No. 86.
Woensdag 26 October 1904.
ie Jaargang
Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken
Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER".
Wees UZelf!
NUMMER 24.
Een opwekking.
J
FEUILLETON.
Een onbillijke klacht.
DE EEMLANDER.
Verschijnt
Woensdags en Zaterdags.
■tiirean
Hendrik van ViandenStraat '28.
Abonnementsprijs
Per jaarf 3.00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Prijs «Ier advertentiën
Van 1 tot 5 regels0.40
voor iederen regel meer0.08
(Bij abonnement aanmerkelijke korting.)
In ons vorig nummer hebben onze
lezers de medcdeeling kunnen vinden,
dat de heer Prikken benoemd is in een
betrekking bij de Rechterlijke Macht te
's-Cxravenhage, zoodat in District I een
zetel vacant is.
Daar ontstaat dus een geheel nieuwe
vacature, waarvoor binnen zeer korten
tijd een keuze zal zijn te doen.
Naar wij vernemen, we staan even
wel voor de juistheid der medcdeeling
niet in zal reeds in de volgende
maand de verkiezing plaats hebben, zoo
dat ditmaal do tijd van voorbereiding
vrij kort is.
Met dien tijd moet gewoekerd worden
en we vinden 't aangenaam dit te
kunnen zeggen, op grond van do ver
kiezing voor den Gemeenteraad, dien wij
pas achter den rug hebben, ons ver
trouwen op de ijverige propaganda-club
en op het Bestuur van de kiesvereeni-
ging Amersfoort is thans van dien aard,
dat we vaat er van overtuigd zijn, dat
genoemde corporaties den beschikbaren
tijd ook niet zullen vorbeuzelen.
Zij hebben van onzen kant geen aan
sporing noodig, doch wie dit wèl noodig
hebben, dat zijn de leden van de kies-
vereeniging Amersfoort. Het aantal leden
dat bij zeer gewichtige aangelegenheden
gewoonlijk ter vergadering komt is te
klein. We weten zeer goed, dat ditzelfde
ook meermalen voorkomt bij onze tegen
standers, doch daar is dit uit den aard
der zaak niet zoo erg. De partijdisci
pline is daar van dien aard, dat dit geen
kwaad kan.
Maar juist, omdat dit in de vrijzinnige
partij niet het geval is, komt het ons
voor, dat we niet sterk genoeg er op
kunnen aandringen, dat de vergadering
van de kiesvereeniging, waarin de be
spreking der eventueele kandidaten en
daarna de keuze van een defiuitieven
kandidaat zal plaats hebben, door ieder,
die maar eenigszins kan komen, moet
bezocht worden.
't ls natuurlijk gemakkelijk [genoeg
met een man of dertig een kandidaat
te stellen, maar het geeft veel meer
kracht en veel meer animo voor het
Bestuur, wanneer de beslissende keuze
in een eenigszins voltallige vergadering
plaats heeft.
Wij hoorden reeds drie of vier namen
r"a
Er zijn tranen die branden en litteekenen
achterlaten. Anderen veredelen en sieren
het gelaat Doch men vnult er ook die dreigen
en doen sidderen.
7.)
„Hij ziet er niet kwaad uit," bromde
de klompenmaker tusschen de tanden
„en als hij nu evenveeel lust om te
werken heeft, als hij er goed uitziet,
dan zullen wij het samen wel kunnen
vinden.... Zeg eens, jongen. Norine heeft
mij over je gesproken, en ik zal het
eens met je probeeren; wij zullen zien
wat ge kunt. Het is hard werken, maar
niet wordt je geslagen. Bevalt je dat?"
„Jawel baas."
