~^Tni>Ï~ Stadsnieuws. Allerlei. Nederlaudseh-Iudisehe Spoorwegmaatschap pij zich aan haar verplichting-en wilde onttrek ken, dan isdatalweer geen juiste voorstelling van de zaak. En is een geschil geweest het eerste jaar over de vraag, of de Maatschappij heteerstejaar een deel van haarwinst aan den Staat moest uitkeeree. Toen is die quaestie aan arbitrage onderworpen en de Maatschappij is in het gelijk gesteld, zoodat het Rijk het eerste jaar geen aandeelin dewinsttoekwam. Wat de landrente betreft, heeft de ge achte spreker uitdrukkelijk in zijn eerste rede gezegd, dat, terwijl de Europeanen wor den vrijgesteld van belasting wat aangaat den erfpachtscanon, de inlander niet van be lasting wordt vrijgesteld. Ook deze bewering is niet juist, want het is een feit dat jaar lijks gemiddeld ongeveer een millioen aan landrente wordt kwijtgescholden en er zijn jaren geweest van 13 ton. Uit dit antwoord van den Minister blijkt o. i. duidelijk, dat deze de critiok van den heer Y a n Kol onbeschroomd onder het oog heeft gezien en er zich volstrekt niet met cenige phrascn als: „de heer Van Kol overdrijft" enz. heeft trachten af te maken. Met cijfers en feiten heeft hij ge tracht diens beschuldigingen te weer leggen en naar het ons voorkomt is de heer F o c k daarin over hot geheel vrij goed geslaagd. Lie zaak, die wij in ons hoofdartikel in de tweede plaats aanroerden, betrof het bericht, dat de heer Van Kol in een der Indische bladen had aangetroffen en waarin tegen Indische marechaussee's de beschuldiging werd geuit, dat ze teneinde gevaarlijker wonden te kunnen maken, de patronen soms vervormden tot een soort van dum-dumkogels. 'tWas vooral met het oog op deze zaak, dat wij den eisch stelden, dat er een ernstig ondorzoek zou worden ingesteld, en dat voor het vervolg dergelijke wreedheden onmogelijk gemaakt moesten worden, tenzij de onjuistheid van deze niededee- ling kon worden aangetoond. Het verheugt ons, dat wij daaromtrent niet in de ons-zoo-kwalijk-genomen ver wachting in dezen Minister zijn teleur gesteld. Uit de Handelingen (blz. 175) blijkt, dat die quaestie ook de aandacht van den heer F o c k niet was ontgaan. Het koiut ons voor, dat hem in dezen geen enkel verwijt kan treffen. We lezen in de Handelingen: „De heer Fock, Minister "an Koloniën; Ik boor daar roepen dum-dum. Te dien aanzien weet ik slechts, wat in de dagbla den vermeld is, maar ik heb, zoodra ik het bericht daaromtrent gelezen had, aan den Gouverneur-Generaaal geschreven, dat ik hem verzocht deze zaak met den meesten ernst te onderzoekeu en zoo er aanleiding zijn mocht om aan de juistheid der be schuldig-ing te gelooven, het misbruik met kracht tegen te gaan, want dat ik niet wenschte, dat aldus met vreedheid werd op getreden. Uit deze mededeeling van den Minister blijkt, dat hij reeds handelend was opgetreden, voor de heer Van Kol hem op de zaak had gewezeu. Een activiteit dus, die niets te wenïchen overlaat. Het gevoerde debat moet op het Indische leger een gunstigen invloed uitoefenen. Het zal eerstens tot de ervaring komen, dat zijne handelingen scherp worden gecontroleerd en dat alles, wat naar wreedheid zweemt, strenge den aardin in de Gouden Druif, waar we roode wijn nog even voortreffelijk was als vroeger. Zij herkende mij niet dadelijk; ik had ook van uniform gewisseld, en uit den slanken luitenant was een corpulente ritmeester geworden. Toen ik mij echter bekend maakte was de vreugde groot. Ik moest natuur lijk haar allerliefste kinderen bewonderen en vernam, dat de oudste knaap Ottn gedoopt was; zij