Buitenland
Stadsnieuws.
Allerlei,
on uit de regeering gebannen waren,
hielden de oversten van hen onder el
kander raad, en zeiden: laat ons toezien
boe deze schriftgeleerde niet zijne tra
wanten over het volk regeert.
Maar sommige van deze trawanten
aanbaden in andere tempels, dan de
groöte schrifgeleerde; dezen omdat hij
van Dordt, genen omdat zij van Home
waren. Dit nu was voor de Christenen,
die niet den schriftgeleerde opgingen
naar diens tempel, een groote ergenis,
want zeiden zij: hunne paapsche mis
is een vervloekte afgoderij. Maar hij,
die in alle wijsheid der schriftgeleerden
onderwezen man, stelde hen gerust, en
bepleisterde dc opkomende scheuring
met dc kalk, sommigen zeiden looze
kalk, zijner schriftgeleerdheid, zeg-,
gende dat zij, d. i. de kinderen van
Koine en van Dordt op den zelfden
wortel des geloofs stoelden.
Op dit woord des meesters werden
allen weder stil, en geen klacht of uiur-
mureering kwam er nu uit hunnen mond,
zoodat er groote vrede was onder de
Christenen.
Toen nu de Paganisten vernamen wat
er geschied was, en dat er vrede was
onder die van Rome en Dordt, riepen
zijzij genezen dc breuk van de dochter
mijns volks op het lichtste zeggende:
Vrede, vrede! doch daar is geen vrede;
want zij wisten wel dat die vriendschap,
zooals die tusschen llcrodes en Pilatus,
slechts schijn was.
Daarom te meer letten zij schcrpelijk
op wat de coalitie zoo noemde| men
toen dat Herodes-Pilatusverbond deed,
en welke de woorden waren die uit
den mond van den schriftgeleerde
kwamen in den raad des volks.
Met het scherpe zwaard van zijn woord
sloeg hij zijn wederpartijders van den
Dollard tot de Schelde; ook zeide hij
tol zijne trawanten: grijpt de profeten
van Pagainis, dat nieiaand van hen
ontkoine; en zij grepen ze en maakten
ze af, niet het gif hunner scherp ge
punte pennen, roepende: zij behooren
niet te leven, deze loochenaars van den
Heere onzen God, deze Christcnver-
zakers.
Terwijl zoo de Paganisten van alle
kanten werden bestookt, zotte dc schrift
geleerde zich neder om wetten voor
het volk te vervaardigen, die de Paga
nisten nog meer moesten benauwen.
Maar omdat hij ]\\el een groot schrift
geleerde was, maar geen wetgeleerde,
zoo waren er onder zijn eigen trawan
ten, die zoo zij nog niet van hem be
gonnen af tc vallen, toch reeds aanstal
ten maakten 0111 hem te bekampen. Dit
1111 was hem tot groote bekommernis,
zoodat hij reeds als Elia begon te klagen,
dat hij alleen overgebleven was, en dat kt
hem zoo moeilijk werd op zijn eenzamen
post; ja wel mocht dc klacht soms op
rijzen 111 zijn ziel: het is genoeg, neem
uu Hcere! mijne ziel want ik ben niet
beter dan mijne Vaderen.
Maar 't gebeurde ook, dat hij dan in
den vreemde verstrooing ging zoeken,
en dan maakte hij zich op, en ging
naar Brussel, dat in Belgie is.
Onder dit alles verzuimde hij echter
niet, 0111 de Paganisten steeds feller te
bestoken, al maar door roepende, dat
zij geen- belijders maar bestrijders waren
van den Heere; en als men hem dan
zeide, dat hierdoor steeds meei twistin-
gen en verdeeldheid kwam in deze landen,
dan liet hij rondtrompetten, dat dit ook
zoo zijn moest, want dat de lieer zelf
gezegd had: dat hij niet gekomen was
om den vrede te brengen maar het
zwaard, en 0111 de menschen tweedrachtig
tc maken tegen elkander.
Zoo leerde en regeerde deze Elia H
in de lage landen aan de Noordzee,
toen daar Wilhelmina uit het huis van
Oranje Nassau Koningin was
(Uit een Kroniek van Hjaar 1950)
T.
