No. 3. Woensdag 11 Januari 1905. 2e Jaargang Chistmas <Jlea. Buitenland Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER". WAAROM CHRISTELIJK FEUILLETON. DE EEMLANDER. versci.ijuti Liberaal Or ff aan voor Amersjoort en Omstreken (Voensdacii eu Zaterdag;». j ISiii-caii Hendrik van Viandenstraut 28 Abaaaemeutaprij» Per jaar Franco per post Per 3 maanden Franco per post f 3.00 - 3.50 - 0.75 - 0.90 Prijs «lcr advertentie» Van 1 tot 5 regels 0.40 voor iederen regel meer0.08 (Bij abonnement aanmerkelijke koiiing.) In de „Keizerskroon" heelt Ds. Vun- derinck uit Hoogeveen een lezing ge houden op „aanstichting" van de Anti revolutionaire Propaganda-Club „Groen van Prinsterer". Belangstellende lezers kunnen in een ander gedeelte van de Eemlander een beknopt verslag vinden van hetgeen deze spreker heeft verteld. Hier enkele beschouwingen over zijn rede. De heer Vunderinck had zijn lezing in twee doelen gesplitst. Het eerste deel was een academisch betoogje over de grondslagen van de socialistische en (verouderd) liberale economie, doch het tweede deel van zijn betoog bevatte een beschouwing over het standpunt, dat de anti-revolutionairen innemen ten opzichte van de Overheids bemoeiing met liet arbeidersvraagstuk. Wat de heer Vunderinck in dit „posi tieve" deel van zijn rede uiteenzette heeft onze volle syinphatie, en vermoe delijk niet alleen de onze maar ook die van 90% van onze vrijzinnige geest verwanten. Hij betoogde, dat hij geen voorstander was tan een onbeperkt in grijpen van den Staat in de economische verhoudingen, evenmin van algehcele staatsonthouding, maar van staatsinmen ging ten voordeele van de economische zwakkeren, zonder evenwel de indivi- dueele vrijheid te veel aan te tasten. De arbeidswetten dienon rekening te houden met de omstandigheden en den tijd, waarin wc leven enz. Presies ons idée. Er is evenwel verschil in uitgangspunt. Spreker vertelde, dat hij „stond op de openbaring Gods" en dat daarop ook de opinie der anti-revolutionairen omtrent deze kwestie gegrond was. Nu in dit opzicht gaan we natuurlijk niet met hem mede. We zijn zelfs niet in staat oin goed in te zien, dat het er voor de practijk iets op aankomt of men een bepaalde meening over een econo mische kwestie grondt op een theologisch systeem of op een wijsgeerig o." dat men van oordeel is dat het een natuurrecht is van de zwakkeren, dat de Staat hen behoedt en steunt tegen de oyerheer- selling van de sterkeren. Yoor de meii- schen in wier belang de wetten gemaakt moeten worden, is het vrijwel hetzelfde. Eene gedachte voort te brengen kost even veel overpeinzingen, nis er geslachten noodig zijnom een denker te doen geboren worden. Uit het Engelsch door A. J. M. 3.) „Hij is de vader van mijn kinderen, en ik kan nooit vergeten, hoe goed hij was, toen wij pas getrouwd waren, voor dat hij zich met die bende afgaf van „de Rooie Leeuw." O, ik wou dat de tijd om was en liij terug." „De meeste vrouwen zijn geboren gekkinnen," zei Martha op een niees- terachtigen toon," maar jij bent ue grootste, die ik ooit heb ontmoet, Mar- gareta. Als je naar een man verlangt, zou ik probeeren een beteren te krijgen dan de laatste was." „Wat bedoel je, Martha en Mar- gareta hield even op met breien, om haar aan te zien. „Ik meen, wat ik zeg," zei Juffrouw Wormley. „Er is wel wat beters te We kunnen ons zelfs voorstellen dat sommigen zoowel op grond van hun godsdienstige en wijsgecrige als cxeusez le mot -- van hun natuurrechtelijke overtuiging van oordeel zijn dat liet verouderde systeem van de sehool der Physiocraten en van Adam Smith moet verlaten worden voor de moderne op vatting der nieuwere economie. Trouwens we herhalen het: voor de praktijk der wetgeving komt dit er volstrekt niet op aan. Maar een zonder lingen indruk maakt dit stellig op ieder, die niet totaal een vreemdeling is in het Jerusalem der hedendaagschc Staathuis houdkunde te hooren beweren, dat dit nu speciaal het standpunt der anti-revo lutionairen was. Aanhangers van