Binnenland.
Stadsnieuws.
Allerlei,
Under jongens zegt men van iemand,
die door gehuichelde, verontwaardiging
schelden op den tegenstander zijn onrecht
poogt te bemantelen, dat hij een grooten
mond opzet. Parlementair noemt men
zoo iemand schaamteloos. Daarom koos
de Stanclrcard dit woord om haar houding
te kenschetsen.
Afbrokkelen.
„Al ons streven moet zijn dat den
Staat het geven van onderwijs onmoge
lijk worde gemaakt; het staatsonderwijs
moet afbrokkelen," verklaarde dr. A.
Iüiyper in 1869.
Trouw aan dat beginsel benoemde
Minister Kuvper tot schoolopzieners,
belast met de zorg voor het staatsonder
wijs, 16 personen, die bekend stonden
als bestrijders van de openbare school;
11 personen, die nimmer tot liet onder
wijs in betrekking stonden, waaronder
een bote) fabrikant. De laatste waarschijn
lijk vanwege het verband bestaande tus-
schen zuivere boter en zuiver christelijk
onderwijs.
Maar hoe rijmt de Minister, die het
valschelijk zweren natuurlijk verfoeit,
dezen onloochenbare» toeleg om het
geven van onderwijs door den staat
onmogelijk te maken en dit te doen
afbrokkelen, met den eed door hem af
gelegd bij 'l aanvaarden zijner bctrek-
Eiigelcn makerij.
De engelenmakerij, het ombrengen
van „ounoozcle kinderen, pas bestraelt
door it levenslicht,* schijnt een speciali
teit van dit Kabinet en zijne trouwe
meerderheid te worden. Minister Harte
(van Tccklcnburg) betreurt nu reeds twee
accijnswetjes, die „naeu verscheenen;
weer hccnen gingen'liet >verijselsche
Verlegenheids wetje, de trots vair den
Premier, werd dooi den eigen vader
„van 4t levenslicht berooft". Afgaande
op het Yoorl. "Verslag betreffende het
w etsontwerp tot oprichting van een Tecli-
nicum te Haarlem staat ook dit een
eervolle begrafenis, met veel hulde en
bloemen,, te wachten; terwijl ook van
hel wetsontwerp betreffende de Kamers
van Landbouw mag worden gezegd, dat
„dé Doot quam op de lippen, En 't
zieltje, zelf gingli glippen".
Alleen de D r a nk w et bleek niet
„zoo'n Pareltje Vol glans", dat het te
goed geacht werd voor deze aarde. Zij
verbleef ons.
Men schrijft uit Ttrecht aan De Aed.:
Dezer dagen heeft de L'trechtsche
Alma Mater een arts als „klaar" naar
huis gezonden, zooals er maar weinig
door de universiteitssteden zullen zijn
„afgeleverd" gedurende den langen tijd
van haar bestaan. Wij hebben hiermede
op het oog „Jut", den populairen „Jut",
dien ongeveer iedereen hier ter stede
kende, hetzij groot of klein; die héél
wut generaties heeft zien kómen en gaan
aan onze hoogeschooldie in de voor
naamste bierkneipeii steeds een trouwe
comparant was, daarmede bewijzende
tenminste wat zijn financicele draagkracht
aanbelangt dat er nog méér myste
ries zijn dan de meest-bekende; die
ouder was dan menige „prof" en even
goed hij de politie bekend was ten
minste bij de inspecteurs als zoovele
andere plaatselijke grootheden „Jut"....
maar waarom nog meer vergelijkingen
gemaakt? „Jut" is nu „klaar", hetgeen
gauwer gezegd is dan „Jut" noodig
heeft gehad om er toe te geraken.
het gegrepen, die het nu omhoog hield.
Dit duurde cenigen tijd; dan verwijderde
zich de lichtstraal naar den achtergrond
der kamer, verdween daarop geheel en
het'slot lag daar weer somber en leven
loos als te voren.
„Nu is Johann gekomen en heeft hem
aangeraden, verstandig te zijn," zei de
koetsier, terwijl hij zachtjes in ziclïzélven
lachte, als iemand die van iets gegruwd
heeft en blij is, dat het spook verdwe
nen is.
