No. 77.
Woensdag 27 September 1905.
2e Jaargang
Wees U Zelf!
-2I Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken
Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER".
Niet al te Correct.
Voor den storm.
De financieels erfenis.
FEUILLETON.
De Positie van den
Onderwijzer.
DE EEMLANDER.
- Verschijnt
Woensdags enj Zaterdags.
Bureau
Hendrik van Viandenstraat 28.
Abonnementsprijs
Per jaarf 3-00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Prijs der advertentie»
Van 1 tot 5 regels0.40
voor iederen regel meer0.08
(Bij abonnement aanmerkelijke korting
We komen nog even terug op ons
hoofdartikel in het vorige nummer van
de Eemlander.
Wij schreven daarin o.a.
„Slaan wij biz. 2S op, waarop een staatje
voorkomt van de belastingen, dan vinden
wij in de eerste kolom geraamd voor de
opbrengst van de jaarmarkt f700, terwijl
als werkelijke opbrengst f 370 geboekt staat,
(Boekjaar 1904).
We hebben altijd gemeend, dat de op
brengst van de kermis veel grooter was.
We meenden, dat alleen het stoomcaroussel
eee paar duizend gulden in dc gemeentekas
bracht."
Bij het neerschrijven daarvan ver
teerden wij in de meening, dat onder
„jaarmarktgeld" verstaan werd de op
brengst van het verhuren van gemeente-
terrein gedurende de z. g. kermis.
Uit de gemeentebegrooting van 1905
blijkt ons, dat die post gebracht is
onder Hoofdstuk Hl. art. 3b. In de
begrooting van dit jaar komt voor:
Huur aan landerijen f 9745.50, terwijl
uit de Memorie van Toelichting op die
begrooting blijkt, dat daaronder ressor
teert een post van f 4000 voor huur van
terrein voor spellen tijdens de jaarmarkt.
Wij haasten ons natuurlijk deze
overigens verklaarbare fout van onze
zijde te herstellen. Verder namen
wij uit het Gemeenteverslag over eeuc
zinsnede, waaruit zou volgen, dat den
lieer A. J. van Zalingen verlof is ver
leend tot het maken van een uitbouw
boven de Zuidsingelgracht tegen een
jaarlijkse he retributie van f3.
De heer Van Zalingen deelde ons
mede, dat dit onjuist is en dat hij het
recht tot bouwen boveu de genoemde
gracht verkregen heelt tegen betaling
van f 300 in eens, wat niet geheel het
zelfde is.
Niet de minst zwakke zijde van het
Hinisterie-Kuyper was haar financieel
beleid. Herhaaldelijk, steunende op
officieele gegevens, is aangetoond dat
de enorme opdrijving der uitgaven
onder dit Kabinet:
Een leven zonder feest is een lange reis
zonder pleisterplaats.
1901 f 152.310.400
1902 - 162.155.455
1903 - 164.664.758
1904 - 181.821.611
zonder dat de middelen aanwezig waren,
om daarin te voorzien, op den duur een
onhoudbaren toestand moest scheppen.
Men weet welke middelen Minister
Harte voorstelde: verhooging van den
accijns op het gedistilleerd, wat door
eigen geestverwanten werd afgewezen;
ccne heffing van 5 opcenten op de be-
drijfs- en op de vermogensbelasting,
welke weder werd ingetrokken, omdat
de rechterzijde van geen verhooging
der diiecte belastingen wilde weten; en
de invoering van nieuwe indirecte be
lastingen, door verhooging van het tarief
der invoerrechten.
Deze laatste heette wel bestemd om
te dienen voor de invoering van de
ouderdomsverzekering; doch in de werke
lijkheid zou daarvoor nieln overschieten,
daar de volle geraamde opbrengst van
f 9 millioen niet voldoende zou blijken
om het tekort op den dienst en de
subsidie voor het bijzonder onderwijs
te dekken.
Zelfs de opbrengst dier belasting op
de noodzakelijke levensbehoeften ook
der „kleine luyden," ten bedrage van
f 9 millioen, zou verzinken in den bodom-
loozen put van het tot regel geworden
en steeds toenemend tekort.
De toegezegde f 6 millioen, noodig
voor de invoering der pousioens-ver-
zekeriiig, waren dus niet aanwezig en
konden niet gevonden worden zonder
invoering van alweer nieuwe belastingen.
Wij hebben op dat alles herhaaldelijk
gewezen, doch werden niet geloofd.
Thans komt de uitslag der laatste dienst
jaren de juistheid onzer bewering be
vestigen.