E e 11 A m e r i k a a n s c h e B1 a u w-
baard. Te Chicago is een man in
hechtenis genomen, Johann llocli is zijn
naam, op wien de ernstige verdenking
rust, dat hij een dozijn vrouwen om
het leven heeft gebracht. Dc politie
acht het waarschijnlijk, dat hij nog meer
nienschenlevens op zijn geweten heeft,
en laat nu opgravingen doen in zijn
kelder en zijn tuin. liet staat vast, dat
Hoch niet minder dan dertien vrouwen
door den dood verloren heeft. I11 zijn
woning is een wit poeder gevonden,
dat thans in opdracht van de justitie
door scheikundigen wordt onderzocht.
Twee dagen vóór den dood van zijn
laatste vrouw zocht Hoch door middel
van advertenties een nieuwe levensge
zellin. Onder de trouwlustige dames,
weclcn muts van lt hoofd, om het bom
bardement te beginnen.
llé, hoe pijlsnel doorkliefde die de
lucht alles rolde en tuimelde juichend
over en door elkaar!
Wordt vervolgd.
die er op schreven, was ook een zuster
van een zijner vroegere vrouwen.
Zaken en politiek. Grootvorst
Michailowitc.il, die met Wlademir en
Sergius verantwoordelijk wordt gesteld
voor de Petorburgsche bloedbaden, weet
voor een mensch van adel al heel goed
wat zaken doen is.
Ilij levert 0. a. het hout voor den
Transsiberischen spoorweg. In 1900 legde
hij Witte een nieuw contract voor, voor
de betrokken leverantie, doch tegen
verdubbelde prijzen, Witte weigerde liet
te teekenen. Alexander Michailowitch
klaagde bij zijn schoonbroeder, den
Tsaar, Witte aan wegens zijn oneerbiedig
gedrag. Witte was binnen drie dagen
zijn portefeuille kwijt.
Ook wordt meegedeeld dat als een
werkelijke hervorming in Rusland plaats
bad, Michailowitch een groot deel van
zijn inkomen zou verliezen. Voila, de
reden van zijn liefde voor de bureau
cratie en orthodoxie.
In een stukje in de Courier Europeen
worden de vier grootvorsten, die thans
aan de touwtjes trekken in Rusland
aldus beschreven: Nicolaas is epilepticus,
Wladimir alcoholist, Alexanderin krank
zinnig en grootvorst Sergius is hysteri
cus, verscherpt door antisemitisme.
Wladimir moest eens naar Warschou
0111 troepen te inspecteercn. Door de
drukte met de mobilisatie kwam dc trein
tc laat aan een tussehenstation, waar
bovendien gewacht moest wrordcn, omdat
de weg niet vrij was.
Wladimir overlaadde den stationchef
met de grofste scheldwoorden. De station
chef had de onvoorzichtigheid daarop
met een poging tot rechtvaardiging van
zichzelf tc antwoorden. Wladimir heft
de hand op, waarin iets schittert. De
stationchef valt dood neer. Het lijk wordt
gauw weggebracht. Als doodsoorzaak
wordt opgegeven een beroerte, ten
gevolge van de schaamte over het feit,
dat hij den oom van den Tsaar vertoornd
heeft.
UIT DE PERS.
Afkeer van de„kermistent
politic k".
Het anti-revolutionaire kamerlid jhr.
Lobman is 't niet eens met dr. Kuyper,
ah deze de beruchte scheiding maakt
tusschen Christenen en Heidenen.
„Zulke tegenstellingen"', zegt dc lieer
L., „zijn hoogst gevaarlijk". Bovendien,
„men mag niet vergeten, dat Jezus op
komt tegen alle godsdienstvertoon op
dc openbare straat en dc bidders naai
de binnenkamer verwijst."
Heel goed gezegd, jhr. Lobman, heel
goed. En heel waar óók!
Maar als ik in uwe plaats stond;
als ik óók uit de Vrije Universiteit van
Kuyper was gebonsd als gij; als ik
óók de Rijks-universiteit stelde boven de
zoogenaamde Vrije; geloof me, ik
had mijn stem niet gegeven aan de
hoogst partijdige Hooger-onderwijswet.
Dat gij dit wel deedt, dat is uwe fout.
Toch niet te verdedigen
De zoogenaamde, „christelijke" pa
troons hielden onlangs vergadering. Men
zou 0. a. de tariefwet behandelen. „Ja",
zei mr. Slob, een anti-revolutionair,
„daarover wil ik wel spreken, maar
eerst moeten de verslaggevers der vrij
zinnige bladen de deur uit."