had den prins niet vergeten. Zij haalde ook een klein étui te voorschijn en daarin lag, op een een- voudigen gouden ketting, een verguld kaartje: Ier herinnering van Otto van Beieren. Moeder Rosa vertelde mij trotsch, dat zij den schoonen ketting gekregen had, spoedig na het bezoek van den prins; hij was haar over de post toegezonden. „Wij schreven een langen brief om hem te bedanken, maar kregen nooit antwoord; die deftige hoeren hebben liet zeker erg druk." Ik kon hot niet over mij verkrijgen, haar de waarheid te zeggen; zij was te gelukkig met haar illusie. „Het gaat onzen prins zeer goed", zeide ik. „Hij heeft u zeker ook niet vergeten; al denkt hij niet meer aan het kleine avontuur alhier, een ding herin nert hij zich zeker nog: den afscheids kus, dien gij hem gaaft. En moeder Rosa bloosde en geleek weer sprekend op het Roosje van vroeger het Roosje van Sternberg. rechters zal ontmoeten in de Tweede Kamer ook in den Minister, doch tevens, dal deze tegen elke lichtvaardige beschuldiging met kracht zal opkomen. Dergelijke oritiek is nuttig, waar ze verdiend is en dan óók in het belang van het leger. Mocht het bijv. blijken, dat liet verhaal omtrent de dum-dum kogels waarheid bevat, dan eischt het prestige van het Indisch leger, dat er gestraft wordt. Gestrengheid omtrent een dergelijk optreden kan slechts de geest van humaniteit in het leger bevorderen. Doch men oordeele niet te haastig. Zelfverdediging noodzaakt soms tot schijnbare wreedheid. Men heeft soms werkelijk met een zeer verradelijken vijand te doen, tegen wien men niet genoeg op zijn hoede kan zijn. De Minister deelde daar omtrent oen treffend staaltje mede. Uit een „In Memoriam" over den luitenant ter zee Yau Zadelhoff door Marineblad overgenomen uit de Makas- saarsche Courant citeerde de Minister: „In een kort handgemeen met een verradelijken vijand, die de brave over ledene uit medelijden om zijn slechte bewapening en niet denkend aan zijn boos opzet, bij zijn nadering niet had willen neerschieten, werd hij door een kogel bij het kniegewricht gewond, die eerst nog op zijn vechtsabel was af gestuit." Men ziet hieruit hoe voorzichtig men moet zijn. Ontelbaar zijn de verhalen over Hcèg- sche bluf en Heègsclie chic, die zich niet ontziet om met houten hammen en leege dekschalen de tafel te sieren, en liever met een holle maag naar 't Kurhaus gaat, dan met een heerlijk gevoel van verzadigdheid thuis blijft. De Haagsche briefschrijver van het Nbl. v. N. geeft nu eens weer een nieuw staaltje van „chic" doen; hij vertelt nl. het volgende „Het is bekend, dat in den zomer van heinde en verre de logés naar Den Haag toestroomen. Wie zich respecteert, heeft zijn aantal logés. Maar wie't nu een klein beetje kan doen, schaft zich voor dien tijd een huisknecht aan. Dat staat altijd netjes; al is het maar alleen tegenover de gasten. En een groot klecdingmaga- zijn alhier zorgt voor de kleeding van den knecht. De livrei wordt „gehuurd" evenals de knecht. En zijn de logés met October afge reisd dan verdwijnt ook weder de huis knecht, gaat de livrei weder naar het klcedingmagazijn terug, en wordt de deur weder opengedaan door Aaltje of Betje, want Willem of Hendrik is „met verlof". Gelukkig voor de „huizen" waar Wil lem of Hendrik „in betrekking" zijn geweest, dat de logé s 's winters niet terug komen, anders zouden ze wellicht even vreemd opkijken als meneer Popper, een bekend tabaksimporteur te New- York, die onlangs midden in den nacht aan den telefoon werd geroepen. „Hallo, sergeant Brown van hoofdpolitie- burcau. In