VAN PUTTEN,
Varia.
Utr. 8chouwburg-Maatij. 9
O Isadora Duncan
R. J. van Eimeren
COIFFEUR. POSTICHEUR.
Specialiteit Dameshoofdwassching.
B. PROPER Wzn.
uder mooi en heel druk bezocht Nut
had.
Jlevrouw FlothuisVan Dommelen
n Rotterdam, gaf ons in werkelijkheid
n kunstavond.
Die dame heeft alles mee: zij is een
ntrekkelijke, sympathieke persoonlijk
id, heel bescheiden in haar optreden,
■eft een melodieuse stem en declameert
ioitreffelijk. Lezen doet zij niet: alles
eft zij gememoriseerd."
Brielsche Crt.
Het was Maandagavond voor de
ntsleden, die den Max Havelaar kennen
genot Mevrouw Flothuis de episode
lidjah en Adinda uit dit meesterwerk
hooren voordragen. Maar ook voor
id, die het niet kenden, zal het zeker
ine aansporing zijn met het geheele
erk kennis te maken. Mevrouw Flot-
iis droeg prachtig voor, hare uitspraak
in het Ncdorlandsch is zóó zuiver als
ogelijk is, hare stem is vol en wel-
idend en door jarenlange studie heeft
j die zoo uitstekend geoefend, dat zij
i alle nuancen zuiver is. Nog één stap
i zij bereikt in dit opzicht het men-
helijk volmaakte. Nu komen wij, haar
lorende, nog telkens onwillekeurig tot
conclussie: ,'t Is zuivere kunst, wat
j geeft!" Traehte zij hare hoorders
tcr zóó te impoueeren, dat die niet
eer denken zelfs aan kunst, maar die
>heel nemen voor natuur). Dan zal zij
:ne eminente hoogte hebben bereikt.
In het schoone „Lied van de Zee"
eviel zij ook in dit opzicht ons het
est, niet minder dan in de twee lieve
otstukjes „Een teleurstelling" en
Gefopt." Ook de andere gedichten
Droomevrouw, kom!" van Marie Bod-
aert, „Lief Elsjen" van Ten Kate,
Het Ezelken" van Pol de Mont en
et trio „Als de ziele, luistert", „Het
lisehen van het ranke riet," „Het
thrijverke", allen van Guido Gezelle,
erden keurig vertolkt. De kennismaking
iet Mevrouw Flothuis was een hoogst
augename.
Nieuwsblad, van Werkendam.
Het meegedeelde moge volstaan om
e conclusie te wettigen, dat Dondcr-
agavond wat goeds belooft. Het pro-
ramma, aan de Nutsleden bereids
»egezonden, volgt hieronder
PROGRAMMA.
1. Saïdjah en Adinda. Multatuli.
2. Een lied van de Zee Héla Swarth.
PAUZE.
1. a. Als de ziele luistert Guido Gezelle.
b. O 't ruisehen van het
ranke riet
c. Het Sehrijverken
2. a. Een kind Ada Negri.
b. Vader is dood Nestor de F'ière.
3. a. Twee lichtjes zijn je
oogenMarie Boddaert.
b. Vaders vedeldeuntje
bij de wieg Nic. Beets.
4. a. De Teleurstelling
b. Gefopt
)e brand op de Stationsstraat.
Als 't zoo voortgaat wordt het de
noeite waard aan de Eemlander
ten specialen verslaggever voor branden
c verbinden. Mocht dit noodzakelijk
torden, dan hopen we voor den functiona-
is in spé, dat hij niet, zooals wij thans
;enoodzaakt zal zijn telkens met dezelfde
dacht te komen.
Met de waterleiding was 't meer dan treu-
tg gesteld. De heeren in Utrecht doen ons
;educht gevoelen, dat we in geval van
Srand het water gratis hebben, 't Is
icter dat ze zulke cadeaux voortaan
naar houden, dan besparen ze den
):nstanders en den belanghebbenden
ïeel wat ergonis, terwijl het blusschings-
trerk er zeker niet door geschaad, mis-
ichien zelfs wel door gebaat wordt. De
kosten, die de maatschappij dan mogelijk
uitwint, kan ze dan besteden om hare
tarieven voor particulieren wat billijker
te maken.
