Stadsnieuws. Allerlei. eenpaiig oordeelt, bij meerderheid zal beslissen, des echter, dat het aan de leden vrijstaat hun gevoelen, van dat der meerderheid afwijkend, in een afzonderlijk advies te gelijk met; dat der commissie aan Ons te doen ken nen; 4". te bepalen dat de commissie hare zittingen zal houden te 's-Graven- 5°. te benoemen, tot lid en voozitter, mr. W. H. de Beaufort, lid van de Tweede Kamer der Stateu-Generaal, te Leusden; tot leden: mr. E. Fokker, voorzit ter vau den Ceutralen Raad van Beroep, en oud-lid van de Tweede Kamer der Staten-Genoraal, te Utrecht; jhr. mr. W. H. de Savornin Lohman, lid van den Iloogen Raad der Reder- landen, te 's-Gravenhage; mr. J. de Louter, hoogieeraar aan de Rijks-universiteit, te Utrecht; mr. J. Oppenheim, hoogleeraar aan de Rijks-universiteit, te Leiden; jhr. mr. G. L. M. H. Ruys de Bee- renbrouck, Staatsraad in buitengewonen dienst en Commissaris der Koningin in de provincie Limburg, te Maastricht; mr. J. J. Willinge, lid van de Eerste Kamer der Stateu-Generaal, te Assen; 6°. aan de commissie als secretaris toe te voegen, mr. dr. H. J. Romeyn, commies-griffier van de Eerste Kamer der Staten-Generaal te 's-Gravenhage. De Staatscommissie voor grondwets herziening, in de Troonrede aangekon digd, is dus thans benoemd. Zij zal zicli, blijkens het Kon. besluit dat de instelling der commissie bevat, niet hebben in te laten met de artike len 80, 127 en 143 der Grondwet, die op het kiesrecht respectievelijk voor de Tweede Kamer, de Provinciale Staten en de Gemeenteraden betrekking heb ben. Dat en hoe deze artikelen gewijzigd moeten worden, staat bij de regeering vast: zij is voornemens voorstellen te doen, ten einde den gewonen wetgever vrijheid te geven bij de regeling van de kiesbevoegdheid. De benoemde Staatscommissie zal slechts de vraag hebben te onderzoeken, welke andcrc wijzigingen nog in de Grondwet moeten worden gebracht. Zij is echter bij dat onderzoek niet beperkt tot de v;aag, welke wijzigingen do Grondwet zou moeten ondergaan in verband met de door de regeering voorgenomen wijziging vau de artikelen 80, 127 en 143. Ecne algemeene her ziening der Grondwet, altijd behalve de artikelen 80, 127 en 143 -voor te bereiden is haar taak. Wat de samenstelling der commissie betreft, in haar hebben bekwame per sonen van verschillende richting zitting, die een grondig en veelzijdig onderzoek waarborgen. Eu door de bepaling, dat het aan de leden vrijstaat hun gevoelen, van dat der meerderheid afwijkend, in een afzonderlijk advies te doen kennen, is aan elke minderheid gelegenheid ge geven zich volledig te uiten. N. R. Ct. „Grau ist alle Theorie", op de prac- tijk komt het maar aan. Zoo dacht men er te Manchester ook over, waar men, om de moeders zichtbaar en handtas telijk te loeren wat de beste wijze van kindervoeding is, onlangs een tentoon stelling heeft gehouden van.... zuige lingen. Naar het Tijdschr. v. Gen. mee deelt, was er een bedrag van 25 pond (f 300) aan prijzen uitgeloofd, voor de dikste, zoowel als voor de gezondste kinderen. Niet minder dan 180 babies lieten zich (wat zit die negotiegeest er toch vroeg in) door de kans op gewin verlokken, hun molligheid te vertoonen. Nog geen 20 fioschkinderen hadden zich aan de monstering gewaagd. De kampioen, 4 maanden oud, woog 23 Eng. ponden (dat is 20 van onze pouden of 10 K.G.); een tweelingpaar van S maanden woog 17 4 (E.) ponden en vele kinderen beneden zes maanden wogen meer dan 20 (E.) ponden. Het Engelsche ras hoeft dus voorloopig nog niet bang te zijn, dat het aan bloed armoede zal uitsterven. Daar staat echter