uw bureau is ingebroken, zooals ons zooeven uit dat district werd gemeld. Wilt u zoo goed zijn om dadelijk over te komen om het feit te consta- teeren?" Mijnheer Popper snakte eerst eenige oogenblikken naar adem en antwoordde toen, dat hij zich zoo gauw mogelijk zou aanklecden, 0111 op do plaats van de inbraak te verschijnen. Maar hij was nog en négligé, toen hij weer het bewuste bellen hoorde. „Hallo New-York Herald. Do redactie verzoekt u 0111 alle bijzonderheden van den heden nacht bij u voorgevallen diefstal met inbraak. Nu werd meneer Popper toch zenuwachtig en zoo vlug als hij maar kon, snelde hij naar het dichtshijzijnde station. Maar wie beschrijft zijne verbazing, toen hij om twee uur 's morgens zijn kantoor eindelijk bereikte? Alles was in de grootst mogelijke orde, daarentegen werd hij zelf door een op den achter grond staanden politieagent gearresteerd en naar het bureau gesleept de politie hield hem voor den inbreker, voor wiens komst zij telefonisch was gewaarschuwd Toen mijnheer Popper om zeven uur in den morgen eindelijk weer zijn huis bereikte, stelde hij een detectivebureau mot 't geval in kennis om het te onderzoeken. Men had binnen enkele uren ontdekt, dat drie studenten van de universiteit te New-York de berichtgevers der tele fonische mededeelingen geweest waren, waardoor mijnheer Popper in zijn nacht rust zoo zeer gestoord werd. Wegens groote baldadigheid aangeklaagd, ver schenen de misdadigers voor den rech ter. De bedrogen Popper eischte dat men hen zonder genade zou opsluiten. Ten slotte trok hij echter zijn aanklacht in, toen de jongeheden berouwvol en deemoedig om vergiffenis verzochten. Even berouwvol was dezer dagen een jong mevrouwtje, dat 14 dagen na de bruiloft bij de Parijsche rechtbank echt scheiding aanvroeg, omdat haar man haar 932 kussen gaf per dag. Volgens haar beweren, was haar man wat al te verliefd, zelfs voor de wittebroodsweken en aan den réchter verklaarde zij dat zij de kussen had „geteld," die hij haar in den tijd van 24 u-r.n had gegeven, waardoor zij tut dit respectabele getal was gekomen. De rechter vond ook, dat men van het goede te veel kan krijgen, maar wist de jonge vrouw toch te bewegen weer vrede met haar man te sluiten. Het woord „verzoenen" ge bruikte hij daarbij wijselijk niet. Toch is zij weer verzoend met haar bestaan, al zal zij wellicht niet zoo op gewekt van humeur zijn als een preventief gedetineerde in het Huis van Bewaring te Rotterdam, die in een brief aan zijn familie de volgende historische woorden schreef „Zondags dineeren we wat vroeger dan in do week, dan hebben wc nog wat aan onzen achtermiddag." Tenslotte nog een andere „komieke" mededeeling, waaruit blijkt, dat óf het woord pers tononrechte vrouwelijk is, óf een beginsel iets is, waarmee je sollen kunt zooveel je wilt, óf een Groningsche verslaggeefster zooveel mannelijks heeft, dat zij voor een man moet worden aangezien. We lezen n.l. in de N. G. Crt. Eene verslaggeefster en een verslag gever komen een vergadering binnen. De voorzitter ontvangt hen met de mededeeling, dat de pers wel toegang heeft, maar de juffrouw niet. Immers de vcreeniging is in beginsel tegen vrouwenarbeid, maar.... de voorzitter zal zijn medebestuurders raadplegen. En de uitspraak van de gezamenlijke bestuur ders is dat de juffrouw mag blijven. Zij zal niet -als juffrouw maar als „pers" beschouwd worden.... ter wille van het beginsel. Raadsvtirslag. Yergadering van den Raad der ge meente Amersfoort van Dinsdag den 28 Not. 1905 dos nam. ll/a uur. De Yoorzitter