No. ioi. Zaterdag 17 December 1904. ie Jaargang Wees 11 Zelf! HET KIND. Liberaal Orgaan voor Amersjoort en Omstreken Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER". Arbeidsbeurzen. FEUILLETON. DE EEMLANDER. Verschijnt Woensdags en Zaterdags. I Bureau Hendrik van Viandenstraat 28. Abonnementsprijs Per jaarf 3.00 Franco per post- 3.50 Per 3 maanden- 0.75 Franco per post- 0.90 Prijs der adverteutiën Van 1 tot 5 regels 0.40 voor iederen regel meer0.08 (Bij abonnement aanmerkelijke korting Zij, die zich met ingang van 1 Januari a. s. op ons blad abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnen de nummers GRATIS. Wie zich in den toestand van de arbeidsmarkt in ons land goed indenkt, komt van zelf tot de slotsom, dat er in dat opzicht al zeer slordig wordt huis gehouden, en begroet met vreugde elke poging, om organisatie te stellen in plaats van het toeval, om systeem te brengen in wat tot nu toe bijna geheel aan de omstandigheden was overgelaten, in één woord om de maatschappelijk aanwezige arbeidskracht met de minste verspilling aan te wenden daar, waar zij noodig is en gevraagd wordt. Als zulk een poging willen wij hier bespreken het voorstel van Burgemeester en Wethouders van Den Haag om te besluiten tot oprichting door de gemeente van oen arbeidsbeurs, welk voorstel dezer dagen in den Haagschen raad behandeld wordt. Nu dus wellicht deze groote gemeente hier een goed voorbeeld gaat geven, kan het zijn nut hebben in liet kort de be ginselen uiteen te zetten, welke de wer king van een arbeidsbeurs dienen te beheerschen. „Een goed ingerichte arbeidsbeurs is ,hct eerst aangewezen middel tot be strijding der werkeloosheid, want al „schept zij geen arbeid, zo wijst aan, „waar behoefte aan arbeidskrachtbestaat", zeggen B. en W. van Den Haag. Zeker is een arbeidsbeurs een middel tot be strijding der werkeloosheid, echter meer indirect dan direct, en dat wel door het verschaffen van statistisch materiaal en andere gegevens die bij een eenigszins doelmatige bestrijding dier maatschap pelijke kwaal onmisbaar zijn. Want terecht wordt gezegd: de arbeidsbeur schept geen arbeid, en de ondervinding in ecnige Duitsche steden opgedaan, dat het aantal veroordeelingen wegens bede larij en landlooperij na oprichting van Laat er vertrouwen heerschen tusschen u en uwe kinderen en uw invloed zal grooter zijn dan by de strengste tucht ter eeneen de diepste onderdanigheid ter andere zijde. J Naar het Duitsch, van EYA TREU. 2-) Wat ik daarbuiten gewonnen had aan vroolijkheid en levensmoed, verdween wonderlijk snel weer in dit tehuis, waar aan ieder vertrek, aan elke bloeiende rozenstruik een pijnlijke herinnering ver bonden was van liefde en ontrouw en bitterheid. De schoonste zomertijd was voorbij. Reeds begon het loof bont gekleurd te worden en blad voor blad zachtjes ter aarde te vallen. Des avonds was het koel; de zeedamp drong door iedere reet en deed mij rillen van koude. In zulke uren gevoelde ik mij dubbel een zaam en verlaten in het groote, stille huis. een gemeentelijke arbeidsbeurs sterk verminderde, terwijl het aantal daarvan in naburige gemeenten bleef toenoemen, zou o. i. niet zoo maar, zonder meer, mogen leiden tot de conclusie, dat de arbeidsbeurs op zich zelf iu de bedoelde steden met succes bezig is do werkloos heid te bekampen. Die conclusie zou daarom veel te gewaagd zijn, omdat het al of niet toenemen van veroordeelingen wegens bedelarij en landlooperij mede afhankelijk is of althans zijn kan van heel andere factoren dan den omvang der tijdelijke en plaatselijke werkeloos heid. Maar een uitnemend hulpmiddel in den strijd tegen de werkeloosheid is de arbeidsbeurs zeker, en haar groote be teekenis jligt jdan look eigenlijk in de door haar zoo volledig mogelijk te ver wezenlijken organisatie van de plaatselijk beschikbare arbeidskracht daar waar zij noodig is. De handel vervult zijn maatschappe lijke taak van het brengen der producten op de plaats, waar er vraag naai is, waar er behoefte aan bestaat, niet zonder een uitgebreide organisatie van markten, beurzen en veilingen, en heeft daarbij de beschikking over uitgebreide handels