tegenover, dat men er soms zeer lichtvaardig mensehen ter dood brengt. Zoo is er nu te Londen een 65-jarige vrouw ter dood veroordeeld, zonder schuldig te zijn aan het haar ten laste gelegde feit. Zij en haar man, den 78-jarigen Sedben waren twaalf jaar zeer gelukkig getrouwd, maar in den laatstcn tijd was de mau ziekelijk, eu werden zij door geldzorgei gekweld. Zij hadden een koekebakkerèwinkel die gestadig achteruitging. Eindelijk was al het geld op, en de huur was vervallen Toen zeide de vrouw tot haar man nu zit er voor ons niets anders op dan de dood of het armhuis. Zij besloten samen te sterven. De man schreef nog een laatsten wil en de vrouw bereidde den gifbeker van wolfkers. Beiden namen het gif in, de zieke oude man stierf er aan, maar de vrouw kwam er boven op, en nn stond zij terecht. Zij vertelde alles zoo als het gegaan was. Zij maakte een diep droevigen indruk en leek een ach tenswaardig mensch. Maar de Engelsche wet zegt, dat wanneer twee personen afspreken om samen zelfmoord te plegen, en een blijft in het leven, die wegens moord gestraft wordt. De gezworenen hadden geen kues en spraken het schuldig over haar uit, maar bevalen met aandrang aan, geuade te betrachten. De rechter vroeg of zij nog iets te barer verdediging had te zeggen. Ik heb mijn man niet vermoord, antwoordde zij. Daarop sprak do rechter het doodvonnis uit. 't Is toch beter zoo te sterven, dan op de vreeselijke wijze, waarop de concubine (wat de oudgasten een „huis houdster" noemen) van een Mongoolsche prins, die aan het Chinecsche hof een gewichtige functie bekleedt, om het leven is gebracht. De prins was goed voor haar, maar uitte soms ruwe, maar niet kwaad bedoelde dreigementen tegen haar. Maar helaas, de booze demon, die zooveel gelukkige verbintenissen wreed aardig verbreekt, ontbrak ook hier niet. Hij vertoonde zich hier in den vorm van een hofmeester, dien de prins uit Mongolië had meegebracht en die 's prinsen bevelen met groote stiptheid uitvoerde. Deze hofmeester haatte de concubine, omdat zij hem eens haar voorspraak geweigerd had voor zijn zoon, toen deze naar een betrekking solliciteerde. Het duurde niet lang of de hofmeester vond gelegenheid zijn wraak te nemen. Op een ochtend was de prins weer aan het dreigen en zei: Dus het blijft afge sproken, ik zal je levend laten begraven? Na die schertsend gesproken woorden vertrok hij. De hofmeester, die de woorden had gehoord, beval een vrouwe lijke bediende de concubine te zeggen, dat ze een bizoudere opdracht van den prins voor haar had. De vrouw ver moedde natuurlijk niets kwaads en ver liet haar vertrekken. De hofmeester liet zich op de knieën voor haar neer en verklaarde daarna dat hij het bevel van den prins moest volvoeren. Ver geefs verzekerde de beangste vrouw dat die woorden niet ernstig waren bedoeld. Het hielp niets; de meedoogenlooze hofmeester had een half dozijn Mongolen besteld, die de vrouw naar den tuin leepten, waar reeds een kuil gegraven ras. Men wierp haar gebonden erin. Daarna werd de kuil dichtgegooid en de hofmeester stampte de aarde zelf vast, waarna hij, alsof er niets gebeurd aan zijn gewone werk ging. Niemand had iets tot redding van de vrouw durven doen, omdat men meende dat hij een bevel van den prins vol voerde. Toen deze eindelijk weer thuis kwam en vernam wat er gebeurd was, geraakte hij in een brieschenden toorn. Hij het den hofmeester dadelijk half dood gecselcn en als hij hem niet heele- maal dood liet slaan, dan was dat alleen, omdat hij hem nog andere kwellingen had toebedacht. Kort daarna werd do hofmeester op bevel van de keizerin