Buitenland. Binnenland. EEN VERKIEZINGSKOMIEK. liet electorale oevskzand is altoos kruiende. Het zou dus op zichzelf reeds in het minst geen wonder zijn geweest, als ook het thans zittend Kabinet, met één plof, terstond naar den kelder ware ge gaan. Eu vooral ditmaal zou dit niet zoo ongelooflijk zijn geweest, daar er sinds 1853 geen verkiezing heeft plaats gehad, waarbij tegen het zittend Kabinet, tegen zijn leden, en tegen den Kabinets formateur persoonlijk een zoo verwoede, verbitterde strijd is getoerd. Dat er thans meer zittende leden van de rechterzijde in herstemming komen dan vroeger, heeft, zegt het blad, op zichzelf niets onrustbarends; dat ligt aan het zelfstandig optreden van enkele christelijke partijen. Meer uioet gelet worden op de cij f e r s der uitgebrachte stemmen, en dan mag niet verheeld, dat in deze cijfers deels een zacht verwijt en deels een ernstige waarschuwing ligt. Er is kennelijk in meer dan één district nog te veel aan het toeval over gelaten. De schade die hierdoor te boeken is, zal bij de herstemming alleen door ver dubbeling van inspanning zijn te ver goeden. Doch hoe 't bij do herstemmingen ook loope, voor het bestuur van het land rezen uit de stembus van gisteren twee donkere wolken aan den horizont op. De eerste is, dat, hoe de weegschaal ook oversla, in geen geval een krachtige meerderheid in de Tweede Kamer zitting zal nemen. Wint Links, dan zien we niet, hoe de oppositie liet met inbegrip Tan de socialisten, tot meer dan 51 zal brengen, en houdt Rechts de hooge hand, dan daalt de meerderheid van 57 bijna zeker tot 54. Dit nu is voor de bewindvoering altoos uiterst bedenkelijk. Vooral zoo Link» met 50 of 51 uitkwam, gaan we een periode van zeer te betreuren politieke malaise tegemoet. En de tweede donderkop die opkwam, is het zich scherp teekeuende feit, dat m an i fe s t-liberalen, U n i e-liberalen, en vrijzinnig-democraten siam, indien de sociaal-democraten zich niet over hen ontfermen, geen 30 zetels halen. Voor al hun overige districten kunnen ze alleen leven bij de gratie der socialisten. Natuurlijk zullen die op hen overgaan, vooral nu de sociaal-democraten zeiven, op hun beurt, er zonder liberale hulp niet kunnen komen. Maar wie de kaart van het land kent, weet dan ook vooruit, wat dit zeggen wil: opschuiven naar ultra- links, niet „effentjes", maar met een forschen stoot. Het kloek, zelfstandig optreden van de M a n i f e s t-liberalen heeft dit niet kunnen verhinderen. De „zweep van Troelstra", die dusver nog alleen in de Kamer trof, zal nu ook raak neerkomen op do eandidaten in herstemming. En dan staan we weer met beide voeten in het moeras. De T ij d erkent openhartig, dat de uitslag haar niet is meegevallen. Zij had gehoopt, dat de kiezers al dadelijk het behoud van de meerderheid zouden verzekerd hebben, door reeds bij eerste stemming minstens vijftig leden der rechterzijde in de Kamer te brengen. Nu twijfelt het blad er volstrekt Diet aan, of bij de herstemmingen zullen er minstens vijf stemmen door de rechter zijde worden ingehaald, doch zij merkt op, dat een meerderheid van één stem zeker niet reden tot juichen geeft. wil hij slapen!" (neemt haar zakdoek van de nachttafel, veegt haar oogen af waarin de waterlanders te voorschijn komen): „Ilij komt niet terug!" (Luistert een oogenblik Springt uit bed trekt haar morgenjapon aan). Zij (verschijnt in 't salon, doet heel gewoon, als iemand die eetie zaak