No. 71.
Woensdag 6 September 1905.
2e Jaargang
Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken
Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER".
Wees U Zelf!
- REDE, -
verkiezing voor de - - -
- - - Provinciale Staten.
4
nJ
rg
FEUILLETON.
DE FATALIST.
Y'einohjjiit
W6en»daga en Zaterdags.
DE EEMLANDER.
Bnresu
I HeDdrik van Viandenstraat 28
Abonnementsprijs
Per jaarf 3.00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Prijs der advertentlen
Van 1 tot 5 regels 0.40
voor iederen regel meer0.08
(Bij abonnement aanmerkelijke korting.)
De eensgezindheid, die er tijdens de
ierkiezing voor de Tweede Kamer onder
ie Vrijzinnigen heerschte schijnt, volgens
ie verschillende berichten, die tot ons
kwamen niet te heerschen bij de aan
staande verkiezing voor de Provinciale
Staten.
De machine van de Centrale heeft
litmaal wat langzaam gewerkt, zoodat
icrzuimd is aan de afdeelingen, ten-
ainste aan de afdeeling Amersfoort
lien invloed op de samenstelling van
Ie voorloopige kandidatenlijst te laten
jitoefenen, die in een vereeniging van
Vrijzinnigen noodzakelijk is.
Een gevolg daarvan is geweest, dat
Ic kiesvereeniging, door het bedanken
an een der kandidaten zich eenvoudig
iet decreteeren van een kandidaat door
Ie Centrale moest laten welgevallen.
De Kiesvereeniging heeft dit zeer
teker onbedoeld gevolg niet willen accep-
eeren en heeft gemeend vooral ook
jict jhet oog op den korten tijd, waar-
loor het niet meer mogelijk was, de
lentralc in de gelegenheid te stellen
Een nieuwe voordracht op te maken
ich als kiesvereeniging bij deze ver-
iezing te moeten onthouden, terwijl de
eden vrijgelaten werden naar bevind
un zaken te handelen.
Het gevolg daarvan is geweest, dat
^_en vrij talrijke groep leden van de
iiesvereeniging Amersfoort van die vrij-
A ieid gebruik gemaakt hebben om met
tnparige stemmen den heer A. M. Tromp
an Holst tot hun candidaat te benoemen.
Aangezien het district voor de Pro-
i inciale Staten voor de Vrijzinnigen veel
«gunstiger is dan voor de Tweede
iamer, zoodat het ons, gegeven do
oidige partijformatie en het feit, dat
e Kerkelijken een lijntrekken, absoluut
omogelijk toeschijnt een vrijzinnig kau-
idnat, onverschillig van welke fractie,
doen zegevieren, achten wij het
ainder te betreuren, dat er thans meer
ian een vrijzinnig kandidaat zal gesteld
'orden.
Misschien bevat het stemmenaantal,
■at op hen wordt uitgebracht een aan
wijzing voor een volgende verkiezing om-
rent den meest gewenschten kandidaat.
Misschien is liet zelfs een middel om
4
'A
i-i
hi.
64
lanie
>uran
Sy die zich niet voordoet zooals hij is,
ichaamt zich over zichzelvenl
door
IWASr TrBOESJEFF.
Vertaling van
G. H. PRIEM.
9.
Zeker! Ik zei hem: Goeden dag,
ameraad! en hij antwoordde: Adieu,
'sieraad! Waarom: Adieu? vroeg ik
tm. Wel, zei hij, omdat ik mij straks
kogel door den kop jaag Zoo'n
lotvogel!
De adem stokte mij in de keel.
Wat! Hij zei u dat hij
Och ja, 'tis een spotvogel, ant-
iïa. oordde de officier en verwijderde zich.
