Advertentiën.
2000 gulden,
Jer bovenverdieping binnengevlogen
en had aldaar haar toevlucht gezocht.
Spoedig was de eigenaar, eveneens
wonende in genoemde straat, opgespoord
die verklaarde het diertje reeds geruimen
tijd gemist te hebben.
Gepasseerden Maandenmorgen stonden
voor de Arrj Rechtbank te Utrecht te
recht de 4 personen, die den agent van
politie B., die een lastig beschonken
persoon naar het bureau wilde over
brengen, mishandelden en zich verzetten
tegen deze arrestatie. De Rechtbank on
middellijk vonnis wijzende, veroordeelde
ieder hunner tot 6 maanden gevange
nisstraf met last tot hunne onmiddelijke
gevangenhouding.
De generaal-inspecteur van het
militair onderwijs heeft benoemd in de
commissie van examen tot toelating op
den cursus en voor den overgang van
het le naar het 2e studiejaar voor deze
inrichting.
a. tot lid en voorzitter den kapitein
A. A. Heisterkamp directeur van deu
cursus
b. tot leden den kapitein W. J. Stein-
buch, de le luitenants A. J. A.Busquet
en B. Jasink, den le luit.-adjudant J.
W. K. de Bas, den burgerleeraar I.
van Spiegel en den 2e luitenant J.
Busquet, die tevens zal optreden als
secretaris.
Zooeven vernemen wij van den sec
retaris der Yrijz. Propaganda club alhier,
dat Professor van der Vlugt, die reeds
gedurende geruimen tijd lijdende was aan
slapeloosheid, nu per telegram bericht
heeft, dat hij wegens toeneming zijner
ongesteldheid, niet te Amersfoort kan
komen spreken. Vermoedelijk zullen de
Kiesvereenigingen Zeist en Utrecht een
dergelijk telegram ontvangen hebben.
DEBAT.
Lezing vail Mr. W. M. <le
Beaufort.
De heer F. v. d. Goes: Ons is
hedenavond aangekondigd, dat er zou
gesproken worden over den politieken
toestand Yan ons land, en gijzelt mijn
heer de President, hebt er in Uw ope
ningswoord aan toegevoegd, dat het
vooral ter inlichting was van de nieuwe
kiezers, die er in den laatsten tijd zijn
bijgekomen.
Stellende mij nu op het standpunt
van die nieuwe kiezers, heb ik mij zelf
afgevraagd, wat moeten zoodanige
menschen wel deuken van het gehoorde,
welken indruk moeten zij daarvan
krijgen. En dan moet m. i. dit de in
druk zijn, wat door ons trouwens al
zoo tal van jaren is gezegd, er is geen
verschil tusschen clericaal en liberaal
tenzij op ondergeschikte punten. Beide
partijen zijn zuiver en alleen kapitalis
tische partijen, zij strijden alleen voor
hun klasse. Zij strijden samen, om een
volksuitdrukking te gebruiken, om het
langste eind, om het vetste brok. Dat
is hedenavond weer duidelijk door den
heer de Beaufort uitgesproken.
Zijn bezwaren tegen het miuisterie-
Kuyper, waren niets anders dan zaken
waarover het aangenaam is den heel
de Beaufort te hooren spreken, ik
zou ook haast zeggen, er zijn maar
weinig zaken waarover het niet aange
naam is den heer de Beaufort te hooren
praten.
Dit is in zekeren zin een compliment
een groot compliment, dat het den
spreker gelukt is de vergadering bezig
te houden. Maar in den grond van de
zaak waren het toch nietigheden, die
over het hoofd van het overgroote deel
van het volk gaan.
De onbescheidenheid en het gebrek
aan goede vormen van Dr« Knyper kan
zeer interressant zijn, om daarover eens
heeren beroeps-politici te hooren praten,
maar de grnotere massa gaan ze niet
aan.
Mr. de Beaufort verwijt Dr. Kuyper
achteloosheid ten opzichte van de vor
men. Maar dan is het ook slechts van
de vormen, want in het wezen der zaak
zijn na 1841 de liberalen en clerialcn
het eens geweest, dat ze het koning
schap tot een instrument maken van
hun heerschappij.