„Het schijnt zoo," antwoordde de
dokter. „Au is Johann gekomen. Daarom
rijd maar weer door."
Hij wierp zich achterover, de koetsier
klapte met de tong en de paarden trok
ken weer aan. Weinige minuten later
hadden de reizigers het slot achter zich.
De tweede reiziger, die hei avontuurlijke
schouwspel stilzwijgend had gadegesla
gen, w endde zich thans tot zijn begeleider,
l it het gesprek van den arts met zijn
koetsier had hij kunnen bemerken, dat de
raadselachtige gebeurtenis door hen w erd
begrepen.
„Kunt u mij ook zeggen wat dit alles
bcteekent?"
Er volgde niet dadelijk een antwoord.
De arts zat in den hoek van zijn rijtuig
en bromde iets voor zich heen. Ilij scheen
weinig gezind, den vrager eenige ophel
dering te geven.
-F komt waarschijnlijk niet uit deze
buurt?" was zijn wedervraag.
Gedurende 85 jaren hééft hijwaar
schijnlijk niet direct niet „noeste" vlijt
de colleges gevolgd waarop de jon
gelui hun medische kennis plegen op
te doen; talloos zijn de keeren geweest
dat „Jut" gewogen werd ente licht
bevonden, hetgeen nooit voor hem een
beletsel is geweest om 't nog maar eens
te probeeren.
Hoeveel vérgeefscho grepen hij heeft
gedaan naar het zoo vurig hegeerde
arts-diploma is moeilijk te zeggen, maar
dat is zeker, dat de regelmaat waarmede
men hem liet „bakken", volkomen even
redig is geweest aan de volharding die
„Jut" voortdurend aan den dag heeft
gelegd.
Gf „Jut" ooit gedroomd heeft van
een beoefenen der wetenschap om de
wetenschap alleen en wat de „lijdende
menschheid" st*aks van dezen „arts"
te wachten heeft, ziedaar vragen waar
aan wij ons beschcidenlijk niet wagen
zullen
In den gemeenteraad van Winschoten
had een discussie plaats, die eenigszins
herinnert nan den vermaarden raads
zitting van Sittard.
Hierover schrijft de correspondent van
het llblad:
Aan de orde was het voorstel tot het
aangaan van drie geldleeningen,waar
van één van f 15,000 voor bedrijfskapi
taal der waterleiding.
De heer Bradër vroeg of dit. bedrag
er noodzakelijk moest zijn. Hij zei, dat
tal van ingezetenen niet waren ingenomen
met het financieel beleid van den raad.
8pr. meent, dat de raadsleden het ver
stand niet alleen hebbenandere mcnschcn
weten ook wat. Wij mogen, zegt spr.,
hier liet geld van de burgers er maar
niet aan wagen. De heéren in den raad
moeten hun grootsche plannen een beetje
uit het hoofd zetten. Alen kan wrel zin
hebben aan al wat mooi is, maar als men
voor liet mooie geld moet lcenen, dan
is het mooie er af.
De voorz. toonde hierop de noodzake
lijkheid dezer leening aan.
I)e lieer Kenter wees er op, dat deze
leening juist den hoofdelijke» omslag in
de eerste jaren zal verlagen.
De heer dr. Bos zei, dat gasfabriek
en waterleiding eiken dag voor denkos-
tenden prijs overgedaan zouden kunnen
worden.
1 >c heer Bosch geloofde, dat de lieer
Brad er vóór deze leening moest stemmen,
wilde hij a.s. zomer worden herkozen.
De heer Brader beantwoordde de spre
kers als volgt:
..Dat zoo maar overdoen" van dr. Bos
is niets anders dan den menschen zand
in dc oogen strooien. „Ja, meneer Tres-
ling" (die naast spr. zit), vervolgt de
heer Brader, „ik zal verder van je at
zitten gaan, anders vrees je misschien,
dat ik je zal aanraken. Wees maar niet
bang. l'n elk geval zal ik niet zeggen
van gemeene kerel". (De heer Treslmg
qualifieeerde den heer Brader bij een
vroegere gelegenheid aldus). Met een
beginselloos man als Kenter discussieert
spr. niet graag. „En nu mijn buurman
links", zegt de lieer Brader, doelende op
den lieer Bosch. „AI. dc V.! Zou u er
niet een beetje toe kunnen medewerken,
dat we hier worden verlost van dien
praatzieken clown?"