Van de schrik over deze woorden nog
le' geheel bekomen, hoorde ik luid en
'uidelijk mijn naam roepen. Ik herkende
soiens stem.
zooveel mogelijk vrijzinnigen in het vuur
te brengen, althans indien de heer
d'Aulnis de Bourouill in Baarn dezelfde
populariteit geniet, waarin de heer
Tromp van Holst te Amersfoort
zich zoo terecht mag verheugen.
Hoewel wij ons dus niet ontveinzen,
dat de kans van slagen, zelfs om het
tot eene heistemming te brengen uiterst
gering is, zoo meenen wij, dat alle vrij
zinnigen hier ter stede, nu er een van
de hunnen tot kandidaat gesteld, ter
stembus moeten opgaan.
We zijn dat aan hunne beginselen
verplicht.
Naar het schijnt is de gedragslijn door
de Centrale gevolgd te verdedigen op
grond van het reglement.
Misschien wel en misschien niet.
Ze zullen die kwestie maar daar laten.
Doch 't komt ons voor, dat er in allen
gevalle een reglementswijziging dringend
noodzakelijk is gebleken en wel in dien
zin, dat gebiedend worde voorgeschreven,
dat een voorloopige kandidatenlijst door
de afdeelingen wordt opgemaakt.
't Komt ons voor, dat dit altijd de
bedoeling geweest is, doch het behoud
van de Centrale hangt er thans van af,
dat die bedoeling duidelijk blijkt uit
het reglement.
uitgesproken door den lieer
J. BOLK, z=
bij de opening van de
Industrie- en Huishoudschool.
Dames en Hecren, Onder
wijzeressen, Onderwijzers en leer
lingen der Amersf. Ind. en Huish.
school.
Zeer Geachte toehoorders!
Het zij mij, als voorzitter van de
Amersf. Ind. en Huish. school vergund,
u allen, met een hartelijk welkom te
begroeten, ter gelegenheid, dat aan de
opening dezer onderwijsinstelling
die hare werkzaamheden reeds in Juni
j.l. zij het dan, nog niet naar volledig
prospectus aanving een officieel
karakter zal worden gegeven.
Wilt u overtuigd houden, dat deze
welkomstgroet gepaard gaat, met een
gevoel en als uitvloeisel daarvan
Ik antwoordde hij trad op mij toe.
XVI.
Nu, vroeg ik, hebt gij Ilja Stepano-
witsch gezien en hoe hebt gij hem dan
gevonden? Leeft hij nog?
Ik heb zelfs met hem gesproken.
Mijn angst week eensklaps van mij.
Hij zit onder een berk, in zijn
mantel gewikkeld Dat is alles. Ik
zei hem: Ilja Stepanowitsch, kom toch
mee naar huis; Alexander Wassilitsch
is doodelijk ongerust over u. Toen
antwoordde hij mij: Hoe komt ge er
toe u daarover ongerust te maken? Ik
ben toch vrij om te doen wat ik wil?
Ik heb hoofdpijn. Ga maar naar huis,
ik kom wel.
En gij zijt gegaan? riep ik uit en
sloeg de handen ineen.
Wat kon ik anders doen? Hij beval
mij te gaan en toen kon ik toch niet
blijven?
Al mijn onrust keerde opeens terug.
Breng mij naar hem toe, dadelijk,
hoor je! Semen, Semen, dat had ik
toch niet van je gedacht! Is hij dicht
bij ons?
Vlak bij ons. Daar, waar het
kreupelhoud begintdaar zat hij
vlak bij de beek.
Nu, breng me dan bij hem!
Semen ging vooruit.
Daar, zie slechts, als wij de beek
met een woord van dank, dat u, aan
de uitnoodiging van het Bestuur, om
de opening bij te wonen, wel gevolg
hebt willen geven.
Alvorens onze hooggeachte Burge
meester Jhr. B. W., die zich daartoe gaarn
bereid verklaarde, het woord ter opening
onzer onderwijs instelling wenscht te
nemen, zij eene inleidende gedachte
hier op hare plaats.