weduwe, die met de zaak in kennis was gebracht, onthoofd. Nu ook toch over ter dood veroor- declingen, „lovend- begrafenissen" ont hoofdingen spreek of het dagelijkschc zaken zijn, mag ik zeker den lezer ook in kennis brengen met een vitrioolwer- pende vrouw, waarvan de Tel. het volgende verhaalt: In de Frans Halsstraat 51 zooveel hoo^ was een heftige twist ontbrand tusschen man en vrouw die ten langen leste zóóver liep, dat de man van zijn vrouw een hartelijk afscheid nam, en zich eenige dagen in de Frans Halsstraat zien liet. Beiden leefden, ieder afzonder lijk, nu eenige dagen in pais en vree; de nachten waren rustig, de buren konden slapen, géén gerinkel van stukbrekend aardewerk klonk, géén gebonk van stoelen en tafels dreunde als weleer toen man en vrouw nog bij elkander waren. Het was voor alle twee èn voor de buren een levens-idylle, die helaas! echter spoedig maar al te wreed verstoord werd. Want de man verlangde naar huis terug; of zijn heimwee gericht was naar zijn vrouw, of naar zijn kinderen, of naar zijn lijfgoed, weten we niet, doch we weten wel dat de man terug kwam, en dat de bom nogmaals los barstte. Nu was het nog woester dan woest, angstwekkend-woest, zoodat de buren de hulp der politie inriepen. Toen beloofde de vrede weer te komen. De politie-agent, die een gemoedelijk, fleg matiek man schijnt, was er eindelijk blijkbaar in geslaagd de twee vuren te blusschen, toen eensklaps de vrouw een kom met vitriool greep, en den man een deel van den inhoud in het gelaat wierp. En niet alleen de man raakte ze doch ook twee kinderen en den politieagent aan zijn jas. We kunnen mededeelen, dat de bo- komen wonden niet ernstig zijn. De vrouw zul zich wel voor de rechtbank moeten verantwoorden, de man Zal waarschijnlijk wel geheel beteren en de kindereu en de politieagent zijn alweer op straat. Vergadering van den Raad der ge meente Amersfoort, op Dinsdag 31 October 1905, des namiddags ten half twee ure. Punten van behandeling: 1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders betreffende de ziekenver pleging in verband met de sluiting van het Aldegonde gasthuis, met de inge komen stukken op deze zaak betrekking hebbende (met adviezen). 2. Voorstel van Burgemeester en Wethouders betreffende de salarisrege ling van leeraren aan de Burger Avondschool welke niet bevoegd zijn, (met adviezen). 3 Benoeming van leeraren aan de Burger Avondschool. 4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot hot doen geven van gymnastiek onderwijs aan de meisjes school (le soort) (met adviezen). 5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders betreffende de verzoeken van mejuffrouw v. d. Schroeft en den heer Snouck tot het mogen gebruiken van een gemeente lokaal (met adviezen). 6. Adres aan Hare Majesteit de Koningin betreffende de gelijkstelling d. dienstdoende Schutterij en bare leden met ceuc rustende schutterij en hare leden (met adviezen). 7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het in gebruik geven van eenige gemeente-eigendommen aan de „Amersfoort! che Industrie- en Huis houdschool" (met adviezen). 8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot otiderhandsohe ver huring van de tuinmanswoning, met stal, schuur en moestuin, gelegen aan de Wolfertstraat, aan Jan van Ruiten beek. 9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders betreffende de huurprijzen van huizen, waarin muntgas geleverd wordt. 10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders betreffende een adres van Leenheer tot kwijtschelding van een hem opgelegde boete, (met adviezen). 