De eenige wijze, waarop de waterlei
ding nuttige diensten kan bewijzen is
deze, dat men op een gemakkelijke
manier van uit de braudkranen het water
in het reservoir van de spuiten laat
loopen.
Zal de heer V i s s e r nu nog de water
leidingmaatschappij onder zijne wethou-
derlijke bescherming nemen, wanneer
deze brand in den Raad ter sprake
komt?
Dat zal tocli zeker wel gebeuren en
dan hooren we misschien tevens het
antwoord van de Directie der waterlei
dingmaatschappij op het briefje, dat ze
tan B. en W. gekregen hebben.
Maar ter zake. Gistermorgen dan
ontstond te ruim 9 uur brand in een
bovenhuis gelegen aan den Stationsweg
sn bewoond door den heer Koevoet
Oorzaak onbekend. Wel bekend is dat
de politie met haar slangenwagentje
teer spoedig aanwezig was, zoo
spoedig, dat wanneer de nare ellendige
waterleiding zijn plicht had kunnen doen
de brand hoogstwaarschijnlijk tot een
enkel vertrekje beperkt zou zijn gebleven
en de waterschade voor de onder- en
omliggende perceelen, die thans zeer
groot was, heel wat minder zou zijn
geweest.
•Gedurende eenige minuten, vijf of zes
naar onze schatting, nam de brandkraan
van de waterleiding den schijn aan,
alsof hij zijn plicht zou willen doen
maar, meer dan schijn was het niet.
Want weldra stond de spuitgast met
zoo'n onnoozel straaltje naar de vlammen
te kwispelen, dat men er naar van werd.
Dat gespuit gaf den omstanders aan
leiding tot vergelijkingen, die we hier
maar niet zullen herhalen.
Oudertusschen gingen de vlammen
maar stil hun gang tot gelukkig spoedig
de brandspuiten arriveerden een drie
tal meenen wij die hun water uit de
spoorsloot, uit de Beek bij het politie
bureau en uit de waterleiding kregen
en gelukkig vrij spoedig den brand
meester waren. Het bovenhuis van den
heer Koevoet was oudertusschen geheel
uitgebrand, terwijl de heeren Tan Unen
(Stationsbar), Knuivcrs en Kraaijcnhof
rneercndeels enorme waterschade kregen.
Door de uitgestrektheid van het terrein
had men betrekkelijk weinig last van het
vrij groote publiek. Het handhaven der
orde was aan de politie toevertrouwd,
als men tenminste de twee horenblazers
van de schutterij, die aanwezig waren,
niet meerekent. De gemeentelijke autori
teiten, de secretaris, de gemcentebode,
de heer Van Manen, de raadsleden
Plomp, Gerritsen en Jorissen waren op
liet terrein aanwezig.
Het ouile Testament.
Men schrijft aan de N. R. C.
Dezer dagen verschijnt bij de uitge
vers Brill te Leiden do eerste aflevering
van de volksuitgave der Leidsche ver
taling van het Oude Testament, bewerkt
door ds. I. Hooykaas Jr., predikant te
Amersfoort. In deze uitgave, die in
twee jaar in het bezit van de inteeke-
naren zal zijn, zijn de aanteekingen en
inleidingen van de oorspronkelijke uit
gave verkort; o. m. zijn alle geleerde,
alleen voor theologen belangrijke aan-
teckeningen weggelaten. Daarentegen
is het verrijkt met een schets van
Israels' geschiedenis van de hand van
prof. Oort den eenigen overgeblevene
van de vier Bijbelvertalers, onder wiens
toezicht ook deze nieuwe uitgave het
licht ziet.
Naar te vorwachten en te hopen is,
zal het wonderrijke boek van Israëls
godsdienst door dit ondernemen in veler
handen komen, zullen opnieuw velen
genieten van zijn wijsheid en vroom
heid en van zijn geheel eigenaardige
pöezie, bekorend omdat zij volkspoëzie
is, niet het woord van enkelen, maai
de taal en stemming van heel een volk.