Dc heer Kenter dupliceerde. Hij zei,
dat dc heer Brader indertijd had gestemd
vóór de totstandkoming van gasfabriek
en waterleiding beide.
Nadat de heer Brader alleen had ge
stemd tegen de leening voor de water
leiding en vóór die ten dienste van
wegen, rioleering, enz., zei de lieer
„Neen waarom
„Hm nu ja meende de arts,
„omdat u anders hebt u nooit van
de Eahrenwalds gehoord?"
„Fahrenwalds
„Nu ja dc vrijheeren Yon Fahren-
wald."
„Nooit van gehoord," verzekerde de
gevraagde.
De arts bromde weer iets binnens
monds. Als echte Sileziër kon hij nauwe
lijks begrijpen, dat iemand van een ge
slacht als dat der Fahrenwalds niets afwist.
„Behoort dat slot aan die familie
ging dc reiziger na een pauze voort.
„Nu, dat zal wel waar zijn," ant
woordde de arts; „de baron, die nu daar
boven zit, is dc laatste van zijn geslacht."
Hij drukte zich dieper in zijn kussens.
„Maar als u hier vreemd zijt dat
zijn zaken men doet beter daar maar
niet over te spreken
De ander werd steeds nieuwsgieriger.
„Is er iets met den tegenwoordigen
baron?"
„Och wat zou cr met hem zijn?"
zeide dc arts, wiens antwoorden steeds
meer aarzelend werden, men zou van
hem kunnen zeggen: het walmt bij heui
een beetje."
„Het walmt?" vroeg de andere.
„Wat meent u daarmee?"
De arts lachte in zijn vette onderkin.
„Wel, met liet brein des menschen
is liet zoo ongeveer als met een lamp.
Bosch tot hem: „l" heeft juist verkeerd
gestemd, meneer Brader".
Dc heer Brader: „Ik heb je niet
noodig. Cra jij als klein advocaatje naai
de rechtbank. AL dc Y.! Ik herhaal mijn
vraagaan u oveydezen praatzieken clown".
Als antw oord van den voorz. klonk de-
hamer, ten toeken dat van deze discussie
werd afgestapt.
Reeds meermalen is er door taalge
leerden op gewezen v;m hoe groot be
lang het voor de toekomstige taalbe
oefenaars zou zijn indien wij naast de
gewone spelling ook de fonetische ge
bruikten, d.w.z. een spelling die het
gesproken woord juist weergeeft. En nu
vinden we van een kant, waarvan men
zooiets volstrekt niet zou verwachten,
n.l. vaneen afdeelings-secretaris van den
Ned. Boerenbond, eeh proeve, zij het
clan ook een gebrekkige, van fonetisch
schrift en nog wel op een briefkaart,
door hem aan het hoofdbestuur verzon
den. Bedoelde briefkaart luidt:
febcrewarie 1905
Ge Aehtoke Misstie
Ge lief te zende voor de af De lin
volgens prijs op gaaf
300 Zak ISielie van 50 kieloo leeve-
ring, Ilailuf Maart 153 Mut Kalluk die
kund u zende Met de af Deeling
Ge lief Hier yan be Rigt te zende of
Wij dc sielie Halluf Maart kune ont
vange dat Wort tijl om te. ge bruike
voor den rog Hiervan in af Wagting
N. N.
Sikkele tari? van de af deling X
Je moet maar propaganda durven
maken voor je beginselen. Dat dacht,
gelijk uit oen volgend verhaaltje blijkt,
de bitrgeincQster van Belesta (Ariège)
ook. De Parijschc correspondent van de
X. liott. C't. weet ons n.l. het volgende
te vertellen:
„De pastoor van het doipje Belesta
bezit een paard. Xu is de pastorie van
Belesta niet groot. Ze heeft maar een
ingang ook; en de brave past .or van
Belesta moet dus zijn paard door zijn
gang leiden om het op stal te brengen.
Maar zie, de burgemeester van Be
lesta die erg radikaal is, die mis
schien zelfs wcj huoger op wil in de
politiek en die geen paard heeft
verbood den pastoor om het dier door
dc gang van de pastorie te doen gaan.