11. Voorstal van Burgemeester en Wethouders betreffende vaststelling en wijziging jaarwedde personeel L. O. 12. Reclames tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting. 13. Goedkeuring begrooting Gezond heidscommissie voor 1906. 11. Goedkeuring begrooting Burger lijk Armbestuur voor 1906. 15. Goedkeuring begrooting Burgei Weeshuis. 16. Voorloopige goedkeuring begroo ting dienstdoende Schutterij voor 1906. 17. Voorstel van Burgemeester en Wethouders betreffende de jaarwedden en het aantal van de ambtenaren ter Secretarie. 18. Voorstel van Burgemeester en Wethouders betreffende jaarwedde v. d. ambtenaar belast met de vervolging van belastingzaken (met adviezen). 19. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot uitbreiding v. d. reini gingsdienst (met adviezen). 20. Voorstel van Burgemeester en Wethouders betreffende het beheer en den dienst der reiniging, en de heffing en invordering van rechten voor diensten, bewezen door de gemeentereiniging (mee adviezen). 21. loorstel van Burgemeester en Wethouders betreffende eene subsidie aan de Amersfoortsche Tram (met adviezen). 22. Voorstel van Burgemeester en Wethouders betreffende eene subsidie aan de Vereeniging „Het Nederlandsch Landhuishoudkundig Congres" (met ad viezen). 23. Voorstel van Burgemeester eu Wethouders betreffende eene subsidie aan de Oudheidkundige Vereeniging „Flehité," (met adviezen). 24. Gemeentebegrooting voor 1906 Gemeenteraad. Dat kan a.s. Dinsdag een vergadering van den Raad worden met een verleng stuk. Een agenda van 24 punten, waaronder zeer belangrijke, is zeker niet voor de poes. Als punt 1 prijkt op de agenda: „Voorstel van Burgemeester en Wet houders betreffende de ziekenverpleging, in verband met de sluiting van het Aldegondegasthuis. Vorige week namen we de stukken omtrent deze kwestie op. Thans laten we tot goed begrip der zaak nog een kort resumé volgen. B. en W. zeggen o. a.: „Voor onze Gemeente hebben wij 3 wijzen van oplossing overwogen t. w.: A. Aankoop en exploiteeren van het Aldegonde-gasthius B. Stichten en exploiteeren van een nieuw Ziekenhuis; C. Conlractueele regeling met der den. Wat punt A. betreft hebben B. en W. eerst advies ingewonnen bij de gemeente-doctoren, omtrent de wel eens bij geruchte vernomen gebreken. B. en W. ontvingen op hun vraag een rapport, waaruit blijkt, dat de gebreken, welke weieens genoemd zijn (bijv. de lift, zij licht in de operatie-kamer, te nauwe gang van de operatie-kamer naar de beneden achterzaal) óf overdreven óf met weinig kosten te veranderen en te verbeteren zijn. Bovendien wijzen de geneesheeren op groote voordeelen verbonden aan de overname van het Aldegondegasthuis, zoodat B. en W. het wel wenschelijk achten tot aankoop en exploitatie over te gaan, indien dit niet te veel van de financieele krachten van de Gemeente vordert. Het totaal der kosten, zal per jaar f 12080 bedragen, vermeerderd met rente in aflossing van de aankoopsom. Deze cijfers worden onder bijvoeging van eene begrooting nader toegelicht. Uit die verdere toelichting blijkt nog, dat die som van f 12080 verminderd moet worden met de baten, die voort vloeien uit de gelden die men ontvangt van verpleegden, die zelfs de kosten betalen en bovendien met de f 2800, die tot nu toe voor ziekenverpleging en voor de barak betaald zijn. B. en W. zeggen verder: „Tegenover de uitgave van f 12080. plus de kosten van de rente en aflos sing, staat dus het bedrag van f 2800. dat de Gemeente niet meer zal behoeven te betalen. De jaarlijksche uitgaven zullen dus meer bedragen f 92SÖ plus de kosten van rente en aflossing. Op de Begroe ting