„Welnu, voor van daag zal Norine,
je op de hoogte van ons ambacht stel
len, want zij kan het zoo goed als een man,
en zij heeft haarsgelijken niet, om aan
den klomp een zekeren zwier te geven-
Morgen stop ik je een werktuig in de
hand, en dau zullen wij eens zien wat
of gij kunt."
noemen van personen, die ons alleszins
geschikt toeschenen een zetel in den
llaad te bekleedeu, doch per slot van
rekening kan de keuze maar op één
vallen en juist orn te verkrijgen, dat
degene die aangewezen zal worden
werkelijk de man is van de groote meer
derheid der kiesvereeniging is het wen-
schelijk, dat ieder bedenke, dat het
lidmaatschap van elke vereeniging, doch
in 't bijzonder van een kiesvereeniging
nog andere dan financieele verplichtingen
oplegt. Door lid te worden hoeft men
ook de zedelijke verplichting op zich
genomen, althans die vergaderingen te
bezoeken ernstige verhindering uit
gesloten waar de meest ernstige arbeid
voor een kiesvereeniging, n.l. de keuze
van oe-n kandidaat plaats heeft.
Alleen zij, die ter vergadering komen
hebben recht van spreken. Les absents
out tort.
Dit geldt vooral hier. Wie vau een
dergelijke vergadering wegblijft heeft
later niet het recht te betreuren, dat
liet de man, die hij het meest geschikt
achtte tot kandidaat geproclameerd
wordt.
De weg om invloed uit te oefenen
staat ieder open. Maakt er gebruik van.
Komt trouw ter vergadering.
Meermalen konden we in de dagbla
den, ook o. a. in „de Groene" lezen,
dat de Tlollandsche straatjongen, vooral
die der groote steden, zeer onaangename
eigenschappen heeft. Ilij is brutaal, lastig
en soms zelfs gevaarlijk. Ben vreemde
ling beschouwt hij als zijn natuurlijke
prooi, een politieagent als zijn geboren
vijand.
Die klacht is niet van vandaag of
gisteren en heeft al heel wat pennen
en stemorganen in beweging gebracht.
Zelfs heeft het Ned. Ond. genootschap
in de afdeelingen de vraag aan de orde
gesteld, „wat er tegen de baldadigheid
der straatjeugd is te doen" (of iets der
gelijks, de juiste formuleering van dit
vraagpunt hebben wij nu niet tot onze
beschikking.)
Yersebilïende middelen zijn aan de
hand gedaan om dit euvel te bestrijden.
Kindervrienden hebben er op gewezen,
dat de beste bestrijding van de kwaal
zou gelegen zijn in het verschaffen van
IV.
Het is twee uur. Het onder de zo
merzon flikkerende bosch lokt tot slapen
uit. - Op een grooten steen in de beek
van Fontenelle, daar waar ze heel nauw
is en heel snel stroomt, zitten Norine
Vincart en Bigarreau, terwijl hunne boe
nen in den stroom hangen.
Zij hadden kousen noch schoenen aan,
en het water liep mot een zacht ge-
druiscli zeer snel langs hunne boenen.
Het was reeds iets langer dan veertien
dagen, dat de zoogenaamden Claude
Pinson, als leerling diende bij vader
Vincart. Men gebruikte hem om hout
te zagen en te klooven, en daar hij
sterk en vlug was, kweet hij zich uit
muntend van zijn taak. Deze veertien
dagen schenen hem alleen uit uren van
volmaakt geluk te bestaan.
Baas Vincart, ofschoon driftig en on
geduldig, was geen kwaad man, en wat
Norine betreft, zij had haar bescherme
ling lief gekregen, en als een bedorven
kind deed zij met haar vader wat zij
wilde, en maakte zij het leven van den
nieuw aangekomene zoo aangenaam mo
gelijk. Zij had hem gekleed in een oud
klompenmakersbuis, vermaakt volgens
hot figuur van Bigarreau, eu zij had
hem een bed gespreid in de loods, waat
men de klompen opstapelde, naast de
ligplaats van stroo en varens van den
afwezigen compagnon. Daar,ineenpaar-
geschikte speelplaatsen voor de jeugd,
onder toezicht; anderen wenschten de
politie het recht te geven tot lichamelijke
straffen enz.