Jhr. J. W. A. Barch- man Wuytiers opent ten kwart voor 2 de vergadering, die werd bijgewoond door 15 loden en verzoekt den secretaris Mr. Dr. J. G. Stenfert Kroese de notulen te lezen van de vergadering van 31 October j.l. die vastgesteld werden, zooals zij door den Secretaris waren ontworpen. Afwezig met kennisgeving waren dc heeren Gerritsen on Mr. Heyligers. Ingekomen zijn: 1. Missive van den Minister van Bin- nenlaudsche Zaken, waarbij deze berust in de benoeming der heeren Yeen, Buytenhuys, Verburg, Fuber, Mooion, Yan Ouwerkcik en de Jonge aan de Burgeravondschool. Aangenomen voor kennisgeving. 2. Yan Ged. Staten dc goedkeuring van het besluit tot ruiling van gronden met het college van Kerkvoogden der Ned. Iierv. gemeente. Aangenomen voor kennisgeving. 3. Yan Ged. Staten de goedkeuring van 3 besluiten tot wijziging der Gem. begrootiug voor 1905. Aangenomen voor kennisgeving. 4. Van Ged. Staten de machtiging tot ruiling van gronden met den Staat der Nederlanden. Aangenomen voor kennisgeving. 5. Yan Ged. Staten de goedkeuring der regeling van Jaarwedden van onder wijzend personeel aan de Burgeravond school. Aangenomen voor kennisgeving. 6. Yan Ged. Slaten de goedkeuring dor onderhaudsehe verhuring der tuin manswoning en aanhoorigheden aan J. Ruitenbeek. Aangenomen voor kennisgeving. 7. Yan B. en W. de vaststelling dei bouwverordening. De Yoorzitter deelt mede, dat zij aan de leden is rondgezonden en ter Secretarie ter inzage der leden ge deponeerd is. 8. Yan B. en W. de mededeeling, dat in de vacature Proper is benoemd de heer Lobman, Ambtenaar ter Secr. van Dodewaard en dat tot" controleur der belasting en van het bevolkings register is benoemd de heer G. Dekker, commies ter Secretarie. 9. Yan het bestuur der Oudheidkundige veïeeniging „Fléhite" een dankbetuiging voor de verhooging van het subsidie. Aangenomen voor kennisgeving. 10. Een schrijven van B. en W. in overleg met het bestuur van Fléhite, dat ioderen Dinsdag van 1012 en 11 j3 uur gelegenheid zal gegeven worden tot kostelooze bezichtiging van het museum. Oificieele feestdagen uk gezonderd. 11. Eene dankbetuiging van de Ambte naren ter Secretarie voor de verbetering hunner financieele positie. 12. Eene dankbetuiging van den heer A. L. van Leor, belast mot de vervol ging voor de gera.-belastiugen, voor de verhooging zijner jaarwedde. 13. Eene dankbetuiging van de beide gem.-opzichtcrs Yan den Ilooff en Yan Schooneveld, voor de verhooging hunner jaarwedde. Eene dankbetuiging van den heer A. Yeen voor zijne aanstelling tot vast leeraar aan de Burgeravondschool. 15. Eene dankbetuiging van den onderwijzer L. A. Slot voor de ver lenging van zijn verlof. 16. Een adres van den Heer J. van Vollenhoven, verzoekende om zijne perceelen, buiten de gemeente gelegen, gas te blijven leveren. Naar B. en W. om prae-advies. 17. Een adres van 62 ingezetenen om volledig gymnastiek onderwijs aan de school le soort voor Jongens, hoofd de heer Yan der Nagel. Naar B. en W. om prae-advies. Waarna de agenda aan de beurt van behandeling komt. le. Benoeming van een tijdelijk buitengewoon leeraar in de geschiedenis aan het gymnasium (met adviezen). Aanbevolen worden: No. 1. A. K. Hovens Gróve. No. 2. M. Zeldenrust. De Y 0 0 rzi tte r wijst Weth. Celosse en den heer Yan Beek als stembureau aan. Dc heer Hovens Gréve wordt benoemd met algemeene (15) stemmen. 2. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het geven van eervol ontslag aan den heer J. A. Bruins als leeraar in de Nederlandsohc taal, ge schiedenis en aardrijkskunde en tijdelijk buitengewoon leeraar in het Engelsch aan de II. B. S. met ingang van 15 Januari 1906. (met adviezen). Z. d. en z. h. st. eervol verleend. 