In 1901 bedroeg het totaal der te
korten over de laatste 10 dienstjaren
fö millioen, of 6 ton per jaar; voor
1904 alléén wordt liet tekort nu geraamd
op f51/.. millioen, dus bijna evenveel
als het genoemde totaal bedrag voor
tien jaren. Het laat zich aanzien dat
de dienst voor 1905 eveneens zal sluiten
met een vrij aanzienlijk tekort, zonder
belangrijke besparing op de uitgaven
te vamen op ongeveer f 8 millioen. En
ondanks de belangrijke bezuinigingen
door de nieuwe Ministers aangebracht
op de door het vorige Kabinet ontwor
pen begrooting over 1906, wordt ook
Door
IWAN 1TIM1KXJKII.
"Vertaling van
G. H. PRIEM.
5.
Hoe ver was het?
Zestig mijlen hier vandaan, in de
nabijheid van Troista. In de omgeving
van 't klooster wonen daar verscheidene
mijner landslieden. Ik ben blij dat mijn
bezoek zijn nut heeft gehad.
Gij hebt dus wel veel voor uw
landgenooten over!
Ik kan helaas te weinig voor hen
doen!
Bersenjew heeft mij een cn ander
omtrent u zelf en uw verleden Ik
was ongerust over uik vreesde dat
u dien manAga ontmoet had.
Zij werd zelf verlegen over haar
openhartigheid. Insaroff zag haar op
merkzaam aan.
Neen, zei hij toen, 't is al zoo
lang geleden lie man is misschien
reeds dood.
Wanneer gij naar Bulgarije terug
kunt keeren, zult gij 't zeker doen?
Dat hangt er van af, zei hij aar
zelend. Weet u iets van dc Bulgaarsche
geschiedenis?
Keen, niets.
Dan zal ik u eens een paar boeken
daarover medebrengen. Ik ben overtuigd
dat gij dan miju volk lief zult hebben!
O, als ge eens wist hoe'n heerlijk land
Bulgarije is! En het wordt vertrapt cn
vertreden, helaas!
Zijn gelaat nam een sombere uitdruk
king aan, en hij ging voort:
Men heeft ons onze kerken ont
roofd, onze wetten, alles! De ellendige
Turken, o, ik
DimitriNikanorowitsch! riep Helena
uit, verschrikt door zijn uiterlijk.
Vergeving, zei hij, het is mij
onmogelijk mij te beheerschen als ik
aan de ellende van mijn vaderland denk!
Insaroff zweeg een oogenblik; toen
begon hij opnieuw over Bulgarije te
spreken. Helena luisterde met belang
stelling en toen hij eindelijk vertrok,
zag zij hem zoo lang mogelijk na. Zij
zag hem sinds dit oogenblik met geheel
andere oogen aan.
hierop een tekort geraamd van ruim
f 11 millioen. Dat wordt dus, als 'tnict
meeloopt, voor dc driejaren: 19041906,
een gezamelijk tekort van f 25millioen
of ruim f 8 millioen per jaar, tegen 6
ton voorheen.
De mogelijkheid, de waarschijnlijkheid
zelfs als men wil, bestaat dat een en
ander nog iets zal meevallen; maar ook
in het gunstigste geval blijft de toestand
ernstig genoeg, zooals ook in de onlangs
gehouden zitting der Tweede Kamer,
hij de aanbieding der Staatshegrooting
voor 1906, door den Minister van finan
ciën De Moester, in zijn Millioenenrede
ono/uwonden werd verklaard.
In zijne uitvoerige rede, welke een
meesterschap over het onderwerp verried,
welke bij eeu vroegeren Administrateur
van Financiën geen verwondering be
hoeft te baren, doch niettemin wel ge
schikt is vertrouwen te wekken, heeft
hij den tegenwoordigen toestand van
's Rijks financiën zonder overdrijving,
maar tevens zonder terughouding bloot
gelegd en de noodzakelijkheid aange
toond van onmiddellijke voorziening in
de behoefte aan nieuwe middelen.
„In de eerste plaats zoo sprak hij
dient dus in het oog te worden ge
houden, dat de. begrooting voor 1906
met ongewone zuinigheid is samenge
steld, en dat reeds in den loop van dat
jaar en vermoedelijk in nog sterkere
mate in de daarna eerstvolgende jaren
behoeften zich zullen aanmelden, die
hoezeer ook legen uitzetting van
uitgaven zal worden gewaakt onaf
wijsbaar voorziening zullen cischen.
Hierbij nu komt, dat de subsidiën
voor het lager onderwijs op het budget
van 1906 nog slechts f150.000 honger
dan ten vorigen jare zijn uitgetrokken,
doch voor meer dan f 2l/.1 millioen dat
van 1907 zullen drukken, om daarna
telken jare met een zeker bedrag te
stijgen, hetwelk thans nog moeilijk met
zekerheid vall te ramen, maar alleen
wegens subsidiën aan bijzondere scholen,
allicht op f2 ton is te stellen.