berichten in de couranten, over de snelste middelen tot het overbrengen van mede- deelingen en dus over een vrij nauw keurige wetenschap van den stand der markt in het algemeen. Wat weet men echter tot nu toe ten onzent van den stand der arbeidsmarkt Het antwoord moet zijn: bijzonder weinig. Ligt hot dan niet voor de hand, dat er voor het groote maatschappelijk belang van een juist en volledig gebruik van de aan wezige arbeidskracht een nauwkeurige administratie moet worden ingericht? opdat niet alleen, wat door den han del geschied, gezorgd worde dat de levenlooze producten zooveel mogelijk komen daar waar zij gevraagd worden, maar tevens dat de menschelijke arbeids kracht, die de producten moet helpen voortbrengen, zoo „productief" mogelijk te werk worde gesteld. Om dat doel te bereiken moet er systematisch te werk worde gegaanhet moet, zoo het kan, worden voorkomen, dat arbeiders hooien dat ergens werk te krijgen is, daarvoor bij troepen zelfs naar Duitschland trekken, om vaak bij aankomst te. vernemen, dat het maar Op zulk een avond in den nazomer zat ik met een wollen doek om de schouders geslagen met de voeten tegen het traliewerk van den haard geleund, te staren in de gloeiende kolen, waarin ik de vreemdste tooneelen zag. Ik was niet wel. De schaduw van het huis drukte mij ter neder, en ik vreesde, dat ik ziek zou worden. De oude Ilanna, de getrouwe dienst maagd, die reeds toen ik een kind was onafscheidelijk aan ons huis verbonden scheen, bracht mij een brief. Hel adres was geschreven met ouderwetsch, maar nog steeds keurig en sierlijk schrift. Ik opende en las: „Lieve vriendin! Vroeger, dan ik verwacht had, kan ik terugkomen op uwe zoo dikwijls tegen mij uitgesproken wenschen. Als gij niet van voornemen veranderd zijt (denk niet dat ik u zuls ten kwade zou duiden; hot zou mij slechts een bewijs zijn, dat gij het leven vroolijker hebt leeren op nemen) verzoek ik u een klein driejarig, ouderloos meisje tot u te nemen. De moeder stierf gisteren. Zij was geen ge- ïneentelid van mij, doch vertoefde hier slechts op haar doorreis; zij was een jonge, levensmoede, ongelukkige vrouw, die, zwaar ziek, zich niet verder kon voortslepen en, zooals ik zeide, gisteren in volslagen armoede gestorven is. De vrouw schijnt beter dagen gekend, maar alles verloren te hebben. Haar man, een misleidend gerucht was; eveneens moet de kans verminderd worden, dat er werkgevers zijn, die een bepaald soort arbeiders in hun omgeving te vergeefs zoeken, en zich dan ten slotte met surrogaten van vaklieden tevreden moeten stellen, terwijl tegelijkertijd de door die werkgevers gezochte werklieden elders wel degelijk beschikbaar zijn doch op hun beurt het adres, waar zij gevraagd worden, niet te weten komen en zich moeten behelpen met arbeid waarvoor hun speciale vakkennis niet noodig is, of met arbeid in een verwant vak, dat zij zich alsnog zoo goed moge lijk moeten zien eigen te maken, alles met het gevolg dat die arbeiders minder verdienen dan zij hadden kunnen doen, en de werkgever zich met een gering of minder goed product moet tevreden stellen, dan het geval had behoeven te zijn. Kortom, in de plaats van het toeval dient te treden het organi-eorend ver nuft, en zoo alleen zal te bereiken zijn het hoogst mogelijk nuttig effect van de in de maatschappij aanwezige hoeveel heid arbeidskracht, waarnaar te streven reeds dadelijk groote economische voor dooien moet medebrengen, zonder dat wij ons illusies behoeven te maken over vermindering van werkeloosheid. Zoo beschouwd zullen de toekomstige directeuren van Haagsc-he en, laat ons hopen, meerdere gemeentelijke arbeids beurzen de zeer verantwoordelijke dra gers worden van een groot maatschap pelijk belang. Niets echter zou zoo bevorderlijk zijn voor de voortduring van den tegenwoordigen ontredderden toestand van de arbeidsmarkt dan dat die bestuurders zich niet anders dan als ambtenaren beschouwden. Het succes van de arbeidsbeurs moet niet kalm afgewacht worden. Het publiek moet overtuigd, er heen gelokt en in zijn wenschen gekend worden. Verband moet gezocht worden met alle vereonigiugen, die reeds voor een