De vele kringen die aan de oud testa-
mentische wereld zijn afgestorven mogen
haar hier nieuw voor zich zien opleven
met hare helden en profeten en dichters,
zonder wier woorden men de oorkon
den van het Christendom niet kan ver
staan, noch de taal en kunst van latei-
dagen. En tot recht verstand van dit
alle6 in deze nieuwste vertaling met
hare aanteekeningen een onmisbaar
hulpmiddel. Daarom begroeten wij deze
volksuitgaaf met blijdschap.
Se non vero.
Het was een goede gedachte van de
Sociëteit Amicitia om ook het Amers-
foortsch|publiek in de gelegenheid te stellen
afscheid van onzen grootcn Bouwmeester
te nemen. Alhoewel de couranten den
laatsten tijd wc) tegenstrijdige berichten
omtrent het vertrek, meedeelden, zoo
gelooven wij toch dat Bouwmeester over
eenige weken zich door de bewoners
van Insulinde zal laten huldigen. In
dit geval bestaat er reden aan te
nemen, dat wij hem nooit weer in ons
eigen land terug zien.
Het lag voor de hand, dat de af-
scheidsvoorslelling zou zijn het laatst-
ge8chreven stuk van de heeren Tan
Riemsdijk en Cyriël Buysse. Met dat
stuk reist Bouwmeester het land door
en in de rol van Henri Castro zegt hij
vaarwel aan het Ncderlandsch publiek.
Wij zullen niet spreken of er andere
stukken .zijn, waarin wij hein liever
hadden gezien, want van keuze was in
dit geval geen sprake. Niemand zal
echter, gelooven wij, gisteravond gezegd
hebben, dat Se non vero het meest
dankbare stuk voor Bouwmeesters
talenten is geweest.
Over het stuk is reeds veel gespro
ken, wij zullen ons dus beperken, toch
moeten ons eenige opmerkingen van
het hart.
In de eerste plaats begrijpen wij niet
goed de bedoeling van de schrijvers,
om een stuk een naam te geven, dien
de meeste menschen welke geen acade
mische opleiding hebben gehad, niet
begrijpen. Misschien dient dat tot cachet
van het stuk.
Yoor degenen die Mea Culpa van
van Riemsdijk gezien, en Mea Culpa
van Cyriël Buysse gelezen hebben,
is het bekend, dat deze beide heeren
steeds trachten te waarschuwen tegen
de zonde, die het meest begaan .'wordt,
en eigenlijk geen zonde is, maar door
de wetten, die door mensehen gemaakt
zijn, de meest onaangename gevolgen
voor de betrokken personen na zich
kan sleepen.
Volgens Doctor Coertens gebeurt dit
nasleepen altijd, wij zijn zoo vrij, al
missen wij de rijpe levenservaring van
dezen medicus, dit eenigszins te betwij
felen.
Dit is de tendenz van het stuk
evenals in Mea Culpa, met dat verschil
dat in Mea Culpa de zondaar vrij snel
de nare gevolgen van zijn misstap
ondervindt, terwijl het in het stuk van
'gisteravond 20 jaren duurt.
De gevolgen zijn in beide stukken
even tragisch, de dood van een jong
meisje.
De besliste fout van Se non vero
is en blijft, dat het een stuk zonder
spanning is. Reeds inhet le bedrijf begrijpt
ieder verstandig mensch waar de schoen
wringt en na het eind van de eerste
acte vroegen wij ons af, wat moot er
in Gods naam nog in die 3 andere ge
beuren.
Het 2e bedrijf had dan ook gerust
met het eerste kunnen samenvallen, daarin
gebeurt niets bijzonders, als alleen het
samen komen van Jacques en zijn eigen
lijken vader. Het optreden van den
kunstkooper Raaks diende alleen om de
zaak wat te rekken en o.a. om den
heer Castro naar buiten te lokken.
Verder neent deze persoon geen aandeel
in de handeling.
