No. 41.
Woensdag 24 Mei 1905.
2e Jaargang
Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken
Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER".
Het zoekende Licht.
OM NOTA VAN TE NEMEN.
FEUILLETON.
Sybrandyania.
DE EEMLANDER.
Verschijnt
Woensdags en Zaterdags.
Rnreau
Hendrik van Viandenstraat 28.
Abonnementsprijs
Per jaarf 3.00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Prijs der advertentiën
Van 1 tot 5 regels0.40
voor iederen regel meer0.08
{Bij abonnement aanmerkelijke korting.)
Mocht er in Juni een vrijzinnige meer
derheid komen, dan zal een eventueel
kabinet van die zijde volstrekt niet over
een even gewillige rcgeeringspartij tc
beschikken hebben als de tegenwoordige
regeering. Doch wij wenschen dit ook
volstrekt niet. Wij zijn overtuigd, dat
de vele fouten van deze egcering mede
veroorzaakt zijn door de verkeerde trouw
van zijne paladijnen.
Van oppositie van de eigen partij
nimmer een spoor, vertrouwen en nog
eens vertrouwen was steeds het wacht
woord. Van oppositie om des beginsels
wille was slechts bij één man ooit sprake
en deze werd deswege in den ban ge
daan.
Dit nu is al mede de oorzaak van het
weinige wat tot stand kwam.
Warneer het ministerie geweten had,
dat óok de vrienden het op de vingers
keken, zou het veel sterker hebben ge
staan dan het thans doet.
De zekerheid, dat alles wel gedaan
i, ontzenuwt; de kritiek, vooral de
humane kritiek van den vriend, staalt.
„De vriend, die mij mijn feiten toont,
heeft op mijn hart een groot vermogen",
hoort men telkens aanhalen, maar in de
practijk blijkt daarvan niet veel; integen
deel, veelal wordt kritiek slecht opge
nomen en dit schijnt de rechterzijde te
hebben teruggehouden om aan te drin
gen op 6neller afdoening van rijp ge
worden hervormingen, op terughouden
van onrijpe.
Slaat men de annalen op der Vrij
zinnige partij, dan ziet mcD, dat men
2ich daar wel eens schuldig maakt aan
het tegenovergestelde. De vrijzinnigen
zijn vaak te veel geneigd kleine ver
schilpunten breed uit te meten.
Daarom hebben wij stellig iets te
danken, veel te danken misschien, aan
het optreden van het tegenwoordige
kabinet. De wijze, waarop voornamelijk
door de anti-revolutionairen den strijd
tegen alle vrijzinnigen is gevoerd, heeft
ten gevolge gehad, dat bij ons de band,
het gevoel van bij elkaar te hooren is
versterkt geworden.
De verschillende fracties staan minder
scherp tegenover elkaar dan voorheen
en ongetwijfeld heeft het streven van
de anti-revolutionaire pers en de anti
revolutionaire propagandisten, om bij de
Ook de hoogste torens ritsten op de aarde.
Ckineesche wijsheid.
Uit hot Duitsch
ERNST VAN WILDENBRUCH.
25).
Toen hij eindelijk weer bij zijn kamer
kwam en over den drempel trad, bukte
hij. Hij wist, dat hij eensklaps gegroeid
was. Ja, ja, het was merkwaardig,
maar waar; hij was gegroeid, minstens
een hoofd; daarom moest hij oppassen,
anders had hij het hoofd tegen den
deurpost gestooten
Het voorjaar deed zijn plicht. Door
alle vensters, door alle openingen van
het slot Fahrenwald zond het den vol
genden morgen de zonnestralen naar
binnen, als wilde het die oude kast tot
goê-gemeente de liberale partij voor te
stollen, als een partij, waarvan niets
goeds te vertellen is, er toe bijgedra
gen om in eigen kring de waardcoring
voor den staat van dienst, waarop zij
kan wijzen te doen toenemen.
De critiek, als had de liberale partij
niets tot stand gebracht, is zeer onbillijk,
onbillijk tegen beter weten in.
Ziju er dan sedert 1848 niet velerlei
verbeteringen gekomen?
Zijn er onder die verbeteringen niet
vele, die ook door eerlijke tegenstan
ders als zoodanig erkend moeten
worden?
Heeft vrijheid van vergadering, vrij
heid van drukpers, vrijheid van gods
dienst geen waarde in hunne oogen?
Vooral de katholieken verjjeten wel eens,
dat ze hun vrijheid van Godsdienst aan
de liberalen verschuldigd zijn, dat
hunne tegenwoordige bondgenooten zich
daar met hand en taud tegen hebben
verzet en als ze de macht alleen in
handen kregen het nog zouden doen.