3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het geven van eervol ontslag aan den onderwijzer E. Kruit hof, mot ingang van 1 Januari, (met adviezen.) Z. (1. en z. h. st. eervol verleend. 4. Benoeming van een onderwijzer aan dc openbare lagere school, 3e soort in de Koningstraat (met advies). Voorgedragen worden: No. 1. G. J. Drechsler. No. 2 F. Boer. No. 3. W. H. C. Heek. De Heer G. J. Drechsler wordt be noemd met 13 stemmen tegen 1 op den Heer Heek. De Yoorzitter dankt de commis sie voor de genomen moeite. 5. Voorstel van Burgemeester 011 Wethouders tot vaststelling van dc jaar wedden en pensioensgrondslagen van personeel aan de Burgeravondschool. Z. d. en z. h. st. vastgesteld. 6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van jaar wedden van het personeel bij het Lager Onderwijs. Z. d. en z. h. st. werden do jaar wedden van den Heer W. Kraan en Mej. W. Bakker echtgenoote van den Heer O. Akkerman verhoogd. 7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders betreffende een adres tot verlichting -van de Blankenheimstraat (met adviezen). Z. d. en z. h. st. besloten. S. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot overname van een strook grond aan dc Puntenburgerlaan (met adviezen). Z. d. en. z. h. st. besloten. 9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot afbreken van den muur naast Onze Lieve Vrouwe toren en tot afscheiden van het terrein aldaar. Z. d. en z. h. st. besloten. 10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders betreffende het geven van Gymnastiek-onderwijs op de meisjes school en behandelen van de adressen van mej. J. C'. van dor Schroeft en de heer J. C. Snouck (met adviezen.) De Heer Oosterveen zegt. dat in de vorige vergadering op voorstel van den Heer Plomp met 14 tegen 2 Menunen besloten is tot renvooi naar B. en W. om de voorwaarden te doen ken nen. I11 het voorstel heeft hij echter die voorwaarden niet kunnen vinden. Spreker vraagt thans of het nog mogelijk is, te geven, wat toen gevraagd werd. De Yoorzitter zegt, dat B. en W. voorstellen afwijzend te beschikken. Dc Heer Plomp. B. en W. doen thans wat zij ook in eene vorige vergadering hadden willen doen. Spreker wenscht andermaal toezending naar B. en W. 0111 de voorwaarden te leeren kennen. De Heer Veis Iieyn kan zich volkomen vereenigen met de vorige sprekers. Met het gymnastiek onder wijs moei men jong beginnen. Spreker ziet in dat het op alle scholen| gegeven moet worden. Den Heer van Esveld bevreemdt het evenzeer, nu hetzelfde voorstel als den vorigen keer van B. W. te krijgen. Dc Heer Veis Hoyn verklaart nog gerechtigd te zijn om mede te deelcn, dat het tarief niet hooger zal zijn dan f 10 per jaar voor 2 uur gymnastiek onderwijs, terwijl de Heer Snouck aan biedt eene volksklasse een uur gratis te onderwijzen. De Yoorzitter deelt nog mede, dat nooit gebleken is, dat dit een gemeen te belang is en zal in rondvraag bren gen het voorstel van B. en W. De Heer Plomp. Aan de meisjes school stellcnjB. en W. voor gymnastiek onderwijs te geven in de 6e k.l en aan de Jongensschool in de 7e en 8e kl. Waarom hier de 6e kl. wordt weg gelaten, is spreker niet duidelijk. Dc Yoorzitter merkt op, dat dit nog niet behandeld wordt. De Heer Plomp Om 'tsmakelijk te maken, komen B. en W. er nu reeds mede. De zaak moet aangehouden worden om in eenmaal afgedaan te worden. Weth. Celosse zou den heer Snouck wel eens les willen zien