luchtig opvat): „Neen, maar wat ben jij voor een man! Hoor eens! Kom nu naar bed!" Hij (zit in een hoek van de sofa, heeft zich met zijn overjas, die hij uit den gang heeft gehaald, toegedekt) „Neen!" Zij (verdrietig, maar zacht): „Je wil toch van nacht niet hier blijven?" Hij (kort en bondig): „Ja!" Zij (lacht gedwongen)„Neen! Ja! heel spraakzaam ben je juist niet!" H( (haar eigen woorden gebruikend) „'tls nu geen tijd om veel praatjes te houden!" Zij (op een toon van verongelijking) „He, wat ben je onaardig!" Hij (verwonderd): „Ik? (merkt dat hij op de sofa ongemakkelijk zit): „Toch niet! Juist andersom! Ik wil je niet in je slapen hinderen!" Zij (vriendelijk): „Je hindert me niet! kom mee!" Hij (eigenzinnig): „Neen! Praat maar Weliswaar, zo# schrijft het blad, is het optreden van een Kabinet der linker zijde thans reeds uitgesloten, doch dit kan en mag voor ons niet genoeg zijn. Hoe wil men een krachtig bestuur ver wachten, indien de regeering leeft in een voortdurende onzekerheid en de al of niet aanneming, van principicele wet ten of ook van vijandige uiotiën en amendementen steeds afhankelijk is van den gezondheidstoestand, de familieom standigheden en het meer of minder krachtig plichtbesef van ruim vijftig per sonen? Het kan, ook van een zeer alge meen standpunt beschouwd, allerminst een gewcnschten toestand heeten, dat de belangen des lands voortdurend af hangen van een verkoudheid van meneer A. een huwelijk of sterfgeval in de fa milie van meneer B. of telaat komen aan den trein van meneer C. Een meerderheid van vier vindt De Tijd het laagste cijfer, dat eenige speling van toevallige omstandigheden mogelijk maakt, zonder dat terstond het leven van de regeering of van één of meer harer leden in gevaar wordt gebracht. En aan dien minimum-eisch kan alsnog naar haar meening zeer wel voldaan worden. Als het ecnigszins meeloopt zou, denkt het blad, Amserdam VHI zeer wel voor de rechterzijde te winnen zijn, en naar haar meening levert Enschedé voor de katholieken nog een goede kans. De Gelderlander zegt, dat de uitslag voor de rechterzijde beslist on gunstiger is dan in 1901. Het is bijna zeker, dat Amsterdam IX, Den Haag 1 en Zierikzee voor haar verloren zullen gaan. KampcD, Sneek en Sliedrecht zullen, als alles niet tegenloopt, behou den kunnen worden. We hebben heel goede kansen, om de districten Enschedé op de socialisten, Haarlem, Leiden en Praneker op de liberalen te veroveren, maar we loopen evenveel gevaar de antirev. districten Amsterdam VH, Gouda en Enkhuizeu en het christelijk-historische Amsterdam II aan de tegenpartij te verliezen. Be houden we deze, dan behouden we ook het ministerie. Het is mogelijk, dat we op het doode punt zullen komen te staan. Maar met flink werken is er wel overheen te ra ken. Als alle teekenen niet bedriegen, zullen we echter met een geslonken meerderheid uit den strijd komen. Het Volk spreekt van een politieken en moreelen slag voor dr. Kuyper. Hij ziet, zegt het blad, zijn meerder heid in gevaar gebracht, en dat hij schade zal lijden, mag iu alle gevallen wel als zeker worden aangenomen. De bedwinger der staking van 1903, de man die de arbeiders sloeg, i6 nu zelf geslagen en straks bedwongen. En zijn lot is in handen van hen die zich, naar 's mans christelijk woord, sloten buiten de gemeenschap der natie. De buiten gewoon drukke opkomst der kiezers maakt hot duidelijk dat de afkeer van dit vierjarig régime van gewold en