Vrijheid was en is liet levensbeginsel
van de liberale partij.
Vrijheid voor ons zelf, ook vrijheid
voor anderen.
Naast de genoemde verbeteringen zijn
er meerdere, van anderen aard te
plaatsen.
Verbetering van de Rechtspraak, van
het Volksonderwijs enz.
Het bestek van dit artikel laat niet
toe, dit in den breede na te gaan, doch
we willen nog even wijzen op de belas-
tingpolitiek van de liberalen in verge
lijking met die der clericalen.
In de jaren 1850, 1862 en 1876 zijn
successievelijk tal van invoerrechten
verminderd.
De plaatselijke accijnsen op gemaal,
op brood, op geslacht en op zeep zijn
afgeschaft.
De Mutatierechten ziju met 1.700.000
gulden verminderd. Door de verandering
van een Patent- in een Bedrijfsbelasting
zijn niet minder dan 178000 personen
vrijgesteld van een belasting, die vooral
voor hen, die weinig verdienden, zeer
drukkend was.
De tollen op de rijkswegen zijn af
geschaft. Door do vermogensbelasting is
de personeele belasting met f 6.000.000
verminderd.
In bet geheel is ongeveer een bedrag
van 35.000.000 gld. vau zwakkere op
sterkere schouders overgebracht.
in hare donkerste hoeken verlichten en
verwarmen.
Toen de baron aan het venster zijner
kamer trad en naar beneden keek, zag
hij, dat anderen reeds vroeger waren
opgestaan dan hij. Met een strooien
hoed op het hoofd, hot ochtendkleed
hoog opgetrokken, wandelde in den
tuin eene gestalte tusschen de bloem
bedden, nu eens rechts, dan weer links
bukkende, zoodat de breedgerande hoed
gestadig op en neer zwaaide. Dat was
zijne jonge vrouw.
De zon had haar vroeg gewekt en
geen rust meer in bed gelaten. Toen
hij haar zag, was het hem, alsof de
nacht en al wat in den nacht gebeurde,
als een spook achter hem wegzonk, in
eene eindelooze diepte. Zonder zich
te bedenken, rukte hij het venster open,
en „Anna!" riep hij luid naar be
neden.
Toen zij zijne stem hoorde, richtte
zij het hoofd tot hem op en, hem ziende,
wierp zij hem kushandjes toe. Haar
jeugdig, gevuld gezicht, met den rand
van den gelen hoed daaromheen, zag
er uit als eene zonnebloem.
„Kom beneden, Eberhard," riep zij
hem toe; „het is hier wonderschoon."
Als het gezang van een opstijgenden
leeuwerik klonk hare stom hem in de
ooren; het leven was hem wedergegeven,
en daarbeneden stond het voor hem
belichaamd in dat geliefde wezen.
Nog is zeer veel te doen, maar wan
neer wc de geschiedenis nagaan, be
speuren wc een gestadige vooruitgang,
en over het algemeen een toename van
de volkswelvaart.
Het tempo, waarin de verbeteringen
tot stand gekomen zijn gaat velen te
langzaam.
We kunnen dat gedeeltelijk toegeven,
maar de eenzijdige critiek vau de te
genstanders wordt er niet minder on
billijk door.
Het verleden van de liberalen waar
borgt ons, dat ook de toekomst met
gerustheid aan een vrijzinnig bewind
kan worden toevertrouwd.
Toekomst-muziek achten we nutte
loos. Daarop is niet te bouwen, maar
wel op een staat van dienst als waarop
de liberalen kunnen bogen.
En thans een enkel woord over de
belastingpolitiek van de tegenwoordige
regeering.
Het tweetal schuchtere en mislukte
pogingen van Minister Harte om een
belasting op het gedistilleerd te heffen
kunnen we met stilzwijgen voorbijgaan.
Een derde poging is niet te verwachten.
Alleen over de tariefwet een enkel
woord.
Yooraf ga een historische herinnering
met betrekking tot de protectie
in het algemeen, waar de cleri
calen ons willen heendrijven.
Het protectionistisch stelsel is hier te
lande niet onbekend. Onder dat stelsel
hebben wij ook hier geleefd in de jaren
van 1817 tot 1850.
En dat er toen geen welvaart hcersch-
te, moge liet volgende bewijzen.
Er werden toen graanrechten geheven.
Het jaar vóór de afschaffing dier rech
ten werd hier te lande 1,300,000 H.L.
tarwe verbruikt. Het jaar daarna
2.100.000 H.L. d. w. z.: in cén-jaar
800.000 II. L. meer.
"Wel een bewijs van het groote nadeel
dat er voor de economisch zwakken aan
graanrechten verbonden is.