Aanmerkelijke verdere stijging van
uitgaven kan dus Diet uitblijven.
Het behoeft geen betoog, dat de
minister van financiën, bij zijn optreden
zoodanigen financicelen toestand aan
treffend, niet verantwoord zou zijn,
indien hij niet aanstonds maatregelen
beraamde om door versterking der
middelen tot herstel van het financieel
Insaroff bezocht voortaan de Stak-
lioff's veelvuldiger. Hij nam deel aan
familiefeestjes, alle partijtjes, waardoor
mevrouw Stakhoff haar eenzaamheid wat
zocht op te vroolijkcn. De jonge Bulgaar
voelde zich meer cn meer tot Helena
aangetrokken en het ontging noch Ber
senjew noch Schubin, dat ook zij
voor hem genegenheid had opgevat
Insaroff zelf bemerkte dit misschien het
laatst van allen, maar toen was zijn be
sluit ook genomen.
X.
Op een morgen trad hij Bersenjew's
kamer binnen, zeggende dat hij naar
Moscou terug wilde keeren.
Is 't mogelijk In het schoonste
van 't seizoen naar de stad terug
gaan! "Wat wilt ge daar doen? Je hebt
(och geen slechte berichten ontvangen?
Volstrekt niet; alleen ik mag hier
niet langer blijven.
Waarom niet?
Vraag niet verder, vriend! Het
valt mij hard je te moeten verlaten,
maar het is noodzakelijk.
Bersenjew zag hem opmerkzaam aan.
En je plan staat dus vast, onher
roepelijk vast?
Onherroepelijk.
Toen hij de kamer verlaten had, nam
Bersenjew zijn hoed en haastte zich naar
de Stakhoffs.
evenwicht te geraken. Onmiddellijk heb
ik dan ook mijn volle aandacht daaraan
gewijd, en daarop eon voorloopig plan
ontworpen ten aanzien van de bronnen,
waaraan ik zal voorstellen ruimere in
komsten voor het Rijk te ontleenen.
Op dit oogenblik wordt met kracht ge
arbeid aan onderzoekingen, welke on
vermijdelijk zijn om hunne plannen
behoorlijk te kunnen uitwerken. Mijn
streven is, een samenstel van maat
regelen te ontwerpen, waardoor het
mogelijk zal worden: vooreerst om te
voorzien in het bestaande tekort, voorts
om de kosten te bestrijden van de
lager onderwijsnovelle, en eindelijk om
dc gelden te vinden voor zooveel
liet inmiddels te verwachten accres der
middelen dit niet ODnoodig zal maken
voor de invoering van de sociale
hervormingen, die in het werkprogram
van dit Kabinet zijn begrepen.
De Kamer zal het billijken, dat ik mij
van verdere aanduiding mijner voorne
mens onthoudo totdat de voorbereiding
van den ondernomen arbeid zoover zal
zijn gevorderd, dat liet eerste mijner
voorstellen zal zijn uitgewerkt; bij de
toelichting daarvan zal Jan eene eeniger-
mate in bijzonderheden afdalende uit
eenzetting en becijfering ook der overige
plannen worden verstrekt. Thans daar
over uit te weiden, terwijl ik nog niet
in het bezit ben van de gegevens, noodig
om zelfs eigen oordeel definitief te ves
tigen, zou slechts tot misverstand en
onvruchtbare gedachtcnwisseling kunnen
leiden.
Met hoeveel voortvarendheid ook aan
het tot stand brengen van maatregelen
tot versterking der middelen wordt ge
werkt, in ieder geval zullen dit mag
als vaststaande worden aangenomen
de resultaten daarvan niet meer aan het
dienstjaar 1906 kunnen ten goede komen.
Ten einde nu het tekort op dezen dienst
eenigermate te beperken en voor onmid
dellijke versterking van's Rijks schatkist
te doen wat mogelijk is, is bij hot ont
werp der Middelenwet voor 1906 voor
gesteld, bij wijze van tijdelijken maat
regelen tien opcenten te heiten op de
vermogens- en op de bedrijfsbelasting.
Dat ik voor deze belastingverhoogiug,
waarvan de onvermijdelijkheid wel niet
zal worden ontkend, mijne keuze bepaalde
op de vermogens- en de bedrijfsbelasting,
geschiedde op grond van de overweging,
eenerzijd8 dat eene verzwaring van de
Hebt gij me weer wat nieuws te
vertellen? vroeg Helena.
Ja, hoe kan u dat zoo raden?