voor 1906, is evenwel deze post van f 2800.nog niet uitgetrokken, zoodat de uitgave der begrooting van 1906 indien tot uitvoering van plan A besloten wordt verhoogd zullen worden met het volle bedrag." "Voor uitvoering van plan B. bestaan nogal veel en groote bezwaren, terwijl bovendien de kosten niet minder maar eer meer zullen bedragen dan bij plan A. Bijzondere voordeelen boven plan A zijn niet aan plan B verbonden: eerder nadeelen (bijv. moeilijkheid om geschikt terrein te vinden, ontbreken gedurende de eerste jaren van een tuin). Bovendien vergete men niet, dat mocht de Gemeente een nieuw Ziekenhuis bouwen en exploi teeren, de mogelijkheid niet is uitgeslo ten, dat het bestaande door eene ver eeniging of corporatie (die doorgaans goedkooper dan de Gemeente kan exploi teeren) aangekocht en als Ziekenhuis beheerd wordt, waardoor concurrentie voor het Gemeenteziekenhuis zal ont staan. Bij de overweging van plan C is gebleken, dat opname in de andere hier ter stede bestaande Ziekeninrich- ting niet mogelijk is te achten. B. en V hebben zich daarom gewend tot het Bestuur van het ziekenhuis aan de Catharijnensingcl te Utrecht met de vraag of de zieken, welke voor rekening der Gemeente verpleegd worden, in dit Ziekenhuis konden worden opgenomen. Hoewel het Bestuur een bepaalde ver plichting bij contract niet op zich kan nemen, omdat liet wel eens voor zou kunnen komen, dat de plaatsruimte te klein zou zijn, deelt het mede, dat voor opname in den regel voldoende plaats zal zijn en er overigens tegen opname geen bezwaar bestaat. De kosten van dit plan zijn moeilijk te begrooten. Punt 2 is een voorstel van B. en W. om de salarissen der leeraren aan de Burgeravondschool, die niet bevoegd zijn, te brengen van f 25 of f 30 per weke- lijksch lesuur. Bij punt 4: voorstel van B. en \V. tot het geven van gymnastiekonderwijs aan de meisjesschool, zijn verschillende adviezen gevoegd. Aan het schrijven van B. en W. ontleenen we het vol gende „Wij hebben de eer U hierbij terug te zenden het verzoek, met bijlage, van ouders en voogden van leerlingen der openbare Meisjesschool tot het invoeren van gymnastiek ouderwijs in die klassen, waarin geen vrije- en orde oefeningen gegeven worden, te weten de 6e, 7e, 8e, 9e en 10e klasse. Wij hebben te dier zake de adviezen ingewonnen van het Hoofd der school, den districts- eu den arrondissements schoolopziener benovens van de Com missie van Toezicht op het Lager onderwijs welke adviezen wij U hierbij eveneens overleggen. In overeenstemming met en op grond van de uitgebrachte adviezen komt het ons wenschelijk voor, gymnastiek-onder- wijs op de genoemde school in te voeren voor die klassen, waarin geen vrije- eu orde-oefeningen worden gegeven. Met het oog op de noodzakelijke inkrimping der andere leBuren geven wij de voor keur aan het 2de voorstel, dat door mejuffrouw Tan Lessen in haar rapport ontwikkeld is. Volgens dit plan zullen de leerlingen der 6e tot 10e klasse in 3 groepen vereenigd worden, n.l. 6e klasse, 7e en 8e klasse, 9e en 10e klasse, die ieder 4 maal per week b, uur gymnastiekles zullen ontvangen. Blijkens het rapport van mejuffrouw Van Lessen, die voorlichting gevraagd heeft van mejuffrouw Van der Schroeft, leerares aan de Iloogero Burgerschool, is de nieuwe Gymnastiek-zaal zeer ge schikt en kunuen de noodige toestellen zonder bezwaar daarin geplaatst worden. De kosten van het aanschaffen eu plaatsen der toestellen zullen ongeveer bedragen f 425. De adressanten deelen in hun adreB mede, dat zij bereid zijn, een hooger schoolgeld van f 3.