Welk eeu held!
In tusschen raden de „christelijke"
bladen den „christenen" aan, het debat
met de tegenstanders tc ontwijken en
de vergaderingen der „heidenen" niet
bij te wonen.
Natuurlijk: de „christelijke" Obscu-
ranten begrijpen maar al te goed, dat
dc „christelijkheid" van onze zooge
naamde „christelijke" regccring moeic-
lijk te verdedigen valt.
Hoe waait d c wind?
De heer J. H. Gunning J. Hz. was
predikant te 's-Heerenbroek. Daar ver
kondigde hij in 1882 van den kansel:
„De openbare school is erger dan kroeg
en bordeel." In '84 verhuisde de
man naar Bcnnebroek. Daar kwam hij
tot beter inzicht en verklaarde hij open
lijk van den kansel, dat hij zijn dwaling
diep betreurde en de openbare school
alle eer waardig achtte.
E11 thans?
Thans is de „eerwaarde" nogmaals
bekeerd en verkettert hij opnieuwr
de openbare school.
Wat is het toch gelukkig, dat we
wonen in dc streek der veranderlijke
winden!
Als straks in Zomermaand een mil
der adem waait over het lage land tus
schen Oost-Friesland en de Schelde, dan
zullen tal van politieke weerhanen wel
heel gauw- hun draai nemen!
Onder de „broederen".
De zeer „Christelijke" heer Staal
man plukhaart, zooals wc weten, nu al
een paar jaar met de niet minder „chris
telijke" kiesv.erecniging Vaderland en
Oranje te Helder.
„De hoofdmannen van die kiesvereeni-
ging zijn ouderlingen en diakenen van
de Gereformeerde kerkmaar't is
een zoodje
Zoo staat er tc lezen in Staaliuans
krantje.
Nu, Staalman woont in dc buurt van
die hecren: hij kan het dus weten.
Voor ons, die van verre staan, is 't een
nieuw bewijs, dat de „Christelijkheid"
van deze zoogenaamde „christenen" ons
„heidcnsch" verstand te boven gaat.
Naar den afgrond.
„De christelijke pers", zoo zegt de
heer Staalman, „de christelijke pers
sleept al vliegend en bedriegend de
christelijke partijen naar den afgrond".
Verdiend I0011, beste Staalman;
eerlijk verdiend loon! De zoogenaamde
„christelijke partijen zagen altijd uit de
hoogte op ons, arme „heidenen", neer,
en nu gaat het hun, gelijk Ten Kate
zei
Die 't allerhoogst terneer ziet uitzijn
sfeer,
Stort 't allerdiepst in d'open afgrond
neer.
(Prov. Gron. Crt.)
„Wenn wir toten envaehen", 1111 dan
zal menigeen onzer wel raar opkijken,
wellicht even vreemd als nu een Wage-
ningsche familie, die plotseling een ont
waakten doode voor zich zag staan.
De geschiedenis is als volgt:
Een paar jaar geleden deed J. T. tc
Wagcningen bij de politie aangifte, dat
hij in het signalement van een te Rot
terdam opgehaalden drenkeling zijn
broer herkende. Men ging naar Rotter
dam, doch het lijk was al begraven;
T. herkende echter de kleederen en de
overlijdensacte werd opgemaakt.
De familiefcbe\veende den doodc, zooals
dat te doen gebruikelijk is, en daar
komt Marinus nu plotseling, gezond en
wel de woning van zijn broer binnen
stappen. Schrik, verbazing, verrassing
en blijdschap volgden elkaar snel op en
de ontwaakte doode denkt er niet over
0111 weer op te stappen. Evenmin als
een Ereiburgsche schoonvader, die in
weerwil van al de ijverige pogingen van
zijn schoonzoon 0111 de reis naar „bleeke
Hein" wat te vergemakkelijken, toch in
dit ondermaansche tranendal is blijven
rondscharelen.
Ja, 't wordt een slechte tijd! Vroeger
had de gehuwde man slechts te strijden
tegen zijn schoonmoeder, alias „femina
furiosa maar nu schijnen, bij de steeds
meer epidemisch wordende solidariteits-
koorts, de schoonvaders hunne eegaas
bij te staan in haar pogen 0111 echtelijk
geluk tc verstoren.