speciaal vak plaatsingen trachten te bewerkstelligen, met ambachtsscholen, met opleidingscursussen, met tehuizen voor dakloozen, met lichamen als de maatschappij tot zedelijke verbetering van gevangenen enz., terwijl de arbeids beurzen ook bepaald reclame voor hun instelling moeten maken, door aanplak biljetten, strooibiljetten, publiceering van hunne resultaten en andere middelen. Een ambtenaar, die kalm wilde zitten die naar Amerika vertrokken was, om daar zijn geluk te beproeven, veronge lukte met het stoomschip Helena, over welks ondergang gij zeker wel gelezen hebt. Het allerliefste kind zal iu het een of andere gesticht vanliefdadigheid moe ten worden opgenomen, als niemand zich harer aantrekt; de moeder was te ziek, om mij op de hoogte te stellen van hare betrekkingen. Het is een bekoor lijk schepseltje, dat gij, zooals ik u ken, zoudt kunnen liefhebben en liet zou u ik weet, dat gij daarop bijzouderen prijs stelt uitsluitend toebehooren. Vat dezen brief niet op, mijn lieve, alsof ik u wil dwingen, tot het verrichten van een goed werk. Dat zij verre. Haar misschien waren hier twee personen ge holpen, gij zelve en het kleine weesje. Het gaat mij goed. Ik verheug mij over het licht, zoolang het nog schijnt. Dikwijls heb ik een gevoel, dat ik de boomen niet weer zal zien ontluiken. Nu, zooals God wil. Er ligt zulk een lang, schoon, rijk leven achter mij, dat ik waarlijk wel tevreden zijn mag. Met hartelijken groet uw oude vriend, BERGER." Nog geen half uur was verstreken, en reeds was mijn antwoord aan den lieven ouden man geschreven. Natuurlijk wilde ik het kind hebben, en wel zoo spoedig mogelijk. Alles werd in een een paar afwachten of de menschen ook gelieven op te komen, is dus als directeur van een arbeidsbeurs niet de geschikste man Voorbeelden van goed ingerichte arbeidsbeurzen zijn die, welke in ver schillende groote steden van Duilschland bestaan, en het loont de moeite in korte trekken en zeer in het algemeen na te gaan, naar welke beginselen zij inge richt zijn. De gemeente neemt voor hare rekening de kosten van inrichting, zoowel als van exploitatie, maar laat het beheer over aan belanghebbenden, dat zijn de werk gevers en werknemers. Anders wordt de instelling te bureaucratisch en dan beantwoordt zij zeker niet meer aan het doel. Het rijk kan de zaak ten behoeve van plaatsing in andere gemeenten steu nen in den vorm van kostelooze inter communale telefoongesprekken, goed koop vervoer op de staatsspoorwegen, vrijdom van briefport, in gebruik geven van gebouwen enz., terwijl directe finan- cieele hulp van den staat natuurlijk ook niet uitgesloten behoeft te zijn. Het beheer der arbeidsbeurs wordt opgedragen aan een geljjk getal patroons en werklieden, die meestal óf door de Gewerbegerichte óf door de gemeente raden worden gekozen, met een onpartijdig man als voorzitter. Er moet geheel kosteloos door vraag en aanbod van de beurs kunnen gebruik gemaakt worden. Iedere heffing, hoe klein ook, beperkt het bezoek en ver mindert de keuze. Vooral de betere werklieden, die gemakkelijk een plaats denken te krijgen, worden door een verplichte storting weerhouden, met het onvermijdelijk gevolg, dat de beste pa troons niet veel meer van hun gading vinden en de arbeidsbeurs wordt over gelaten aan de mindere elementen, daarbij de reputatie verwervende van maar zeer middelmatige krachten te leveren. Hoezeer men misschien, oppervlakkig beschouwd, als meest rechtvaardigen regel zou willen stellen, dat die het eerst zich heeft laten inschrijven, ook het eerst aan bod moet zijn voor een opengekomen plaats in de praktijk is het nood zakelijk gebleken, dat een plaats niet wordt aangewezen uitsluitend naar de volgorde van inschrijving, maar dat den directeur in dezen een groote mate van dagen in orde gemaakt, zoo snel als het inaar kon, en toch was het mij te langzaam. Wat was er veel te beschikken voor kleine Hilda. Zij moest het sierlijkste bedje hebben, dat maar te krijgen was. Het zou naast mijn ledikant staan, zoo dat ik de zachte ademhaling van het kind kon hooren. Ik richtte geen kinder kamer in. Hilda zou bij mij zijn, of in den