leu gen een sterke strooming heeft doen ontstaan tegen dezeu man. Verder zegt het blad, dat er op de sociaal-democratische eandidaten 65713 stemmen zijn uitgebracht tegen 38279 in 1901. Conté Rcggi Carlo, afstammelinge au een hoog Italiaansch geslacht, was naar Amerika gegaan om zijn ietwat in het ongereede geraakte financiën, door een niet langer!" Zij (die nu weet, wat ze wil): „Goed!" (gaat in een leuningstoel zitten) „Z-e zoo!" (Leunt haar hoofd achterover en sluit de oogen): „Goeden nacht." Hij (heel onaangenaam verrast): „Je schijnt niet wel bij 't hoofd te zijn!" Zij: „Hoe zoo? Jij neemt de sofa, ik de leuningstoel!" Hij: (schuift zijn overjas weg richt, zich op) „Wel ja! En in die plunje wil je soms een longontsteking op- loopen?" (Op bevelenden toon): „Wil je wel eens dadelijk naar bed gaan!" Zij (vriendelijk, maar beslist): „Niet zonder jou!" Hij (doet, als of hij heel boos is): „Je wiit me dwingen! Dwang kan ik niet verdragen Je weet wel, dat je daar met mij toch niet verder mêe komt." Zij: „Wie spreekt hier van dwingen?" Hij (merkt dat hij zich vergaloppeerd heeft en dat hij koude voeten heeft): „Ik begrijp je doordrijven trouwens heele- maal niet. Je hebt me gevraagd weg te gaan en 'k heb aan je verzoek voldaan!" Zij, die niet goed weet, wat te ant woorden doch, als of ze al kou heeft gevat begint te hoesten. Hij (die 't gelooft, of althans zich zoo houdt): „Nu, wat heb ik gezegd! Wil je nu wel eens als de drommel naar bed'gaan?" huwelijk met een millionairsdochtcr weer den vereischten glans te geven, en dit met goede kansen, want Reggi had zeer aangename manieren. Inderdaad vond hij dau ook een uitverkorene, en om zijn liefde te bewijzen, wilde hij haar een kostbaar geschenk aanbieden. Geld had liij echter niet, en, onderne mend als de graaf was, besloot hij 'tte stelen. Zoo ontving dan het meisje een prachtige diamanten speld uit een der fijnste juwelierswinkels vau New-York De politic kreeg echter kennis van het geval en legde heel onbescheiden de hand op den graaf. Voor de rechtbank bekende hij onomwonden schuld, ook de redenen die hem tot de daad ver lokten, vrijmoedig uiteenzettend. De rechters veroordeelden hom tot 29 maanden gevangenisstraf. Sedert lang hadden een boer Jonna- cone en de pastoor Ccrulli te Bellinza in lialië onaangenaamheden Oorzaak: de politiek. Onlangs wilde het toeval, dat do twee elkander op een eenzamen weg ontmoetten. Het kwam tot vechten en de pastoor beet den boer den top van zijn neus af. Voorloopig zal Jonnacone wel niet meer met de geestelijkheid van meening verschillen. Nog altijd heeft men in do Si mplon te strijden met heetwaterbronnen, die de opening van den tunnel voor het verkeer aanzienlijk vertragen. Uit onge veer 30 bronnen vloeit 400 a 500 liter waler van 4550° warmte, waardoor hot onmogelijk wordt, alle plaatsen waar arbeid vereischt wordt, met werklui te bezetten. Men verlangt nu, dat een afleve ringstermijn wordt vastgesteld. Zonder dat vreest men, dat het werk nog maanden en maanden zal slabakken. Te Remscheid steeg op Pinkster morgen de luchtsehipper Volmer met zijn ballon op. In het schuitje zat ook nog de technische ingenieur Flögel. De ballon was een fraai stuk werk en het schuitje voorzien van alle hulpmiddelen, benevens een voorraad proviand. Het was de eerste tocht die de ballon deed. En ook Volmer ondernam voor het eerst zonder ervaren luchtschipper zijn ver ticale reis. Van ballon noch