absolute staatsont houding zijn er niet meer in ons land. De gehcele kwestie loopt maar over de grenzen van de staatsbemoeiing. En daaromtrent heerschen verschil lende meeniugen, zoowel onder do vrij zinnigen, als onder de anti-revolutionairen. En dat wijst juist op het ongezonde element, dat door de tegenwoordige regeeringspartij in den politiekcn strijd getracht wordt. Dat met de haren er bijsleepcn van den godsdienst in zuiver economische kwesties brengt het bederf in de politiek. Het moge waar zijn, dat er onder de vrijzinnigen geen eenheid is van opinie omtrent belangrijke staatshuishoudkun dige kwesties; het moge waar zijn, dat het verschil tusschcn conservaticf-libe- ralen en vrijzinnig democraten en dat met name in zake het kiesrechtvrnag- stuk zeer groot is, diezelfde ver scheidenheid van meening vindt men ook onder hen, die thans de lakens mogen uitdeelen. Uit den treuro is het al aangetoond hier en elders, dat de overeenstemming het gebied van practische politiek tus- sclicii de kerkelijken verre te zoeken is. Aan het debat werd deelgenomen door drie sprekers: een vrijzin ïig-demo- craat en twee anarchisten. Hun debat ging buiten de rede 0111 aldus Ds. Y. Dat was zoo doch aan wien de schuld? De debaters bepaalden zich niet tot het onderwerp „Dc Overheid en het Arbeidersvraagstuk doch betraden het terrein van de algemeenc politiek gevolgd door ilit Ministerie. krijgen; er zijn meer mannen in de wereld en je zoudt er wel een kunnen krijgen, die je zou behandelen, zoo als je het verdient, Margareta, en dan zou het een heelc beste zijn, al zeg ik het in je gezicht." „En ik heb een man Wel, Martha, ik schaam me over je!" „Wat heb je aan een man die in dc gevangenis zit Daarbij je bent door dc wet van hem gescheiden en hij zal w el nooit bij je terug komen." „Wel, ik zal wachten en hem in ieder geval de gelegenheid geven. Jim is mijn man met of zonder de wet. Ik heb geen scheiding aangevraagd en ik zou liever mijn Jim terug hebben, dan welke man ook, die ik ooit in Sandpoort heb ge zien." „Nu, misschien zul je er nog eens anders over denken, Margareta." „Dat zal ik niet. Jim is mijn man en 't zijn zijn kindereii en ik wil met geen ander iets te maken hebben." 't Gesprek zou waarschijnlijk nog lan gen tijd zijn voortgegaan met re- en dupliek, maar men hoorde onverwacht een kloppen aan de voordeur en Mar gareta sprong op, 0111 open te doen. De kinderen hielden op met spelen en kekeu verschrikt, toen twee mannen binnen kwamen, een magere en een zware, groote man, niet ruige kraagjassen, w aar ze tot over hun ooren inzatenze trapten de sneeuw van hun schoenen af, stapten Doch spreker houde het ons ten goede hij bracht hen zelf op dit terrein door zijne z.g. conclusie, die volstrekt niet in zijn uitsluitend theore tisch betoog paste: n.l. dat men opgrond van het door hém aangevoerde het huidige Kabinet moest steunen. Alsof de stembusstrijd beheerscht zal worden door economische vraagstukken als het door spreker behandelde! Het ware te wenschen! Dan zou men geheel andere en gezonder partijverhouding te zien krijgen dan thans. NeenhetKabiiietKuyperdez g. „Chris telijke Kegeering" moet niet gesteund worden op grond van haar economisch program, doch alleen omdat het: „Yoor den Christus" is. Onder die leuze zal de verkiezings strijd in 1905 door de kerkelijken ge voerd worden; de economische vraag stukken zullen ter wille van de hoog geroemde eenheid in de partij wel op den achtergrond geschoven worden. Hoe kan het ook anders! Vraag. professor Fabius maar eens hoe deze denkt over verplichte verzekering tegen ziekte enz. Hij niet, doch mr. Levy bijvoorbeeld wèl staat in dit opzicht aan de zijde van Dr. Kui per. En dat is juist liet eigenaardige in de z.g. Christelijke politiek. Ze moet doortrokken zijn van „Chris telijk zout", een goed gekozen beeld. Men kan het zout in het eten niet terugvinden evenmin als het specale, Christelijke in de wetsontwerpen van Dr. Kuyper. Het Christelijk zout kan alleen wor den