Wie van ons een afdoende remedie
verwacht, moeten wij teleurstellen. We
wenschen thans daarop niet in te gaan.
Uit de veelvuldigheid der klachten
mogen wij echter de gevolgtrekking
maken, dat de kwaal bestaat en van
vrij grooten omvang is. Ten tweede
ligt het voor de hand, dat de school
onmachtig is om die kwaal te beteugelen.
Dit alles erkennen wij, hoewel tot ons
leedwezen, maar de feiten zijn niet te
loochenen.
Waar wc evenwel met klem tegen
moeten protesteeren, dat is tegen de
wijze, waarop deze zaak door onze tegen
standers wordt gebruikt als een wapen
tegen de openbare school.
De Nieuwe Baarnsche Courant bijv
noemt de baldadigheid van de straat
jeugd een gevolg van de opleiding in
de openbare school.
Zoo straks eenige citaten uit een
hoofdartikel van dit orgaan, om onzen
lezers te doen zien, wat den vrijzinnigen
alzoo „in de schoenen geschoven wordt".
Maar eerst eens een vraag.
Hoe is 't gesteld met de „vruchten"
van de bijzondere scholen?
Komen daarvan alleen eerlijke, be
trouwbare bescheiden leerlingen?
Zijn er onder die brutale straatrakkers
ook geen leerlingen van „de scholen
met den Bijbel, van de R. K. scholen?
We weten dit niet maar hebben grond
om te gelooven, dat dit wel het ge
val is.
Nemen we nu eeps hiet de Amster-
damschestraatjongen, want we weten
immers, en de Nieuwe Baarnsche weet
dit natuurlijk even goed als wij, dat alle
groote stedpn in geheel Europa percents
gewijze heel wat meer misdadigers zijn
dan in kleinere plaatsen of op het platte
land, maar nemen we de leerlingen der
openbare eu bijzondere scholen van die
kleinere plaatsen, dan zal men hoogst
waarschijnlijk opmerken, dat het ge
halte der leerlingen, wat hun gedrag
op straat betreft, niet merkbaar verschilt
Vraag het eens den politic-agenten, die
bij de scholen de wacht houden bij het
aan- en uitgaan, bijv. hier ter stede,
en het zou ons zeer verwonderen, als
het oordeel luidde: de kinderen dei-
openbare scholen zijn ondeugender, dan
dendeken gewikkeld, sliep de vroegere
gevangene zoo rustig als een kind tot
aan den dageraad, en werd dan frisch
en welgemoed wakker gewekt door het
gezang der lijsters en de stem van de
vroeg opstaando Norine.
Men moest hard werken bij vader
Vincart, maar toch vond men
tijd tot verpoozing, en de dag had
ook zijne uren van vermaak en rust.
Het werk begon bij het krieken van den
dag, en eindigde bij zonsondergang. Op
heetst van den dag deed de klompenmaker
een middagslaapje, en het werk begon dan
eerst weer om vier uur. Norine en Bigarre-
reau dwaalden gedurende dien tijd in
de naburige bosschen. Het meisje lenig
als een slang en vlug als een eekhoorn
wijdde haar medgezel in al de bosch
genoegens in. Zij kon strikken spannen
voor de hazen, en wist met de hand
forellen en kreeften uit de beek te van
gen. Zij kende al de plekjes waar de
meeste aardbezieën en frambozen groei
den. Dit leven tusschen de gezonde bos
schen, het werken in de open lucht, af
gewisseld door wandelingen, hadden
spoedig een geheel ander mensch van
onzen Bigarreau gemaakt. Hij was vol
strekt niet meer die schuwe, wilde ge
vangene, op wiens rug en schouders de
knuppelslagen der gevangenopzichters
regenden, noch die deugniet, door
jarenlange landlooperij bedorven, en
geheel ontaard door de verderfelijke
die der scholen met den Bijbel en die
der Koomsch-Katholieke scholen.
Maar nog iets.