De heer de Beaufort heeft gesproken
over de benoemingen. Daar weten wij
sociaal-democraten ook van mee te
praten. Jaren en jarenlang hebben de
liberalen de baautjes voor hun vrienden
gehad, en nu kan ik me voorstellen,
dat op den duur een rechtgeaard
liberaal is gaan denken, dat er buiten
zijn klasse geen bekwame mannen
werden gevonden.
Thans doen de clericalen niets anders,
dan wat de liberalen zooveel jaren lang
ldi hebben gedaan, dan wat ze in de
liberale school geleerd hebben. Ik wil
tb niet zeggen dat ge ongelijk hebt met
str uw critiek, maar ik wijs er nadrukkelijk
f op, dat dezelfde klachten onder liberale
ré regeeringen evengoed gehoord werden.
De heer de Beaufort heeft ook gespro
ken over den wetgevenden arbeid van
de legeering, en heeft daarbij op de
Drankwet gewezen. Tlij heeft gezegd,
dat men niet gemakkelijk kan weten
wat er instaat en dat die wet lastig en
onvoldoende is. Ik wil dat gaarne toe
stemmen, maar kunnen de liberalen nu
komen en zeggen: kijk dan eens naar
ons, wat wij ter bestrijding van die
volkszonde hebben gedaan? Wat kan
het liberalisme aantoonen, wat het ge
daan heeft om het drankmisbruik te
doen vel'niinderen of op te doen houden?
Weet ge niets anders te zeggen, gij
kunt niet hopen het clericalisme tc
overwinnen.
't Zelfde zien we op het gebied van
het hooger onderwijs. Waar zijn uw
eigen universiteiten anders voor dan
voor uw klasse? Wat hebt ge gedaan
om aan die klassebevoorrechting een
einde te maken.
Wederom 't zelfde bij het Lager ou
derwijs. 'tls een strijd om de macht
te kunnen behouden, waarbij de school
als instrument moet dienen.
Wat is de leerplichtwet anders dan
een papieren vod? Waar staat dat
noodzakelijke ding, het herhaliiigs-onder-
wijs, in die wet? En waar het zeer
noodzakelijke en weinig kostbare school-
voedmg en kleeding?
Als ge voor dat alles gezorgd hadt,
ja dan hadt go recht van spreken. Gij
hebt het onderwijs verwaarloosd en wat
er nog gedaan is, is geschied onder de
pressie der arbeiders zelf.
De tariefwet is een kwestie, die nu
eens niet om nietigheden de burgerij
verdeelt, 't Is volkomen waar, dat do
handel vooruitgaat, maar 't is toch ook
volkomen waar, dat de meeste landen
niet een industrie van eenige beteekeuis
protectie hebben. Het belang van den
handel staat hier tegenover het belang
van de industrie.
Hu zwijgt men, en dat is zeer karak
teristiek over de veel belangrijker sociale
kwesties, die in dezen verkiezingsstrijd
op den voorgrond treden. Als de lieei
de Beaufort daar trouwens over ging
spreken, dan zou bij inderdaad bewijzen,
de waarheid van hetgeen ik aan't begin
van mijn debat zeide.
In den strijd tegen de werkstakers
in 1903 stonden dc clericalen en libe
ralen naast elkaar. Wij zwijgen daar
niet over, maar zullen er telkens en
telkens weer in deze dagen aan herin
neren. In het arbeidscontract staat een
bepaling waarbij naar het wezen van de
zaak liet. stakingsrecht wordt afgeschaft.
Maar wat beteekent dat in vergelijking
met de collectieve beleediging in het
Tuchthuis-ontwerp van Gort v. d. Linden?
Er zijn meer zaken, waarover gezwe
gen is on die tocli tot de groote vraag
stukken van den dag behooren als de Post-
wet, het strafwetboek (opruiing). Wat
daarin wordt voorgesteld zijn zeker, om
een koninklijk woord te gebruiken „mis
dadige aanslagen".
Ten slotte besprak nu-, de Beaufort
de vraag: wat zal er gebeuren, w anneer
de liberalen overwinnen? De liberalen
zouden socialistisch regeeren. Neen zelfs
niet met de vrijzinnig-democraten. Die
behooren trouwens tot die wezens, die
al verdronken zijn voor ze het politiek
water zagen.