Het 3e bedrijf, ja toen voelden we,
nu komt het! Daar treedt de auteur met
zijn denkbeelden op. De heer Coertens
begon den heer Castro aan te spreken,
met zoo'n echte lange theaterphrase dat
we duidelijk snapten, dat er nog wel
moer zou komen, en dat komt er dan
ook. Zondaren(want alleen de mannen
zijn in de stukken van Van Riemsdijk
slecht), die Dinsdag in Amicitia waren,
hebt gij uw ooreu gespitst? Docter
Coertens zal u wel eens precies ver
tellen hoe slecht sommige van u gedaan
hebben, en hoe ze zullen gestraft wor
den. Óp dat oogenblik dachten wij
direct aan het 3e bedrijf van Mea Culpa
waar de jeugdige vriend Henk, zulke
mooie theoriën verkondigt op het studen
tenfeestje.
De tijden zijn voorbij, dat dergelijk
gemoraliseer nog pakt; geef het leven
met zjjn doen en laten en de gevolgen
daarvan op de planken weer, dat spreekt
tot een pubhek, gephraseer is vervelend.
In het 4e bedrijf kan natuurlijk niet
anders komen, dan de gevolgen van
den misstap.
Neen, met zulke stukken maakt men
de Nederlandsche tooneel-litteratuur niet
rijker, van een spannenden dialoog is
geen sprake, en bijna alles duurt te
lang. Denken wij maar eens aan het
4e bedrijf, het gesprek tusschen de
stervende Dora, en haar zeer gezonden
Jacques. Het was om bij te gapen.
Over het spel willen wij gaarne onze
meening meedeelen en het spreekt van
zelf, dat we beginnen met den grootsten,
ouzen grooten, met Louis Bouwmeester.
Wanneer een genie als hij samenspeelt
met arti8ten van een middelmatig ge
halte, zooals dat gisteren het geval
was, dan schittert hij des te meer.
Alle andere medespelcnden speelden
comedie, zij stelden een persoon voor,
de een beter, de ander minder, maar
Bouwmeester is een persoon, hij leeft,
men krijgt niet het gevoel, dat daar iemand
op de planken is, die een rol vertolkt, men
leeft en voelt met hem mede. Zijn
spel, stem zoowel als actie is en blijft
bewonderenswaardig.
Mevr. Smits Grader speelde haar
rol zeer verdienstelijk, in de stem iets
minder geaffecteerds zou geen kwaad
doen.
Mej. Verschuur had een zware taak
en het leek ons of zij al hare krachten
bewaarde tot het laatste, bedrijf want toen
was zij zeer goed. In de laatste acte
verdient zij ook een complimentje over haar
grime, die buitengewoon geslaagd was.
In de eerste 3 bedrijven beviel zij ons
minder, er was te weinig passie in haar
rol. Bovendien mag zij zich wel hoeden
voor kromloopen, want dat staat niet
mooi op de planken.
Mej. Mary Beekman, die de rol van
Elvire speelde, maakte van haar rol wat
er van te maken was. Haar dictie is
wel eens wat vreemd en zij beweegt
zich nog niet vrij genoeg op de planken.
De Heer Brongers had een vervelende
rol en hij speelde haar vervelend ook.
In de eerste plaats sprak hij zeer
binnensmonds en in de tweede plaats
maakte hij dikwijls dan indruk met zijn
figuur geen raad te weten. Beslist
onbeleefd was hij bij het onverwacht bin
nen komen van de zusters Dora en Elvire,
terwijl ook zijn samenspel met Mevr.
Castro ons niet kon voldoen, evenmin
als het vreemde knikje, dat laatstge
noemde dame hem bij haar vertrek toe
dacht.
De heer Cor. Smits had de ondank
baarste rol en misschien wel de moelijkste
in het geheele stuk. En nu moet de
heer Smits het ons niet kwalijk nemen
als wij hem zeggen, dat zijn persoon
lijkheid zich in 't geheel niet eigent
voor een dergelijke rol van lijdend
jong mensch. Hij is zoo het type van
een door en door gezonden, welvarenden
Ilollandschen jongen, dat het het publick
lastig zal gevallen zijn het voor waarheid
aan te nemen, toen hij zei: „Ik word
krankzinnig". Eere echter wien ecre
toekomt, de heer Smits heeft enorm
zijn best gedaan, maar zijn genre is dit
soort van rollen niet.