De pastoor wierp tegen [dat het hem
onmogelijk was zijn paard een anderen
weg te doen nemen, dat de stal maar
oen uitgang had, die uitkwam op de
gflng-
Maar hij zulk een tegenstand nam de
burgemeester van Belesta het volgende
besluit
Gezien het rapport van den architect,
waarin vastgesteld wordt het verval van
den gang- der pastorie, door het her
haaldelijk er door gaan van het paard
van den pastoor,
Besluit:
„Het is den pastoor uitdrukkelijk ver
boden zijn paard door de gang van de
pastorie Ie doen gaan.
„Elke overtreding van het tegen
woordig besluit zal vastgesteld worden
door proces-verbaal en de overtreder
voor den bevoegden rechter gedaagd.
Dc veldwachters van Belesta zijn belast
met de uitvoering van dit besluit."
Maar dc pastoor voelde dat zoo iets
niet aanging, dat er hooger autoriteiten
v aren dan dc Burgemeester van Belesta,
en hij heeft zijn klachten gebracht voor
den Raad van State.
De liooge vergadering, met een lichten
glimlach om haar ernstigen mond, heeft
Bij don een brandt zij rustig en be
hoorlijk, bij den ander flikkert zij hoog
op en eindelijk zijn e;, bij wie de
lamp walmt."
„Dus krankzinnig?"
De arts maakte met zijn hand eene
beweging in de lucht en keek een an
deren, kant uit.
Een langere .pauze volgde.
Dan begon de ander weer: „En
hij heeft dus eene vrouw?"
De arts wierp het hoofd om.
„Hoe zoo?" vroeg hij.
„Nu omdat u straks zei, dat hij
nu in haar slaapkamer was."
De arts stiet een hijgende zucht uit. liet
was hem blijkbaar niet aangenaam, zoo
uitgehoord te worden, en hij ergerde er
zich aan, dat hij reeds te veel gezegd had.
„Een vrouw," zeide hij dan „'tis
best mogelijk, dat hij er een heeft. Maar
dat is een zaak waarover men beter doet
niet te spreken."
Hij zuchtte nogmaals; zijn stem'werd
dof, alsof hij in zichzelven sprak, toen
hij zeide: „Die vrouwlui zijn veelal
niet anders dan schapen, die op het
vuur inloopen-omdat het verlicht. Later,
als zij er in zijn, bemerken zij dat het
ook brandt maar dan is het te laat."
Hij haalde de schouders op en rekte
zicli eens uit.
-Maar, zooals gezegd er wordt al
het mogelijke verteld want waarover
praten de menschen niet en wanneer I
uitgemaakt, dat het paard weer door
dc gang mocht gaan of liever, dat de
uitoefening van het gebruiksrecht van
den bedienaar van den godsdienst op
de pastorie niet door zulk een politie-
besluit geregeld kan worden en dat dus
de burgemeester zijn bevoegdheid te
buiten gegaan is."
En nu hoort men weer het vroolijk
gehinnik van het paard en het zoet ge
klots zijner hoeven in de gang van de
pastorie, en men ziet den vromen ruiter
fier langs het huis van den goddeloozen
burgemeester draven; hoort hem guitig
en minzaam een vriendelijken groet
wisselen met een gewapeiiden man, die
voor kort nog spiedend rondom de pas
torie dwaalde, den veldwachter van
Belesta, en alles is weer pais en vreê
in het bekoorlijke dorpje.
Jammer dal de burgervader geen
familie is van den Amerikaaiischen be
delaar Tidier, anders zou hij zich weldiE
een nog heel wat kraniger paard kun
lion aanschaffen dan den ouden knol
van den pastoor.
De Amerikaan Abraham Fidler ui
die zijn kost verdiende met bedelen en
ook als bedelaar geleefd heeft, overleed
in Augustus jl.j 90 jaar oud, te
Xice, en toen men zijn armelijke plunje
onderzocht, vond men geldswaarden
tot een bedrag van bijna een millioen
gulden en daarbij een laatste wilsbe
schikking, waarbij zijn vermogen ver-
ma ikt werd aan baron Rothschild. „Geld
zoekt geld," had de erflater in het tes
tament geschreven.