Hu heeft de heer de Beaufort ge
sproken van een vogelverschrikker. Maar
ook hij heeft een vogelverschrikker ge
bruikt en ik zou wel eens den onnoo
zelen vogel willen zien, die zich daar
voor bang lictmaken. De heer dc Beaufort
sprak n.l. over dien dwang; als de soci-
listen aan 't roer komen, zal er volkomen
staatsdwang zijn. Maar ais deze aau 't
roer komen is de staat verdwenen, en
waar moet dan de Slaatsdwang vandaan
komen? Hoe kan men ons zoo iets nog
verwijten? De heer de Beaufort heeft daar
over misschien Viel gelezen bij ver
ouderde schrijvers; van dezen tijd is
het niet meer.
Dat aan de vrijheid van uitbuiting,
ja, dat aau die vrijheid een einde wordt
gemaakt, dat die dwang de grondslag
vormt der sociaal-demoeratie geven we
graag toe.
De liGer de Beaufort spreekt van
staatsdwang tot hen, die nooit anders
dan dwang hebben gekend, die van de
wieg tot het graf, niet anders 'hebben
gezucht dan ouder den dwang der
loonslavernij. Die moeten nu hooren,
dat als de socialistische maatschappij
komt, er dwang zal hcerschen, de
socialistische maatschappij die den arbeid
vau een vloek in een zegen zal veran
deren.
Lr is ook gesproken over den klas
senstrijd, maar uw klasse inr. de Beau
fort heeft toch van '48 tot '87 geregeerd.
En nu nog regeert de meerderheid.
Die liberale census was dat dan geen
klasseheerschappij? En de kapitalisten
onderdrukken?
Als de arbeid aan het hoofd der
maatschappij komt, wanneer de onderste
klasse boven komt, welke klasse zal
er dan nog onderdrukt moeten worden?
Juist zooals dc bourgeoisie dc taak
overnam van het feudalisme, zal het
proletariaat die overnemen van de
bourgeoisie. In 't politieke systeem van
nir. dc Beaufort komt dat niet in, want
bij een zekere klasseëgoismc behoort ook
een zekere klasseverblindheid.
De laatste opmerking was: de ver
deeldheid behoeft geen reden te zijn
om niet op den liberaal te stemmen.
Och, die verdeeldheid is maar schijn.
Als ze de regeering weer in handen
kunnen krijgen, vinden de broeders
elkaar wel weer.
Er zijn wel rechts- en linksliberalen maar
tegenover elkaar staan doen zo niet.
Men denke aan de comedie te Amster
dam, bij het stellen der caudidaten. De
vrijzinnig-democraten hebben besloten te
genover den conservatief geen candidaat te
stellen, maar tevens raden ze den kie
zers aan niet op don clericaal te stemmen.
Dat is spreken met twee monden. Ook
in het district Amersfoort zijn er van
die vrijzinnig-democraten, die zich het
vuur uit de sloffen loopen voor mijnheer
de Beaufort. Maar dan mogen zij zich
niet meer er op beroemen dat zij
voorstanders zijn van algemeen kies
recht
Hcplicl:.
D c li e e r d e Beaufort. Het ge
noegen den heer van der Goes tegen
over mij te zien, is me in 10 a 12 jaar
niet overkomen. Thans heli ik den heer
van der Goes weer met genoegen ge
boord, evenals ik steeds met veel
pleizier lees wat de heer v. d. Goes
schrijft, al staan we dan ook diametraal
tegenover elkaar. Repliek acht ik
feitelijk onnoodig. Ieder spreekt zijn
gevoelen uit en de conclusie kunnen
we aan de hoorders overlaten Ik
repliceer ilan ook alleen uit beleefdheid
tegenover den heer v. d. Goes.
Een paar punten wil ik bespreken.
De heer v. d. Goes heeft gezegd; dat
clericaal en liberaal eigenlijk precies
hetzelfde is, ze strijden zooals hij het
uitdrukte om het langste eind of het
vetste brok. Wat bedoeld hij daarmee?
Toch zeker de regeeringsmacht. Maar
dan moet ik toch vragen: gaat dat nu
aan? Als men zich candidaat laat stel
len voor de kamer doet men het toch
zelf ook.
Verder heeft de heer v. d. Goes
gezegd, dat de liberalen na 1848 de
Kroon hebben beschouwd als een orna
ment hunner klasseheerschappij. Ik wil
niet iu historische beschouwingen hier
omtrent treden, maar meen te kunnen
volstaan met een kort woord van pro
test daartegen te laten hooren.