De heer Buderman was een goede
docter zoowel in zijn grime als in
kleeding en spel. Een hooge hoed had
niet misstaan.
De „erg mooie" zinnen kwamen met
voldoende expressie over zijn lippen.
Waarom de jeugdige Bouwmeester van
de rol van Klaas, zoo'n totaal misvorm
den man maakte was ons niet duidelijk.
Welke familie neemt zoo'n individu als
huisknecht? Bovendien was het volstrekt
ïfiet noodig, van die rol zoo'n onmogelijk
type te maken.
In het type speelde hij zeer goed.
Mej. Braakeusiek gaf ons een aardig
dienstmeisje te zien dat o. i. echter wel
wat ver ging met de behandeling van
haar heer, en nog veel verder met
het naar binnen gooien van den bezoe
ker Raaks. Dat doet geen enkel|dienst-
meisje. Bij het opgaan van het scherm
voor het 2e bedrijf was zij erg aardig
in haar samenspel met Klaas. In Amers
foort moeten wij wat requisiten aangaat
bescheiden zijn, toch hadden we gaarne
wat glazen of kannen gezien op het
buffet en begrepen we niet waarom de
lieer Castro in zijn atelier gebruik maakte
van keuken stoelen.
Tenslotte nog een opmerkiug.
Was het niet aardig geweest als
Bouwmeester bij ons ook een krans
had gekregen! Hoe jammer, dat èn
het Bestuur van Amicitia en geen enkele
particulier hieraan hadden gedacht.
Wij besluiten met den hartelijken
wenscli, dat het hem in het verre land
zoo goed moge gaan als maar moge
lijk is.
LIJST van de aan het postkantoor
Amorsfoort en de daaronder behoorende
hulpkantoren ter post bezorgde BRIE
VEN en BRIEFKAARTEN welke
wegens onbekendheid van de geadres
seerden niet zijn kunnen worden uitge
reikt.
Maand September.
BRIEVEN.
Barends
Amersfoort.
Van Slooten
T)
P. Hols
n
Mevr. Somer
n
Mevr. N. Mansveld
Bergen op Zoom.
Van Kolfschoten
Ecfdo bij Gorsel.
v. Heucelom
Haaften.
Hiltje H. Valk
Langezwaag.
Broekhuizen
Loenen a/d Vecht.
J. Boerke
Olst.
Brandt
de Steeg.
Mej. Rademaker
Utrecht.
G. Oldenhof
Vollenhoven.
I. F. Marsman
Zeist.
Mej. E. Maurits
tt
R. Bas
Zutphen.
J. Kuiper
n
Juffr. Janna van Vorst
BRIEFKAARTEN.
M. Spiekerman
Amsterdam.
Mengelberg
7)
Mej. van Leeuwen
n
Hendriks
n
H. C. de Waal
Dievcr.
A. Vlasakker
Hilversum.
Doris Brans
Leiden.
J. Dekker
Utrecht.
Bsse Van Heeckeren
n
Laboyric
Amsterdam.
Uit het Buiteidand terug:
BRIEVEN.
Baronne de Pallandt Cliamonix.
Slegerga Dunnwald.
Walpole London.
BRIEFKAARTEN.
Elzie Plummer Paris.
Gerard W. Groos
Herinnering. Muntbiljetten van f 10
en f 50, die uitgegeven zijn krachtens
de wetten van 26 April 1852 en 27
April 1884 kunnen, hoewel ze nó 1
Ooctober 1905 niet meer bij
betalingen aan deR ij ks-k assen
worden aan genomen, nog tot 1 April
1909 worden ingewisseld bij de betaal
meesterkantoren, bij de Nederl. Bank
te Amsterdam, bij hare Bijbank, agent
schappen en Correspondentschappen der
eerste klasse.
8POBT.