Want de vermeerdering van het ge
bruik van tarwe was niet een gevolg
van het feit, dat nu dit graan zooveel
goedkooper was geworder, of dat de
grooten der aarde meer tarwebrood
gingen eten.
Neen, de armen hadden zich te voren
met minderwaardig voedsel moeten te
vreden stellen.
Hij boog zich ver uit het venster.
„Ja, ik kom dadelijk," zeide hij,
doch terwijl hij dit zeide, bleef hij kalm
liggen. Hij kon zijne oogen niet ver
zadigen.
Zij bleef staan, lachte hem toe en
knikte; hij knikte terug. Toen nam
zij haren witten zakdoek en wenkte hem.
„Kom dan," riep zij weer. „Kom
dan toch hier."
Nu stond hij op, om zich tc kleeden
en nu eerst zag hij, hoezeer de nacht
hem had aangegrepen. Hij wankelde
bijna, en eerst door een koud bad kwam
hij weer tot zich zeiven. Toen hij
echter bij zijn vrouw in den tuin kwam,
vergat hij zijne zwakte en al zijn lijden.
Bleek was hij wel, doch dit was zij
van hem gewoon. Zij trippelde hem te
gemoet; hij ving haar in zijne armen
op, en toen zij aan zijn hart lag en
de liefde voelde, die zich als een stroom
uit dat hart over haar uitstortte, vergat
ook zij, dat zij den vorigen avond in
tranen badende was ingeslapen.
De dag bleef schoon, tot het einde
toe. Doch juist omdat hij zoo schoon
was, werd hij voor Eberhard von
Fahrenwald zeer vermoeiend: Anna nam
hem geheel in beslag en sleepte hem
van den morgen tot den avond in het
park rond; nauwelijks gunde ze hem
den tijd oiu te eten. Het park was
haar alles; zij was er als verliefd op
geworden. Tot nog toe had zij het slechts
Dit historisch feit is een waarschuwing
om niet zoo heel spoedig tot belasting
heffen in protectionistische richting over
te gaan.
De tariefwet om thans ter vergelijking
nog even bij de belasting politiek van
dit kabinet stil te staan, moet zooals
men weet ongeveer 9S ton in de schat
kist brengen.
Do wijze, waarop die belasting dooi
de anti-revolutionaire propagandisten
werd verdedigd de heeren praten er
nu niet veel meer over moet streng
worden afgekeurd. Vaak werd door hen
beweerd, dat er eigenlijk slechts sprake
van een belasting op weelde artikelen
was.
Zonder het klemmend betoog, daarover
door professor Treub geleverd in zijn
geheel te herhalen, willen wij er toch
nog even op wijzen, dat dit wel een
staaltje is van de ergste volksmislei
ding, die zich denken laat.
De belasting op weelde-artikclen
brengt ongeveer f 684.000, terwijl
7.300.000 gld. geheven wordt van arti
kelen die gebruikt worden door arm en rijk
of enkel door minder bevoorrechten.
Men denke er maar aan dat bijv.de
belasting op klompen f 50000, op harde
bokking f 19100 en die op slachtpaarden
f 90000 moet opbrengen-
De tariefwet is een belasting op de
armoede en kan in vergelijking met de
belasting politiek door de liberalen
gevolgd, gerust als reactie worden ge
brandmerkt.
Ook de bewering, dat de tariefwet
ten gevolge zou hebben eene verheffing
van den nationalen arbeid is wat al te
gewaagd, 't Bewijs daarvan heeft men
tot nu toe nog niet geleverd.
Alleen reeds het feit, dat de
werktuigen belast worden pleit er tegen
doch aangenomen eens, dat werkelijk
waar was, dat men eerlijk verwachtte,
dat voortaan datgene, wat men belastte
in het binnenland zou worden vervaar
digd, dan zou de wet toch geen 98 ton
kunnen opbrengen
Het een sluit het andere uit.
In het voorgaande meenen wij den
anti-revolutionairen woordvoerders een
paar wapens uit de handen geslagen te
hebben, die zij nog al eens gebruiken.
oppervlakkig leeren kennen; nu moest
Eberhard haar alle schoone punten, alle
schuilhoekjes wijzen. Zij was in de
stad opgegroeid; de natuur, waarin zij
nu voor het eerst een blik sloeg, was
voor haar als een sprookjesboek, dat
men voor de oogen van een kind
openslaat. Al wat zij zag, was voor
haar als een voorwerp van bewondering.
Onder eiken boom, waarin een nachte
gaal zat, moest Eberhard met haar
blijven itilstaan, om naar zijn gezang
te luisteren; als een vink voor haar
over den weg huppelde, hield zij haren
man bij den arm vast, en met den
vinger naar het vogeltje wijzende, was
het: „Zie toch eens, wat een allerliefst
diertje!" Zij was volkomen kind ge
worden; zij had niets anders noodig,
verlangende verder niets, zij was
gelukkig.