Geenszins ligt het in mijne bedoeling
in breede trekken weer te geven, hoe
onze nu tot stand gekomen I. en II.
school, van af hare conceptie tot lieden,
rijk is geweest aan blijde verwachtingen,
afgewisseld door teleurstellingen, die
aan een lijdens geschiedenis doen den
ken, niet alsof dit laatste inhaerent is
aan het tot stand komen van alle groote
zaken, maar daartoe essentieel zoude
behooren; toch wensch ik in 't kort u
te ontvouwen het waarom en 't hoe onze
inrichting ontstaan en het verloop
harer wording is.
Het waarom, zou kortweg kunnen
saamgevat worden in dit enkel begrip:
„de I. en H. scholen zijn allengs uit
„daartoe gevoelde behoefte ontstaan en
„passen daarom geheel in het kader van
„den tegenwoordigen tijd", maar deze
idee blijft voor den een, een geloofstuk
voor een ander een van twijfelachtigen
aard, terwijl weer een derde de waar
heid daarvan, geheel ontkend, totdat...
door de werking en de resultaten van
zoodanige onderwijsinrichting, de over
tuiging van de noodzakelijkheid van
haar bestaan baanbreekt en voor die
overtuiging, twijfel, lauwheid, ondank
en tegenwerking plaats maakt.
Zóó werd dit ook in onze stad begre
pen, door enkelen, die de moeielijke
en de ondervinding leerde het iu vele
opzichten ondankbare taak wilden op
zich nemen, om alhier eene I. en II. school
op te richten.
Zij die op 3 Nov. 1902 het initiatief
daartoe namen al was primitief de
bedoeling deze: „de oprichting eener
„Huishoudschool en om met deze te
„vereenigen de reeds sinds jaren hier
„bestaande Fröbel- en Iluisvlijtschool'
(beide door het Nut6-Departement ge
subsidieerde instellingen), waren de hee-
ren G. J. Buijs, destijds voorzitter
van het Nuts-Departemcnt, D. Gerritsen,
C. J. F. Prins, N. E. Rost, F. "Wesse-
ling, J. v. d. Horst Bruijn en II. W.
van E8veld. Aan deze kampioenen ons
langs loopen zijn wij er aanstonds. Maar
inplaats van bij de beek te komen,
kwamen wij aan een sloot voor ëen
leegen schuur
Wel, zei plotseling Semen, ik ben
zeker te veel naar rechts gegaan
we moeten meer links aanhouden.
Wij liepen meer naar links en kwa
men in zulk hoog gras terecht, dat wij
er haast niet meer uit konden komen.
Toen voelden wij plotseling moerasgrond
onder onze voeten en hier en daar
kleine met mos begroeide plekken, als
ik nog nergens gezien had. We keerden
terug. Plotseling rees een kleine heuvel
voor ons op, daarop stond een hutje,
waaruit een soort gerochel tot ons door
drong. Semen en ik riepen eenige
malen in de richting der hut, het stroo-
dak bewoog zich en eeu stem ant
woordde: Wie is daar?
En opnieuw keerden wij om
niets dan de vlakte, een eindelooze
vlakte
Waar zullen wij heengaan? vraagde
ik Semen vol vertwijfeling.
Ja, ziet u, mijnheer, ik geloof,
antwoordde de bediende, dat hier de
duivel de hand in 't spel heeft.
Ik begon boos op hem te worden
doch op 't zelfde oogenblik bereikte een
dof geluid mijn oor. 't Geleek wel iets
op dat, 't welk veroorzaakt wordt door
het ontkurken van een flesch. Het
geluid scheen van zeer dichtbij te
eersaluut, als de grondleggers onzer
inrichting.