Och, zoo maar! %Vat is er
Bersenjew deelde haar Insaroffs plan
nen mode; zij verbleekte.
Wat beteekent dat? riep zij uit.
Zooals u weet geeft Insaroff nie
mand rekenschap van zijn daden, maar
toch geloof ik de oorzaak van zijn over
haast vertrek te kennen. Doch, ga toch
zitten, mejuffrouw! U schijnt niet wél
te zijn!
En welk is die oorzaak vraagde
Helena levendig, zonder het zelf te
weten Bersenjews hand grijpende.
Hoe zal ik het u zeggen? Luister
eens! "Verleden jaar bevond ik mij met
Insarolf bij een mijner bloedverwanten.
Deze had een knappe dochter, die niet
naliet indruk op mijn vriend te maken,
naar ik meende. Ik maakt hem hierop
opmerkzaam, doch hij antwoordde: „Gij
vergist u, mijn hart voelt niets voor dit
jonge meisje. Indien dat waar was, zou
ik aanstonds vertrekken. Ik ben de man
niet, die zijn plicht aan zijn gevoel ten
offer brengt. Ik ben oen Bulgaar en
een Russische liefde zou mij in kluisters
slaan.
En nu fluisterde Helena angstig,
als niemand, die vreest een slag te
ontvangen en zonder Bersenjews hand
los te laten nu gelooft gij dat
Ik geloof dat mijn vermoeden niet
indirecte belastingen, zoolang liet com
plex onzer belastingen geene wijziging
heeft ondergaan, onwenschelijk is te
achten, anderzijds dat onder de directe
belastingen, dc successierechten daar
onder begrepen, alleen de beide ge
noemde voor de heffing van tijdelijke
opcenten in aanmerking schijnen te
komen.
De opbrengst der vermogensbelasting
zal, bij aanneming van het voorstel, stij
gen met f 796,000, die der bedrijfsbelas
ting mot f 750,000. In totaal zal dus uit
deze beide bronnen f 1,546,000 meer
worden ontvangen. Aangezien echter de
opcenten eerst kannen woniep gelieven
over het eerstvolgend belastingjaar
1906/07, zal dc opbrengst ervan slechts
voor gedeelten, d. i. tot een bedrag
van f 1,030,000 op do. einduitkomst van
1906 van invloed zijn."
Door Standaard c.s. werd met spot
gewaagd van de finaucieele paragraaf
in de Troonrede en gevraagd om meer
licht.
Wij betwijfelen of het schelle licht,
thans geworpen op liet financieele wan
beleid van liet afgetreden Kabinet, hij-
zonder welkom zal zijn.
Evenzeer betwijfelen wij of het door
den minister tijdelijk voorgestelde mid
del in hun smaak zal vallen. Boven
het belasten van dc „groote luyden",
door verhooging van de directe belas
tingen, werd door hen de voorkeur
gegeven aan zwaardere indirecte belas
ting der „kleine luyden".
Dit tcckent trouwens het verschillend
standpunt der twee elkaar opvolgende
Ministeries.
Het vrijzinnig Kabinet heeft den moed
herstel te vragen daar, waar de draag
kracht het grootst is; liet kerb olijk
Kabinet wilde den last verzwaren van
hen, die daaronder het zwaarst gehukt
gaan.
N. A. C.
Hl.
De Amersfoortsche salarisregeliiig voor
het onderwijzend personeel luidt als
volgt
Minimum 1600; 4 vijfjaarlijksche ver-
ongemotiveerd is.
Dat wil zeggengij doodt mij als
gij mij laat wachten
Ik meen, dat Insaroff nu liefde
voor iemand gevoelt en dat gevoel poogt
te ontvluchten.
Helena boog het hoofd, terwijl een
purperen gloed haar wangen overtoog.
Andreas Petrowitsch, zei ze tot
Bersenjew, hem heftig de hand schud
dend, gij zijt goed als een engel, maar
zeg mij nogzal hij geen afscheid
nemen
Ik denk van wel. Zonder afscheid
kan hij toch niet weggaan!
Zeg hem dan dat hij komen moet,
riep Helena heftig. Zeg hem dat!
En het arme meisje, onmogelijk haar
tranen kunnende inhouden, snelde naar
haar kamer.
Wat heeft zij hem lief! zei Ber
senjew bij zich zelf terwijl hij lang
zaam verder ging. Is 't mogelijk? Ik
had het nooit gedacht!
Hij voelde dat de jalousie heel even
om het hoekje van zijn hart gluurde.
Den volgenden morgen bracht Insaroff
zijn afscheidsvisite bij mevrouw Stakhoff.
Zij had een buurdame bij zich, wat in
den beginne voor Helena gelukkig was.
Wordt vervolgd.