Hog één punt; nl. de absolute
staatsdwang. De heer v. d. Goes zegt
we willen zelfs geen staat. Ik dacht
toen een oogenblik dat dc heer v. d.
Goes Was overgegaan tot dc anarchisten
maar later bleek me, dat dit niet zoo
was.
De soc.-dem. kunnen misschien do
staats inrichting veranderen, maar de
menschen zelf, zooals ze nu eenmaal
ziju, toch zeker niet. Brengt men de
soc.-dem. theorie in practijk, dun moet
er toch zeker ook gedwongen worden?
En daarvan is do grootste ellende te
voorzien.
Dan is gezegd, dat de lib. niets deden
om drankmisbruik tegen te gaan. Ditis
nu toch werkelijk zeer onbillijk. Aan de
liberalen komt in elk geval de eer toe,
de eerste drankwet te hebben gemaakt,
al was ze dan misschien gebrekkig.
En moesten de liberalen soms den
jenever-accijns afschaffen? Dan zou de
jenever immers veel goedkooper zijn
geworden en was het gebruik er van
zeker niet verminderd.
De voorzitter, de heer v. Veen, dankt
den heer de Beaufort voor zijn rede en
ook den lieer v. d. Goes voor zijn wijze
van debatleeren.
Spr. wijst er op, dat het zoo goed is
kort voor de verkiezingen twee caudi
daten van verschillende richting hun
denkbeelden te hooren ontwikkelen. Hij
betreurt dat van de antirev. en katho
lieken zicli niemand geroepen schijnt
te gevoelen, om hier de houding van
hun partij te verdedigen, en hoopt dat
van de coalitiepartijen Ook nog eens
een openbare vergadering met debat
zal plaats hebben. Vooral zou men hun
candidaat gaarne eens hooren.
Hierna sluit hij de zeer druk be
zochte vergadering.
Maandag j.l. hadden er in ons district
drie politieke vergaderingen plaats.
Een in Zeist, waar de heer de Beau
fort optrad met ziju redevoering, die
thans door de Eemlander in duizen
den exemplaren uiet het portret van
onzen kandidaat is verspreid.
Een in Doorn, waar de heer K.
Reijne sprak en een in Amersfoort waai
de heer baron van Wijnbergen de kie
zers kwam „inlichten".
De heer Reijne sprak in Doorn voor
een vergadering van 140 man, waar de
anti-rejol. de meerderheid hadden,
hoewel er ook een kern van vrijzinnigen
was.
Dc heer Reijne sprak als gewoonlijk
uitmuntend. Men heeft getracht dezen
hoog begaafden spreker nog eens te
Amersfoort te krijgen, maar zijn tijd is
zoodanig bezet dat er geen speld tus-
schen te krijgen is.
De vergadering tc Doorn die georga
niseerd was door de V. P. C. werd
geleid door den voorzitter van de
„Centrale, de hoer F. M. van Veen.
De lieer Reyne zette op keurige wijze
de vrijzinnige beginselen uiteen, terwijl
hij scherp de houding van de regcering
geeselde, scherp, maar waardig.
Aan het debat werd deelgenomen
door den heer Mekking uit Arnhem
(„christen"), en den heer Bosman (s. d.)
De burgemeester van Doorn, de heel
de Geer, die zich ook voor het debat
had aangemeld, zag van het woord af.
De heer Bosman debatteerde even
waardig als de lieer v. d. Goes hier ter
stede in Amicitia. De heer Mekking
was hatelijk. Deze mijnheer had de
brutalitiet te klagen over het feit, dat
hem maar 20 minuten debat wat toege
staan (''a van het voor debat bestemde
uur.)
Wanneer men weet, dat de heer Van
Ascli van Wijck den 22n Mei te Doorn
had gesproken en om tien uur
weg moest toen kwam het rijtuig
voor wanneer men weet, dat de open
bare vergaderingen van Clericale zijde
over het algemeen in ons land hoe langer
zoo zeldzamer worden en dat bijvoorbeeld
hier ter stede altijd eon uur voor debat
wordt toegestaan is een dergelijke klacht
meer dan ergerlijk. Je moet maar durven!