geproefd door daarvoor zorgvuldig geprepareerde bijna schreven bijna gesuggereerde kerkelijke tongen. Waarom Christelijk Wij vragen het iti gemoede. Bedoelt men dat in de wetgeving spreken mag het beginsel van naasten liefde, dat aan den Christelijkcn gods dienst naar onze opvatting tenminste ten grondslag moet liggen Dan zijn wij het er ten volle mee eens. Want datzelfde beginsel van het „draagt elkanders lasten", steunt den zwakke, waar de strijd om het bestaan hem moeilijk, of onmogelijk wordt ge maakt buiten zijn schuld, dit algenieene naar binnen en koken scherp rond. Op 't gezicht van den zwaren man, huiverde de luisteraar aan liet achter-venster, maar niet van koude en hij trok zich terug achter de beschuttende klimop. „Zijt gij Juffrouw Rea? vroeg de man kortai. „Ja," zei Margareta„Wat verlangt g'j „ITebt ge dien man van je onlangs gezien V" „Jim Xeen. Hoe dat? Wat meent gy „Een paar dagen geleden is hij ont snapt." „dim ontsnapt? God dank!" riep zij nit. „Je zal wel anders praten als hij weer terugkomt, en je afranselt, vrouwtje." „Ik bon niet hang van Jiui, van mijn man, maar als gijlieden hier komt om hem om te sporen hoop ik dat hij deze weg niet uitkomt." „Wel, heb ik van mijn leven \u zei de zware man. „"Vrouwen zijn toch vreemde wezens. Je kan nooit op ze staat maken, llior heb je een man, die 't hoofd van zijn vrouw half kapot slaat en ze is klaar, om hem 0111 zijn hals te vliegen en te beloven het nooit weer te doen, alleeu als hij maar bij haar terug wil komen." „Ik vertélde haar ook juist, wat een onnoozelc hals zij is," zei Juffrouw Wormley, die niet kou verdragen, dat zij buiten gesprek werd gelaten. humanitaire beginsel wenschen ook wij vrijzinnigen opgenomen te zien in de wetgeving, speciaal in de arbeidswet geving. Dit is dus niet alleen een „Christelijk" maar bedienen we ons van de liefe lijke kuyperiaanschc terminologie ook een „Paganistisch" beginsel. Ook zij, die godsdienst en staatkunde in beider belang streng gescheiden willen houden, kunnen meewerken aan een arbeidswetgeving in den geest zooals de anti-revolutionaire spreker in zeer alge nieene termen uiteenzette. Mocht de wenscli van den spreker niet de onze verwezenlijkt worden en het kerkelijk Ministerie nog eens vier jaar aan het roer blijven en komt dan Dr. Kuyper met ontwerpen van sociale wetgeving hij zal dan waar schijnlijk meer steun ontvangen van sommige „Paganistische" tegenstanders, dan van veler zijner „Christelijke11 bond- genootcn Misschien dat dan tevens de oogen opengaan van vele vooruitstrevend-ker- kclijken dat het ter oplossing van zuiver staathuishoudkundige kwesties beter is te staan op een gcnieenschappelijken bodem der economie, dan op dien des geloofs. We willen deze beschouwingen ein digen met de verklaring dat het 011s toeschijnt, dat de Propaganda-club „Groen van Prinsterer'gelukkiger is geweest bij de keuze van een spreker, dan de vorige maal. Bijna ongelooflijk. Een Oren- burgscb provinciaal blad verzekert, dat toen de longpcst zich in een der dorpen liet eerst vertoonde, dc Overheid de Gouvernenientsregeering hiervan niet in kennis stelde, omdat zij geen geld bad 0111 te telegrafeeren. Dc lievige verontruste bevolking bracht door een inzameling de tclegramkosten bijeen. Moordaanslagen op ambtenaren blijven aan de orde van den dag. Zoo viel te Ejoesja (Kaukasus) op 2 Januari een douane-inspecteur, nadat even te voren een politie-inspecteur doodge schoten was. En Vrijdag lieeft, te Je katerinoslaf, volgens dc Nowoje Wremja, een edelman met name Ivanitski op liet „Hoe zoo?" zei de magere man. „Eu waarom „Om dienzelfden reden," zei Juffrouw Wormley, „Ze zei, dat 'zij verlangde, dat de tijd 0111 was en hij weer terug." „O," zei de man teleurgesteld. „Dus je hebt niets van hem gezien." „Neen," zei Juffrouw Wormley op gewonden „en wat mij betreft verlang ik liet ook niet. Ik raadde haar juist aan, een anderen te nemen, als ze er een hebben moet, maar ik begrijp niet wat vrouwen iets met manvolk te