passagiers is sedert de opstijging iets meer ver nomen. Van de vijf opgelaten postduiven kwamen er 4 terecht. De eerste bracht het bericht, dat de passagiers genocge- lijk aan het ontbijten waren. De ballon had toen een hoogte van 1900 meter bereikt. De tweede duit kwam zonder bericht; de derde echter hield de mee- dedeehng dat de luchtschippers het sleeptouw uitlieten om boven de Holland- sche weiden een sleepvaart te houden. Dat is het laatste levenstceken van Vol mer en Elögel. Van uitgeworpen prent briefkaarten zijn er nog slechts twee ontvangen uit EubingenenCaldenhausen. Men vermoedt dat de luchtschippers ergens in Holland zijn verongelukt. Een beetje anticipeerend op de mode, zijn onlangs twee jonge dames uit de hoogste kringen de straat opge gaan met crinolines, ongeveer van den vorm die men in het midden van de voorgaande eeuw droeg. Weldra waren ze omringd door een lachend publiek, ze wilden vluchten in een winkel, doch Konden de deur niet in, omdat deze niet breed genoeg was. Het publiek schudde van hot lachen. Daar de toe gang tot het magazijn geheel versperd was, verzocht de eigenaar de dames be leefd, zich te verwijderen. Doch de arme schepseltjes waren zoo iu het nauw Zij (eigenzinnig): „Niet alleen!" (Hoest weer). Hij (staat lui en langzaam op, neemi het licht): „Als ik niet zoo Je hebt groot ongelijk. Je speelt met mijne liefde je zult 't nog eens onder vinden!" (Door zijn vrouw gevolgd, gaat hij met loomc schreden, alsof hij door de grootte van zijn offer, van zijn goedheid en inschikkelijkheid, geheel ter neer was gedrukt, terug naar zijn slaapkamer) De beide echtgenooten liggen weer te bed met 't gelaat naar den muur. Zij: „Kan ik de lamp uitdoen?" Hij: „Zooals je wilt!" Zij: „Goeden nacht!" Hij: „Goeden nacht!" Vijf minuten verloopen dan begint zij weer te hoesten. Hij (bezorgd): „Slaap je nog niet?" Zij (zachtjes): „Neen!" Na nogmaals vijf minuten. „Zij (heel zacht): Slaap je?" Ilij: „Neen! en jij?" Door de donkere Kamer klinkt een zacht, onderdrukt gelach dan wordt het weer stil totdat een snurkduët in twee tonen uitgevoerd, hoorbaar wordt. gedreven, dat ze niet heen of terug konden. Politie moest ontboden worden urn de beide moedige dames te verlossen. Een van de Europeesche bladen trekt uit dat incident de volgende leer: de wereld is te klein geworden om nog crinolines te kunnen dragen. De Berlijnsche politie heeft de opvoering van Bluinenthal's „De doode Leeuw" verboden. Het hooger beroep bij den oberpresident werd verworpen, onder overweging dat de val van den Hertog van Olveta, zooals hij in het stuk wordt geschetst, geheel overeen komt met de omstandigheden, waar onder vorst Bismarck aftrad. In een monarchistischen staat werd het door den oberpresident aangezien voor een verstoring van de openbare orde wan neer daden van een nog levend vorst op het tooneel worden gebracht en onderworpen aan de kritiek van schouw burgbezoekers. Na dit bescheid van den oberpresi dent heeft men ecu beroep gedaan op het Oberverwaltungsgericht, dat na on derzoek van de zaak de opvoering van „De doode Leeuw" heeft toegestaan. Uit Jusowka (Gow Jekaterinoslaw), wordt bericht van een ontzettende cata- strohpe Bij het defect worden van een ventilatie-apparaat, zijn in den schacht Iwan van de Russo-Donez Mij. 500 menschen door verstikking om het leven gekomen. In Hamburg verrichtte voor eenigen tijd de hongerkunstenares mevr. Schenck haar toeren. Niet lang