Zondag werd onder hevige regenbuien
op 't terrein aan den Leusderweg het
15-jarig bestaan der A. F. C. „Quick"
herdacht. Niettegenstaande al het neer
vallende regenwater kwamen er toch
nog waterproofmenschen naar de wed
strijden kijken. Deze begonnen met
drijven tusschen twee lijnen over een
afstand van 90 M. Den len prijs, een
verguld zilveren kruis, behaalde J. J.
de Stoppelaar in 13®/, sec. Daarna
werden de wedstrijden in hardloopen
gehouden. Er werd geloopen in 4
groepen waarvan de 4 winnaars om de
prijzen moester, loopen. Dit gebeurde
na 't ver-trappen, waarmede de president
der A. F. C. „Quick" den len prijs, een
verguld zilveren medaille behaalde. De
uitslag van de fmale van 't hardloopen
was, dat E. Drenth den len prijs, eeu
groote zilveren medaille en J. Tjas-
sens Keiser den 2en prijs, een kleinere
zilveren medaille, behaalde.
De match tusschen 't Dames- en
Hoeren elftal kon wegens den slechten
toestand van 't veld niet doorgaan, ze
zal over eenige weken gehouden wor
den.
Burgerlijke Staud.
van 27 tot 30 Sept.
GEBORENJacoba, d. v. J. IJzerman
en W. Born. Dirkje, d. v. Z. van
Drie en G. Roozeboom. Hendrikus,
z. v. A. Verheuvel en W. Hecre.
Elisabeth, d. v. A. Kelder en J. Barten.
Barend Jan Hendrik, z. v. A. J. II.
vau Eijkelenburg en A. van Hoevelaken.
Willem, z. v. R. Kok en T. W.
Wijna. Gerrit, z. v. G. J. Veldhui
zen on G, van Hunen. Johannes,
z. v. J. Bonsel en II. Mcrkeny.
Annetje, d. v, A. J, Wyland en A. van
Nautena. Johanna Cornelia, d. v. T.
Smink en C. Voskuilen. Willem
Frederik, z. v. C. A. Stoové en N. de
Groot.
OVERLEDENJansje Steenbeek, oud
18 jaar, echtgenoote van J. Boon.
Een Spinoza-portret.
In het bezit van den rechter Mayer
Schulzburger te Philadelphia is een tot
heden toe onbekend en door The Athe
naeum ontdekt portret van Spinoza, dat
volgens een achterschrift eenmaal in het
bezit was van kardinaal van Roban, die
het kreeg van zijn Joodsche pachters.
Het portret dat den philosoof voorstelt
met dezelfde Joodsche trekken, als het
miniatuur in het bezit van de Koningin-
Moeder is geteekend W. V. 1672, en
vermoedelijk geschilderd door den Arn-
sterdamschen portretteur Wallcront
Vaillart, die ook den keurvorst Karei
Lodewijk van de Paltz uitbeeldde en in
1677 te Amsterdam stierf.
Gedichten van Richard Wagner.
Binnenkort zal een werk verschijnen,
waarin alle lyrische vruchten van Richard
Wagner's pen zijn vervat althans voor
zooveel ze bewaard zijn gebleven. Deze
litteraire producten, waarin de liefhebbers
van litteratuur geniale scheppingen kun
nen zien, zijn door den uitgever C. Fr.
Glazenapp in drie afdeelingen gescheiden:
die van politiek-historischen inhoud, gele
genheidsgedichten en verzen, die slechts
tot enkele personen gericht zijn. De
politieke gedichten, die vooral betrek
king hebben op do gebeurtenissen van
1848'49 en 1870'71, zijn voor het
grootste deel in een vrij ongeschaafden
vorm gegoten.
Merkwaardiger zijn de verzen, gericht
aan vereerde personen. Zoo dicht Wag
ner op gevoelvolle wijze aan Maria
gravin van Schleinik als hij haar de
partituur van de Götterdammerung over
zendt.
Donderdag 12 Oct. 1905
ArnheiuMclie Straatweg 8.
Aparte salon voor Dames.
Ondergeteekende bericht zijn geachte clientèle
dat zijn voormalige meesterknecht
van heden af niet meer voor hem werkzaam is.
Met het oog daarop verzoekt hij beleefd eventueele
orders te doen bezorgen aan zijn kantoor KORTEGRACHT 2.