geven aan 8U0 kinderen der volksklasse. De ouders van de kinderen der meisjesschool kunnen uiet langer wachten. De heer J0 rissen stelt de vraag, wanneer het voorstel van B. en W. thans wordt aangenomen, zullen de scholen 2c en 3e soort het dan ook krijgen. Weth. Celosse antwoordt, dat de kinderen van do scholen 2e en 3e soort vrije- en ordeoefeningen krijgen tot hun 12e jaar, het geen geschiedt volgens het leerplan, vastgesteld in overleg met den distiicts-sclSïólopziuner. De h e e r V e 1 s-H e ij n merkte nog op, dat het niet de bedoeling van den lieer Snouck is om aan 800 schoolkin deren een uur gratis les te geven, maar aan kinderen der volksklasse. De Voorzitter zal thans het voorstel van den heer Oostervcen om renvooi om de voorwaarden te leeren kennen, in rondvraag brengen. Do hoeren Weth. Visser, Weth. Celosse, Tromp van Holst, Van Eek en Yan Beek verklaren zich er tegen, zoodat we de voorwaarden thans wel zullen vernemen. 11. Voorstel van Burgemeester en Wethouders betreffende een adres van eenige leeraren aan de II. B. S. inzake vaststelling van een minimum salaris (met adviezen.) Z. d. en z. h. st. afwijzend besloten. 12. Voorstel van Burgemeester en Wethouders betreffende een adres van dc afd. Amersfoort van den algomeenen Nederlandscheu Typografenbond (met adviezen). Z. d. en z. h. st. afwijzend besloten. 13. Voorstel van Burgemeester en Wethouders betreffende een adres van den heer J. M. Boshuizen (niet adviezen). Den heer Van Duinen wil 't voorkomen, wat voor 16 jaren geleden gebeurd is, thans niet in eeu openbaar rapport had moeten gezet worden. IJ e Y 0 0 r z i 11 e r. B. en W. hebben den Raad volkomen willen inlichten onder mededeeling van alle antece denten. De heer Van Duinen waardeert dit ten zeerste, maar de antecedenten hadden niet in een publiek stuk moeten komen. Weth. Celosse begrijpt den heer Yan Duinen niet. De li e e r Yan Duinen. Het doet tot de zaak niets af. U kunt ja zeggen, ik niet. Weth. Celosse begrijpt de bezwa ren toch nog niet. Waarna z. h. st. afwijzend wordt besloten. 14. Voorstel van Burgemeester en Wethouders betreffende de subsidie van de muziokvereenigingen „Harmonie", „Eendracht" en „het Amersfoortsch Harmonieorkest Caecilia" (met adviezen). Z. d. en z. h. st. afwijzend besloten. 15. Voorstel van Burgemeester en Wethouders betreffende een adres van C. J. Kuntz tot kwijtschelding van eene opgelegde boete. De heer E olandus Hagedoorn heeft met een belangstelling deze kwestie waargenomen en voornamelijk het bij gevoegd schrijven van denGem.-ai-chitect. Den aannemer wordt hulde gebracht voor de wijze van aflevering van het werk. De te late aflevering moet worden toegeschreven aan het verzoek van den waarnemendeu directeur van het bijge bouw der H. B. S. om tijdelijk op te houden, daar dit hinderlijk was voor het onderwijs. Zelfs is hem ter oore geko men, dat het hinderlijk is geweest tijdens cenc raadsvergadering, waarom van hoogerhand was verzocht te staken. Spreker vindt de halve boete te veel en zou adressant geheele kwijtschelding willen geven. Weth. Visser merkt op, dat de heer Rolandus Hagedoorn door 't vuur, waarmede hij deze zaak heeft verdedigd, twee zaken verwart. Kuntz, heeft niet moeten ophouden voor het gemeentehuis, dit is geschiedt bij een anderen aannemer en bij den verbouw van het Raadhuis. Kwijtschelding zou nadeelig zijn voor 't vervolg. B. en W. zijn zeer royaal geweest. De heer J0rissen kan medegaan met den heer Rolandus Hagedoorn, daar

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1905 | | pagina 2