duurde liet of ze kon geen engagement meer vinden, en zoo kwam de honger in werkelijke gestalte aan haar deur klop pen. De vrouw, zoo vertrouwd met de effigie van den honger, kon het niet harden en hing zich op. Jacques Lebaudy, de Keizer van de Sahara is waarschijnlijk krank zinnig geworden. Te Triest waar hij ver toefde, riep de dame die hem vergezelt de hulp der politic in, omdat hij zoo vreemd deed. De politie liet hem toen scherp bewaken, daar zich bij hem ernstige tookenen van krankzinnigheid vertoon den. Hij wist echter aan deze bewaking te ontkomen door per rijtuig te vluchten van Triest naar Goritz. Daar rekende de politie hem in, waar hij echter na een onderzoek in vrijheid gesteld werd. Men weet niet waar hij' thans is. Hij heeft te Triest veel dingen van waaide achtergelaten. Als een ironie van het noodlot mag wel worden beschouwd Jiet feit, dat aan generaal Louis Napoleon, broeder van prins Victor, den Bonapar- tischen pretendent naar den Franschen troon, door den Tsaar als hoofd van een Russisch legerkorps, naar den Kaukasus is gezonden, om daar den boerenopstand te bedwingen. Zoo zal de afstammeling van den mau, die door de Fransche revolutie- op den Franschen Keizerstroon werd gebracht, en wiens erfgenamen thans nog schermen met het Plebisciet, thans in Rusland de revolutie helpen onderdrukken. De Sjah vanPerziëis met zijn gevolg van 97 personen Zaterdag jl. te Wcenen aangekomen Hij werd bij zijn aankomst begroet door Keizer Frans Jozef en de leden der Keizerlijke familie en zal mot zijn gevolg de gast zijn van den Keizer. Er zijn proeven genomen met een thelephoniache verbindingtus- s c h e u Rome en Lo n d en. De proe ven moeten zeer goed geslaagd zijn. Uit Halifax zou heden een h ospitaalschip vertrekken naar de Noordpoolstreek. Aan boord bevindt zich een aantal teringlijders, die daar door dr. Schon, den leider dezer ge zondheids-expeditie, worden behandeld. Dr. Schon was zelf teringlijder, doch sinds hij deelnam aan de Noordpool expeditie van luitenant Peary in 1897, bevond hij zich zooveel beter, dat hij, na groudige studie, tot de overtuiging kwam, dat het de zuivere lucht in de poolstreken was, die een zeer heilzamen invloed op de longen uitoefent. In 't Noorden van ons land is eenige malen als spreker opgetreden, de heer B. I.. Blaauw uit Rolde, die steeds een talrijk, dankbaar en juichend publiek voor zich zag. Zoo heeft hij o. a. ook te Groningen gesproken. De voorzitter, den heer Blaauw voor stellende, deelt mede, het plan te hebben naast een roode, een „blaauwc" partij te formeeren, door oene kiesvereeniging op te richten, die de politiek van Blaauw deelt. Den heer Blaauw werd verzocht te gaan staan, waaraan hij voldeed; hij zeidc volgens het N. v. d. D. o. m.: „Godsdienst is niets anders dan priester bedrog; godsdienst heeft de tnenscht tot groote (h)ellendc gebracht. De vro® werkgever schenkt den arbeider 60 eet per dag en zegt: de rest krijg je hiei namaals, maar hiernamaals geeft niets. „Ik ken Schaper niet". Iemand ui 't publiek doet zich als dezen tooi wordt met applaus begroet en dankt vot de eer; den heer Blaauw de ha» drukkende. „Schaper is een edel man. Scliapt moet er in Appingedam weer in. Woond ik daar, ik stemde hem. Ik weetik weet dat Ter Laai valt (geroep: Och, och!) W larom? Di zeg ik niet. Onderwijs wordt veel te veel ge ge vol hoe meer onderwijs hoe dommer mem ken". Li de pauze werd den spreker eei met lak gesloten