Toen de heer Reyne repliceerde werd
hij herhaaldelijk geïnterrumpeerd dooi
den hoer Mekking, die alleen eenigszins
tot bedaren te brengen was, toen de
heer Reyne hem eens flink voor zijn
revolutionair gedrag op zijn nummer
gezet had en hom meedeelde, dat, indien
hij de orde nog langer verstoorde hij
gevaar liep, dat hij wegens verstoring
van de orde in een openbare vergade
ring anders kans zou loopen geverbali
seerd le worden. Het verstoren van een
openbare vergadering is strafbaar.
Netjes gedroegen de „anti's" zich alles
behalve.
Over 't algemeen zijn de Roomsch-
Katholieken in 't debat veel gematigder,
beschaafder, dan hun bondgenooteu,
ofschoon in den regel houden zij meer
van vergaderingen met gesloten deuren.
Adres aan de vergadering, waar op
denzelfden avond de heer Van Wijn
bergen sprak, voor genoodigden en
Roomsche kiezers.
Onder de genoodigden behoorde
ook de Oude Amersfoortsche
Courant. Dat de „Eemlander" geen
invitatie gekregen had, dat was niet zoo
vreemd.
Maar nóch het Dagblad, nóch de
Nieuwe Amersf. Courant werden die
onderscheiding waardig gekeurd. Waar
aan de O. A. C. dit clericale gunstbe
toon te danken had?
Wij staan er voor.
Dit orgaan zegt zijnen lezers een
verslag toe van de speech van den
heer van Wijnbergen.
Misschien komen wij er in ons vol
gend nummer op terug.
Een onzer lezers schrijft ons:
Met de opname van onderstaande
regelen zult u mij zeer verplichten. Bij
voorbaat mijnen dank.
„Kunstliefde."
Ik las n.l. in een beschouwing over
Kunstliefde een aardige beschrijving
over twee schilderstukken van onze
stadgenoote Mejuffrouw Jacoba L. van
Essen, Utrechtsche weg Amersfoort,
welke beschrijving ik niet gaarna zag
ontrukt aan Amersfoortsch ingezeten;
vooral ook omdat het zegwoord „Kunst
moet beloond worden" hier in vollen
toepassing kan gebracht worden.
Ónder de rubriek Tentoonstelling
„Kuustliefdc" las ik dan ook de naam
van deze waardige kunstschilderesse en
wel met eere.
Iloe aardig moeten die Willem Teil
en dan die Kees, (wee barer lievelings
honden do kunstliefde of liefde voor de
kunst teu goede zijn gekomen! Die
Kees met zijn guitige oogeu en tóch
zulke goede! en daarn iast de kop van
den St. Bernard „Willem Tell." Men
moet beide hondenportretten gezien
hebben om te gevoelen wat werkelijk
liefde voor de Kunst is. De uitbeelding
van den St. Bernard is in hooge uiate
artistiek; die kop spreekt en is vol
leven. Zie daar wat onze Controleur
over „Kunstliefde" schrijft.
Ik hoop dan ook dat mejuffrouw Van
Essen haar Willem Teil en Kees nog
eens bier ter stede zal exposeeren; en
twijfel ik niet of beide hondenkoppen
zullen veel kijkers lokken.
Dat mejuffrouw Jacoba L. van Essen
geen onbekende in de schilderkunst is,
getuige zeivOr mede de Groninger
Courant van 31 Januari 1905. Ter wille
van de Kunst laat ik ook dit bericht
in zijn geheel volgen.
Bloemen 's Zomers, Bloemen 's Win
ters, Bloemen voor de ramen, Bloemen
op do ruiten, bloemen overal.
Gelukkig zij of hij, die zich steeds
door bloemen omringd gevoelt. Wie
't genot heeft dat* hij bloemen op zijn
levenspad gestrooid vindt, die is niet tc
beklagen. Een bloemenaanblik doet
altijd weldadig aan en dankbaar moet
men hem of haar wel zijn, die ons
tracht van bloemen tc voorzien.