Rothschild het onderzoeken of de man
nog bloedverwanten bezat. Drie familie
leden werden gevonden te Odessa, en een
bedrag van ongeveer vier ton werd
onder hen verdeeld. Ook in Amerika
zijn bloedverwanten ontdekt; in Brook
lyn woonde een oude man, Max Fidler
mot zijn vier zusters, die met hard
werken hun schamel stukje brood ver
dienden.
De familie is nu op weg naar Europa
om de dubbeltjes te halen.
Wij herinneren aan de vergadering
van „Het Groene Kruis' die, morgen
avond in de Arend zal worden gehouden.
Zondagavond wordt er van Ons Huis
wederom een uitvoering gegeven in
Amicitia. Opgevoerd zal worden Jonge
TTarten van Mereellus Emants, terwijl de
muziek van O. G. A. haar medewerking
zal verlcenen.
Morgenavond geeft het „Frysk Selskip
Amersfoort" wederom een uitvoering in
de Keizerskroon. Opgevoerd zullen wor
den „Dove Johannes" en „In blük yn
trv en".
De volksuitvoering van „Jubal" Zon
dagavond in Amicitia gegeven is uit
stekend geslaagd. Jammer, dat de zaal
niet zoo goed bezet was, als we dat bij
uitvoeringen van „Jubal" wel gewoon zijn.
Vrijdagavond zal mejuftr. M. van Aaken
een concert geven in Amicitia met mede
werking van de dames Linden v. d. Heuvel
(zang) en Georgine van Aaken (viool).
Waar mejuffrouw Van Aaken optrad,
wordt met zeer veel lof melding gemaakt
van haar hoogst talentvol spel. Zonder
twijfel staat dan ook ons a.s. Vrijdag
een avond van hoog genot te wachten.
De Nutsvergadering wordt Vrijdag
avond niet in Amicitia maar in de Zwaan
gehouden.
Bij Kon. Besluit is op verzoek eend
ontslagen bij de dienstdoende schutter]
te Utrecht, onder gehoudenhcid dat h]
de op hem uit kracht der wet nog rul
tende verplichting als gewoon lid dt!
schutterij volbrengt, de le luitenant Al!
A. Uijlenberg, benoemd luitenant bij
Landweer?-
Aan liét ceutraalbureau der Staat-,
spoorwegen te Utrecht is gisteren aad
besteed
Bestek No. 985. Het maken van grond
en kunstwerken, het verrichten val
spoorwerken en van bijkomende werkel
ten behoeve van den aanleg van cd
grensstation BaarleNassau.
Begrooting f 139.000. Ingekomen
biljetten. Laagste insehijvers M. van del
Berg en G. Marrsing, te Amersfooij
voor (119,700.
De le luitenant-kwartiermeester S. j
Koster van het 6e regiment infantenü
te Breda, die tijdelijk belast was
de hoofd-administracie van het le reg|
ment huzaren alhier, is naar zijn garnizoel
teruggekeerd.
men daarua eens nagaat wie iets weet,
is er niemand die iets zekers kan zeg
gen. Daarom denk ik, dat het 't best
is, er niet van te spreken. En ik voor
mij, ik meen dat het goed is, als men
geen reden heeft zich over zekere dingen
te bekommeren. En ik heb er geen
reden voor; mij gaat het niets aan
ik bekommer er me dus niet over."
Xa dit prachtig betoog trok dc dokter
zich diep iu den hoek van zijn rijtuig
terug, als wilde hij daarmee te kennen
geven, dat hij genoeg gezegd had en
verder ook niets wilde zeggen.
De ander scheen dit te gevoelen en
zweeg. De verklaringen van den arts
hadden hem de zaak zoo mogelijk nog
duisterder gemaakt. De eene of andere
gebeurtenis moest zich daarboven hebben
afgespeeld. Misschien een vreeselijke ge
schiedenis, maar welke?