Hoe kan men 't anders verklaren, dat
een Freiburgsche „eheman" getracht
heeft zijn schoonvader uit den weg te
ruimen, en dan nog wel op de volgende
duivelsche manier. Hij wist, dat schoon
papa, evenals eertijds Adam en Eva,
bizonder verlekkerd was op appels, en
boorde nu stilletjes met een stopnaald
gaatjes ia de afgevallen appels, die in
schoonpapa's tuin lagen. Die gaatjes
vulde bij met strychnine, de natuur zou
hem dan wel verder helpen. Al heel
gauw vertoonde dan ook dc appclctende
schoonvader symptonen van een onbe
kende ziekte, maar de onmiddelijk ter
hulp geroepen medicus wist nog bijtijds
in te grijpen 0111 het intreden van den
dood te voorkomen. Dezer dagen nu
stond de schoonzoon terecht en werd
hij veroordeeld 0111 vijf jaar lang in de
donkere cel 11a te denken over zijn
afschuwelijk misdrijf.
Je moet maar boffen!
Daar heb je nu b.v. onzen veelbespro
ken minister van buiteulandsche zaken,
den dansenden Mei vil! Hij staat zóó
in de gunst bij zijn collega's en deze
zijn zóó bang voor zijn gezondheid, dat
zij niet meer willen hebben, datj hij iets
van beteekenis doet. Hij overwerkt zich
zoo gauw, ziet u! Vandaar dan dat inr.
von Weckherlin, oud-gezant tc Constanti
nopel, tegenwoordig op het departement
van Buitenl. Zaken werxzaam is 0111 dc
gewichtige aangelegenheden te regelen,
't. Is toch wel een heerlijk gevoel als er
zoo goed voor je gezorgd wordt.
Je moet maar boffen!
Kaad.Hver.slag,
Vergadering Yan den Raad der ge
meente Amersfoort van Dinsdag den 31
Januari 1905 des nam. 1 V.> uur.
Tegenwoordig 10 leden, afwezig met
kennisgeving dc heeren Jorissen, Veis
Heyn, Klcber, I'lomp, Hamers en Weth.
Visser. (Eenc vacature.)
Daar dc Burgemeester verhinderd js
dc leiding der vergadering op zich te
nemen, opent Wethouder Celesse kwart
voor 2 de vergadering en verzoekt den
waarnemend secretaris Jhr. 8. M. van
Reigersberg Versluys de notulen te lezen
van de vergadering van 28 Deceipber
1904. Deze notulen worden onveran
derd vastgesteld.
Ingekomen zijn:
1 Yan Gcd. Staten het besluit tot
vaststelling der Gemeente-begrooting
voor 1905.
2 Idem de goedkeuring van het
raadsbesluit tot overname van wegen
van de naaml. vennootschap „deEcm".
3 Idem de goedkeuring van het sub
sidie voor het Burgerlijk armbestuur over
1905.
Van B. en "W.
1 Het proces.verbaal van kasopname
bij den Geni.-ontvangcr. Ter secretarie
ter inzage van dc leden.
5 Een schrijven van de heeren II.
Dumoulin, A. Wery, J. F. Massa en A
van Daal, bezwaar makende tegen het
afstaan van een schoollokaal aan den
heer Snouck.
De voorzitter stelt voor dit te
behandelen bij het desbetreffend punt
der agenda.
0 Eene dankbetuiging van den heer
G. J. Buys, voor het verleend verlof.
Aangenomen voor kennisgeving.
7 Eene mededceling vau B. en W.
dut dc heer J. Proper is benoemd tot
klerk en de heer H. P. P. Ch. Bus-
quet, tot tijdelijk klerk.
8 De geloofsbrief van het onlangs
gekozen raadslid den heer S. J. van
Duinen.
De voorzitter benoemt tot leden der
commissie van onderzoek de heeren mr.
van Voorst Vader, Ooatcrveen en Tromp
van Holst.
Tijdens het onderzoek wordt dc ver
gadering geschorst.
Na heropening der vergadering ver
zoekt de voorzitter mr. van Voorst Va
der, rapport uit te brengen.
M r. van Voorst Vader deelt
mede, dat de commissie van onderzoek
de ingezonden stukken in orde heeft
bevonden en adviseert tot toelating van
den heer van Duinen, als lid.
In stemming gebracht, wordt met al-
gemecne stemmen tot toelating besloten.
Vervolgens komt de agenda aan de
orde,
P11111 1. Verzoek van den leeraar van
de II. B. School van Weezei Errens,
om privaatlessen te mogen geven met
adviezen.