Er zijn levende bloemen en ook
nagemaakte bloemen. Zooveel warmte
als de eerste ons brengen, zoo koud
laat ons de nagemaakte. Zelfs al zijn
deze laatste ovcrsprcnkeld met de fijnste
odeuren, dan nog hebben ze niets tot
ons te zeggen. Ze zijn dood voor ons
en kunnen ons niet warm maken. Niet
alzoo met bloemen die de schilderkunst
ons weet te schenken. Daarin ligt vaak
een heerlijk leven; daarin schuilt een
machtige kunst, die aan het leven doet
herinneren. Deze gedachten ging door
ons brein, toen we dezer dagen dc
Oosterstraat passeerden en daarin den
kunsthandel van den Heer Ph. Vogel,
een keurige collectie geschilde bloemen
zagen uitgestald die tot koopon moeten
uitlokken.
Als men die Papavers ziet met die
heerlijke roode kleuren, dan grijpt men
onwillekeurig naar het werktuig om ze
af te snijden en in een vaas met water
te plaatsen. Ook de violen kijken ons
aan, of zo zeggen wilden: „We zijn er
alweer, pluk ons maar gerust."
En dan die mand met Seringen; men
treedt onwillekeurig naderbij om een
neus vol in te ademen van dc geuren,
maar ze zijn geschilderd.
Bloemen als deze, ze trekken aan,
zoo goed als echte bloemen, en wat het
mooiste is, men heeft bloemen voor
altijd, bloemen, dio niet meer verwelken.
Bloemen als deze, zooals ons de jonge
schilderesse mejuffr. Jacoba L. van
Essen tc Amersfoort, weet te maken;
men moet ze gezien hebben, om ze te
bewonderen. Aan haar, die zich be
weegt tusschen de bloemen, tusschen
de echte natuurkinderen, die ze zoo
goed weet weer te geven, aan haar zijn
we deze expositie verschuldigd, die tot
koopen zal uitlokken.
Wel is het niet gegeven aan iedereen,
om zulke bloemen in zijne (hare) om
geving te bezitten, maar wie zich die
weelde promittccren kan, hij (zij) kan
hier zijn (hare) keuze doen en zijn
(hare) omgeving met de fraaiste bloemen
tooien.
Ik hóóp dut mejuffr. Jacoba L. van
Essen ons ook hier ter stede nog eens
van al die heerlijke bloemen zal laten
genieten; maar ook vooral die mooie
Kees en die prachtige Willem Teil.
D. R.
SPORT.
Ondanks het warme weder speelde
Quick I Zondag j.l. tegen G. V. C. I. te
Wageningon. De Wagcningers wisten
met 3-2 te winnen. Quick 1 blijft dus
2e klasse-club.
Burgerlijke Stand.
van 27 tot 31 Mei
GEBOREN Dauiëla, Marita "Wilhelmi-
na, d. van D. Reiuian en J. M. de Bas;
Cornelis, z. van S. Sleeking en J.
de Wit; Gerrit z. van B. van Beek
en G. Veenhof; Johan Gerard, z.
van J. Kooiman en J. G. Bellaart;
Petrus Reinier, z. van R. Barben en
A. Willemsfloet; Adriaan Nicolaas,
z. van A. de Jonge en J. de Kievit;
Hendrika Johanna Jacoba, d. van II.
A. van Dijk en J. van Ooik; Otto
Johannes, z. van R. A. van der Linden
en R. van Doorn.
ONDERTROUWD: B. van Bronk-
horst en G. W. van der Linden.
OVERLEDEN: Johanna Petronella
Elizabeth Wilhelmina Vaalman, ond 44
j., ongch. Anna Bosboom, oud 77
j., wed. van W. Veskes; Cornelis
Adrianis van Leeuwen, oud 86 j., wed.
van H. W. JagerWilhelmin a Fre-
derika van Schooneveld, oud 6 mnd.
een levenloos kind van T. van de Kuilen
en G. Nicbeek.
Een uwer, wiens bedrijfskapitaal, in
verhouding tot zijne hier ter stede goed
bekend staande zaak te klein is, vraagt
tegen 4'/'a a 43/1
Als zekerheidsstelling kan hij geven
tweede hypotheek op zijne vaste goede
ren welke f 5000 overwaarde be
zitten en levensverzekering polis groot
f2000, aangegaan in 1892 bij de Eerste
Nederl. verzekering maatschappij te
's Gravenhuge.
Gelieve uwe aanbieding te willen
zenden aan 't bureau „de Eemlander,"
onder cijfer 2000.