zich te abonneoren op do Handelingen der Sta- ton-Geueraal, en ze dan ook goed te be studeeren. Sommige groote liberale bladen geven in hun overzichten van hetgeen behan deld is in do Kamers vaalc oen totaal valschen indruk. Daarop afgaande zou men dan zeggon, dat byv. minister Kuyper bij de adres debatten in beide Kamers en nu weer bij 't drankwetdebat in de Eerste Kamer ul oen vrij treurigon indruk maakte Leest ineu evenwel de Handelingen, dan ziet men dat de minister integendeel schitterend uit den strijd te voorschijn kwam. Natuurlijk heeft hot verwekken van dien valschen indruk bewust of onbe wust zijn motief in den kouiendon ver kiezingsstrijd. Maar juist met 't oog op dien strijd is 't noodig dat onze mannen do waarheid kennen. En dan moet van de voornaamste pun ten aanteekening gehouden worden op dat wij klaar zijn voor 'tdebat, wanneer zooals te wachten staat, doscheeve voor stellingen van de Liberale en Socialisti sche pers op de meetings aan den man worden gebracht. Dat het steeds de anti-revolutionairen zijn die de waarheid verkondigen is algemeen bekend; men denke slechts aan Sybrandi, Mekking c. d. De kamer verslagen van de Standaard en andere anti-revolutionaire bladen zijn ook altijd zoo onpartijdig mogelijk. Men leze die Onthoud dit nu alles goed en vergis je niet, als hij het je vraagt." Zij hield op om adem te scheppen, en hare doordringende oogen waren langen tijd op de blauwe kijkers van Bigarreau gericht. „Om vader te overreden, heb ik een leugentje moeten vertellen, het spijt mij zeer, dat ik dit heb moeten doen Maak, dat ik er nooit berouw over be hoef te hebben." Yoor de eerste keer in zijn leven, kreeg Bigarreau eenig begrip van wat goedheid was en voor het eerst, vulden zich zijne oogen met tranen, die niet door smart of toorn worden opgewekt. Op den bodem van zijn hart ontsprong op eenmaal die bron van gevoel, die in elk mcnschenhart verborgen is. In eene opwelling van dankbaarheid, greep hij de hand van Norine, en drukte haar tusschen zijne verwonde vingers. Hand aan hand liepen zij naar de werkplaats in de open lucht, waar vader Vincart weer met het uithollen van zijn klomp begonnen was. „Zie hier, Claude Piusou," zeide No rine. De klompenmaker zag op, en bekeek Bigarreau, die heel verlegen met zijn hand tegen zijn broek wreef, van top tot teen. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1904 | | pagina 1