Het wil mij voorkomen dat deze
Heeren bij het nemen van hun initiatief
door de volgende gedachten geleid zijn.
le. Om, waar in het algemeen het
meisje, na meestal niet meer dan het
elementair onderwijs genoten te hebben,
met die kennis de wereld moet ingaan
en verder zich zelf op eigen initiatief
met eigen energie moet trachten kun
dig te maken, wat haar in staat zal
stellen, die plaats in de Maatschappij
in te nemen, welke haar, naar aanleg
en omstandigheden toekomt, haar, van
welken stand of rang zij ook zijn moge,
tot het aanleeren ook daürvan, de ge
legenheid te verschaffen.
2. Om, waar te dezer plaatse door
oprichting eener ambachtsschool, voor
den jongen is gezorgd het een eiscli
van billijkheid is dat voor het meisje
gelijke zorg worde aangewend.
3. Omdat onze stad er groot belang
bij heeft en het voor haar naam, haar
vooruitgang, bloei en toekomsl, een
eerste vereischte is, met haro zuster
steden van gelijke en meerdere bevol
king, voor aan te staan waar het geldt,
goed onderwijs van welken aard of
strekking of op welk gebied dan ook.
Werd zooals ik zeide op 3 Nov. '02
gezegd initiatief genomen, al spoedig
daarna en welop den lllen dier maand had
den genoemde heeren een samenkomst met
den Insp. v. h. M. O. den lieer II. J.
de Groot, die bereidwillig daartoe naar
hier kwam, in overweging gevende, op
te richten eene I. en il. school, gesubsi
dieerd door Staat, Provincie, Gemeente
en Nutsdepartement, waarop zicli 28 Nov.
een voorloopig Comité van 17 Dames
en heeren constitueerde met opdracht
aan de heeren Buij9 en Wesseliug, een
circulaire daartoe te ontweipen en daar
van een 700 tal in deze stad te doen
verspreiden.
Een bijeenkomst van 120 dames en
heeren op 18 Dcc. d.a.v. onder leiding
des heeren Buijs in het koffiehuis „de
Arend" alhier, had tengevolge, dat be
sloten werd tot oprichting der Vereeni
ging „Amersfoortsche I. en n. school.
Tevens werd uit de aanwezigen een
Bestuur van 10 dames en 5 heeren
gekozen nadat een 100-tal als lid der
vereeniging toetraden; 3 weken later
was dat aantal tot 225 geklommen.
Het kind der illusie, had het levens
komen. Waarom huiverde ik onwille
keurig? Ik was niet in staat mij daar
rekenschap van te geven, doch ik liep
aanstonds in die richting voort.
Semen volgde mij. Eenige oogenblik-
ken later ontwaarden wij een hoog en
breed voorwerp, zwart afstekend tegen
den nevel.
Dat is het boschje! riep Seinen
blij, daar zit mijn meester nog onder
den berk, zie maar daar waar ik
hem heb verlaten.
Ik zag toe. Inderdaad daar zat een
mensch aan den voet van den berk. Ik
ijlde op hem toe ik herkende Tegleffs
mantel, erkende zijn gestalte, zijn voor
overgebogen hoofd.
Tegleff! riep ik uit.
Maar hij antwoordde niet.
Tegleff! hernam ik en legde de
hand op zijn schouder. Toen viel hij
plotseling voorover.
Wij hieven hem op en staarden hem
in 't gelaat. Hij was niet bleek, maar
onbeweeglijk, levenloos; de oogen, wijd
geopend, hadden den vreemden slape-
rigen blik bewaard.
Almachtig! riep plotseling Semen
en toonde mij zijn met bloed bevlekte
hand; dit bloed kwam onder Tegleffs
mantel uit.
Hij had zich met een klein pistool
doodgeschoten; het lag naast hem op
den grond. Het zwakke geluid, dat ik
had vernomen, was het noodlottige
licht aanschouwd, de voorspoedige ge
boorte werd bijna algemeen met vreugde
begroet; al spoedig daarna kwamen 2
giften in elk van f 1000; 't Nutsdepar
tement biedt voor 24 j. tegen 3
r. een grondkapitaal van 15'm aan en
zegt onder zeker verbond een jaarlijksch
subsidie van f 600 toe.