Welke ouders kiezen voor hunne kin
deren de bijzondere scholen?
We laten nu weg, degenen die dat
doen, omdat zij niet anders durven, om
de een of andere reden, maar dan zijn
het toch de kinderen van menschen, die
behooren tot een bepaald kerkgenoot
schap en van wie dus heel in 't
algemeen gesproken gezegd mag
worden, dat hun de opvoeding hunner
kinderen ter harte gaat.
We hebben hier dus het geval, dat
de ouders en onderwijzers elkaar ten
minste niet tegenwerken.
Maar de openbare school moet alles
aannemen, dus ook de kinderen van die
vele ouders, die zich aan de opvoeding
hunner kinderen niets gelogen [laten
liggen. Zou de Nieuwe Baarnsche wer
kelijk denken dat de school met den
Bijbel van die kinderen meer kon maken,
dau de openbare dit doet?
En om de zaak nog algemeener op
te vatten, als werkelijk waar was, dat
de zedelijken invloed der kerkelijke
partijen zooveel grooter was, dan die
der vrijzinnigen, dan is het toch een
moeielijk te verklaren verschijnsel, dat
juist in onze zuidelijke provinciën de
statistieken omtrent het aantal veroor-
deelingeu door den strafrechter, we wezen
er reeds eer op, zooveel ongunstiger zijn
dan in de Noordelijke provinciën.
We wenschen hier nog eens uitdruk
kelijk te constateeren, dat wij dit abso
luut niet toeschrijven aan het Katholi
cisme, dus dat wij niet dezelfde jbetoogtrant
er op na willen houden als de Nieuwe
Baarnsche courant, n.l. om een ver
schijnsel, dat voortvloeit uit een reeks
van oorzaken toe te schrijven aan één
enkele.
Ons is bekend, dat in enkele anti
revolutionaire streken in Zuid-Holland,
in districten die een overwegend kerke
lijke meerderheid hebben het iuoreele
leven der landelijke bevolking zeer veel
te wenschen overlaat. Wie dezelfde over
tuiging óök wil krijgen informoere slechts
bij hen, die die bevolking van het meest
nabij leeren kennen nl. bij de artsen,
en ze zullen soms dingen te hooren
krijgen, waarvan ze versteld staan.
Hebben wij nu het recht te beweren,
dat de anti-revolutionaire partij de on
zedelijkheid bevordert
vermenging der beide seksen in de
gevangenis; zijn goede, zorgelooze na
tuur had weer de overhand gekregen.
Dank zij de dagelijksche omgang mot
zijn goede, ofschoon wilde fee, ontkiem
den in zijn binnenste zaden van zacht
heid en gevoeligheid. Maar op ditoogen
blik hield Bigarreau vol genot zijne
voeten in den stroom van Fontenelle,
en zwom zijn geheele wezen in een
vreugde veel grooter dan al het water
van de beek.
„Wel Claude," zeide Norine, hem
van terzijde aanziende, „heeft de warmte
je al den lust tot praten ontnomen? Gij
zijt stom als een visch."
„Het is niet de warmte," antwoordde
hij, "maar ik ben zoo gelukkig. Ik ben
bang, dat ik droom en dat ik weldra
wakker zal worden. Soms droomde ik
in de gevangenis dat ik vrij was, en
als ik dan wakker werd en zag, dat
het slechts een droom geweest was, trachtte
ik dadelijk weer in te slapen om het
voort Ie doen duren.... Op het oogen-
blikheb ik hetzelfde gevoel, ik durf
mij niet bewegen, uit vrees, datikeens-
klaps Fontenelle, de werkplaats en ook
Norine, als in rook zal zien verdwijnen,
om wakker te worden onder de klau
wen van den hoofdbewaarder,"
„Het hangt van je zelf af.... Vader is
tevreden; hij zegt, dat ge allen aanleg
hebt om een bekwaam werkman in ons
vak te worden.... Hij zal je graag bij
We hopen voor een dergelijk opper
vlakkig oordeel bewaard te blijven, om
dat het onze mcening is, laten we het
maar héél eenvoudig zeggen, dat er in
alle kerkelijke of politieke partijen brave
en slechte menschen zijn. Dat is een
zeer gelijkvloersche waarheid, maar die
toch nog wel eens herhaald mag wor
den, als we zien hoe sommige anti-re
volutionaire organen naar het voorbeeld
van den Eersten Minister de „paganis-
tische" partijen nis de partyen der im
moraliteit brandmerken. Van die groote
en schuldige oppervlakkigheid is de
Nieuwe Baarnsche Courant niet vrij te
pleiten, waar ze tekeer gaat tegen de
openbare school, als zij in haar hoofd
artikel: „Schreiende toestanden" dit
doet.