Wordt z. d. z. h. st. conform liet ad
vies besloten.
Punt* 2. Verzoek van Mej. J. M.
de Bruyn, onderwijzeres aan de open
bare lagere school 2e soort, om gedu
rende V2 jaar te worden ontheven
van de lessen m dc nuttige handwerken
aan die school, met advies.
Z. d. z. h. st. woidt besloten met
behoud van tractement aan het verzoek
te voldoen.
Punt 3. Verzoek va den leeraar
der II B. school J. A. Bruins, 0111
wijziging zijner Jaarwedde met advies.
De heer Bruins had zich tot den
Raad gewend met een adres waarin hij
o.a. mededeelde:
dat hij op 31 Augustus 1303 als vast leeraar
werkzaam was aan de Hoogere Burgerschool
niet 5 jarigen cursus alhier;
dat hij op dat tijdstip een totaal-jaarwedde
had van i'21(J0;
dat volgens artikel 1) der Verordenin g, rege
lende de salarissen, die 1 September 1903
in werking getreden is, zijne jaarwedde
door deze nieuwe regeling niet mocht wor
den verminderd
dat desondanks zijn jaarwedde op l Sep
tember 19n3 werd vastgesteld op 1' 1980 en
op 1 September 1904 op t' 1900;
het is daarom dat hij de vrijheid neemt,
zich tot U te wenden met het verzoek om
lo. hem ton spoedigste te willen stollen
iu het genot eener jaarwedde vau f2100;
2o. hein het over het loopende dienstjaar
,1904,1 te weinig ontvangene te willen doen
uitbetalen.
In bun advies aan den Raad zeggen
B. en W.:
Wij hebben de eer Uwe vergadering hierbij
over te leggen een adres van de.11 leeraar
aan de Hoogere Burgerschool J. A. Bruins,
houdende verzoek hem ten spoedigste te
willen stellen in het genot van eene jaar
wedde vaii f 2109 en hem over het dienst
jaar 1904 alsnog het te weinig genotene te
doen uitbetalen, in onze handen gesteld om
advies in Uwe vergadering van 28 December
j.l. (bijlage 110. 1414).
Zooals adressant opmerkt, hebben wij hem.
blijkens hierbij gevoegd afschrift onzer mis
sive van 24 November 1904, 110. 5438, mede
gedeeld, dat aan zijn verzoek niet kon wor
den voldaan op grond dat zijne vaste
jaarwedde bij zijne aanstelling en ook nog
op 31 Augustus 1903 bedroeg f1800, terwijl
de door hem genoten toelage voor overuren
van f300 voor hem, evenmin als voor de
overige leeraren, als jaarwedde is aan te
merken. De vraag, die, zich hier derhalve
voordoet en welke het punt van geschil
uitmaakt, is deze: In hoever toelagen voor
overuren ouder de, werking der vroeger op
het stuk der bestaande regeling als jaai wedde
is te beschouwen?
Bij een bevestigende beantwoording dezer
vraag zou requestrant op grond van art. 9
der door hem aangehaalde verordening, vol
maakt gelijk hebben en zou hem ten
onrechte een deel zijner jaarwedde onthou
den zijn.
Wij zijn eehter eene andere zienswijze
toegedaan.
Art. 1 der vervallen regeling betreffende
periodieke verhooging der jaarwedden van
eenige leeraren aan de inrichtingen voor
Hooger- of Middelbaar onderwijs verbonden,
vastgesteld den 25 Januari 1901, bepaalde
dat de jaarweddeu van de vaste leeraren
aan de inrichtingen voor Hooger- en Mid
delbaar Onderwijs te Amersfoort, welke bij
aanstelling f I8O0 hebben bedragen, na
5-jarigeu onafgebroken dienst in de Ge
meente kunnen wordou verhoogd tot f2000,
enz.
Art. 2 regelde nader de gevallen waarin
deze verhoogingen zouden worden toegekend;
terwijl artikel 3, hetwelk de juistheid van
het door ons ingenomen standpunt nog dui
delijker in het licht stelt, luiddeTen aanzien
van deze berekening gelden persoonlijke
toelagen (behalve die vóór overuren) als
tractement.
Wij moeten hierin Uwe herinnering breii j
gen dat, deze regeling- betrof eene ampliatie op!