Voortdurend zag hij iu zijne verbeel
ding dat stomme licht achter de vensters
van het uitgestorven huis daarheen
dwalen, van kamer tot kamer, als een
slapeloos kwaad geweten, voortdurend
dat schokkende spelen der lichtstralen,
dat zoeken in alle vertrekken over den
vloer, onder meubels en bedden dat
wilde, vertwijfelde zoeken. Wie w as die
nachtelijke wandelaar? Wien zocht dat
licht? Een huivering voer hem door de
leden -~ wat mocht in dat sombere huis
zijn voorgevallen?
Wordt vervolgd.
Ook in den feestavond van den-Bod
van oud-onderofticieren, ZaterdagavorJ
in de Arend gehouden, had de uitvoerii
van het zangspel „Maryke van Schevl
ningen" een uitbundig succes.
Het geheel werd dan ook, evenal
Woensdag in Amicitia zeer goed
speeld.
Op 11 en 12 Maart zal door eeniJ
dames en heeren een tooneeluitvoeritf
worden gegeve i iu Amicitia, ten voordeel
van de inrichting voor Lupus lijders vJ
Dr. Bollaan te Rotterdam. Ook het orkrj
van O. G. A. zal zijn medewerking vel
leenen.
De luitenant-kolonel Swaving, coil
mandant van liat le regiment veld-ar?
lerie, zal binnen kort worden bevorder
tot kolonel.
Voor de benoeming van een leeral
in de natuur- en werktuigkunde, kot
mografie en wistkunde in de hoogss
twee klassen der hoogere burgerschol
te Zierikzee worden door B. en W. aal
bevolen de heeren dr. J. A. Volgrafh
Utrecht en W. G. A. Meijer, vroegi
tijdelijk leeraar van de H. B. S. alhicj
thans te Groningen.
De vorige week zijn op verschillen,
plaatsen aan het personeel der spoot
wegbrigade de krijgsartikelen voorgl
lezen. Op ieder station is bij iede
sectie één man der brigade ingedeeld
die daardoor vrij is van allen under,"
militie-plicht. Het aantal sollicitant!
heeft de vraag ver overtroffen.
De minister van marine brengt t
kennis van belanghebbenden: 1°.
krachtens Koninklijk besluit van
Februari 1905 n" 11 :n dit jaar bij l'
Koninklijk Instituut voor de Marine
Willemsoord kunnen wordentoegelate:
tien jongelingen als adelbort der 2$
klasse voor den zeedienst, op de voo
waarden vervat in het reglement vol
het instituut, bij bovengemeld besli
voorloopig vatstgesteld en in dcStct.,
hoofdzaak vermeld; zestien jongelingen
als adelborst der 3de klasse voor
zeedienst, op de voorwaarden, ven
in bet voorloopig gehandhaafd worden®
reglement voor het instituut, vastgestef
bij Koninklijk besluit van 31 Mai
1897 n°. 19; 11", dat in het jaar 191J
voor de laatste maal de gelegenheid i
worden opengesteld om ingevolge
bepalingen van laatstbedoeld regiemei
na vergelijkend examen, als adelboij*
der 3de klasse bij hst instituut te wordt
geplaats. (Zie verder de Staatsct. No 5®
liet Hbld. schrijft
Hoe groot het bijgeloof onder
uiige menschen nog is, leert ons het vl
gende
Zekere I'. v. d. B. uit Ilalkcrvecj
gemeente Nïjkerk, is de vorige we
onder Hoevelaken van een karhoutg
vallen en was daardoor eenige dag,
aaneen niet in staat zich goed te I'
wegen. Den morgen na het ongel
moet hij zelfs nog van dc „weerzoet
flauw gevallen ziju. Om van zijn kwaal i
nezen te worden paste v. d. B. een o#
middel toe, dat bij hem en zijne oma
ving nog niet als verouderd schijn
aangeschreven te staan: v. d. B.
zich belezen, 't Ging voor hem nfl
zoo gemakkelijk, hij kon immers
geen voet verzetten en de duivelskunst
naar woonde heel in Hoogland. Ml
is de liefde vindingrijk het
geloof niet minder. Een goede vertrouw!
ging voor v. d. B. naar Hoogland,
zich naar heneden en bracht de genet!
krachtige werkring op v. d. B. over]
hoe, id- onopgelost gebleven.
't Mooiste van 't geval is nog,
v. d. B. van af dat oogenblik wil
loopt als een kievit.