- te betalen, indien aan hun verzoek tegemoet wordt ge komen. Het komt ons evenwel voor, dat deze bijdrage op f 5.gesteld moet worden, daarbij de kosten van het onderwijs in aanmerking nemende. Aan de Meisjesschool is geen onderwijzeres verbonden, welke de bevoegdheid heeft tot het geven van dit onderwijs; dit zal dus opgedragen moeten worden aan eene onderwijskracht overigens niet aan de school verbonden. Volgens de geldende verordening is geen hoogere belooning in een dergelijk geval mogelijk dan f 150.onafhankelijk van het aantal lesuren. Dit tractement komt ons voor 6 uur gymnastiek-onderwijs voor eene onderwijzeres die geen gemeentelijke betrekking als hoofdmiddel van bestaan heeft, onvoldoende voor. "Wij stellen U voor, de belooning voor dit onderwijs te stellen op f 50.per wekelijkse! lesuur. Met de heeren Schoolopzieners komt het ons wenschelijk voor, het onderwijs eerst voorloopig in te voeren. Deze invoering kan evenwel niet geschieden zonder wijziging der bestaande ver ordeningen, zoowel wat betreft het salaris, het schoolgeld en de vermelding der vakken, waarin onderwijs gegeven wordt. Ook voor eene proefneming moeten deze verordeningen gewijzigd worden. Indien later mocht worden besloten de lessen niet te doen voort zetten, zal het noodig zijn de verorde ningen wederom te wijzigen." De verzoeken van mej. v. d. Schroef! en den heer Snouck tot liet mogen gebruiken van een gemeentelokaal komen thans ook aan de orde. B. en "W. brengen in herinnering dat de Raad 31 Jan. 1905 op het verzoek van den heer Snouck afwijzend beschikte, en deelen mede dat zij 13 Juli 1905 voorstelden mej. v. d. Schroeft wel de gevraagde vergunning te verleunen, omdat hier ter stede geen gelegenheid bestond, aan meisjes door een vrouwelijke onderwijs kracht in de gymnastiek les te doen geven. De Raad gaf 1 Augustus 1905 echter den wensch te kennen beide adressen gelijktijdig te behandelen. B. en W. hebben nu gewacht met het oog op het voorstel onder punt 4, waardoor het argument van B. en "W. vervalt om op het verzoek van mej. v. d, Schroeff wel de vergunning te verlecnen, waarom zij dan ook thans voorstellen, op beider verzoeken afwijzend te be schikken. Punt 9 behelst een voorstel van B. en "W. om den maximum huurprijs der woningen, voor welke muntgas verkrijg baar wordt gesteld, te brengen van f2.50 op f 3. De Commissie tot bijstand in liet behi er der Gasfabriek, acht dit wenschelijk, omdat de toename van het aantal gebruikers van muntgas in den laatsten tijd gering is, zoodat het in het belang der Gasfabriek en dus ook van de Gemeente is om meer ge legenheid tot het verkrijgen van muntgas te geven. B. en W. bevelen den Raad aan voot bonoeming aan de Burgeravondschool: A. Ned. Taal: Als vast leeraar A. Veen. Als tijdelijk leeraar: 1. E. H. Buytenhuys en E. Lindenhovius. B. Wiskunde: 1. A. A. Verburg, 2. A. H. Aardema. C. Natuurkunde: 1F. Faber, 2. G. F. Nijland. D. H a n d t c e k c n i n g e n 1. H. Mooyen, 2. A. Flcdderus. E. Lijntcekenen: 1. C. van Ouwerkerk. 2. A. de Jonge. 1. A. de Jonge, C. van Ouwerkerk. De heer A. D. J. van 't Hooft, thans te 's-Gravenhage, is benoemd tot tijdelijk leeraar in de Franschc taal en letter kunde aan de H. B. S. te Veendam. Vrijdagmorgen omstreeks kwart voor 9 waren wij aan de I.angestraat getuige van een bijzonder geval van brand. De landbouwer M. te 11. van Scherpenzeel geraakte vermoedelijk door eene vonk uit zijn pijp in brand. De agent van politie le kl. Leydekker en de poeliers Drieënhuizen en Peters verleenden hulp- Jas en vest verbrandden geheel.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1905 | | pagina 2