maken willen hebben!" „Je bent misschien niet getrouwd, Juffrouw zei de dikke man. „Neen, God zij dank!" „We zouden wel graag eens boven willen kijken, Juff'ouw, als ge 't goed vindt, om zeker te zijn dat hij niet door het achter-venster is geslopen, zonder dat gij het weet," zei de man. „Hij is niet binnengeslopen," zei Mar gareta „maar ge kunt gerust gaan kijken, als gij liet noodig vindt" en zij nam de kaars van de tafel er. leidde hen naar boven. „Heb je je paatje onlangs gezien, ventje vroeg de magere man, toen hij langs kleine Jim ging. „Neen, dat heb ik nietzei kleine Jim beslisten kleine Mcg keek den vreemden man strak aan, terwijl ze haar pop nog vaster tegen zich aan hi -ld, alsof die ook gevaar liep. hoofd der politie geschoten. liet schot mist en Ivanitski werd gevat. Een Engelschnian die te Ibirijs in een van de groote hotels logeerde, kwam juist toen hij zijn kamer wilde binnenstappen in geweldige botsing met oen personage dat naderhand bleek zijn kamer uitgeplunderd te hebben, liet oenige wat den Engelschinan in handen bleef, was een knoop Van een sous-pan talon, die hij dadelijk zorgvuldig in zijn vestzaktc borg. Wandelend op dc boule vard herkende de Engelschnian den volgenden dag zijn roover. Hij werd gearresteerd, de knoopen aan zijn klceren nagegaan, de identiteit vastgesteld en de Engelschnian kreeg zijn kostbaarheden terug en zal worden gewroken. Wij lezen in een Engelsch blad dat in den Amerikaanschen staat Mis souri een wet is ingediend, waarbij liet geven van fooien aan aannemers, hof meesters enz, met boete wordt gestraft. De hoogste boete is vijfhonderd dollar. Een chauffeur van een auto uit de provincie, dietc Parijsineenklein hotel den nacht doorbracht, vond dat zijn bed ivat barder was dan zelfs voor een chauffeur aangenaam mag hecten. Hij onderzocht de zaak, en vond een kistje met 300,000 frs waarde aan kostbaar heden in het bed verborgen. Men weet nog niet boe de schat in het bed te land gekomen is. Te Brussel werd indertijd iemand opgepakt die zicli prins del Drago heette, doch aangezien iverd voor een geslepen oplichter. Op voorspraak van verschil lende personen werd de man weer los gelaten. Hij was echter niet over do grens, of de Fransche politie stak haar begeerige handen naar hem uit. Ver schillende hooggeplaatste personen kwa men toen dadelijk aantoonen welk oen dief de] zoogenaamde prins was. Deze weigerde echter zijn waren naam op te geven, de misdrijven konden niet vol doende worden aangetoond, en de justitie moest zich getroosten met den man wegens liet dragen van een vafschen naam, voor 13 maanden naar de ge vangenis te sturen. Verder werd hij veroordeeld tot 1000 fres. boete, als schadeloosstollieg aan den waren drager van den naam del Drago. „Wel, heb ik ooit van mijn leven!" zei de zware man, terwijl hij voor den praebtigen „Kerstboom" bleef staan. „Wat is dit „Een Kerstboom," zei Jim. „Wel, ik ben verstomd Zoo n aardige kerstboom heb ik van mijn leven niet gezien! Vernuftig bedacht!" zei hij met een goedkeurend knikje en zc liepen langzaam de trap op. Maar er waren geen verborgen hoekjes in die kleine ruimte en ze waren ivecr spoedig be neden. „En wie maakte hem vroeg de dikke man, terwijl hij nog eens bij den Kerstboom bleef staan. „Ik," zei Jim. De dikke man haalde drie penny s uit zijn broekzak en gaf er aan ieder kind een, terwijl bij, bij wijze van verklaring, er bijvoegde „Heb ook zelf kinderen thuis." Om niet achter te blijven deed de magere man hetzelfde, ofschoon hij er niet aan zou hebben gedacht, als de andere hem niet vóór was gegaan. De kleine jongens namen ze stilzwijgend aan kleine Meg pakte de hare met blijdschap aan en zei „Ta." „Wel, Juffrouw" zei de dikke man; „hij is hier niet, dat is duidelijk. Maar 't zou wel goed zijn, als je maar op je hoede was." „Als hij komt, zal ik hem zeggen, dat gj hem opspoort, en zeggen, dat hij moet zorgen uitje handen te blijven,"

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1905 | | pagina 1