Alles moet njaar geladen worden op
de schouders van de openbare school.
Of de ouders hunne kinderen ver-
waarloozen en op de meest rookelooze
wijze overlaten aaD de verleidingen,
die een groote stad aanbiedt, zoodat
de school geheel vruchteloos zijn in
vloed ten goede tracht aan te wenden,
dergelijke argumenten worden niet over
wogen.
Wijzen wij op de ongerechtigheden,
die in kerkelijke streken (dit bij ver
korting) onder de zich bij uitstek „Chris
tenen" noemenden soms plaats vinden,
onze tegenstanders zullen natuurlijk
klaar staan ons onmiddellijk voor de
voeten te werpen, dat ze degenen, die han
delen in strijd met de grondbeginselen,
der moraliteit niet als hun geestv. rwan-
ten erkennen.
En daaraan hebben ze gelijk.
Doch datzelfde recht vindiceeren wc
ook voor ons.
't ls niet voldoende zich vrijzinnig te
noemen, men moet door daden te
toonen het te zijn.
En hij, wiens handelingen niet stroo-
ken met zedelijke principes erkennen
ook wij niet als een der onzen, hoe hij
zich ook nocme.
En om nu nog eens terug te komen
op den invloed der speciaal „Christelijke"
school.
In het belang van de betoogtrant van
de anti-revolutionairen is het natuurlijk
den invloed van de schoolopvocding
zeer te vergrooten en andere factoren,
die bij do opvoeding een zeer groote,
naar onze ineening een veel grootere
invloed uitoefenen n.l. den invloed van
zich houden, maar," voegde zij er niet
een schalksch knippen van de oogen bij,
misschien verveelt gij u bij ons?"
„O, Norine, hoe kunt gij zoo iets
zeggenIk ben alleen maar gelukkig
als gij bij mij zijt?"
„Als dat waar is, blijf dan, en heb
geen zorgen voor den tijd, hernam zij
met nadruk. Heden hebben wij verder
den geheelen dag vrij; vader komt niet
voor van avond laat van de markt te
Gurgis; wij zijn dus ons eigen meester,
en ik ga dien tijd gebruiken met in het
gras te slapen."
Zij stond op, rekte zich uit en schudde
de druppels, van haar rood geworden
voeten, in de zon af. Rondgekeken heb
bende, ontdekte zij een beschaduwd plekje
tegen de helling; zij liep er heen en
strekte zich tusschen de heideplantjes
uit, met de beenen in hare rokken ge
wikkeld, en de armen onder het hoofd
gekruisd. Bigarreau was haar gevolgd,
en op eenige passen van haar geknield,
sloeg hij hare bewegingen oplettend gade.
Voor dat de slaap haar overviel, keek
Norine met half gesloten oogen eu een
glimlach op de lippen, naar haar stil-
zwijgenden kameraad, de onbewegelijke
boomen en den hemel, die tusschen de tak
ken zichtbaar was; langzamerhand sloten
zichhare oogen, kregen hare lippen een
kalme uitdrukking en sliep zij in.
Bigarreau, steeds geknield, kroop nu
naar de slaapster. Hij had zijn buis uit-