Over hetgeen den vorigen avond was
voorgevallen, brak zij zich het hoofd
niet meer. Zij had haar echtgenoot niet
goed begrepen, dat was zeker; maar
zij had ook door ervaring geleerd, dat
men in zulke oogcnblikken niet bij hem
moest aandringen om meer te weten,
hem mets moest vragen; dus zij vroeg
ook niet?
Van een zinnelijke natuur was zij
niet. Het was wel eens voorgekomen,
dat haar bloed warmer werd, maar zoo
onder gewone omstandigheden waren
zinnelijke begeerten haar vreemd en zij
Het optreden van Mr. Sybrandy te
dezer stede heeft al weer heel wat pen
nen in beweging gebracht. Men kan er zich
over verwonderen, dat men zich nog zoo
druk maakt om zoo'n leugenaar, maar
anderzijds is het heel begrijpelijk dat men
nu tracht dat lieer eens goed aan de
kaak te stellen.
Nog weerzinwekkender dan Sybrandy's
optreden is do houding der clcvicalc pers,
waarin we nog geen enkel woord van
protest zagen tegen mr. S. Integendeel,
de Nieuwe Baarnsche Courant
buit het geheele geval uit tegen de
vrijzinnige pers, die zoo hard schreeuwt
om eenvergissing, die maar dade
lijk een leugen wordt genoemd. Zoo'n
draai er aan geven is toch prachtig niet
waar, maar getuigt er ook van, dat
Sybrandy helaas geen uitzondering is in
de anti-rcvolutiouaire partij, ze bergt
nog heel wat meer van dien aard in
haar schoot.
Hieronder laten we eenige stukjes
over de kwestie volgen.
In de anti-revolutionaire „Stichtsche
Crt." lozen we:
Mag ik u verzoeken om een klein plaatsje
onder de rubriek „Ingezonden Stukken".
Onderstaand schrijven ontving do A. R.
Prop. Club „Groen van Prinsterer", te
Amersfoort.
Aan de A. R. Prop. Club,
te Amersfoort.
Vóór do vergadering onlangs gehouden te
Amersfoort, waar ik voor uw club optrad,
had ik met den Voorzitter, den heer Goos-
sens, afgesproken dat, wanneer de zaak der
vorige vergadering betreffende de partijdig
heid der liberale Regeeringen bij de benoe
mingen van Notarissen in N.-Brabant zou
ter sprake komen, ik dit als een mij later
gebleken onjuistheid zou herroepen. Ik had
deze onjuistheid eens gelezen in eoa blad
dor rechterzijde.
Toen nu de heer Duijs, als niet op de
eerste vergadering geweest zijnde, er door
zijn onhebbelijk optreden denganschenavoud
der vergadering mijn weerzin had opgewekt,
voolde ik mij niet geroepen, tegenover hem,
die met de bewuste vraag toch reeds buiten
de orde der vergadering was, de onjuistheid
mijner mededeoling te erkennon.
Thans doe ik zulks in de groote bladen der
vrijzinnige partij en in onze eigen Pers. Ik
meen znlks eveneens te moeten doen in uw
kon zich niet gemakkelijk een huwelijk
denken, waarin de echtelieden als twee
goede vrienden naast elkaar door het
leven gaan; reeds begon zij zich ver
trouwd te maken met het denkbeeld,
dat hunne wcderzijdsche verhouding
voortaan op die wijze zou blijven.
Of de man, die met loome schreden
achter haar aankwam, die gedachten in
haar hart las? Wellicht!
Hij was eenigszins achtergebleven,
want daar hij haar te langzaam ging
had zij zijn arm losgelaten. Nu zag hij
haar voor zich uit trippelen, met haastige,
opgewekte bewegingen, in het geheel
begroeide prieel, door welks dak de
zon haar licht slechts hier en daar als
vonken naai binnen wierp.
Iloe gelukkig was zij! En wat deed
haar geluk hem goed, tot in het diepst
van zijne ziel!
Maar ook, hoe argeloos, hoe onbe
zorgd was zij! Zoo geheel niets te ver
moeden van den ernst van datgene,
wat gisteravond in hem omging, dat
duistere, ontzettende!
Was het niet goed, dat het zóó was?
Ja, zeer zeker was het goed. Maar
waarom zuchte hij dan toch?
Hij voelde, dat hij alles voor haar
verborgen moest houden. Den eenen
mensch, die in hem was, den goeden,
edelen, liefdevollen mensch, moest hij
haar toonen den anderen moest de
nacht bedekken, opdat zij het nimmer