Den 14 Febr. '03 wordt voor f 6110
een bouwterrein aan de Beekensteinsche-
laan ter oppervlakto van 55X47M2
aangekocht en wordt een bouwplan
ontworpen door den lieer Doorn Dir.
der Amb.school.
1 April daarna werden de Statuten
der Vereeniging bij K. B. goedgekeurd.
Aan de gemeente werd gevraagd een
jaarl. sub. van f 2500 en een kapitaal
van f40000 voor stichting onder le hyp.
verband, aunuiteitsgewijs te delgen. Dit
subsidie met een kapitaal groot f 39000
werd 27 Juni door den Raad toegekend,
nadat B. en W. bedenkingen meenden
te moeten inbrengen, tegen hun inziens
te grooten omvang der in overleg met
den Inspecteur ontworpen bouwplannen
en nadat 2085 vrouwen, vóór de plannen
van 't Bestuur der vereniging hadden
gepetitionueerd.
Op 20 Juli werd een Provinciaal
subsidie van f 1000 toegekend en 1
Augustus een bouwkundige aangesteld
tot het nader uitwerken der bouwplannen.
Alles ging naar wensch tot op 2 Sept.
1903, door de mededcoling van den
Minister van B. Z., dat het Rijk over
1904 niet de gevraagde jaarlijksche
subsidie van f 5000, doch niet meer dan
f 3500 verstrekken zou en van de gevraagde
f2000 voor inrichtingskosten niet geiept
werd niet alleen alle vooruitzichten op
het tot stand komen der inrichting zooals
uien zich deze had voorgesteld, in rook
opgingen, maar deze ook, nadat op
herhaald verzoek van het Bestuur om
toekenning van het gevraagd subsidie
afwijzend wa6 beschikt, tengevolge had
verschil van meeningen in het Bestuur
omtrent de vraag of men de zaak ver
der zou laten rusten, dan wel eene
inrichting naar minder omvattend plan
zou ontwerpen.
Den 6 Oct. '04 nam de Alg. V. hot
besluit op dit laatste in te gaan en eene
I. en H. school, aanvankelijk op ver
kleinde schaal op te richten welk besluit
tengevolge had, dat 's Heeren bestuurs
leden uittraden en weldra door eeu gelijk
aantal vervangen werden.
schot geweest.
Tegleffs kameraden waren niet al te
zeer verwonderd over dezen zelfmoord.
Ik heb hem altijd gezegd dat hij een
„Fatalist" was en noodwendig den een
of anderen gekken streek moest uit
halen, zeide een.
In den brief aan den commandant
verzocht hij op de officierslijst den
luitenant Ilja Tegleff te willen door
schrappen, daar deze zich van kant had
gemaakt; wetende dat het geld dal
zich in zijn geldkistje bevond niet vol
doende was om zijn schulden te be
talen verzocht hij den commandant aan
den kolonel een andereu niet verzegel
den brief te overhandigen, die zich in
hetzelfde couvert bevond.
Dezen tweeden brief lazen wij allen
natuurlijk; eenigen namen er zelfs een
afschrift van. Klaarblijkelijk had Teg
leff bizonder moeite er aan besteed.
Ziet gij, Edelgestrenge, begon hij,
als ik mij wel herinner, ziet gij, Édel-
gestrenge, gij zijt zeer streng in den
dienst. Gij straft zelfs de geringste
onregelmatigheid in de uniform, het
minst vergrijp tegen 't relgement, wan
neer een officier bleek en sidderend
voor u verschijnt; en nu verschijn ik
voor ons aller rechter, voor het aller
hoogste wezen, dat nog zoo oneindig
liooger staat dan u, Edelgestrenge!
Wordt vervolgd.