doos aangeboden, dii hij in dank aannam en welke de volgend aanmoediging bevatte: „Kerel, houd; goed, doe je best voor de goede zaak Laat je niet opzij praten. Hot Oomitc" Het gordijn, waarachter Blaauw vei scholen was, moest vijfmaal gehaal worden. Zijne rede voortzettende, vraagt hij „Wat doen de Kamerleden voor de vei betering der maatschappelijke samet leving? Nies. De werkstaking geef nie- De werkgever moet steeds aan d (h)arbeider8 zeggendaar komen de werk bijen aan en ze goed behandelen. Troel stra is een ellendeling en niet waard ds de zon hem beschijnt. Hij is er vai door. Zulke menschen zij het doodschie ten niet waard. In groote hotels durft hij niet komen Als wij geen andere mensken in di Tweede Kamer krijgen, komt er moor en doodslag. Ik ben blij Schaper geziei te hebben, want de verslagen leest mij vrouw altijd uit de courant". De voorzitter trekt Blaauw aan de ja- om te eindigen, maar hij wil niet et draagt een aandoenlijk vers van ee zeeman voor. Hierna zegt hij„Sybrand; heeft gelogen, zulke menschen zijn mi niet noemenswaard. Ik oop, het gesprokene van mijn s goede (h)aarde valle en (h)als ik (h)it 't koele graf lig, dan zal mijn gedach tenis (h)eeren". Geroep: Ja zeker. Lang zal Blaau» nog leven! Voor het debat gaf zich aan de mat die den geheelen avond voor Schapei was aangezien zonder iets van hem te hebben. Deze vroeg: hoe denkt gij ovei reformkleeding voor de soldaten en det gelijke vragen meer, waarop Blaui goedsmoeds antwoordde! Hiermede was de politieke bijeenkomst afgeloopen. Den spreker werd van all# zijden dt hand gedrukt, hij ontving een krat» met groote roode papavers om den hal en knikte voortdurend, bij ieder knikje een teug wijn nemende. Een rit om f 1000. In een koffiehuis te Leeuwarden zaten eenige wielrijders op te snijden over de 6terkt toereu, die men per rijwiel kon doen, Nadat voortdurend sterker stukken wei den verhaald, zeide een der inzittenden: „Je moogt nu suoeven zooveel je wilt van Zwartsewegsend naar Leeuwarden trappen doe je niet. En als je 't doel geef ik duizend gulden!" De toege- sprokene antwoordde: „Dat zal ik pro- bccren." En hij heeft het naar gemeld wordt geprobeerd en... den afstand van 7 l/a kilometer, onder controle in een kwartier afgelegd. Gisterenmorgen te drie uur werd door een ingezetene van De Bilt vooi de deur achter zijn woning gevonden een ruim tweejarig meisje, hetwelk al daar was nedergelegd op een tricol onderrok. Het kind werd opgenomen en in een warm bedje gelegd, waarna de politie met het geval in kennis werd gesteld. Gebleken is dat het kind toe behoort aan een ongehuwde moedei van pl. ui 26 jarigen leeftijd. Deze, een familielid van den vinder, wasZaterdagjl.tn De Bilt geweest en Zondagnacht om 1' uur nog in de gemeente gezien en is sedert verdwenen, zoodat het voor de hand ligt, dat zij zich aan de zo.gen van haar kind wil onttrekken. Het kind blijft voorloopig bij den vinder, terwijl proces-verbaal is opgemaakt en de moeder wordt gezocht. Te Ruurloo trad voor de kiezers op de heer Oosterbaan, candidaat der antirev. in het district Lochem. Nadat hij eenigen tijd gesproken bad, werd er pauze gehouden, gedurende welke er gelegenheid zou zijn om zich op te geven voor debat. Maar wat gebeurde Het was een mooie zomeravond en zoowel partijgc nooten als tegenstanders gingen een luchtje scheppen en een biertje drinken

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1905 | | pagina 2