grooten tuin. Ook kocht ik niet veel speelgoed. Ik zelve was een rijk, verwend schepesltje geweest en wist bij ervaring, dat het een kind niet ge lukkig maakt zooveel te hebben, maar wel wanneer men het leert, wat hel heeft goed te gebruiken. Mijn „dochter" moest eenvoudig worden opgevoed, moest leeren tevreden te zijn met en genot te hebben van kleine dingen. O, wat verwachtte ik niet van het schepseltje! Halve nachten lag ik wak ker en peinsde er over, hoe ik het op de beste wijze zou kunnen opvoeden tot een goed, verstandig, vrooih menschen- kind. Ik was mij volkomen bewust, welke groote verantwoordelijkheid ik op mij nam, maar dat had ik juist gewild. Ik had verlangd naar een levenstaak; nu had ik werk genoeg voor mijn handen en mijn hart, dat wist ik vooruit. Het was zeer onaangenaam, dat toen eindelijk de dag dair was, waarop „mijn kind" afgehaald moest worden, ik zoo ernstig ongesteld werd, dat ik nietdurf- vrijheid moet worden gelaten. Hij moet de behoeften der patroons en de capa citeiten van de werklui langzamerhand door ervaring leeren kennen, en hij moet dan het recht hebben om uit' het aanbod van krachten een keus te doen, waarvan hij goede resultaten voor beide partijen verwacht, terwijl hij bij gelijkheid van voorwaarden het nummer der inschrijving kan volgen. Handelt men niet aldus, dan schrikt men de goede patroons af door hun ieerst een rijtje middelmatige werklieden te zenden, die door hen niet kunnen worden gebruikt om daarna eerst den gezochte aan de beurt te doen komen. 'Men moet den middelmatigen arbeider direct daar plaatsen, waar niet anders dan middelmatigheid verlangd wordt, en de patroons met hoogere oischen dade lijk aan de verlangde arbeidskracht zien te helpen. Is er een werkstaking of een uitslui ting in cenig vak dan waarschuwt men den werkman, dat hij door aanneming de plaats van een staker inneemt, en den patroon, dat hij een door zijn con current uitgeslotene voor zich heeft: arbeider en patroon moeten dan, aldus behoorlijk ingelicht, verder zelf weten wat zij doen. De arbeidsbeurs moet openstaan* voor mannelijke arbeidskrachten, zoowel als voor vrouwelijke, maar zulks in ge heel afgescheiden localitcitcn met afzon derlijken ingang. Sommige Duitsche ar beidsbeurzen plaatsen bijzonder veel dienstboden, bij andere iB de vraag naar dienstboden zelfs grooter dan het aan bod. De arbeidsbeurs te Wiesbaden heeft ook nog een afdeeling voor de plaat sing van vrouwen in de hoogere be roepen (kinderjuffrouwen, huishoudsters, boekhoudsters, zieken-verplecgsters enz.) De plaatsing van vrouwen behoort te geschieden door tusschcnkomst van vrou welijk personeel. De Ilaagschc arbeidsbeurs, die, blij kens de toelichting, geheel op de hier medegedeelde beginselen steunen zal, is dus naar Duitsch model opgezet. Het eenige wat een afwijking van deze juiste en in de praktijk beproefde denkbeelden vormt, is dat B. en W. zeggen, dat later nog de wenschelijkheid van het heffen van een laag recht zou kunnen de op reis gaan, uit vrees, van een zware ziekte te zullen krijgen. De oude Ilanna moest dus met die gewichtige zending belast worden. De oude reisde af in een alles be halve beminnelijke stemming. Zij was volkomen tevreden geweest met ons huishoudentje, zooals hot was, en nam het op als een persoonlijke beleediging, dat ik er een vreemd kind aan wilde toevoegen. Daar stoorde ik mij echter niet aan! Ik was er ook onverschillig voor, of mijn bekenden mij lachend en verwonderd aanzagen, en de schouders ophaalden over mijn „overdreven plan." Een zekere kinderachtige beschroomd heid had mij weerhouden om aan pas toor Berger te vragen, hoe mijn kleine aangenomen dochter er wel uitzag, uit vrees dat hij zou denken, dat ik de zaak niet ernstig genoeg opvatte. Maar in stilte tobde ik ook daarover. Daar ik zelve blauwe oogen en donker haar had, gaf ik natuurlijk de voorkeur aan men schen met blond haar en bruine oegen. Mijn eigen haar was glad; daarom vond ik kr ulhaar veel mooier. Ik stelde mij voor, hoe bekoorlijk een kind moest zijn dat al deze voorrechten bezat. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1904 | | pagina 1