Uw besluit van 15 October 1895 waarvan del
hier ter zake dienende artikelen luiden als
volgt
Art. 2. Aan een tijdelijk leeraar en aan
hen die meerdere lesuren hebben te geven
dan als maximum bij het Keglement voorl
het Middelbaar Onderwijs is aangegevet
wordt, te rekenen van 1 September 1895Ü
eene jaarlijksehe toelage verleend van terlj
hoogste f 100 per werkelijkseh lesuur voorI
alle vakkeu, met uitzondering van teekeneil
en gymnastiek, waarvoor een jaarlijkscluj
toelage van f50 zal worden toegekend.
Art. 3. De leeraren die na het in werj
king treden van dit besluit wórden aange
steld, genieten, met uitzondering van die|
onder a, c, f en g, van art. 1 bedóÓld, eene I
jaarwedde van f 1800, welke na tiénjarigenS
dienst bij het Middelbaar- of Hooger onder
wijs tot f2000 wordt verhoogd.
Overeenkomstig deze regelingen is blijken;
het hiernevens overgelegd afschrift van d(
gedane oproeping van sollicitanten, o.in. ge j
vraagd een leeraar in Nederlandsch, Ge j
sehiedeuisen Aardrijkskunde aan de Hoogere
Burgerschool op een jaarwedde van f 180>j
benevens flOC per lesuur eventueel tè geven
boven het maximum van 25 en werd reque-
strant den 24 Juni 19C2 door Uwe vergadej j
ring benoemd.
De hiervoren aangehaalde bepalingen der'
vorige regelingen laten o.i. ter beantwour\
ding der gestelde vraag niets aan duidelijlj
heid over en wij achten het dab pok uiej
twijfelachtig, dat zij ontkennend moet worl
den beantwoord.
Naar onze overtuiging bestaan er derhalvaj
geen termen oni aan het verzoek van de:U
adressant to voldoen.
Mitsdien hebben wij de eer Uwe verg»
deriug in overweging te geven, tot afwijziufTJ
van het verzoek te beslui!011.
M r. II ey li ge rs. Ik vind, dat dlsl
woorden dec aanstelling van den heelt
Bruins pleiten voor zijne opvatting, lljii
zou dan ook wcnschen, idat geconsufli
teerd werd, dat de jaarwedde van deljl
leeraar Bruins op flSOÜ onaantasthaïji
is. Op 'l oogenblik heeft hij 20 lesurcan
en eene jaarwedde van f 2000, doch me®
zou hem ook 16 lesuren kunnen of[p
dragen en dan kwain zijn tractemoilp
tot 1800. Spreker is er voor, dat luis
verzoek van genoemden leeraar uitjK
wordt toegestaan.
De Heer van Esve 1 d. Ik bwï
van mcening, dat dc redactie van lia
besluit tot aanstelling niet deugt. B. tfti
W. hebben echter gelijk, het verzot®
dient niet te worden toegestaan.
De Voorzitter. Van onduidelijk
heid kan geen sprake zijn. Hetverzoe(8j
van Mr; Heyligers, zal ik gaarne in Öjjjfi
vergadering van het Dagelijksch bestuiCH
brengen. Het voorstel van B. en Vjr
wordt daarna met algemeene steimrïfl
aangenomen.
Bunt 4. Verzoek van cenigc
Iniwde onderwijzers bij het lager ondfw'
wijs, beneden 28 jaren, om in het p.tj-
not tc worden gesteld van de tegemoet
koming van f 00 in huishuur met adviim
De Heer Her ritsen. Het spfl
me, dat B. en \V. niet verder zijn
gaan. B. en W. zeggen in hun adviijijfl
dat het aanvangs-tractement, zijnde f Cbffl
buitengewoon hoog is, maar ik viijB
echter dit tractement niet te hoog, iw
tegendeel. Ik hoop, dat B. en W. fl
billijkheid zullen inzien.
De Voorzitter. Ik vind de posiiH
van die ambtenaren vrij gunstig en 9
zie geen enkele reilen 0111 meer te gevel
dan waarvoor liet Rijk toelage verstrek®
Daarna wordt overeenkomstig liet I
vies van B. en W. met algemeene stil
men besloten.
B u n t 5. Verzoek van de Commissi
voor kindervoeding om een subsidie vl
f 301).voor 1905, niet advies.
Overeenkomstig dit advies wordt z.^;
of z. h. st. besloten.
Buut 6. Verzoek van den Heerfén